Copyright © 2000-2003 Nokia. All rights reserved.
92
Telefoon
Beltoon, lijn 1: en Beltoon, lijn 2:: Hiermee definieert u het geluid voor inkomende
oproepen die op twee verschillende lijnen binnenkomen, indien
beschikbaar. Druk op Wijzigen. Nu kunt u een keuze maken uit de
geluidsbestanden die met de communicator zijn meegeleverd. U kunt ook
zoeken naar eventuele andere geluidsbestanden.
Persoonlijke tonen: Hiermee definieert u of de persoonlijke beltoon van bellers
wordt gebruikt. U kunt kiezen uit: Aan/Uit. Zie ‘Een beltoon koppelen’ op
pagina 113 voor informatie over het koppelen van een beltoon aan een
contactkaart.
Tabblad Waarschuwingen
Klokalarm, Agenda-alarm, SMS ontvangen en Fax ontvangen: U kunt een specifiek
geluid kiezen om te worden gewaarschuwd bij elk van deze situaties.
Selecteer een optie en druk vervolgens op Wijzigen als u wilt kiezen uit
geluidsbestanden die zijn meegeleverd met de communicator. U kunt ook
zoeken naar andere geluidsbestanden. Door op Volume te drukken kunt u
het volume van een alarm aanpassen.
Tabblad Meldingen
Toetsenbordtoon: Hiermee kunt u het geluid voor het toetsenbord instellen. U kunt
kiezen uit: Uit/ Zacht/Hard.
Toetsenbloktoon: Hiermee kunt u het geluid voor het toetsenblok instellen. U kunt
kiezen uit: Uit/ Zacht/Hard.
Alarmtonen: U kunt kiezen uit: Aan/Uit. Alarmtonen zijn tonen waarmee een fout
(bijvoorbeeld een onjuiste toetsaanslag) of ongewenste situatie (zoals een
bijna lege batterij) wordt aangegeven.