Aan de slag
10
verbinding te maken met het als laatste gebruikte mobiele apparaat. Als
deze verbinding niet tot stand kan worden gebracht, probeert de
hoofdtelefoon verbinding te maken met een van de andere gekoppelde
apparaten. Wanneer de hoofdtelefoon is verbonden met een apparaat en
klaar is voor gebruik, knippert het blauwe indicatorlampje langzaam. Als
de hoofdtelefoon niet aan een apparaat is gekoppeld, wordt automatisch
de koppelingsmodus geactiveerd (zie De hoofdtelefoon koppelen op
pagina 10).
U schakelt de hoofdtelefoon uit door de multifunctietoets ongeveer
4 seconden ingedrukt te houden. Er klinkt een geluidssignaal en het rode
indicatielampje licht kort op. Als de hoofdtelefoon niet binnen circa
30 minuten met een apparaat is verbonden, schakelt de hoofdtelefoon
zichzelf automatisch uit.
■ De hoofdtelefoon koppelen
1. Zorg ervoor dat uw mobiele apparaat is ingeschakeld en dat de
hoofdtelefoon is uitgeschakeld.
2. Als de hoofdtelefoon nog niet eerder aan een apparaat is gekoppeld,
schakelt u de hoofdtelefoon in om deze te koppelen. De hoofdtelefoon
schakelt over naar de koppelingsmodus en het indicatorlampje
knippert snel blauw.
Als de hoofdtelefoon al eerder aan een apparaat is gekoppeld, zorgt u
dat de hoofdtelefoon is uitgeschakeld en houdt u de multifunctietoets
circa 4 seconden ingedrukt totdat het indicatorlampje snel blauw
begint te knipperen.