29
ONDERHOUND
Alvorens u met het onderhoud begint moet u
het apparaat loskoppelen van het elektriciteits-
en gasnet.
11) VERVANGING VAN ONDERDELEN
Om de onderdelen die zich binnen in de plaat bevinden
te vervangen moet u de kookplaat uit het meubel
verwijderen, hem omkeren, de schroeven “V”
losschroeven en onderstel “T” verwijderen (zie afb. 14).
Na verrichting van bovengenoemde handelingen
kunt u de branders (afb. 15), de kranen (afb. 16) en
de elektrische componenten (afb. 17) vervangen.
Het verdient aanbeveling de dichting “D” iedere
keer dat u een kraan vervangt door een nieuwe
dichting te vervangen teneinde een perfecte
afdichting tussen lichaam en oploopstuk te
verzekeren (zie afb. 16).
Het invetten van de kranen (afb. 18 - 19)
Als een kraan niet meer soepel open of dicht gaat,
dient u hem onverwijld in te vetten, waarbij u de
volgende aanwijzingen opvolgt:
- Het kraanstuk of thermostaatlichaam demonteren.
- De kegel en zijn behuizing met een in een
oplosmiddel gedrenkte doek schoonmaken.
- De kegel licht met het speciaal daartoe bestemde
vet invetten.
- De kegel op zijn plaats zetten, waarbij u hem
meermalen beweegt, de kegel er opnieuw
uithalen, het overtollige vet verwijderen en
controleren of de doorstroomopeningen van het
gas niet verstopt zijn.
- Alle delen weer in omgekeerde volgorde terug
monteren.
Voor het gemak van de onderhoudsreparateur volgt
hieronder een tabel met de soorten en doorsneden
van de voedingskabels en het vermogen van de
elektrische componenten.
AFB. 17 AFB. 18 AFB. 19
AFB. 14 AFB. 15 AFB. 16