Timers
Timerfunctie
1. Als u de timerfunctie wilt activeren, selecteert u Menu > Organiser > Timer >
Normale timer, voert u het alarmtijdstip in en schrijft u een notitie die wordt
weergegeven als het tijdstip wordt bereikt. Selecteer Tijd wijzigen om de tijd van
de timerfunctie te wijzigen.
2. Selecteer Starten om de timer te starten.
3. Als u de timer wilt stoppen, selecteert u Timer stoppen.
Intervaltimer
1. Als u een intervaltimer met maximaal 10 intervallen wilt starten, voert u eerst de
intervallen in.
2. Selecteer Menu > Organiser > Timer > Intervaltimer.
3. Selecteer Timer starten > Starten om de timer te starten.
Stopwatch
Met de stopwatch kunt u de tijd, tussentijden of rondetijden opnemen. Gedurende de
tijdsopname kunnen de overige functies van het apparaat gewoon worden gebruikt.
Als u de stopwatch gebruikt of deze op de achtergrond loopt wanneer u andere functies
gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
Selecteer Menu > Organiser > Stopwatch en maak een keuze uit de volgende opties:
● Tussentijden — om tussentijden op te nemen. Selecteer Starten als u de
tijdsopname opnieuw wilt starten. Selecteer Interval elke keer dat u een tussentijd
wilt opnemen. Selecteer Stoppen om de tijdsopname te beëindigen. Selecteer
Opslaan om de opgenomen tijd op te slaan. Als u de tijdsopname opnieuw wilt
starten, selecteert u Opties > Starten. De nieuwe tijd wordt aan de vorige tijd
toegevoegd. Selecteer Opnieuw instellen om de teller op 0 te zetten zonder de tijd
op te slaan.
● Rondetijden — om rondetijden op te nemen
● Doorgaan — om de tijdsopname weer te geven die u op de achtergrond hebt
geactiveerd
● Laatste tonen — om de laatste tijdsopname weer te geven als de stopwatch niet
op 0 is gezet
● Tijden bekijken of Tijden verwijderen — om de opgeslagen tijden te bekijken of
te verwijderen.
Druk op de toets Einde als u tijdsopname met de stopwatch in de achtergrond wilt
activeren.
O r g a n i z e r
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 67