OVERLAYS EN MACRO’S > 104
7.
In het projectvenster wordt één BIN-bestand weergegeven
voor elk printerbestand dat is toegevoegd. Schrijf deze namen
op. Neem de naam en het id-nummer van elk bestand exact
over. U heeft ze later nodig.
Als u de namen of de id-nummers wilt wijzigen, dubbelklikt u
op de bestandsnaam en wijzigt u de gegevens. Hier volgen de
gegevens van
Volume
:
0
= PCL-partitie op de harde schijf van de printer;
1
= algemene partitie op de harde schijf van de printer;
%disk0%
= PostScript-partitie op de harde schijf van de
printer;
2
= flashgeheugen PCL
%Flash0%
= flashgeheugen PostScript
De namen zijn hoofdlettergevoelig. U hebt deze namen later
weer nodig, exact zoals ze in deze lijst worden weergegeven.
8.
Kies
Projects
(Projecten)→
Save
Project
(Projecten opslaan) en
voer een beschrijvende naam in (bijvoorbeeld “Briefpapier”)
waaraan u het project kunt herkennen.
9.
Kies
Projects
(Projecten)→
Send Project Files to Printer
(Projectbestanden naar de printer verzenden) om het project
naar de printer te laden.
10.
Als het bericht "Command Issued" (Opdracht verzonden)
verschijnt om te bevestigen dat het laden is voltooid, klikt u op
OK
om het bericht te sluiten.
EEN TESTAFDRUK VAN DE MACRO MAKEN
1.
Kies
Printers
→
Test Macro
(Macro testen).
2.
Voer in het venster Test Macro (Macro testen) het id-nummer in
en klik op
OK
. Na een korte pauze wordt de macro afgedrukt.
3.
Klik op
Exit
(Afsluiten) wanneer alle macro's zijn getest.
4.
Klik op de standaardknop
Sluiten (X)
van Windows of kies
Projects
(Projecten)→
Exit
(Afsluiten) om de Storage Device
Manager te sluiten.