9
NL
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet
het in de vriesruimte. Als u de bodem van
het ijsblokjesbakje nat maakt en de tem-
peratuurregelaar op de maximale stand
zet, gaat het invriezen sneller. Vergeet
niet, de temperatuurregelaar na het
invriezen weer op de normale stand te
draaien.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmak-
en door het ijsblokjesbakje onder
stromend water te houden en het dan iets
te verdraaien. Mocht het ijsblokjesbakje
vastgevroren zijn, gebruik dan geen
scherpe voorwerpen om het los te
maken. Daarmee kunt u beschadigingen
veroorzaken.
Praktische informatie
Dankzij de variabele platen kunt u de
koelruimte aan uw eisen aanpassen. U
kunt de platen ook verplaatsen als de
deur 90° open staat.
Na openen en sluiten van de deur van
de vriesruimte ontstaat in het apparaat
een vacuüm. Na sluiten van de deur
duurt het 2-3 minuten voordat u de
deur weer kunt openen.
Stel de vriesruimte zodanig in dat de
binnentemperatuur nooit warmer dan -
18 °C wordt. Bij te hoge temperaturen
bederven de diepvriesproducten.
Controleer elke dag even of het appa-
raat goed functioneert. Zo constateert
u evt. storingen tijdig.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om
het apparaat zo energiezuinig mogelijk te
gebruiken. U vindt hier ook informatie
m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of
naast een warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de
compressor voldoende ventilatie
hebben. Bedek de ventilatie-openin-
gen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten
schaaltje of in vershoudfolie om onn-
odige rijpvorming te voorkomen.
Open de deur niet onnodig en laat
hem niet langer open staan dan nodig
is.
Doe levensmiddelen altijd in een
afgesloten schaaltje.
Laat warme levensmiddelen en
vloeistoffen altijd eerst tot kamertem-
peratuur afkoelen voordat u ze in het
apparaat zet.
Houd de condensor schoon.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcir-
cuit als in het isolatiemateriaal, geen
gassen die de ozonlaag kunnen aantas-
ten. Het apparaat mag niet samen met
huisvuil of gesloopte apparaten wegge-
gooid worden. Uit het oogpunt van
milieubescherming moeten afgedankte
koel- en vriestoestellen volgens de plaat-
selijke regelingen op deskundige wijze
verwerkt worden. Informeer bij de
gemeente naar de mogelijkheden in uw
woonplaats. Zorg ervoor dat het koelcir-
cuit, vooral aan de achterkant bij de
warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „ ”
zijn geschikt voor recycling.