Het apparaat configureren.... > 31
N
ETWERK
INSTELLEN
Voor de functies voor scannen naar e-mail en scannen naar FTP
moet tevens het MFP correct worden ingesteld in uw netwerk. U
moet de volgende netwerkparameters instellen zodat andere
netwerkapparaten het MFP kunnen vinden in het netwerk:
1. DHCP ingeschakeld:
2. IP-adres: . . .
3. Subnetmasker: . .
4. Gateway-IP:. . .
5. DNS-server:. . .
6. SMTP-server:. . .
7. SMTP-poort:25
8. POP3-server: . . .
9. POP3-poort:110
Beschrijving:
1. DHCP ingeschakeld:
Kies Ja als u de IP-/subnet-/gateway-adressen
rechtstreeks van de DHCP-server wilt verkrijgen. Als u de
instelling hebt gewijzigd van Uit in Aan, schakelt u de
voeding van de scannermodule eerst uit en dan weer in.
2. IP-adres:
Het IP-adres (Internet Protocol) dat de netwerkbeheerder
aan het apparaat heeft toegewezen.
3. Subnetmasker:
Het netmaskeradres dat de netwerkbeheerder heeft
toegewezen.
4. Gateway-IP:
Het gateway-IP-adres dat de netwerkbeheerder heeft
toegewezen.