Montage
10
ertoe leiden dat het systeem opnieuw moet worden
geïnitialiseerd, wat zeer veel tijd en moeite kost. Raadpleeg
bij vragen vóór de montage uw autodealer.
• Sluit geen onderdelen van de geavanceerde carkit aan op
de hoogspanningdraden van het contactsysteem.
• Alle apparatuur moet zo gemonteerd zijn dat u er bij het
bedienen van het voertuig geen hinder van ondervindt.
• Een onderhoudsmonteur kan informatie geven over hoe de
apparatuur op de juiste wijze in uw voertuig kan worden
gemonteerd zonder dat er hoeft te worden geboord.
• De telefoonhouder moet op het dashboard worden
gemonteerd of op een andere locatie voor in de auto waar
de gebruiker het display goed kan lezen, maar waar de
besturing of bediening van de auto niet in het gedrang
komt. De toetsen moeten zich binnen handbereik van de
chauffeur bevinden.
• Zorg ervoor dat u tijdens de montage van de carkit geen
schade toebrengt aan het rem- en stuursysteem en andere
systemen die essentieel zijn voor een goede werking van
het voertuig. Zorg ervoor dat de werking van de airbag op
geen enkele manier wordt gehinderd.
• Rook niet als u aan de auto werkt. Zorg ervoor dat u niet in
de buurt bent van open vuur.
• Zorg ervoor dat u tijdens de montage de
elektriciteitskabels, brandstof- en remleidingen en
beveiligingsapparatuur niet beschadigt.
• RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische
systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd
geïnstalleerd of onvoldoende beschermd zijn (bijvoorbeeld
elektronische systemen voor brandstofinjectie,
elektronische antiblokkeersystemen, systemen voor
elektronische snelheidsregeling, airbagsystemen).
Raadpleeg de autodealer als een van deze systemen niet
meer naar behoren werkt.