42CFP800 Installatie- en gebruikershandleiding Version V0102 43CFP800 Installatie- en gebruikershandleiding Version V0102
Nota >>
De buzzer kan in deze toe-
stand niet stilgelegd worden.
De vertragingstijdspan op de
actieve uitgang en de timeout
(indien geconfigureerd) zijn
vóórgeprogrammeerd via een
PC optie.
7.5 TX Geïsoleerd
Indien het systeem aangesloten is op een brandweerbord of een
ander afstandscontrolecenter, is het mogelijk om deze verbinding
te isoleren voor het testen van de brandmeldinstallatie (b.v.
wekelijkse testen).
Om het afstandssignaal uitgang te testen, druk op de Shift toets
en druk op Reset.
De TX GEISOLEERD LED licht op en de buzzer zoemt op een
continue toon. De centrale kan geactiveerd worden in de
Brandmode zonder de afstandsuitgang te gebruiken.
Om de afstandssignaal terug in te stellen, herhaal de procedure
voor zover er ergens geen actieve brand op dat ogenblik plaats
heeft.
7.6 Lampen Test
Alle LEDs op de centrale kunnen getest worden door de Shift
toets samen met de Stilleggen toets in te drukken.
De algemene LEDs worden opgelicht, stapsgewijze gevolgd door
de zonale LEDs. De IN TEST LED blijft gedurende deze test
constant branden. De buzzer 'bipt' heel even tijdens deze
procedure.
7.7 Dag/nacht Mode
Optioneel kan de centrale eveneens geconfigureerd worden om
het activeren van de afstandssignaal uitgang (TX) te vertragen
tijdens de openingsuren van het bedrijf. Deze optie laat toe een
voorafgaande analyse bij een alarm vóór het contacteren van de
hulpdiensten/brandweer.
De toestand wordt dan geselecteerd door de Dag/Nacht Mode
toets in te drukken. Een pulserende TX GEISOLEERD LED geeft
aan dat de NACHT mode geselecteerd is en dat er GEEN
vertraging op de uitgang ingesteld is. Een verdere druk op de
toets zet de mode terug op DAG (vertraagde uitgang).
Aangezien dit een manuele functie is, bestaat er een risico dat
de centrale continu in dag mode blijft. Om dit te vermijden, is de
centrale voorzien van een optionele vertragingstimer, die na een
vooraf geprogrammeerde tijdspan de centrale terug (na 8 uren
b.v.) in Nacht Mode overschakelt. Het instellen op Dag Mode
gebeurt altijd manueel.
Om na te kijken of deze optie beschikbaar is, druk op de Dag/
Nacht Mode toets. Als dat geen effect heeft op de centrale,
betekent dat de functie niet ingesteld werd (standaard levering).
Functies van de CFP-800 (vervolg ...)
Aditionele zones kunnen naar wens geselecteerd en geïsoleerd
worden.
Druk op Reset voor het verlaten van de Controlemode.
Leg de buzzer stil door de respectievelijke toets in te drukken.
Elementen die zich in geïsoleerde zones bevinden wekken
geen alarm op indien geactiveerd.
Herhaal dezelfde procedure om zones te de-isoleren.
Selecteer eerst de zone (aangetoond door de pulserende LED).
Daarna, druk de Shift en Evacuatie toetsen gezamelijk tot de
centrale terug in normale mode komt. Beide indicatoren, namelijk,
ZONE GEISOLEERD en IN TEST moeten gedoofd zijn.
Druk op Reset om de centrale terug in haar normale toestand te
plaatsen.
7.4 Zone Test
Selecteer eerst de zone zoals hierboven uitgelegd.
Druk tweemaal de Shift en Evacuatie toetsen gezamelijk tot de
IN TEST LED oplicht ; de zone is nu in test mode.
Druk op de Stopzetten-knop om de buzzer in een inter-
mitterende werking om te vormen.
Bijkomende zones kunnen in testmode geplaatst worden door
dezelfde procedure te herhalen.
Druk op Reset om de Controlemode te verlaten. De zonale LED
blijft continu oplichten.
Wanneer een element in de geteste zone geactiveerd wordt,
treden de alarmgevers in werking gedurende 1 à 2 seconden.
De BRAND LED licht op en dooft automatisch na een paar
seconden uit. De transmitter uitgang en de algemene brand relais
zijn niet operationeel gedurende een testmode.
Om de centrale terug in normale werkingsmode te plaatsen,
selecteer de zone (aangetoond door de pulserende zonale LED).
Druk op Evacuatie en Shift tot beide ZONE GEISOLEERD en
IN TEST indicatoren doven. Herhaal deze procedure voor elke
zone in test.
Druk op Reset om de CFP-800 centrale terug in normale werking
te plaatsen.
Afhankelijk van de
configuratie, kan de centrale
automatisch na een
voorafbepaalde tijdspan
zichzelf terug in de normale
werkingsmode plaatsen wan-
neer er geen elementen
geacti-veerd zijn.