22
Vorige instellingen ophalen
De Avant 9600
®
heeft een functie waarmee de operator de instellingen
die werden gebruikt toen het apparaat voor het laatst werd uitgezet, kan
ophalen.
• Alarmlimieten voor hoge en lage SpO
2
• Alarmlimieten voor hoge en lage pulsfrequentie
• Instellingen alarmvolume
• Volume-instelling informatietonen
U kunt eerder door de gebruiker gedefinieerde instellingen als volgt
ophalen:
• Druk de alarmlimiet- en de minknop tegelijkertijd drie seconden in
terwijl het apparaat aanstaat.
of
• Druk tegelijkertijd op de alarmlimiet- en de AAN/STAND-BY-knop en
houd ze ingedrukt terwijl u het apparaat aanzet.
Vergrendelde en ontgrendelde alarmen
Op de Avant
®
9600 kunnen gebruikers schakelen tussen vergrendelde
of ontgrendelde alarmen via optieschakelaar 3 onder het achterpaneel.
De ontgrendelde stand (optieschakelaar 3 OMLAAG) is de
standaardinstelling.
Als de alarmsignalen op de Avant 9600 ontgrendeld zijn, knipperen het
hoofdalarmlampje en de alarmwaarde die is overschreden en klinkt het
alarmsignaal totdat de alarmsituatie is opgeheven.
Als de alarmsignalen vergrendeld zijn, blijven het akoestische en visuele
alarm duren totdat de alarmsituatie wordt opgeheven of het alarm wordt
gedempt door indrukken van de alarmdempingsknop.
NB: Alarmen met hoge prioriteit (patiëntalarmen) kunnen vergrendeld of
ontgrendeld worden; alarmen met matige prioriteit (apparatuuralarmen) zijn altijd
ontgrendeld.
23
Modus Patiëntbeveiliging
Als de modus Patiëntbeveiliging geactiveerd is, kunnen gebruikers de
limieten voor SpO
2
en de pulsfrequentie niet wijzigen, hoewel de limieten
wel zichtbaar zijn. In de modus Patiëntbeveiliging kunnen gebruikers het
alarmvolume, het pulsvolume, de tijd en datum en de seriële
uitvoerfrequentie niet zien of instellen.
Als het apparaat in de modus Patiëntbeveiliging wordt aangezet, knippert
de gele tekst
’111 111’ driemaal op de display en klinken er drie
pieptonen. Vervolgens worden de bovenste alarmlimieten weergegeven,
gevolgd door de onderste alarmlimieten.
NB:
• Het is niet mogelijk om het patiëntgeheugen te wissen als het apparaat in de
modus Patiëntbeveiliging staat.
• De modus Patiëntbeveiliging wordt niet gedeactiveerd als het apparaat wordt
uitgezet.
• De modus Patiëntbeveiliging onthoudt de limieten wanneer het apparaat wordt
uitgezet.
Bekijken en wijzigen van de modus Patiëntbeveiliging
Voor toegang tot de modus Patiëntbeveiliging drukt u gelijktijdig op de
alarmlimiet- en de datum/tijdknop en houd u beide vijf seconden lang
ingedrukt; het bericht ’111 111’ (modus geactiveerd, groene lampjes) of
het bericht
’000 000’ (modus gedeactiveerd, gele lampjes) wordt
weergegeven.
Voor wijziging van de modus Patiëntbeveiliging drukt u op de
volumeknop terwijl de modus wordt weergegeven. De nieuwe modus voor
Patiëntbeveiliging (geactiveerd of gedeactiveerd) wordt dan in het geel op
de numerieke displays weergegeven.
NB: Het is niet mogelijk om de alarmlimieten te wijzigen als het apparaat in de modus
Patiëntbeveiliging staat. De modus Patiëntbeveiliging voorkomt onbedoelde wijziging
van belangrijke parameters.
Foutcodes
Dit apparaat heeft foutcodes die foutsituaties aangeven. De
onderstaande tabel beschrijft de foutcodes voor de Avant 9600.