Pagina 27
OBJECT DIEPTE
Het apparaat geeft een geschatte objectdiepte volgens de signaalsterkte . I n de pinpoint modus
wordt de geschatte objectdiepte op het scherm weergegeven in centimeters (of inches. Zie
hieronder voor details) terwijl u dichterbij het object komt.
De detectie diepte is ber ekend naar de objectgrootte van een 2,5 cm (1") muntstuk is. De
actuele detectiediepte variëerd en is afhankelijk van de grootte v an het object. Bijvoorbeeld,
de detector geeft meer diepte aan voor een object kleiner dan 2,5 cm (1") muntstuk en
minder diepte v oor een grote object. In werkelijkheid is de pinpoint functie niet bedoeld
voor dieptebepaling maar voor exacte locatie bepaling . Daarom wordt aanbevolen dat de
diepteindicator op het scherm wordt gebruikt om de nabijheid van het object te bepalen.
BELANGRIJK! Als u wilt dat de objectdiepte in inches in plaats van centimeters wordt weerge-
geven, doe dan het volgende: terwijl het apparaat uitstaat houdt de SELECT en EXPERT
knoppen tegelijker tijd ingedrukt en zet het apparaat aan "In" wordt w eergegeven. Om terug
te keren naar centimeters, moet u het appar aat uitzetten en de bov enstaande procedure
herhalen. Wanneer het apparaat initialiseer t, wor dt "SI" weergegeven.
GRO TE OF NABIJ DE OPPERVL AKTE OBJEC TEN
Objecten die nabij de opper vlakte liggen kunnen mogelijk meerdere verschillende geluiden
geven op het apparaat, til de z oekspeol op en zwaai de spoel langzamer heen en weer totdat
een enkel signaal wordt geproduceer d. Ook, wanneer er een gr oot object vlak bij de opperv-
lakte met de zoekspoel word get edetec teerd k an het een ov erbelast geluid geven, er w ord
dan een geluid geproduceerd wat lijkt op een sirene. "Overload" zal gelijktijdig in het scherm
worden weergegeven. In dat gev al, til de zoekspoel omhoog tot het bericht zal v erdwijnen.
V ALSE SIGNALEN EN DE OORZAKEN
Soms kan de machine geluiden produceren die lijken op een signaal van een object terwijl
er geen objecten aanwezig zijn. Er zijn verschillende oor zaken voor de valse signalen die
ontvangen wor den door de machine . De meest voorkomende zijn grond miner alisatie of
stenen die hoge mineralisatie bevatt en, omringende elektromagnetisc he signalen,werking
van een ander e detector in de nabije omgeving , verroest of gec orrodeerd ijzer of f olie in de
bodem, gain of threshold waarde te hoog ingesteld .
Elektromagnetische signalen uit de buurt kunnen worden geëlimineerd door de gain te
verlagen, als er een andere detector in de buurt is, kunt u de frequentie proberen te verschuif en
(F .Shift) of te zoeken op een afstand waar de detectors niet meer op elk aar storen. Als deze tips
de situatie niet verbeteren, kunt u proberen de gebruiksfrequentie (5 kHz / 14 kH z / 20 kH z) van
het apparaat te wijzigen. V oor grondmineralista tie of stenen met een hoog mineraalgehalte, en
gain en threshold die te hoog zijn ingesteld, lees dan de bijhorende rubrieken door .
MA GNE TISCHE MINERALISA TIE INDICA TOR
De magnetische mineralisatie indicator bestaat uit 5 niv eaus. De indicator wordt leeg w eerge-
geven bij lage minerale niveaus tijdens het z oeken en bij het opstar ten. In gebieden waar het
magnetische mineraalniveau hoog is , neemt het indicatorniveau toe volgens de int ensiteit.
Deze meting kan worden samengevat als het niveau v an magnetische eigenschappen en
de intensiteit van de g rond. Dus, als u in een gebied werkt die intense en gemag netiseerde
mineralen bevat, zal het niv eau hoog zijn in laag gemineraliseerde bodems zal een laag niveau
wordt get oond.
Deze meting is belangrijk vanuit twee aspecten. T en eerste, op gr ond van hoge magnetische
mineralisatie, is de zoekdiepte laag en gebruikers moeten zich hiervan bewust zijn. T en t weede
is magnetische mineralistatie een eigenschap die vooral gezien wordt met gemineraliseer de
stenen en deze meting zal een belangrijke rol voor het apparaat spelen om de valse signalen
die door deze stenen worden geproduc eerd te elimineren.
ZOEKEN IN RO TSA CHTIGE GEBIEDEN (GEN EN DISCRIMINA TIE MODI)
Uitdagende g rondomstandigheden ontstaan v ooral wanneer de geleidbaarheid en magnet-
ische eigenschappen van de grond te intens zijn. De werking van het apparaat over deze
grond is mogelijk door de best e zoek modus te selecteren met de juist e grondbalans, gain,
iSA T en threshold instellingen.
Stenen en rotsen of holtes in de bodem zijn even belangrijk als de gr ond zelf, in verband met
de kwaliteit van het zoeken en detecter en van objecten.
Bodem en r ots gesteente hebben t wee v erschillende eigenschappen net als de objecten
die u zoekt. Een van hen is de intentiteit en de andere is de geleidbaarheid - magnetitsche
permeabiliteitsverhouding en deze twee eigenschappe n zijn onafhankelijk van elk aar . In
deze handleiding wordt de mag netische permeabiliteitsverhouding v an de geleidbaarheid
aangeduid als ID in het kort. Hege magnetische doorlaadbaarheid , lage geleiding r esulteer t
in een lage ID . Grond of rotsen kunnen zeer doordringbaar zijn en hebben ook lage of hoge
ID's. A ls de geleidbaarheid verhoogt ten opzichte v an de magnetische doorlaatba arheid dan
zal de ID ook toenemen.
Hot rocks wor den als negatief of positief ingedeeld op basis van het f eit dat hun ID laag of
hoog is in vergelijking met het ID van de bodem w aarin ze liggen. Een of beide type kunnen in
een veld aan wezig zijn. De hier genoemde negatieve en positieve effecten zijn alleen geldig
als de grondbalans op de bestaande grond correct is uitgevoer d. Anders zal de bodem zelf
niet anders handelen, dan hot rocks in t ermen van ID. Bij "T racking" zullen de condities echter
verschillen. De effecten van r otsen in T racking zullen apar t worden besproken. We r efereren
naar een goede grondbalans z onder track ing.
Positiev e stenen reageren net als metaal en produc eren een metaal-geluid. In de algemene
zoekmodi (GEN en GEN (D)) producer en ze een "zip-zip" geluid wanneer de zoekspoel over
hen heen wordt bew ogen. Als het signaal sterk genoeg is, kan het apparaat een ID voor deze
rotsen produc eren. Negatieve rotsen in de Algemene zoekmodi, produceert een lang "boing"
geluid wanneer de zoekspoel ov er hen heen wordt bewogen. Het apparaat geeft geen ID voor
deze rotsen, zelf s als het signaal sterk is.
Po sitieve rotsen geven een typisch metaal geluid in discriminatie modus. Negatieve rotsen geven
geen geluid in discriminatie modus (behalve voor zeldzame gevallen van valse signalen).
Bij hogere instellingen van iSA T , is er geen verandering van geluiden bij positieve of negatieve
hot rocks. Naarmate de iSA T waarde afneemt, blijft het geluid van positieve hot rocks hetzelfde,
maar de negatieve hot rocks kunnen een dunnere piep -toon geven in plaats van een boing-ge-
luid.
Daarom kunt u een beslissing nemen door te luister en naar de geluidsresponsen die door het
apparaat in het veld worden gepr oduceer t. Als u een metaal geluid ontvangt, betekent dit
dat u ook een positieve rots of een metaal heef t gedetecteerd. Als u een sterk signaal en een
stabiele ID ontvangt, kunt u onderscheiden of het gedetecteerde object een steen of metaal
is door de ID t e controleren. On thoud echter dat zwak ke signalen v erschillende ID's kunnen
pr oduc er en en metalen onder r otsen v erschillende metaalsig nalen k unnen pr oduc er en.
Daar om is de meest geschikt e ac tie t e g r a v en w anneer een metaalsig naal w or dt on t v angen.
A ls u met Di scr imina tie modu s w er kt en u de ID v an de omligg ende r otsen k en t , k un t u de Disc .
ins t ellingen gebruiken om de r otsen t e eli miner en. Dit k an ech t er niet v oldo ende z ijn o m all e
r otssig nalen t e v er mijden. Het appar aa t k an nog s t eeds s ig nalen v an r otsen on t v angen , omda t
de g r ond en de r otsen samen een g ec ombi neer d e ff ec t v o r men en e en ander e ID dan di e v an
de r otsen gen er er en.
OP MERKING: I n S ta tische modi, pr oduc eer t het appar aa t een audio r espons v oor de positiev e
r otsen, maar niet v oor de nega tiev e . D e eff ec t en v an r otsen zullen op het scher m w or den
w eer gegev en als v erschuivingen in de r ech t er (positiev e) of linker (nega tiev e) k an t v an de ID
balk . I n het gev al v an een positiev e v erschuiving , zijn er t w ee manier en om t e c on tr oler en of
het objec t een r ots is of niet:
1) A ls de ID balk onmiddelijk met het geluid opkom t en dan w egv alt .
2) A ls het helemaal geen ID geef t of een z eer laag ID , dan is het objec t een r ots .
TR A CKING EN HE T EFFEC T V AN GESTEENTE
W anneer T r ack ing ac tief is , k an het appar aa t een A udior espons en ID gev en als het o v er
een hot r ock bew eegt omda t het eff ec t v an de r ots anders zal zijn dan de g r ond . A ls u de
z oekspoel o v er de r ots z w aait , zal T r ack ing aut oma tisch de inst ellingen aanpassen en het
A udior espons/ ID zal aanzienlijk afnemen of v er dwijnen. Omda t er spr ake is v an een lich t e
v er tr ag ing bij T r ack ing , hoor t u misschien een st er k sig naal bij de eerst e t w ee z w aaien t ot da t
de inst ellingen zijn aangepast . Dan w or dt het geluid z w ak ker en v er dwijn t . Omda t metalen
er v oor z or gen da t het appar aa t de g r ondbalans niet k an uit v oer en. Daar om bij T r ack ing , als
u een c onstan t sig naal o v er een objec t k r ijgt na her haalde schommelingen, is het hoogst
w aarschijnlijk da t het objec t een met eaal is . A ls u v an een st een naar de bodem bew eegt ,
k an het appar aa t enkele z w aaien lang sig nalen v an de g r ond gev en t ot de g r ondbalans
inst elling opnieuw w or dt geüpda t ed . Dit is nor maal en moet u niet misleiden.
T r a c k i n g i s n i e t a an t e r a d e n o m g e s t e e n t e t e e l i m i ne r e n o n d e r n o r m al e o m s t an d i g h e d e n .
H e t i s aa n t e b e v e l e n t r a c k i ng t e g e b r u i k e n i n g e b i e d e n m e t v e r an d e r e nd e b o d e m t y p e s .
ME T ALEN ONDER GESTEENTE
IMP A C T v er hoogt de mogelijk heid om metalen objec t en onder geminer aliseer de st enen t e
det ec t er en door de juist e inst ellingen t e gebruiken. Het gec ombineer de eff ec t da t door de
st een en het metaal w or dt gecr eëer d , is lager dan het eff ec t da t het metaal v an zichz elf maakt
en v erschilt v an de v er w ach t e ID v an het metaal . D e w eer gegev en ID w or dt gev or md door de
c ombina tie v an r ots en metaal samen en kom t dich t er bij de ID v an de r ots als de maa t v an het
metaal k leiner is t en op zich t e v an de r ots . Houd er r ekening mee da t metalen onder hot r ocks
nooit met hun eigen metaal-ID v erschijnen. Bijv oor beeld , een goudstuk onder een bakst een
k an een ijz er t oon en ID pr oduc er en.
On t h ou d d it s i m pe l e p r i nci p e , w an t he t b e s paa r t u v e e l t i jd : " a l s he t ob j e c t d a t u o ps p o or t g e e n
s t e e n i s , k an h e t e e n me ta al z i jn " .
D e sleut el t ot het opspor en v an objec t en onder geminer aliseer de r otsen, met name w anneer
het positiev e r otsen zijn, is het de w et enschap v an de maximum ID w aar de die w or dt gepr odu -
c eer d door de omliggende positiev e r otsen. A ls u z oekt in algemene z oek modus , c on tr oleer t
u de door het appar aa t gepr oduc eer de ID . A ls de ID die door het appar aa t w or dt gelev er d ,
dich tbij r ots- en ijz er gebied ligt , is het heel goed mogelijk da t u een objec t onder een r ots
hebt gedet ec t eer d . Bij gebruik v an Disc . in de GEN modus , zal al het gest een t e onder het disc .
niv eau een lage ijz er t oon pr oduc er en en alle bo v enstaande een hoger e t oon pr oduc er en.
A ls u gest een t e c or r ec t w e ggefilt er d heef t met de ID Dis c . inst elli ngen in d e discr imina tie
m o du s , k un t u h e t s i g n a al v a n h e t ob j e c t o n e r d e s t e e n h or e n w a nn e e r he t o b j e c t s i g n a a l e e n
iet s g r o t er eff ec t heef t da n he t gefilt er de I D . Het is b elng r ijk da t a ls u het o bjec t det ec t eer d
e n u i t g r a a f t e n h e t e e n s t e e n b l i j k t t e z i j n , u h e t I D n o t e e r t d i e u v e r k r e e g v o o r h e t g r av e n e n
gebruik dez e v ol gend e keer al s Disc . w aar de inst elt .
B i j v o o r b e el d , de ho t r o ck s i n uw z oe k v e l d he b be n d e ne i g in g o m I D' s r o nd 0 0 - 0 1 t e g e v e n . I n d i t
g e v al m o et u d e d i s c i n st e l l e n t o t m ax i m aal 0 2 . Op d e z e m ani e r k u n t u g e s t e e n t e e l i m i ne r e n e n
d e s i g n al e n v an m e t a le n o nd e r d e s t e n en o n t v a n g en . A l s u d e D is c . o nn o d i g t e h oo g i ns t e l t , za l
u t e z a me n m e t g e s t e e n t e o ok me t a le n v e r l i e z e n.
W anneer de hot r ocks in uw z oekgebied hoge ID's blijv en gev en, dan zal de k ans bestaan da t
u ev eneens sig nalen v an k leine metalen mist .
Z OEKEN IN ONDIEP W A TER EN STR AND
A l l e z o e k s p oe l e n v a n d e IMP A C T zijn w a t er dich t . Di t biedt gemak bij h et z oeken in o ndie p
w a t er en op h et str and . Z or g er v oor da t het bedien ingsunit ni et na t w or dt t ijden s het z o eken
in het w a t er . Dit om v a t de a r mst e un en de e lektr onic a in de bedieningsu nit .
Z oals eer der uit gelegd , zijn z out w a t er A lk alihoudende bodems sig nifican t geleidend en v er o -
or zaken eff ec t en bij det ec t ors die lijken op ijz er IMP A C T C OG-modus is speciaal on t w or pen
v oor der gelijke omstandigheden. U k un t een v oudig z oeken in de C OG modus , z onder speciale
inst ellingen.
C OG modus is ideaal v oor z out na t zand str and . U k un t de ander e modi gebruiken tijdens het
z oeken op dr oog str and zand .
U dien t het v olgende t e o v er w egen tijdens het z oek en op na t zand str and of w a t er:
1) W an n e e r u d e z o e k s p o e l z w a a i t o v e r d e g e g r a v e n g a t e n i n he t n a tt e s tr a n d z a n d , k u n t u
m e ta al s i g n a l e n o n t v a n g e n, d i t i s no r m a al .
2) D e z o ekspo el k an o njuist e sig nal en g ev en w ann eer u in of u it h et w a t er gaa t met de z oeks -
p o e l , d u s pr o b e e r d e z o e k s p o e l i n o f u i t h e t w a t e r t e h ou d e n.