469955
25
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/49
Next page
Nokia Display Car Kit CK-600
Gebruikers- en
installatiehandleiding
9211132
Uitgave 2 NL
CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION verklaart hierbij dat dit HF-23-product voldoet aan de essentiële
vereisten en andere relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EG. Het product voldoet
aan de limieten zoals gedefinieerd in Richtlijn 2004/104/EG (amendement op
Richtlijn 72/245/EEC), bijlage I, alinea 6.5, 6.6, 6.8 en 6.9. U vindt de
conformiteitsverklaring op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Nokia, Nokia Connecting People, Navi en het Nokia Original Accessories-logo zijn handels-
merken of geregistreerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere
producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectieve
eigenaren zijn.
Bluetooth is a registered trademark of Bluetooth SIG, Inc.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een
gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is
verboden.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het
recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen
in de producten die in dit document worden beschreven.
Voor zover maximaal toegestaan op grond van het toepasselijke recht, zal Nokia onder geen
omstandigheid aansprakelijk zijn voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige
bijzondere, incidentele of indirecte schade of gevolgschade van welke oorzaak dan ook.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist
krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de
nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij
impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende
de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen
tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te
herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem voor meer
informatie contact op met uw Nokia-dealer.
Exportbepalingen
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan
wet- en regelgeving betreffende export vanuit de VS en andere landen. Ontwijking in strijd
met de wetgeving is verboden.
9211132 / Uitgave 2 NL
3
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid................... 5
Snel aan de slag....................... 6
Eerste configuratie................................ 6
Invoerapparaat ....................................... 6
1. Inleiding................................ 9
Over dit document ................................ 9
Draadloze Bluetooth-
technologie............................................ 10
2. Aan de slag......................... 11
Onderdelen ............................................ 11
Invoerapparaat CU-10 ....................... 12
Display en stand-bymodus................ 12
Draai het display naar wens ......... 12
Bewaar het display in het etui ..... 13
Informatie die in de
stand-bymodus wordt
weergegeven ..................................... 13
Door de menu’s navigeren ................ 14
De carkit in- of uitschakelen............ 14
Inschakelen........................................ 14
Uitschakelen ...................................... 15
Eerste gebruik....................................... 15
Carkit afstemmen en een
verbinding maken................................ 16
Afstemmen en verbinding
maken met telefoon of
muziekspeler...................................... 16
De carkit handmatig
verbinden............................................ 17
De carkit automatisch
verbinden............................................ 17
De verbinding met de
carkit verbreken................................ 18
De lijst met afgestemde
apparaten beheren of wissen ....... 18
3. Telefoneren ......................... 19
Opbellen ................................................. 19
Een oproep beantwoorden................ 19
Geluidsvolume aanpassen................. 20
Het volume van de microfoon
in- of uitschakelen.............................. 20
Oproepgegevens................................... 20
Snelkeuze............................................... 21
Een gesprek schakelen tussen
de carkit en het ermee
verbonden apparaat............................ 21
DTMF-tonen verzenden ..................... 21
4. Muziekspeler ....................... 22
Luisteren naar muziek........................ 22
Muziekvolume aanpassen ................. 23
Muziekspelerinstellingen................... 23
5. Contactpersonen................. 24
Contactpersonen zoeken................... 24
Snelkeuzenummers ............................. 25
Contactpersonen naar de carkit
kopiëren.................................................. 25
6. Instellingen ......................... 27
Bluetooth-instellingen....................... 27
Gebruikers- en installatie-
instellingen............................................ 27
Geluidsinstellingen .......................... 27
Weergave-instellingen ................... 28
Algemene instellingen.................... 28
Installatie-instellingen ................... 29
7. Problemen oplossen............ 30
De carkit resetten................................ 30
Problemen met de verbinding.......... 30
Problemen met geluid........................ 31
Andere problemen............................... 32
4
8. Installatie ........................... 33
Veiligheidsinformatie......................... 33
Integratie met een auto-
radiosysteem ........................................ 34
De ISO-kabel CA-152
gebruiken ........................................... 35
De stroomkabel CA-153P
gebruiken ........................................... 38
De carkit in een voertuig
monteren............................................... 40
Handsfree-eenheid HF-23 ............ 41
Invoerapparaat CU-10 ................... 42
Display SU-34................................... 43
Microfoon MP-2 .............................. 45
ISO-kabel CA-152 ........................... 46
Bewegingssensor ............................. 46
Optionele accessoires ........................ 46
Apparaathouder ............................... 46
Externe antenne............................... 47
De werking van de carkit
controleren ........................................... 47
Software-updates ............................... 47
Onderhoud ............................. 48
Aanvullende
veiligheidsinformatie ............. 49
Voor uw veiligheid
5
Voor uw veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan
gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikers- en installatie-
handleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons
verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen
vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw
eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan
de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN
GEBRUIKSVERBOD GELDT
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel het
apparaat uit in de nabijheid van medische apparatuur, brandstof,
chemicaliën of gebieden waar explosieven worden gebruikt.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of
gerepareerd.
ACCESSOIRES
Gebruik alleen goedgekeurde accessoires. Sluit geen incompatibele
producten aan.
Wanneer u het apparaat met een ander apparaat verbindt, dient u eerst de
handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide
veiligheidsinstructies. Verbind geen incompatibele producten met dit apparaat.
Snel aan de slag
6
Snel aan de slag
In dit gedeelte worden de basisfuncties van de carkit in het kort
beschreven. Meer informatie vindt u in de desbetreffende gedeelten in
deze handleiding.
Eerste configuratie
1. Schakel de carkit en de mobiele telefoon of het muziekapparaat in
(zie pagina 14).
2. Als er gevraagd wordt een taal in te stellen voor de teksten op het
display van de carkit, draait u aan het Navi
TM
-wiel om naar de
gewenste taal te scrollen en drukt u op het wiel.
3. Activeer de Bluetooth-functie op uw telefoon of muziekspeler en stel
een Bluetooth-verbinding tussen de carkit en het apparaat in.
4. Als u gevraagd wordt de lijst met contactpersonen van het op de
carkit aangesloten mobiele apparaat naar de carkit te kopiëren,
draait u aan het Navi-wiel om Ja te selecteren. Druk vervolgens op
het Navi-wiel om het kopiëren te starten. Selecteert u Nee, dan kunt
u de contactpersonen in de telefoon niet gebruiken als u met de
carkit belt.
Invoerapparaat
Wanneer u het invoerapparaat gebruikt
voor de bediening van de muziekspeler
die met de carkit is verbonden, worden
de beschikbare muziekspelerfuncties op
het display van de carkit weergegeven.
1. Knop voor spraakgestuurd bellen
Druk als er geen oproep actief is op
om spraakgestuurd bellen op een
compatibele telefoon te activeren.
Snel aan de slag
7
2. Dempknop
Druk op om de externe luidspreker in de stand-bymodus uit of
weer in te schakelen.
Druk op om de microfoon tijdens een gesprek uit of weer in
te schakelen.
Houd gedurende 2 seconden ingedrukt om een oproep van de
carkit door te schakelen naar het daarmee verbonden apparaat.
3. Modusknop
Druk op de modusknop om tussen de stand-bymodus en het
muziekspelermenu te wisselen.
Druk in het muziekspelermenu op de modusknop om het afspelen op
de verbonden muziekspeler te starten, pauzeren of hervatten.
4. Belknop
Druk op om een oproep te beantwoorden of te wisselen tussen
een actief gesprek en een gesprek in de wacht.
Druk in de stand-bymodus op om de lijst met recent gebelde
nummers te bekijken.
Druk in de stand-bymodus tweemaal op om het laatstgekozen
nummer nog eens te bellen.
5. Knop voor beëindigen
Druk op om een oproep te beëindigen of te weigeren.
Druk op om een ingevoerde letter of cijfer te wissen.
Druk op om terug te gaan naar het vorige menu-item of de
laatste schermweergave.
Houd ingedrukt om vanuit de menufuncties naar de stand-
bymodus terug te gaan.
Houd ingedrukt om de carkit in of uit te schakelen (als de carkit
niet op de ontstekingsinrichting van uw auto is aangesloten).
Snel aan de slag
8
6. Navi-wiel (hierna steeds ‘wiel’ genoemd)
Draai het wiel naar links of rechts om tijdens een oproep of het
luisteren naar muziek het volume bij te stellen en om door menu-
items te scrollen.
Draai het wiel in de stand-bymodus naar links om een
telefoonnummer in te voeren of om de snelkiesoptie te gebruiken.
Draai het wiel in de stand-bymodus naar rechts om naar een
contactpersoon in Contacten te zoeken.
Druk op het wiel om de functie die onder aan het scherm vermeld
staat uit te voeren.
Inleiding
9
1. Inleiding
Met de Nokia Display Car Kit CK-600 kunt u eenvoudig handsfree bellen
en muziek op uw compatibele apparaat beluisteren.
Ook kunnen er contactpersonen van twee compatibele apparaten naar
de carkit worden gekopieerd, zodat twee gebruikers hun eigen
contactpersonen onmiddellijk beschikbaar hebben als hun apparaat met
de carkit is verbonden. De contactpersonen en de menufuncties van de
carkit zijn beschikbaar via het bijgeleverde invoerapparaat en display.
De carkit kan op maximaal acht Bluetooth-apparaten tegelijk worden
afgestemd en kan gelijktijdig met een compatibele mobiele telefoon en
een compatibele muziekspeler zijn verbonden.
Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u de carkit door een
professional laat monteren en gaat gebruiken. Lees ook de
gebruikershandleiding voor het apparaat dat u met de carkit wilt
verbinden. Deze bevat namelijk belangrijke veiligheids- en
onderhoudsinformatie.
Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale Nokia-website voor de
actueelste gebruikershandleidingen, aanvullende informatie en
downloads voor uw Nokia-product.
Dit product kan kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik
van kleine kinderen.
Over dit document
De installatie en bediening worden beschreven in "Aan de slag" op
pagina 11, "Telefoneren" op pagina 19, "Muziekspeler" op pagina 22,
"Contactpersonen" op pagina 24 en "Instellingen" op pagina 27.
Tips voor probleemoplossing vindt u in "Problemen oplossen" op
pagina 30.
De installatie in een auto wordt beschreven in "Installatie" op
pagina 33. De carkit mag alleen worden gemonteerd door een bevoegd
technicus of monteur en er mag alleen worden gebruikgemaakt van de
meegeleverde originele Nokia-onderdelen.
Inleiding
10
Draadloze Bluetooth-technologie
Dankzij draadloze Bluetooth-technologie kunt u zonder kabels een
verbinding tussen compatibele apparaten maken. De carkit en het
andere apparaat hoeven niet in elkaars gezichtsveld te liggen. Het is wel
essentieel dat ze niet meer dan 10 meter van elkaar verwijderd zijn. De
verbinding kan gevoelig zijn voor storing door obstakels zoals muren of
door andere elektronische apparaten.
De carkit voldoet aan Bluetooth-specificatie 2.0 en ondersteunt de
volgende profielen: het Hands-Free Profile (HFP) 1.5 (om de carkit te
gebruiken voor handsfree bellen met uw mobiele apparaat), Phone Book
Access Profile (PBAP) 1.0 (om contactpersonen van het mobiele
apparaat naar de carkit te kopiëren), Advanced Audio Distribution
Profile (A2DP) 1.0 (om muziek van de muziekspeler naar de carkit te
streamen) en Audio Video Remote Control Profile (AVRCP) 1.0 (om de
verbonden muziekspeler via het invoerapparaat te bedienen). Informeer
bij de fabrikanten van andere apparatuur naar de compatibiliteit met
dit apparaat.
Aan de slag
11
2. Aan de slag
Onderdelen
De carkit bevat de volgende onderdelen:
1. Handsfree-eenheid HF-23
2. ISO-kabel CA-152 (indien in de doos meegeleverd)
3. Voedingskabel CA-153P (indien in de doos meegeleverd)
4. Microfoon MP-2
5. Display SU-34
6. Oplaadkabel CA-134 met Nokia 2,0-mm stekker
7. Invoerapparaat CU-10 met Navi-wiel
8. Luidspreker SP-3 (indien in de doos meegeleverd)
9. Etui CP-335 voor het bewaren van het display
10. CD met deze gebruikers- en installatiehandleiding
2
1
3
5
6
7
10
9
8
4
Aan de slag
12
Invoerapparaat CU-10
De carkit wordt bediend met behulp van
het invoerapparaat. Dit apparaat is
voorzien van een Navi-wiel dat u kunt
draaien en indrukken.
1. Knop voor spraakgestuurd bellen
2. Dempknop
3. Modusknop
4. Belknop
5. Knop voor beëindigen
6. Navi-wiel (hierna steeds ‘wiel’
genoemd)
De knoppen zijn verlicht, om ze in het donker gemakkelijk te kunnen
bedienen. Voor functies die met het invoerapparaat kunnen worden
uitgevoerd, zie "Invoerapparaat" op pagina 6 voor meer informatie.
Display en stand-bymodus
Draai het display naar wens
Als het display met de bijgeleverde
standaard aan het dashboard is bevestigd,
kunt u het display 24 graden naar links en
rechts draaien en 20 graden omhoog en
omlaag.
Als het display met het bijgeleverde
bevestigingsplaatje aan het dashboard is
bevestigd, kunt u het display 15 graden
naar links en rechts draaien en 10 graden
omhoog en omlaag.
Probeer het scherm niet verder te draaien dan mogelijk is.
Aan de slag
13
Bewaar het display in het etui
Wanneer u het display niet gebruikt, raden we u aan om het van de
standaard of het bevestigingsplaatje te halen en in het bijgeleverde etui
te bewaren, om het tegen krassen te beschermen.
Informatie die in de stand-bymodus wordt weergegeven
Wanneer de carkit zich in de stand-bymodus bevindt en via de draadloze
Bluetooth-technologie op een compatibel apparaat is aangesloten,
wordt de volgende informatie weergegeven:
1. Huidige status van de carkit,
bijvoorbeeld het type apparaat dat
ermee verbonden is (compatibele
mobiele telefoon of muziekspeler)
2. Signaalsterkte van het mobiele
netwerk op de huidige locatie, als
deze informatie door de telefoon
wordt doorgegeven; hoe hoger de
balk, des te sterker is het signaal
3. Naam of logo van de serviceprovider, als deze informatie door de
telefoon wordt doorgegeven
4. Batterij-indicator van de verbonden telefoon, als deze informatie
door het apparaat wordt doorgegeven; hoe hoger de balk, des te
meer energie is er nog over
5. Functie die wordt uitgevoerd als u op het Navi-wiel drukt; drukt u in
de stand-bymodus op het Navi-wiel, dan verschijnt een lijst met
menufuncties
Draai het wiel naar links als u handmatig een telefoonnummer wilt
invoeren of als u gebruik wilt maken van de snelkiesoptie. Zie
"Snelkeuzenummers" op pagina 25 voor meer informatie.
Draai het wiel naar rechts als u een contactpersoon uit Contacten in de
carkit wilt zoeken. Zie "Contactpersonen zoeken" op pagina 24 voor
meer informatie.
Druk op om de laatstgekozen nummers te zien. Zie "Oproepgegevens"
op pagina 20 voor meer informatie.
1
2
3
4
5
Aan de slag
14
Door de menu’s navigeren
Veel functies van de carkit zijn in menu’s ondergebracht.
In de stand-bymodus opent u de lijst met menufuncties door op het wiel
te drukken als onder aan het scherm Menu vermeld staat.
Draai het wiel naar links of rechts om naar een keuzeoptie te gaan
(bijvoorbeeld een menufunctie) of om door een lijst te scrollen.
U selecteert items door ernaartoe te scrollen en op het wiel te drukken.
Druk op om naar het vorige menu terug te gaan. U gaat terug naar de
stand-bymodus door ingedrukt te houden totdat het scherm van de
stand-bymodus wordt getoond.
De carkit in- of uitschakelen
Raadpleeg de monteur die de carkit heeft gemonteerd als u niet weet of
de ontstekingssensordraad al dan niet is aangesloten.
Inschakelen
Als de ontstekingssensordraad is aangesloten, draait u het
contactsleuteltje om. Wanneer de carkit is ingeschakeld, gaat het
scherm van het invoerapparaat aan en het indicatorlampje gaat
branden.
Als de ontstekingssensordraad niet is aangesloten, houdt u gedurende
5 seconden ingedrukt. U kunt ook de motor starten, gaan rijden en
wachten tot de ingebouwde bewegingssensor (indien ingeschakeld) de
carkit automatisch inschakelt. Als de bewegingssensor is ingeschakeld,
wordt de carkit na 2 minuten uitgeschakeld als er geen telefoon met de
carkit wordt verbonden. Houd 5 seconden ingedrukt om de carkit
weer in te schakelen. Als u de bewegingssensor wilt in- of uitschakelen,
drukt u in de stand-bymodus op het wiel en selecteert u Instellingen >
Installatie > Ontstekingssensor.
Nadat de carkit is ingeschakeld, probeert deze een Bluetooth-verbinding
tot stand te brengen met de mobiele telefoon die het laatst met de
carkit is gebruikt.
Aan de slag
15
Uitschakelen
Als de ontstekingssensordraad is aangesloten, zet u de motor uit. Als u
bezig bent met een gesprek op de mobiele telefoon die met de carkit is
verbonden, wordt de carkit uitgeschakeld nadat u het gesprek hebt
beëindigd. Wanneer de carkit uitschakelt, worden ook het scherm van
het invoerapparaat en het indicatorlampje uitgeschakeld.
Als de ontstekingssensordraad niet is aangesloten, houdt u gedurende
5 seconden ingedrukt om de carkit uit te schakelen. Als de
ontstekingssensordraad niet is aangesloten en u de verbinding tussen
het apparaat en de carkit verbreekt (bijvoorbeeld om het mee te nemen),
wordt de carkit automatisch na 2 minuten uitgeschakeld.
Nadat u de motor hebt uitgezet, moet u de verbinding tussen de mobiele
telefoon of muziekspeler en de carkit verbreken om de accu van de auto
te sparen. Als u de mobiele telefoon of muziekspeler met de carkit
verbonden laat, wordt de carkit na 12 uur automatisch uitgeschakeld.
Eerste gebruik
Als u de carkit voor de eerste keer inschakelt, moet u een taal kiezen
voor de teksten op het display van de carkit. Draai aan het wiel om naar
de gewenste taal te scrollen en druk vervolgens op het wiel.
Na de taalselectie wordt u gevraagd om met behulp van draadloze
Bluetooth-technologie de carkit op een compatibel mobiel apparaat af
te stemmen (koppelen) en daarmee een verbinding tot stand te brengen.
Zie ook de stappen 3 tot en met 5 in Carkit afstemmen en een verbinding
maken op pagina 16.
Nadat het apparaat met de carkit is verbonden, wordt u gevraagd de
contactpersonen die in het apparaat zijn opgeslagen naar de carkit te
kopiëren. Om het kopiëren te starten, selecteert u Ja. Selecteert u Nee,
dan kunt u de contactpersonen in de telefoon niet gebruiken als u met
de carkit belt. Zie Contactpersonen naar de carkit kopiëren op pagina 25
als u de contactpersonen later wilt kopiëren.
Aan de slag
16
Carkit afstemmen en een verbinding maken
Voordat u de carkit kunt gebruiken, moet u deze afstemmen op
(koppelen aan) een compatibele mobiele telefoon of muziekspeler die
draadloze Bluetooth-technologie ondersteunt, en er verbinding mee
laten maken. Zie ook "Draadloze Bluetooth-technologie" op pagina 10.
Wanneer u een apparaat in combinatie met de carkit gebruikt, zet het
dan in de auto vast met behulp van een compatibele houder voor
mobiele apparaten. U kunt de Bluetooth-verbinding echter ook in stand
houden terwijl het apparaat bijvoorbeeld in een tas zit.
Als u de batterij in uw compatibele Nokia-apparaat wilt opladen terwijl
u de carkit gebruikt, moet u het apparaat via de meegeleverde
oplaadkabel op de carkit aansluiten.
U kunt de carkit aan maximaal 8 apparaten koppelen, maar u kunt
gelijktijdig slechts verbinding maken met één apparaat dat het HFP
Bluetooth-profiel ondersteunt en één ander apparaat dat het A2DP-
(en mogelijk AVRCP)-profiel ondersteunt.
Afstemmen en verbinding maken met telefoon
of muziekspeler
Als uw telefoon de Bluetooth-profielen HFP en A2DP (en mogelijk
AVRCP) ondersteunt en een muziekspelerfunctie heeft, kunt u de carkit
gebruiken om te bellen en om muziek af te spelen.
Als uw telefoon het A2DP Bluetooth-profiel niet ondersteunt, kunt u de
carkit afzonderlijk afstemmen op de telefoon en een muziekspeler die
dit profiel wel ondersteunt.
Ga als volgt te werk om de carkit na het eerste gebruik op een
compatibele telefoon of muziekspeler af te stemmen en er verbinding
mee maken:
1. Schakel de carkit en de mobiele telefoon of muziekspeler in.
Als u wilt afstemmen op en verbinding maken met een muziekspeler
die het A2DP Bluetooth-profiel ondersteunt, verbreekt u de
verbinding met de telefoon als deze dit profiel ook ondersteunt.
2. Druk in de stand-bymodus op het wiel en selecteer Bluetooth >
Gekoppelde apparaten > Nieuw app. koppelen.
Aan de slag
17
3. Activeer de Bluetooth-functie op uw apparaat en laat het naar
Bluetooth-apparaten zoeken. Raadpleeg de handleiding van het
apparaat voor instructies.
4. Selecteer de carkit (Nokia CK-600) in de lijst met gevonden
apparaten of volg de instructies hiervoor in de gebruikershandleiding
van uw apparaat.
Op het display van de carkit wordt de Bluetooth-code 0000 getoond.
5. Voer de Bluetooth-code 0000 in om de carkit op uw apparaat af te
stemmen en verbinding te maken. Soms moet u na het afstemmen
nog een aparte handeling verrichten om de apparaten met elkaar te
verbinden. Zie "De carkit handmatig verbinden" op pagina 17 of de
gebruikershandleiding van het apparaat.
Als het apparaat niet over een toetsenbord beschikt, is het mogelijk
dat de Bluetooth-toegangscode 0000 als standaard wordt gebruikt.
Zo niet, raadpleeg dan de gebruikershandleiding van het apparaat
om de standaardcode in 0000 te wijzigen.
Als het afstemmen is gelukt en het apparaat met de carkit is verbonden,
wordt er een bericht op het display van de carkit weergegeven. De carkit
wordt ook weergegeven in het menu van de telefoon of het muziek-
apparaat waar alle huidige afgestemde Bluetooth-apparaten worden
weergegeven.
De carkit handmatig verbinden
Als u de carkit handmatig met een daarop afgestemde telefoon of
muziekspeler wilt verbinden, drukt u in de stand-bymodus op het wiel,
selecteert u Bluetooth > Telefoon aansluiten of Muziekspeler aansluiten
en selecteert u het apparaat in de lijst.
De carkit automatisch verbinden
Mogelijk kan op de telefoon worden ingesteld dat de carkit er
automatisch verbinding mee maakt. Als u deze functie in een
Nokia-apparaat wilt activeren, wijzigt u de instellingen voor
afgestemde apparaten in het Bluetooth-menu.
Aan de slag
18
Als u de carkit inschakelt, probeert deze een Bluetooth-verbinding te
maken met de telefoon die als laatste is gebruikt. Lukt dit niet, dan
probeert de carkit verbinding te maken met de telefoon die daarvoor
werd gebruikt.
De verbinding met de carkit verbreken
Als u de verbinding tussen de carkit en de telefoon of muziekspeler wilt
verbreken, beëindigt u de verbinding in het Bluetooth-menu van het
apparaat. Ook kunt u in de stand-bymodus op het wiel drukken en
Bluetooth > Actieve apparaten selecteren, en vervolgens het apparaat
waarmee u de verbinding wilt verbreken.
De lijst met afgestemde apparaten beheren of wissen
De carkit slaat de afstemmingsgegevens op van de laatste acht
Bluetooth-apparaten waarop hij is afgestemd.
Als u een apparaat uit de lijst met afgestemde apparaten wilt
verwijderen, drukt u in de stand-bymodus op het wiel en selecteert u
Bluetooth > Gekoppelde apparaten, het gewenste apparaat en
Koppeling verwijderen.
Als u de lijst met afgestemde apparaten wilt wissen en de carkit weer op
de fabrieksinstellingen wilt terugzetten, drukt u in de stand-bymodus op
het wiel en selecteert u Instellingen > Fabriekinst. herstellen.
Telefoneren
19
3. Telefoneren
Opbellen
Draai in de stand-bymodus het wiel naar links om een telefoonnummer
in te voeren. Scroll naar het eerste cijfer van het telefoonnummer en
druk op het wiel. Selecteer op dezelfde manier de volgende cijfers van
het telefoonnummer. (Met een druk op wist u het laatste cijfer.) Als
het hele telefoonnummer wordt weergegeven, drukt u op om het
nummer te bellen. Druk op om de oproep te beëindigen.
Voor het zoeken naar een contactpersoon in Contacten, zie
"Contactpersonen zoeken" op pagina 24.
Als u het laatstgekozen nummer wilt bellen, drukt u tweemaal op . Als
u een van de andere onlangs gekozen nummers wilt bellen, drukt u op
, scrollt u naar de naam of het nummer in kwestie en drukt u op .
U kunt spraakgestuurd bellen op de verbonden telefoon activeren door
op te drukken als u geen gesprek voert, mits het apparaat deze
functie in combinatie met de carkit ondersteunt. Volg de instructies in
de gebruikershandleiding van de telefoon. Voordat u spraakgestuurd
bellen voor het eerst gaat gebruiken, moet u spraaklabels voor de
gewenste contactpersonen in de telefoon opslaan.
Een oproep beantwoorden
U kunt een oproep beantwoorden door op of op het wiel te drukken.
De naam van de beller wordt weergegeven, indien het mobiele netwerk
deze functie ondersteunt en u de contactgegevens van de beller naar de
carkit hebt gekopieerd (zie "Contactpersonen naar de carkit kopiëren"
op pagina 25 voor informatie). Als u de oproep niet beantwoordt, kunt u
de naam van de beller (of het telefoonnummer) weergeven door na
afloop van de oproep op het wiel te drukken (zie ook "Oproepgegevens"
op pagina 20).
Druk op om een binnenkomende oproep te weigeren.
Als de functie Automatisch opnemen is ingesteld op Aan, zal de carkit de
oproep automatisch beantwoorden. Zie "Gebruikers- en installatie-
instellingen" op pagina 27 voor meer informatie.
Telefoneren
20
U zet een gesprek in de wacht door op het wiel te drukken als
Oproepopties in beeld staat. Selecteer vervolgens Stand-by.
Om een gesprek dat in de wacht staat weer te activeren, selecteert u Uit
stand-by.
Als u tijdens een telefoongesprek een binnenkomende oproep wilt
beantwoorden en de wachtfunctie op de telefoon is geactiveerd, drukt
u op . De eerste oproep wordt dan in de wacht gezet. Als u de
binnenkomende oproep wilt weigeren, drukt u op . Druk op om te
wisselen tussen de actieve oproep en de oproep in de wacht. Druk op
om de actieve oproep te beëindigen en de oproep in de wacht actief te
maken.
Geluidsvolume aanpassen
U past het geluidsvolume aan tijdens een gesprek of als de telefoon
overgaat door het wiel naar links of rechts te draaien om het volume
respectievelijk zachter of harder te zetten. Als u het geluidsvolume
aanpast, ziet u de horizontale balk boven in het scherm mee veranderen.
Het volume wordt alleen voor de huidige oproep ingesteld. Als u het
standaardvolume voor oproepen wilt wijzigen, zie "Geluidsinstellingen"
op pagina 27 voor meer informatie.
Als u het geluid wilt dempen, drukt u in de stand-bymodus of bij een
binnenkomende oproep op . U herstelt het oorspronkelijke
geluidsvolume weer door op te drukken.
Het volume van de microfoon in- of uitschakelen
U kunt tijdens een gesprek het volume van de microfoon in- of
uitschakelen door op te drukken, of door op het wiel te drukken als
Oproepopties in beeld staat en vervolgens de gewenste optie te
selecteren. Als de microfoon is uitgeschakeld, wordt weergegeven.
Oproepgegevens
De carkit houdt de telefoonnummers bij van gemiste, ontvangen en
uitgaande oproepen. De carkit registreert gemiste en ontvangen
oproepen alleen als het mobiele network deze functie ondersteunt en
Telefoneren
21
als het apparaat dat met de carkit is verbonden, ingeschakeld is en zich
binnen het bereik van het netwerk bevindt.
Druk in de stand-bymodus op het wiel en selecteer Oproepinfo en het
type oproep om de recentste oproepen te bekijken. Druk op het wiel om
het telefoonnummer van de geselecteerde oproep te bekijken en druk op
om het nummer te bellen.
Snelkeuze
U kunt een contactpersoon aan een van de snelkeuzenummers 1 tot en
met 9 toekennen. Zie "Snelkeuzenummers" op pagina 25 voor meer
informatie.
U kiest een snelkeuzenummer door in de stand-bymodus het wiel naar
links te draaien en naar het gewenste nummer te scrollen. De
desbetreffende contactpersoon wordt dan weergegeven. Druk op om
deze persoon te bellen.
Een gesprek schakelen tussen de carkit en het
ermee verbonden apparaat
Als u een oproep van de carkit naar de compatibele telefoon wilt
overzetten, houdt u 2 seconden ingedrukt. Er zijn ook apparaten die
de Bluetooth-verbinding afsluiten totdat de oproep beëindigd is.
Als u de oproep weer terug naar de carkit wilt overzetten, drukt u op het
wiel wanneer Opnieuw verbinding maken wordt weergegeven, of
gebruikt u de desbetreffende functie op de telefoon.
DTMF-tonen verzenden
U kunt tijdens een gesprek DTMF-toonreeksen (bijvoorbeeld een
wachtwoord) verzenden. Druk op het wiel wanneer Oproepopties wordt
weergegeven en selecteer DTMF verzenden.
Scroll naar het eerste cijfer van de reeks en druk op het wiel. Selecteer
op dezelfde manier de volgende cijfers van de reeks. (Met een druk op
wist u het laatste cijfer.) Als de volledige reeks eenmaal wordt
weergegeven, drukt u op om deze als DTMF-tonen te verzenden.
Muziekspeler
22
4. Muziekspeler
Met de carkit kunt u luisteren naar muziek van een compatibele
muziekspeler (of de geheugenkaart daarvan) die het Bluetooth-profiel
A2DP (en mogelijk AVRCP) ondersteunt.
U opent het muziekspelermenu door in de stand-bymodus op het wiel te
drukken en Muziek te selecteren. Ook kunt u op de modusknop drukken
om tussen de stand-bymodus en het muziekspelermenu te wisselen. De
carkit detecteert de Bluetooth-profielen die door de verbonden
muziekspeler worden ondersteund en toont de beschikbare functies.
Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd
geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog
geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen.
Luisteren naar muziek
Als u muziek van de muziekspeler via de carkit wilt beluisteren,
controleert u of de speler met de carkit is verbonden en klaar is voor
gebruik, en opent u het muziekspelermenu. De carkit toont de
muziekspelerfuncties die via het invoerapparaat kunnen worden
gebruikt.
Als de muziekspeler het A2DP-
Bluetooth-profiel ondersteunt, kunt u
het volgende doen:
Druk op de modusknop om de track
die u op de muziekspeler hebt
geselecteerd, af te spelen of te
pauzeren.
Druk op om het geluid in of uit te
schakelen.
Muziekspeler
23
Als de muziekspeler het AVRCP-
Bluetooth-profiel ondersteunt, kunt u
het volgende doen:
Druk op om de vorige track te
selecteren.
Druk op om de volgende track te
selecteren.
Als u terug wilt naar het vorige scherm
zonder het afspelen te stoppen, drukt u op .
Om naar de stand-bymodus te gaan zonder het afspelen te stoppen,
houdt u 2 seconden ingedrukt.
Als u belt of wordt gebeld terwijl u naar muziek luistert, wordt de
muziek onderbroken totdat u het gesprek beëindigt.
Muziekvolume aanpassen
U kunt het volume tijdens het afspelen van muziek aanpassen. Draai het
wiel naar links om het volume te verlagen en naar rechts om het volume
te verhogen, of regel het volume op uw autoradio. Als u het
standaardvolume voor muziek wilt wijzigen, zie "Geluidsinstellingen" op
pagina 27 voor meer informatie.
Druk op om het geluid tijdens het afspelen uit te schakelen. U
herstelt het oorspronkelijke geluidsvolume weer door op te drukken.
Muziekspelerinstellingen
Om de instellingen van de muziekspeler te wijzigen, opent u het muziekspeler-
menu en drukt u op het wiel als Muziekinstellingen wordt weergegeven.
Als u wilt zien welke muziekspeler er met de carkit is verbonden of als u
dit wilt wijzigen, selecteert u Actieve muziekspeler. Om de muziekspeler
te wijzigen, selecteert u de gewenste speler in de lijst. Zie ook
"Bluetooth-instellingen" op pagina 27.
U kunt ook de toon van de muziekweergave aanpassen. Selecteer
hiervoor Equalizer en de gewenste optie. Deze instelling kan niet worden
gewijzigd als u de versterker van de autoradio voor de muziek gebruikt.
U verlaat de muziekinstellingen weer door Terug te selecteren.
Contactpersonen
24
5. Contactpersonen
U kunt namen en telefoonnummers (contactpersonen) van twee
compatibele mobiele telefoons naar de carkit kopiëren en deze
gebruiken om te bellen. Dit is handig wanneer u de carkit met twee
telefoons gebruikt, aangezien u direct toegang tot de contactpersonen
hebt terwijl de contactpersonen in de telefoon op de achtergrond met
de carkit worden gesynchroniseerd.
De contactpersonen worden opgeslagen in het menu Contacten. Zie
"Contactpersonen naar de carkit kopiëren" op pagina 25 voor meer
informatie.
Contactpersonen zoeken
De carkit maakt gebruik van voorspellend zoeken voor snellere toegang
tot de opgeslagen contactpersonen. De zoekactie toont alleen de
beschikbare tekens; onbeschikbare tekens zijn vervaagd.
Zoek in de stand-by modus een contactpersoon door het wiel naar
rechts te draaien, of door op het wiel te drukken en Contacten > Zoeken
te selecteren.
Als u alle contactpersonen wilt zien die in Contacten zijn opgeslagen,
drukt u op of selecteert u .
Om alleen namen te zien die met een bepaalde letter beginnen, scrollt u
naar de eerste letter van de naam en drukt u op het wiel. (Met de
rechterpijl kunt u meer beschikbare tekens zien.) U kunt dit vier keer
herhalen. Druk op om de laatste letter te wissen. Druk op om de
namen te bekijken die beginnen met de ingevoerde letters, of selecteer
. Druk op om naar de lijst met tekens terug te gaan.
Om het standaardnummer van de geselecteerde contactpersoon te
bellen, scrollt u naar de gewenste contactpersoon en drukt u op . Om
een ander telefoonnummer van deze contactpersoon te bellen, drukt u
op het wiel, scrollt u naar het gewenste nummer en drukt u op .
Contactpersonen
25
Snelkeuzenummers
Snelkeuzenummers verschaffen u een manier om telefoonnummers die
u veel gebruikt snel te bellen. U kunt aan de snelkeuzenummers 1 tot en
met 9 een telefoonnummer toekennen.
Voordat u gebruikmaakt van de snelkiesoptie moet Snelkeuzen zijn
ingeschakeld (zie Gebruikers- en installatie-instellingen op pagina 27).
U kunt de snelkiesoptie instellen door in de stand-bymodus op het wiel
te drukken en Contacten > Snelkeuzen te selecteren.
Als u snelkeuze wilt toestaan of juist niet, selecteert u Activeren of
Uitschakelen. Als u snelkeuze uitschakelt, wordt u gevraagd of u het
wilt inschakelen als u probeert deze functie te gebruiken.
Selecteer Bekijken om de contactpersonen die aan
snelkeuzenummers zijn toegekend te bekijken, en scroll door de lijst.
Druk op het wiel om de geselecteerde contactpersoon te bellen.
Selecteer Toewijzen om een naam of een telefoonnummer aan een
snelkeuzenummer toe te kennen. U kiest een naam uit de lijst met
contactpersonen door de eerste letter van de naam te selecteren. Alle
namen die met die letter beginnen, worden getoond. Selecteer de
gewenste naam, telefoonnummer en het snelkeuzenummer.
Wilt u een toegekend snelkeuzenummer verwijderen, dan selecteert
u Verwijderen en de contactpersoon die u uit de lijst met
snelkeuzenummers wilt verwijderen. De contactpersoon wordt alleen
uit de lijst met snelkeuzenummers verwijderd, niet uit Contacten.
Contactpersonen naar de carkit kopiëren
U kunt de contactpersonen in het interne geheugen van twee
compatibele mobiele telefoons naar de carkit kopiëren.
Om de contactpersonen van het verbonden apparaat te kopiëren, drukt
u in de stand-bymodus op het wiel en selecteert u Contacten >
Contacten downloaden > Ja. Tijdens het kopiëren wordt
weergegeven.
Het kopiëren kan worden onderbroken als u tijdens het kopiëren van
contactpersonen gaat bellen of een oproep beantwoordt. Start in dat
Contactpersonen
26
geval het kopiëren nog eens. Tijdens het kopiëren van de
contactpersonen kunt u de gegevens zoals opgeslagen in Contacten niet
gebruiken.
Als u de carkit verbindt met een ander apparaat, kunnen de
contactpersonen van het vorige apparaat niet worden gebruikt. Wilt u
de contactpersonen die zijn opgeslagen in het nieuwe apparaat
gebruiken, dan moet u deze eerst naar de carkit kopiëren.
Elke keer dat u het apparaat met de carkit verbindt, worden de
contactpersonen die in Contacten zijn opgeslagen bijgewerkt als de
contactpersonen op het apparaat zijn gewijzigd.
Instellingen
27
6. Instellingen
Bluetooth-instellingen
U kunt de Bluetooth-verbindingen beheren door in de stand-bymodus
op het wiel te drukken en Bluetooth te selecteren.
U kunt ook zien welk apparaat er op dat moment met de carkit
verbonden is. Selecteer hiervoor Actieve apparaten. Als u de verbinding
met een apparaat wilt verbreken, selecteert u het apparaat in kwestie.
Als u met een afgestemd apparaat verbinding wilt maken terwijl de lijst
met apparaten leeg is, drukt u op het wiel en selecteert u het gewenste
apparaat.
Als u wilt zien welke apparaten er momenteel op de carkit zijn
afgestemd, selecteert u Gekoppelde apparaten. Wilt u de carkit op een
compatibele telefoon of muziekspeler afstemmen, dan selecteert u het
apparaat en kiest u Nieuw app. koppelen. Selecteer het apparaat en
Koppeling verwijderen om de afstemming te verwijderen.
Om de carkit met een afgestemde telefoon of muziekspeler te verbinden,
selecteert u Telefoon aansluiten of Muziekspeler aansluiten en
selecteert u het apparaat in de lijst. Zie ook "Carkit afstemmen en een
verbinding maken" op pagina 16.
Gebruikers- en installatie-instellingen
U kunt verschillende gebruikers- en installatie-instellingen opslaan voor
maximaal acht afgestemde apparaten.
Geluidsinstellingen
U kunt de geluidsinstellingen aanpassen door in de stand-bymodus op
het wiel te drukken en Instellingen > Audio te selecteren.
U stelt als volgt het standaardvolume voor telefoongesprekken in:
selecteer Handsfree volume, draai het wiel naar links om het volume te
verlagen en naar rechts om het te verhogen en druk op het wiel. Zie ook
"Geluidsvolume aanpassen" op pagina 20.
Instellingen
28
U stelt als volgt het standaardvolume voor de muziekspeler in: selecteer
Muziekvolume, draai het wiel naar links om het volume te verlagen en
naar rechts om het te verhogen en druk op het wiel.
Als u wilt instellen wanneer de autoradio moet worden gedempt,
selecteert u Telefoongeluiden en de gewenste optie. Als u Alleen
oproepen selecteert, wordt de autoradio alleen uitgezet als u een oproep
ontvangt. Als u Altijd aan selecteert, zal de autoradio worden gedempt
zodra het verbonden apparaat een geluid produceert, bijvoorbeeld een
toon dat er een tekstbericht binnenkomt.
U schakelt de waarschuwingstonen van de carkit in of uit door
Waarschuwingstonen en de gewenste optie te selecteren.
Weergave-instellingen
U kunt de weergave-instellingen aanpassen door in de stand-bymodus
op het wiel te drukken en Instellingen > Weergave te selecteren.
Als u de nachtmodus wilt in- of uitschakelen, selecteert u Nachtmodus
en de gewenste optie. Selecteert u Aan, dan is de displayverlichting
gedempter.
U kunt de draairichting van het menu instellen: draai aan het wiel,
selecteer Menurotatie en de gewenste optie. Als u Rechtsom selecteert,
draait het menu in dezelfde richting als het wiel.
Verander de kleur van de weergave, zoals de achtergrond en de balk voor
de signaalsterkte, door Kleurthema's en het gewenste kleurthema te
selecteren.
Selecteer Helderheid en het gewenste helderheidsniveau als u de
helderheid van het scherm wilt aanpassen.
Met Auto dimmen stelt u de tijd in waarna de verlichting van het scherm
in de stand-bymodus wordt uitgeschakeld. Als u Uit selecteert, zal de
verlichting altijd aan blijven als de carkit ingeschakeld is.
Algemene instellingen
U kunt de algemene instellingen aanpassen door in de stand-bymodus
op het wiel te drukken en Instellingen > Algemeen te selecteren.
Instellingen
29
Om in te stellen of de contactpersonen in Contacten worden gesorteerd
op voor- of achternaam, selecteert u Sorteervolgorde en de gewenste
optie.
U schakelt snelkeuze in of uit door Snelkeuzen en de gewenste optie te
selecteren. Als u Aan selecteert, kunnen de telefoonnummers die zijn
toegekend aan de snelkeuzenummers 1 - 9 worden gebeld, zoals
beschreven in "Snelkeuze" op pagina 21.
U schakelt automatisch beantwoorden in of uit door Automatisch
opnemen en de gewenste optie te selecteren. Selecteert u Aan, dan zal
de carkit binnenkomende oproepen automatisch beantwoorden. Voor
het instellen van de tijdsduur waarna de oproep wordt beantwoord, zie
de gebruikershandleiding van de telefoon.
U kunt de taal van de carkit veranderen als u Taal instellen en de
gewenste taal selecteert.
Selecteer Productinfo om de versienummers van de software en
hardware van het product te bekijken. Door herhaaldelijk op het wiel te
drukken, scrollt u door de informatie.
U herstelt de oorspronkelijke fabrieksinstellingen van de carkit door
Fabriekinst. herstellen te selecteren. Ook kunt u de carkit inschakelen en
het wiel 5 seconden ingedrukt houden.
Installatie-instellingen
De installatie-instellingen dienen alleen te worden gewijzigd door een
gekwalificeerde onderhoudstechnicus tijdens de installatie van de
carkit. U kunt de instellingen aanpassen door in de stand-bymodus op
het wiel te drukken en Instellingen > Installatie te selecteren.
U schakelt de ingebouwde bewegingssensor in of uit door
Ontstekingssensor en de gewenste optie te selecteren.
Om de gewenste muziekuitvoer in te stellen, selecteert u Muziekuitvoer
en de correcte modus volgens de autoradio-instelling. Zie "Integratie
met een autoradiosysteem" op pagina 34 voor meer informatie.
Problemen oplossen
30
7. Problemen oplossen
De carkit resetten
De carkit reageert niet op mijn handelingen. Hoe kan ik het apparaat
resetten?
Houd als de carkit is ingeschakeld circa 10 seconden ingedrukt. De
carkit wordt dan opnieuw opgestart. Door op deze manier te resetten
worden de instellingen niet gewist.
Problemen met de verbinding
Ik kan de carkit niet via een Bluetooth-verbinding op mijn apparaat
aansluiten.
Zorg ervoor dat de carkit is ingeschakeld en is afgestemd op het
mobiele apparaat.
Controleer of de Bluetooth-functie op het apparaat is geactiveerd.
De carkit brengt geen Bluetooth-verbinding met mijn afgestemde
apparaat tot stand als ik de motor start of de carkit inschakel.
Controleer of de Bluetooth-functie op het apparaat is geactiveerd.
Vraag de monteur die de carkit heeft gemonteerd om te controleren
of de ontstekingssensordraad goed is aangesloten.
Zorg ervoor dat uw apparaat zo is ingesteld dat het automatisch
verbinding maakt met de carkit wanneer deze wordt ingeschakeld.
Mijn autoradio heeft geen stereo- of AUX-ingang.
Vraag de monteur die de carkit installeert om een adapter te gebruiken
waarmee de stereo-uitgang van de carkit kan worden aangesloten op
een andere ingang van de autoradio (bijvoorbeeld de connector van de
cd-wisselaar) voor stereogeluid.
Ik kan mijn compatibele muziekspeler niet op de carkit afstemmen.
Controleer of de Bluetooth-code van de muziekspeler 0000 is. Als dit
niet het geval is, wijzig de code dan in 0000 volgens de instructies in de
gebruikershandleiding van de muziekspeler.
Problemen oplossen
31
Problemen met geluid
Mijn stem heeft aan het andere einde van de lijn een echo.
Verlaag het volume van de luidspreker in de auto. Verlaag zo
mogelijk het ingangsniveau van het stereosysteem in de auto als
de carkit daarop is aangesloten.
Zorg dat de afstand tussen de microfoon en de luidsprekers
optimaal is.
Zorg dat de microfoon niet naar de luidspreker gericht is.
Tijdens een gesprek hoort de beller mijn stem niet.
Zorg ervoor dat het apparaat goed op de carkit is aangesloten via een
Bluetooth-verbinding.
De geluidskwaliteit is niet goed of ik hoor geen geluid.
Als de carkit op de autoradio is aangesloten, controleer dan of het
volume van de autoradio goed is ingesteld.
Als de carkit op de meegeleverde luidspreker is aangesloten,
controleer dan of het volume van de carkit goed is ingesteld.
De carkit speelt geen geluid in stereo af.
Controleer of de autoradio is ingesteld om geluid te ontvangen via de
stereo-ingang.
Controleer of u de juiste geluidsbron in de autoradio hebt
geselecteerd.
Controleer of het volume van de autoradio goed is ingesteld.
De geluidskwaliteit van de muziek klinkt als een telefoongesprek.
Als u de muziekspelerfunctie van de mobiele telefoon gebruikt,
controleert u of de telefoon het A2DP Bluetooth-profiel ondersteunt en
of er geen ander A2DP-apparaat met de carkit is verbonden. Als uw
telefoon dit profiel ondersteunt en er een ander A2DP-apparaat op de
carkit is aangesloten, verbreekt u de verbinding tussen het andere
apparaat en de carkit en verbindt u de telefoon.
Als u een muziekapparaat gebruikt dat het A2DP Bluetooth-profiel
ondersteunt, controleert u of er geen ander A2DP-apparaat met de
carkit is verbonden.
Problemen oplossen
32
Ik kan de muziek die wordt afgespeeld niet horen wanneer de mobiele
telefoon of het muziekapparaat met de carkit is verbonden.
Controleer of uw telefoon of muziekapparaat het A2DP Bluetooth-
profiel ondersteunt en of er geen ander A2DP-apparaat (bijvoorbeeld
een Bluetooth-adapter die gebruikmaakt van A2DP) met de carkit is
verbonden.
Controleer of de telefoon of het muziekapparaat goed met de carkit
is verbonden.
Controleer of de carkit goed op de stereo-ingang van de autoradio is
aangesloten. Zie "Integratie met een autoradiosysteem" op
pagina 34, of raadpleeg de monteur die de carkit heeft gemonteerd.
De autoradio wordt niet gedempt als ik een oproep beantwoord.
Vraag de monteur die de carkit heeft gemonteerd om ervoor te zorgen
dat de dempingskabel goed is aangesloten.
Andere problemen
De carkit wordt niet ingeschakeld wanneer ik het contactsleuteltje
omdraai.
Vraag de monteur die de carkit heeft gemonteerd om te controleren of
de ontstekingssensordraad goed is aangesloten.
De batterij van mijn mobiele telefoon wordt niet opgeladen wanneer
het apparaat op de carkit is aangesloten.
Controleer of de mobiele telefoon met de meegeleverde oplaadkabel op
de carkit is aangesloten.
Installatie
33
8. Installatie
Veiligheidsinformatie
Neem bij het monteren van de carkit de volgende veiligheidsrichtlijnen
in acht.
De carkit mag alleen worden gemonteerd door een bevoegd
technicus of monteur en er mag alleen gebruik worden gemaakt van
de meegeleverde, goedgekeurde originele Nokia-onderdelen.
Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de
garantie die eventueel van toepassing is, doen vervallen.
Eindgebruikers moeten er rekening mee houden dat er ingewikkelde
technische apparatuur voor de carkit wordt gebruikt die alleen door
ervaren technici en met speciaal gereedschap kan worden
gemonteerd.
Deze handleiding bevat algemene instructies voor de montage van
de carkit in een voertuig. Gezien de grote variatie in typen en
modellen voertuigen kan in deze handleiding niet worden ingegaan
op de specifieke technische vereisten voor een bepaald type voertuig.
Raadpleeg hiervoor de fabrikant van het desbetreffende voertuig.
De carkit is alleen geschikt voor voertuigen met een 12-volts
negatieve aarding. Gebruik met andere voltages of polariteiten leidt
tot beschadiging van de apparatuur.
Denk eraan dat in moderne autosystemen boordcomputers zitten
waarin essentiële voertuigparameters zijn opgeslagen. Wanneer de
accu op onjuiste wijze wordt losgekoppeld, gaan er mogelijk
gegevens verloren. Dit kan ertoe leiden dat het systeem opnieuw
moet worden geïnitialiseerd, wat zeer veel tijd en moeite kost.
Raadpleeg uw autodealer bij vragen vóór de montage.
Sluit geen onderdelen van de carkit aan op de hoogspanningsdraden
van de ontstekingsinrichting.
Let er bij de montage van de onderdelen van de carkit op dat geen
enkel onderdeel een belemmering vormt voor het stuur- of
remsysteem of andere systemen die worden gebruikt voor de werking
Installatie
34
van het voertuig (bijvoorbeeld airbags). Zorg ervoor dat de carkit en
de onderdelen zo worden gemonteerd dat u er niet mee in contact
komt in het geval van een botsing of aanrijding.
Als het display van een mobiel apparaat moet worden gebruikt, zorg
er dan voor dat het apparaat in een houder is geplaatst en dat het
display van het apparaat goed zichtbaar is voor de gebruiker.
Uw onderhoudsmonteur of dealer kan u adviseren over alternatieven
voor het correct monteren van de apparatuur in het voertuig zonder
dat u gaten hoeft te boren.
Rook niet als u aan de auto werkt. Zorg ervoor dat u niet in de buurt
bent van open vuur.
Zorg ervoor dat u tijdens de montage de elektriciteitskabels,
brandstof- en remleidingen en beveiligingsapparatuur niet
beschadigt.
RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in
gemotoriseerde voertuigen die verkeerd gemonteerd of onvoldoende
beschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor
brandstofinjectie, elektronische antiblokkeersystemen, systemen
voor elektronische snelheidsregeling, airbagsystemen). Raadpleeg de
autodealer als een van deze systemen niet meer naar behoren werkt.
Zorg er ook voor dat de kabels niet blootstaan aan mechanische druk.
(Deze kan bijvoorbeeld ontstaan als de kabels onder stoelen of tegen
scherpe randen worden bevestigd.)
Integratie met een autoradiosysteem
U kunt de carkit op drie manieren op een autoradiosysteem aansluiten.
Selecteer de juiste optie aan de hand van de meegeleverde onderdelen.
Zie "Handsfree-eenheid HF-23" op pagina 41 voor meer informatie over
de connectors op de handsfree-eenheid HF-23.
U kunt de carkit aansluiten op een luidspreker met een impedantie van
ten minste 2 ohm. De optimale impedantie voor de carkit is 4 ohm. Als
de impedantie groter is dan 8 ohm, is het uitgangsvermogen aanzienlijk
lager dan normaal.
Installatie
35
De ISO-kabel CA-152 gebruiken
Als u de carkit met de ISO-kabel CA-152 aansluit op het autoradio-
systeem, kunt u instellen of de versterker van de carkit wordt gebruikt
voor oproepen en de versterker van de autoradio voor muziek, of dat de
versterker van de carkit voor beide wordt gebruikt.
De versterker van de carkit gebruiken voor oproepen en muziek
In deze instelling wordt de autoradio gedempt als u belt, gebeld wordt
of naar muziek luistert vanaf een verbonden apparaat dat het A2DP
Bluetooth-profiel ondersteunt.
De ingebouwde versterker van de carkit wordt gebruikt voor oproepen
en muziek die op het A2DP-apparaat wordt afgespeeld.
1. Ga als volgt te werk om de ISO-kabel op de autoradio aan te sluiten:
Koppel de juiste kabels los van de autoradio en sluit in plaats
daarvan de stekker van de ISO-kabel aan. Sluit de andere
uiteinden van de kabel aan op de luidsprekers van de autoradio.
Installatie
36
Sluit een van de draden van de autoradio met de naam Mute 1,
Mute 2 of Mute 3 op de ISO-kabel aan. Laat de overige bedrading
voor dempen ongemoeid.
Steek de stekker van de stroomdraad van de ISO-kabel in de
desbetreffende connector op de handsfree-eenheid.
Controleer de stroompin voor +12 V en de ontstekingspin van de
autoradio en de desbetreffende pinnen van de ISO-kabel. Wissel
de pinnen op de zekeringen van de ISO-kabel zo nodig om. Sluit
de ISO-kabel aan op de twee open ISO-connectors.
2. Sluit de ISO-kabel aan op de desbetreffende connector op de
handsfree-eenheid.
3. Sluit het externe-invoerapparaat CU-10 en de microfoon MP-2 op de
respectieve connectors van de handsfree-eenheid aan.
4. Voor het opladen van een compatibele mobiele telefoon van Nokia
via de carkit sluit u één uiteinde van de meegeleverde oplaadkabel
CA-134 aan op de handsfree-eenheid en het andere uiteinde op de
oplaadconnector van 2,0 mm van de mobiele telefoon.
5. Schakel de carkit in, druk in de stand-bymodus op het wiel en
selecteer Instellingen > Audio > Muziekuitvoer >
Systeemaansluiting.
De versterker van de carkit gebruiken voor oproepen en de
versterker van de autoradio voor muziek
In deze instelling wordt het volume van de autoradio gedempt wanneer
u belt of gebeld wordt.
De versterker en de equalizer van de autoradio worden gebruikt voor
de muziek die wordt afgespeeld op een verbonden apparaat dat het
Installatie
37
A2DP-profiel ondersteunt. De ingebouwde versterker van de carkit
wordt gebruikt voor oproepen.
1. Ga als volgt te werk om de ISO-kabel op de autoradio aan te sluiten:
Koppel de juiste kabels los van de autoradio en sluit in plaats
daarvan de stekker van de ISO-kabel aan. Sluit de andere
uiteinden van de kabel aan op de luidsprekers van de autoradio.
Sluit een van de draden van de autoradio met de naam Mute 1,
Mute 2 of Mute 3 op de ISO-kabel aan. Laat de overige bedrading
voor dempen ongemoeid.
Steek de stekker van de stroomdraad van de ISO-kabel in de
desbetreffende connector op de handsfree-eenheid.
Controleer de stroompin voor +12 V en de ontstekingspin van de
autoradio en de desbetreffende pinnen van de ISO-kabel. Wissel
de pinnen op de zekeringen van de ISO-kabel zo nodig om. Sluit
de ISO-kabel aan op de twee open ISO-connectors.
Installatie
38
2. Sluit de ISO-kabel aan op de desbetreffende connector op de
handsfree-eenheid.
3. Knip de lus door die in de afbeelding met een schaar wordt
aangeduid.
4. Sluit de stereo-uitgangen van de handsfree-eenheid aan op de AUX-
ingang van de autoradio. Gebruik een kabel die specifiek geschikt is
voor uw autoradio (deze kabel is niet meegeleverd bij de carkit).
5. Sluit het externe-invoerapparaat CU-10 en de microfoon MP-2 op de
respectieve connectors van de handsfree-eenheid aan.
6. Voor het opladen van een compatibele mobiele telefoon van Nokia
via de carkit sluit u één uiteinde van de meegeleverde oplaadkabel
CA-134 aan op de handsfree-eenheid en het andere uiteinde op de
oplaadconnector van 2,0 mm van de mobiele telefoon.
7. Schakel de carkit in, druk in de stand-bymodus op het wiel en
selecteer Instellingen > Audio > Muziekuitvoer > Automatische
detectie.
De stroomkabel CA-153P gebruiken
In deze instelling wordt het volume van de autoradio gedempt wanneer
u belt of gebeld wordt.
De luidspreker SP-3 wordt gebruikt voor oproepen en de versterker en de
equalizer van de autoradio worden gebruikt voor muziek die wordt
Installatie
39
afgespeeld op een verbonden apparaat dat het A2DP Bluetooth-profiel
ondersteunt.
1. Sluit de desbetreffende draden van de stroomkabel CA-153P aan op
de accu en ontstekingssensor van de auto (indien aanwezig). Sluit de
dempingskabel voor de radio (indien aanwezig) op de autoradio aan.
2. Sluit de stroomkabel aan op de desbetreffende connector op de
handsfree-eenheid.
3. Sluit de luidspreker SP-3 aan op de desbetreffende connector op de
handsfree-eenheid.
4. Sluit de stereo-uitgangen van de handsfree-eenheid aan op de AUX-
ingang van de autoradio. Gebruik een kabel die specifiek geschikt is
voor uw autoradio (deze kabel is niet meegeleverd bij de carkit).
5. Sluit het externe-invoerapparaat CU-10 en de microfoon MP-2 op de
respectieve connectors van de handsfree-eenheid aan.
6. Voor het opladen van een compatibele mobiele telefoon van Nokia
via de carkit sluit u één uiteinde van de meegeleverde oplaadkabel
CA-134 aan op de handsfree-eenheid en het andere uiteinde op de
oplaadconnector van 2,0 mm van de mobiele telefoon.
7. Schakel de carkit in, druk in de stand-bymodus op het wiel en
selecteer Instellingen > Audio > Muziekuitvoer > Automatische
detectie. Of selecteer, als de muziek via een externe luidspreker
(zoals de SP-3) wordt afgespeeld, Mono-luidspreker in plaats van
Automatische detectie.
Installatie
40
Gebruik niet de interne versterker van de handsfree-eenheid om
muziek via externe luidsprekers af te spelen. Als u een zekering van de
CA-153P-kabel moet vervangen, gebruik dan alleen een zekering van
2 A of minder.
De carkit in een voertuig monteren
In dit gedeelte wordt beschreven hoe de onderdelen van de carkit in een
voertuig moeten worden gemonteerd. De onderdelen worden
beschreven in "Onderdelen" op pagina 11.
Let er bij de montage van de onderdelen van de carkit op dat geen enkel
onderdeel een belemmering vormt voor het stuur- of remsysteem of
andere systemen die worden gebruikt voor de werking van het voertuig
(bijvoorbeeld airbags). Gebruik geen schroeven om het display te
installeren als u dit monteert in het impactgebied van uw hoofd bij een
eventuele botsing. Gebruik in plaats daarvan de meegeleverde plaklaag.
Installatie van de carkit kan ertoe leiden dat waarschuwingstonen of
andere signalen in het voertuig (zoals bij achteruitrijden of koplampen
die blijven branden) worden gedempt. Neem voor meer informatie
contact op met de fabrikant van het voertuig of een vertegenwoordiger
daarvan.
Voorbeeld van de juiste installatiemethode, waarbij het display met de
bijgeleverde standaard is bevestigd
Installatie
41
Handsfree-eenheid HF-23
De handsfree-eenheid heeft de volgende connectors:
1. Connector voor invoerapparaat CU-10
2. Connector voor oplaadkabel CA-134 (voor het opladen van een
mobiele telefoon van Nokia)
3. Connector voor display SU-34
4. Mini-USB-connector voor firmware-updates
5. Connector voor microfoon MP-2
6. Stereo-uitgangen (standaard RCA-connectors) voor aansluiting op
een autoradio met de juiste line-in poorten. De uitgangen zijn alleen
actief wanneer u naar muziek luistert van een apparaat dat het A2DP
Bluetooth-profiel ondersteunt en met de carkit is verbonden.
7. Connector voor stroomkabel CA-153P
8. Connector voor ISO-kabel CA-152
9. Connector voor luidspreker SP-3
Bij het monteren van de handsfree-eenheid moet u erop letten dat de
kabels voor de microfoon en de luidspreker lang genoeg zijn om de
plaatsen te bereiken waar u deze onderdelen wilt monteren.
1
2
3
4
6
5 7 8 9
Installatie
42
Monteer de handsfree-eenheid niet in een metalen behuizing of op een
metalen oppervlak, aangezien dit negatieve gevolgen heeft voor de
Bluetooth-verbinding tussen de handsfree-eenheid en het Bluetooth-
apparaat dat met de carkit is verbonden. Voor een optimale verbinding
moet de handsfree-eenheid ten minste 4 mm van een metalen oppervlak
verwijderd zijn.
Installeer de handsfree-eenheid in de auto met geschikte montage-
materialen (niet meegeleverd). Zorg dat de handsfree-eenheid stevig
is bevestigd.
Invoerapparaat CU-10
Het invoerapparaat moet zich binnen handbereik van de gebruiker
bevinden. Monteer het invoerapparaat niet in het impactgebied voor
het hoofd.
Zorg dat de kabel van het invoerapparaat bij de handsfree-eenheid kan
komen zodat de kabel aangesloten kan worden. De beste plaats om het
invoerapparaat te monteren is horizontaal op de console tussen de
chauffeursstoel en de stoel van de voorpassagier, zodat de toetsen van
het invoerapparaat naar de voorkant van het voertuig wijzen.
Ga als volgt te werk om het invoerapparaat te monteren:
1. Druk het meegeleverde bevestigingsmateriaal op de gewenste
locatie in de auto: trek het beschermlaagje los van een zijkant van
het materiaal en druk het materiaal op zijn plaats.
Raak de kleefzijde niet aan als u het beschermlaagje losmaakt. Zorg
ervoor dat de ondergrond waarop u het materiaal bevestigt, droog,
schoon en stofvrij is.
2. Trek het beschermlaagje van het bevestigingsmateriaal aan de
onderkant van het invoerapparaat en aan de andere kant van het
materiaal dat in de auto is bevestigd.
3. Druk de stukjes bevestigingsmateriaal stevig tegen elkaar en
controleer of het invoerapparaat goed op zijn plaats blijft zitten.
Installatie
43
Display SU-34
Plaats het display zo, dat het voor de gebruiker duidelijk zichtbaar is en
het gemakkelijk naar links, rechts, boven en beneden kan worden
gedraaid.
Let er bij de montage van het display op dat het niet in de weg zit van de
stuur- of remsystemen of andere systemen die worden gebruikt voor de
werking van het voertuig (bijvoorbeeld airbags).
Zorg dat de displaykabel bij de handsfree-eenheid kan komen zodat de
kabel kan worden aangesloten. Monteer het display rechtop op het
dashboard.
Raak de kleefzijde niet aan als u het beschermlaagje losmaakt.
De standaard op het dashboard bevestigen
Het display met de bijgeleverde standaard gebruiken:
1. Haal de beschermlaag van een kant van de bijgeleverde plaklaag en
bevestig de plaklaag op de voeten van de standaard.
2. Plaats de displaykabel tussen de twee voeten van de standaard en
duw deze vast tussen de tanden van de voeten.
3. Haal de beschermlaag van de andere kant van de plaklaag en druk de
standaard stevig op het dashboard.
Zorg ervoor dat de ondergrond waarop u de standaard bevestigt, droog,
schoon en stofvrij is.
Het plaatje op het dashboard bevestigen
Het display met het bijgeleverde bevestigingsplaatje gebruiken:
1. Haal de beschermlaag van een kant van de plaklaag en bevestig de
plaklaag op het plaatje.
2. Haal de beschermlaag van de andere kant van de plaklaag en druk
het plaatje stevig op een bevestigingseenheid (zoals een
bevestigingsbeugel) die aan het dashboard is bevestigd.
Als u in plaats van de plaklaag schroeven gebruikt om het plaatje te
monteren, gebruik dan geen schroeven om het display te monteren in
het impactgebied van uw hoofd bij een eventuele botsing. Controleer
Installatie
44
voor het boren van gaten de markeringen aan de binnenkant van het
plaatje die aangeven waar de schroeven kunnen worden geplaatst.
Het display op de standaard of het plaatje bevestigen
Het display op de standaard bevestigen:
1. Duw het kogelgewricht op de standaard in de kom op het
connectordeel van de displaykabel (1).
2. Schuif het display op het connectordeel (2).
3. Draai het display in de gewenste stand (3).
Het display op het plaatje bevestigen:
1. Duw het kogelgewricht op de standaard of het plaatje in de kom op
het connectordeel van de displaykabel (1).
2. Schuif het display op het connectordeel (2).
3
2
1
Installatie
45
3. Draai het display in de gewenste stand (3).
Als u de bevestiging wilt wijzigen, trekt u het connectordeel van de
displaykabel van het kogelgewricht los. Om het display te ontkoppelen,
trekt u het van het connectordeel.
Microfoon MP-2
U kunt de kwaliteit van spraaktransmissie verhogen door zorgvuldig een
plaats te kiezen voor montage van de microfoon.
De microfoon kan het beste bij de achteruitkijkspiegel worden
gemonteerd. Monteer de microfoon in de richting van de mond van de
bestuurder en op ten minste 1 meter afstand van de luidspreker van de
carkit zodat u geen echo hoort.
Zorg dat de kabel van de microfoon bij de handsfree-eenheid kan komen
zodat de kabel aangesloten kan worden.
Zorg ervoor dat de microfoon niet in de luchtstroom van de ventilatoren
komt te zitten. Leg de microfoonkabel niet in het verwarmings-,
ventilatie- of aircosysteem. Bevestig de microfoon met het
meegeleverde dubbelzijdige plakband om de hoeveelheid
achtergrondgeluid van de auto te reduceren, zodat u tijdens uw
gesprekken minder storing ondervindt.
Steek de stekker van de microfoon in de microfooningang van de
handsfree-eenheid en draai de stekker met de klok mee stevig vast. Als u
een andere microfoon gebruikt dan de meegeleverde, kan dit de
geluidskwaliteit nadelig beïnvloeden.
3
2
1
Installatie
46
ISO-kabel CA-152
Als de ISO-kabel CA-152 is meegeleverd met de carkit, kunt u deze
gebruiken om de carkit eenvoudig aan te sluiten op een autoradio met
ISO-connectors. Zie "Integratie met een autoradiosysteem" op
pagina 34.
Bewegingssensor
De handsfree-eenheid HF23 bevat een bewegingssensor, waardoor de
carkit automatisch inschakelt wanneer u de motor start en gaat rijden.
De bewegingssensor werkt als deze is geactiveerd en de
ontstekingssensordraad niet is aangesloten.
Als u de bewegingssensor wilt activeren, schakelt u de carkit in, drukt u
in de stand-bymodus op het wiel en selecteert u Instellingen >
Installatie > Ontstekingssensor > Aan.
Optionele accessoires
U kunt de functies van de carkit uitbreiden met optionele accessoires.
Informeer bij uw dealer of onderhoudsmonteur naar geschikte
accessoires voor de carkit. Gebruik alleen goedgekeurde en compatibele
accessoires.
Apparaathouder
Om uw mobiele apparaat in een auto te gebruiken, kunt u een
autotelefoonhouder monteren die speciaal voor dat apparaat
Installatie
47
ontworpen is. Neem contact op met uw dealer voor compatibele
houders voor uw apparaat.
Als het display van een mobiel apparaat moet worden gebruikt, zorg er
dan voor dat het apparaat in een houder is geplaatst en dat het display
van het apparaat goed zichtbaar is voor de gebruiker. Let er bij de
montage van de houder op dat het de stuur- of remsystemen of andere
systemen die worden gebruikt voor de werking van het voertuig
(bijvoorbeeld airbags) niet belemmert.
Raadpleeg voor montage-instructies de documentatie bij de
apparaathouder.
Externe antenne
De externe antenne zorgt voor een betere ontvangst van de mobiele
telefoon in de auto. Raadpleeg uw dealer voor meer informatie.
Opmerking: Teneinde te voldoen aan de richtlijnen voor blootstelling
aan RF-signalen, dient u de externe antenne zo te installeren dat u
minimaal 20 cm afstand bewaart tussen de externe antenne en
individuen, waarbij de opbrengst van de externe antenne niet hoger
mag zijn dan 3 dBi.
De werking van de carkit controleren
Nadat de carkit is gemonteerd, moet u controleren of hij goed werkt en
correct is aangesloten. Zie ook "Problemen oplossen" op pagina 30.
Software-updates
De firmware van de carkit kan worden geüpdated vanaf een compatibele
pc met behulp van een standaard USB-kabel (niet bij de carkit geleverd)
met een USB-stekker aan de ene kant en een mini-USB-stekker aan de
andere kant. Laat de USB-kabel aangesloten terwijl de firmware wordt
bijgewerkt. Voor het updaten van de firmware dient u een
installatieprogramma te downloaden en op uw pc te installeren.
Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale Nokia-website voor het
installatieprogramma, de nieuwste firmwareversie en aanvullende
informatie.
Onderhoud
48
Onderhoud
De carkit is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet
met zorg worden behandeld. De volgende tips kunnen u helpen om de garantie te
behouden.
Houd de carkit droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of
vocht bevatten mineralen die corrosie van elektronische schakelingen
veroorzaken.
Gebruik of bewaar de carkit niet op stoffige of vuile plaatsen. De bewegende
onderdelen en elektronische onderdelen kunnen beschadigd raken.
Probeer de carkit niet open te maken,
Gebruik geen agressieve chemicaliën, oplosmiddelen of sterke
reinigingsmiddelen om de onderdelen van de carkit schoon te maken.
Verf de onderdelen van de carkit niet. Verf kan de bewegende onderdelen van
het apparaat blokkeren en de correcte werking belemmeren.
Breng het defecte onderdeel naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als
de carkit niet goed werkt.
Aanvullende veiligheidsinformatie
49
Aanvullende veiligheidsinformatie
Voertuigen
RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in
gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende
afgeschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie,
elektronische antislip- of antiblokkeer-remsystemen, systemen voor
elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen). Neem voor meer informatie
contact op met de fabrikant (of vertegenwoordiger) van uw voertuig of van
eventuele toegevoegde apparaten.
Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de garantie die
eventueel van toepassing is op het apparaat, doen vervallen. Controleer
regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog steeds goed bevestigd zit
en naar behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen brandbare vloeistoffen,
gassen of explosieve materialen in dezelfde ruimte als die waarin het apparaat
zich bevindt of onderdelen of accessoires daarvan. Voor auto's met een airbag
geldt dat de airbags met zeer veel kracht worden opgeblazen. Zet geen
voorwerpen, dus ook geen geïnstalleerde of draagbare draadloze apparatuur, in
de ruimte boven de airbag of waar de airbag wordt opgeblazen. Als draadloze
apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de auto en de airbag wordt opgeblazen,
kan dit ernstige verwondingen veroorzaken.
25


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Nokia CK 600 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Nokia CK 600 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 0,67 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info