298041
90
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/99
Next page
Gebruikershandleiding
Uitgave 3
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-424 in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante
bepalingen van Europese richtlijn 1999/5/EG. Een exemplaar van de conformiteitsverkl
aring kunt u vinden op de volgende website: http://
www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Nokia, Nokia Connecting People, Nokia XpressMusic, Navi, Mail for Exchange, N-Gage, OVI en het Nokia Original Enhancements-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Nokia Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of
handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn
Reproductie, overdracht, distributie of opslag van de gehele of gedeeltelijke inhoud van dit document in enige vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van Nokia is verboden. Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving
wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright © 1997-2009. Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
This product includes software licensed from Symbian Software Ltd ©1998-2009. Symbian and Symbian OS are trademarks of Symbian Ltd.
Java and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.
Portions of the Nokia Maps software are ©1996-2009 The FreeType Project. All rights reserved.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio-licentie (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is gecodeerd
volgens de visuele norm MPEG-4, door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit, en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-
videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende
informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie http://
www.mpegla.com.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK
ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE
GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN
MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE
HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
Reverse engineering van de software in het apparaat is verboden voor zover maximaal is toegestaan op grond van het toepasselijke recht. Voor zover deze
gebruikershandleiding beperkingen bevat aangaande verklaringen, garanties, schadevergoedingsplichten en aansprakelijkheden van Nokia, gelden deze beperkingen
op dezelfde wijze voor verklaringen, garanties, schadevergoedingsplicht en aansprakelijkheden van Nokia-licentiegevers.
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia-dealer voor
details en de beschikbaarheid van taalopties. Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende
export van de VS en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
MEDEDELING FCC/INDUSTRY CANADA
Dit apparaat kan tv- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van ontvangstapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal Communications
Commission (FCC) of Industry Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden. Neem contact op met
uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1)
Dit apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf accepteren, ook wanneer deze een ongewenste werking
tot gevolg kunnen hebben. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze
apparatuur te werken tenietdoen.
Sommige handelingen en functies zijn afhankelijk van de SIM-kaart en/of het netwerk, van de MMS-ondersteuning of van de compatibiliteit tussen de apparatuur en
de bestandsindelingen van het materiaal. Voor sommige diensten wordt een aparte toeslag in rekening gebracht.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bladwijzers en koppelingen naar websites van derden. U kunt met het apparaat ook andere sites van derden
bezoeken. Sites van derden zijn niet verbonden met Nokia en Nokia onderschrijft deze niet en neemt er geen aansprakelijkheid voor. Als u dergelijke sites wilt bezoeken,
moet u voorzorgsmaatregelen treffen op het gebied van beveiliging of inhoud.
/Uitgave 3 NL
.......................................................................7
Inhoudsopgave
Veiligheid.............................................................7
Over dit apparaat
Office-toepassingen...................................................................8
Netwerkdiensten.......................................................................8
1. Aan de slag.....................................................10
SIM-kaart en batterij plaatsen................................................10
Een geheugenkaart plaatsen..................................................10
Een geheugenkaart verwijderen............................................11
De batterij opladen..................................................................11
Het apparaat in- en uitschakelen...........................................12
Antennelocaties.......................................................................12
Configuratie-instellingen........................................................12
Instelwizard.............................................................................13
Apparaat instellen...................................................................13
2. Het apparaat..................................................14
Toetsen en onderdelen...........................................................13
Startscherm..............................................................................15
Het profiel Offline....................................................................15
Schermsymbolen.....................................................................16
Energiebesparing.....................................................................17
Menu.........................................................................................17
Volumeregeling.......................................................................18
Toetsen vergrendelen.............................................................18
Toegangscodes........................................................................18
Extern blokkeren......................................................................19
Installaties................................................................................19
Een compatibele headset aansluiten....................................19
Een USB-gegevenskabel aansluiten.......................................19
Polsband...................................................................................20
3. Ondersteuning...............................................20
Help van het apparaat ............................................................20
My Nokia...................................................................................21
Nokia ondersteunings- en contactinformatie......................21
Software-updates....................................................................21
Draadloos bijwerken van software........................................22
4. Oproepfuncties...............................................23
Spraakoproepen......................................................................23
Actieve ruisonderdrukking.....................................................25
Video-oproepen.......................................................................25
Oproepinstellingen..................................................................26
Video delen..............................................................................29
5. Muziek............................................................30
Muziekspeler............................................................................30
FM-radio....................................................................................31
6. Positionering..................................................32
Informatie over GPS................................................................32
A-GPS (Assisted GPS)................................................................33
Kaarten.....................................................................................33
Plaatsen....................................................................................34
GPS-gegevens...........................................................................35
7. Tekst invoeren...............................................36
Inhoudsopgave
Traditionele tekstinvoer.........................................................36
............................................................37
Tekstvoorspelling....................................................................36
De invoertaal wijzigen
Tekst kopiëren en verwijderen..............................................37
8. Berichten........................................................37
Berichten, hoofdweergave.....................................................37
Tekst invoeren.........................................................................38
Berichten invoeren en verzenden..........................................40
Inbox met ontvangen berichten............................................41
Berichtlezer..............................................................................42
Mailbox.....................................................................................42
Mail for Exchange.....................................................................44
Nokia Berichten.......................................................................45
Berichten op een SIM-kaart bekijken.....................................45
Instellingen voor berichten....................................................45
9. Contacten.......................................................50
Namen en nummers beheren................................................50
Namen en nummers opslaan en bewerken..........................50
Beltonen, afbeeldingen en beltekst voor contacten............51
Contacten kopiëren.................................................................51
10. Galerij...........................................................51
Informatie over Foto's............................................................52
Over Video- & tv-suite.............................................................52
11. Camera.........................................................52
Een foto maken........................................................................52
Panoramamodus.....................................................................53
Video's opnemen.....................................................................53
12. Internet........................................................54
Webbrowser.............................................................................54
Ovi Muziek................................................................................59
Online delen.............................................................................60
Nokia Videocentrum................................................................61
Nokia Podcasting.....................................................................62
Zoeken......................................................................................65
13. Ovi-diensten.................................................66
Over Ovi.....................................................................................66
Over Ovi Store...........................................................................66
Over Ovi-contacten..................................................................66
Over Ovi Files............................................................................67
14. Persoonlijk...................................................67
Thema's....................................................................................67
Profielen ..................................................................................68
Sensorinstellingen...................................................................69
15. Tijdbeheer....................................................69
Wekker......................................................................................69
Klokinstellingen.......................................................................70
16. Kantoortoepassingen..................................70
PDF-lezer ..................................................................................70
Woordenboek..........................................................................70
Over Quickoffice.......................................................................71
Omrekenen...............................................................................71
Rekenmachine ........................................................................72
Actieve notities .......................................................................72
Notities.....................................................................................73
Inhoudsopgave
Zipbeheer .................................................................................73
17.
.........................................................73
Instellingen..................................................74
Toepassingsinstellingen
Apparaat- en SIM-kaartbeveiliging........................................73
Algemene instellingen voor accessoires...............................74
Spraak.......................................................................................75
De oorspronkelijke instellingen terugzetten........................75
18. Gegevensbeheer...........................................75
Toepassingen installeren of verwijderen.............................75
Bestandsbeheer.......................................................................77
Apparaatbeheer.......................................................................78
Software-updates met uw computer....................................79
Informatie over licenties........................................................80
19. Connectiviteit...............................................80
Inhoud van een ander apparaat overdragen.......................80
Pc-verbindingen.......................................................................81
Bluetooth..................................................................................81
Gegevenskabel.........................................................................84
Synchronisatie.........................................................................85
Ovi Synchroniseren..................................................................86
Over virtual private network..................................................86
20. Groene tips...................................................87
Energie besparen.....................................................................87
Recyclen....................................................................................87
Papier besparen.......................................................................88
Meer informatie.......................................................................88
Accessoires.........................................................89
Batterij...............................................................89
Informatie over de batterij en de lader................................89
Controleren van de echtheid van Nokia-batterijen..............90
Uw apparaat onderhouden................................91
Recycling...................................................................................92
Aanvullende veiligheidsinformatie...................92
Kleine kinderen........................................................................92
Gebruiksomgeving..................................................................92
Medische apparatuur..............................................................93
Voertuigen................................................................................93
Explosiegevaarlijke omgevingen...........................................94
Alarmnummer kiezen..............................................................94
Informatie over certificatie (SAR)..........................................95
Index..................................................................96
Veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de
richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige
gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET
VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van
mobiele telefoons verboden is of als dit storing of
gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het
rijden uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te
hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn
voor storing. Dit kan de werking van het apparaat
negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN
WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT
Houd u aan alle mogelijke beperkende
maatregelen. Schakel het apparaat uit in
vliegtuigen en in de nabijheid van medische
apparatuur, brandstof, chemicaliën of gebieden
waar explosieven worden gebruikt.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden
geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en
batterijen. Sluit geen incompatibele producten
aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het
apparaat droog.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt
beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het (E)GSM-
netwerken 850, 900, 1800 en 1900 en UMTS 900/1900/2100
HSDPA-netwerken. Neem contact op met uw serviceprovider
voor meer informatie over netwerken.
Dit apparaat ondersteunt verschillende
verbindingsmethoden en net als computers kan uw apparaat
worden blootgesteld aan virussen en andere schadelijke
inhoud. Wees voorzichtig met berichten,
verbindingsverzoeken, browsen en downloaden. Installeer
en gebruik alleen diensten en software van betrouwbare
bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden,
zoals toepassingen die Symbian Signed zijn of de Java
Verified™-test hebben doorstaan. Overweeg de installatie
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 7
Veiligheid
van antivirus- en andere beveiligingssoftware op het
apparaat en eventuele aangesloten computers.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde
bladwijzers en koppelingen naar websites van derden. Deze
zijn niet verbonden met Nokia en Nokia onderschrijft deze
niet en aanvaardt er geen aansprakelijkheid voor. Als u
dergelijke sites bezoekt, moet u voorzorgsmaatregelen
treffen op het gebied van beveiliging of inhoud.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het
apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in
wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of
gevaar kan veroorzaken.
Houd u bij het gebruik van dit apparaat aan alle regelgeving
en respecteer lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten
van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechtbescherming kan verhinderen dat bepaalde
afbeeldingen, muziek en andere inhoud worden gekopieerd,
gewijzigd of overgedragen.
Maak een back-up of houd een schriftelijke neerslag bij van
alle belangrijke gegevens die in uw apparaat zijn opgeslagen.
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit,
dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat
te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit
geen incompatibele producten aan.
De afbeeldingen in deze documentatie kunnen verschillen
van de afbeeldingen op het scherm van het apparaat.
Voor andere belangrijke informatie over uw apparaat wordt
u verwezen naar de gebruikershandleiding.
Office-toepassingen
De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijke
functies van Microsoft Word, PowerPoint en Excel (Microsoft
Office 2000, XP en 2003). Niet alle bestandsindelingen
worden ondersteund.
Netwerkdiensten
Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikken
over een abonnement bij een aanbieder van draadloze
verbindingsdiensten. Enkele functies zijn niet op alle
netwerken beschikbaar. Er zijn ook functies waarvoor u
specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen
voordat u ze kunt gebruiken. Wanneer u netwerkdiensten
gebruikt, worden er gegevens overgedragen. Informeer bij
uw serviceprovider naar de kosten voor communicatie op uw
eigen telefoonnetwerk en wanneer u in het dekkingsgebied
van andere netwerken verkeert. Uw serviceprovider kan u
vertellen welke kosten in rekening worden gebracht. Bij
sommige netwerken gelden beperkingen die invloed hebben
op hoe u sommige functies van dit apparaat kunt gebruiken
die netwerkondersteuning nodig hebben, zoals
ondersteuning voor specifieke technologieën, bijvoorbeeld
WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-
protocollen en taalafhankelijke tekens.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 8
Veiligheid
apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu voorzien van aangepaste onderdelen, zoals menunamen,
van uw apparaat weergegeven. Mogelijk is uw apparaat menuvolgorde en pictogrammen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 9
1. Aan de slag
SIM-kaart en batterij plaatsen
Een USIM-kaart is een uitgebreide versie van de SIM-kaart die
wordt ondersteund door mobiele UMTS-telefoons.
1. Als u de achtercover van het
apparaat wilt verwijderen,
drukt u met uw vingers op de
cover, schuift u de cover open
(1) en tilt u hem eraf.
2. Als u de batterij wilt
verwijderen, licht u hem aan de
achterkant op (2).
3. Schuif de SIM-kaart in de SIM-
kaarthouder (3).
Zorg ervoor dat het
goudkleurige
contactgebied op de
kaart naar beneden en de
schuine hoek naar de
sleuf is gericht.
4. Vervang de batterij (4).
5. Plaats de achtercover
weer op de telefoon (5).
Een geheugenkaart plaatsen
Er is mogelijk een geheugenkaart bij het apparaat geleverd
en in het apparaat geplaatst.
1. Open het klepje van de geheugenkaartsleuf (1).
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 10
Aan de slag
2. Plaats de kaart in
de sleuf met de
contactpunten
naar beneden
gericht (2).
3. Druk de kaart licht
aan totdat hij op
zijn plaats klikt.
Sluit het klepje (3).
Een geheugenkaart verwijderen
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het
moment dat er een bewerking wordt uitgevoerd waarbij de
kaart wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de kaart en het
apparaat beschadigd worden en kunnen gegevens op de
kaart worden aangetast.
1. Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer
Geheugenkaart verwdrn > Ja.
2. Open het klepje van de geheugenkaartsleuf.
3. Druk licht op de geheugenkaart om hem te ontgrendelen.
4. Trek de kaart eruit en druk op OK.
5. Sluit het klepje.
De batterij opladen
De batterij is deels opgeladen in de fabriek. Als het apparaat
aangeeft dat de batterij leeg raakt, doet u het volgende:
1. Sluit de lader aan op een stopcontact.
2. Sluit de lader aan op
het apparaat.
3. Wanneer het apparaat
aangeeft dat de
batterij volledig is
opgeladen, koppelt u
de lader los van het
apparaat en haalt u
vervolgens de stekker
uit het stopcontact.
U kunt de batterij ook opladen met een USB-gegevenskabel
die is aangesloten op een compatibele computer.
1. Sluit de USB-gegevenskabel aan op een USB-poort van een
computer en op uw apparaat.
2. Wanneer de batterij volledig is opgeladen, koppelt u de
USB-gegevenskabel los.
De efficiëntie van opladen via USB varieert aanzienlijk. In
sommige gevallen duurt het heel lang voordat het opladen
begint en het apparaat weer werkt. U hoeft de batterij niet
een specifieke tijd op te laden en u kunt het apparaat tijdens
het opladen gebruiken. Als de batterij volledig ontladen is,
kan het enkele minuten duren voordat de batterijindicator
op het scherm wordt weergegeven en u weer met het
apparaat kunt bellen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 11
Aan de slag
Het apparaat in- en uitschakelen
Houd de aan/uit-toets
ingedrukt om het apparaat in
en uit te schakelen. Als u kort
drukt op deze toets, worden
gesprekken en toepassingen
gesloten.
Als u wordt gevraagd om een
PIN-code, toetst u deze in en
selecteert u OK.
Als u wordt gevraagd om de
blokkeringscode, toetst u deze
in en selecteert u OK. De
fabrieksinstelling voor de
blokkeringscode is 12345.
Om de juiste tijdzone, tijd en
datum in te stellen, selecteert u het land waarin u zich
bevindt en voert u vervolgens de plaatselijke tijd en datum
in.
Antennelocaties
Het apparaat kan interne en externe antennes hebben.
Vermijd onnodig contact met het gebied rond de antenne als
de antenne aan het zenden of ontvangen is. Contact met
antennes kan de kwaliteit van de communicatie nadelig
beïnvloeden en kan tijdens gebruik leiden tot een hoger
stroomverbruik en tot een kortere levensduur van de batterij.
Configuratie-instellingen
Voordat u multimediaberichten, e-mail, synchronisatie,
streaming en de browser kunt gebruiken, moet uw apparaat
goed zijn geconfigureerd. Uw apparaat kan die instellingen
voor de browser, multimediaberichten, het toegangspunt en
streaming automatisch configureren op basis van de
gebruikte SIM-kaart. Als dat niet automatisch gebeurt, kunt
u de instelwizard gebruiken om de instellingen te
configureren. U ontvangt de instellingen dan als een
configuratiebericht dat u op uw apparaat kunt opslaan.
Neem contact op met uw serviceprovider of de
dichtstbijzijnde erkende Nokia-leverancier voor meer
informatie over de beschikbaarheid.
Als u een configuratiebericht ontvangt en de instellingen
worden niet automatisch opgeslagen en geactiveerd,
verschijnt 1 nieuw bericht. Wilt u de instellingen opslaan,
dan selecteert u Weergeven > Opties > Opslaan. U moet
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 12
misschien een PIN-code invoeren die u van de serviceprovider
hebt gekregen.
Instelwizard
Selecteer > Instellingen > Inst.wizard.
De instelwizard configureert uw apparaat voor operator- en
e-mailinstellingen op basis van de instellingen van uw
serviceprovider. Er zijn misschien ook andere instellingen die
u kunt configureren.
Het kan zijn dat u contact moet opnemen met uw
serviceprovider om een gegevensverbinding of andere
diensten te activeren om gebruik te maken van deze
diensten.
Apparaat instellen
Met behulp van de toepassing Welkom kunt u regionale
instellingen definiëren, zoals de taal van het apparaat. U kunt
Aan de slag
ook gegevens overdragen vanaf het oude apparaat, het
apparaat personaliseren of bijvoorbeeld uw mailaccounts
opzetten. U kunt zich ook inschrijven voor de dienst My Nokia
voor het ontvangen van gratis tips, trucs en ondersteuning
voor uw Nokia telefoon. U wordt ook gevraagd om de
diensten van Ovi te activeren.
Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt, wordt de
toepassing Welkom geopend. A
ls u de toepassing later wilt
openen, selecteert u
> Instellingen > Help > Install.
van tel..
De verbindingen van het apparaat instellen — Selecteer
Instelwizard.
Gegevensoverdracht vanaf een compatibel apparaat
Selecteer Telef.overdracht.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 13
Het apparaat
2. Het apparaat
Toetsen en onderdelen
1 — Luidspreker
2 — Tweede cameralens
3 — Scherm
4 — Menutoets
5 — Beltoets
6 — Navi™-toets; hierna de bladertoets genoemd
7 — Lichtsensor
8 — Linker- en rechterselectietoets
9 — Wistoets C
10 — Aan/uit-toets
11 — Cijfertoetsen
12 — Stereoluidsprekers
13 — Toets volume omhoog
14 — Toets volume omlaag
15 — Flitser
16 — Opnametoets
17 — Hoofdcameralens
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 14
Het apparaat
18 — Tweede microfoon voor actieve ruisonderdrukking
19 — Micro USB-aansluiting en SD-geheugenkaartsleuf
20 — Nokia AV-aansluiting
21 — Aansluiting voor oplader
22 — Microfoon
Startscherm
Wanneer u het apparaat hebt ingeschakeld en het is
aangemeld bij een netwerk, ziet u het startscherm en is het
apparaat klaar voor gebruik.
Als u een lijst met de meest recent gebelde nummers wilt
openen, drukt u op de beltoets.
Houd 1 ingedrukt om uw voicemailbox te bellen.
Als u spraakopdrachten of spraakgestuurd bellen wilt
gebruiken, houdt u de rechterselectietoets ingedrukt.
Als u het profiel wilt wijzigen, drukt u kort op de aan/uit-toets
en selecteert u een profiel.
Als u een verbinding met internet wilt maken, houdt u 0
ingedrukt.
Als u het startscherm wilt aanpassen, selecteert u
>
Instellingen > Instellingen en Algemeen >
Persoonlijk > Standby-modus, en kiest u een van de
volgende opties:
Standby-thema — Een startschermthema selecteren.
Snelkoppelingen — Snelkoppelingen toevoegen aan
toepassingen of gebeurtenissen, of snelkoppelingen
toekennen aan de bladertoets, afhankelijk van het
gekozen startschermthema.
Time-out spaarstand — De tijd instellen dat het
apparaat inactief moet zijn voordat energiebesparing
wordt geactiveerd.
Time-out verlichting — De tijd instellen dat het apparaat
inactief moet zijn voordat het scherm wordt gedimd.
Het profiel Offline
Belangrijk: In het profiel Offline kunt u geen
oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere functies
waarvoor netwerkdekking vereist is, niet worden gebruikt. U
kunt mogelijk nog wel het alarmnummer kiezen dat in het
apparaat is geprogrammeerd. Als u wilt bellen, moet u eerst
de telefoonfunctie activeren door een ander profiel te kiezen.
Als het apparaat is vergrendeld, moet u de beveiligingscode
invoeren.
Als u het profiel Offline snel wilt activeren, drukt u kort op de
aan-/uittoets en selecteert u Offline.
Als u het profiel Offline wilt verlaten, drukt u kort op de aan/
uit-toets en selecteert u een profiel.
Wanneer het profiel Offline actief is, worden alle
verbindingen die gebruikmaken van radiofrequenties
afgesloten. U kunt uw apparaat echter wel zonder de SIM-
kaart gebruiken en naar de radio of naar muziek luisteren.
Vergeet niet uw apparaat uit te schakelen wanneer het
gebruik van draadloze telefoons verboden is.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 15
Het apparaat
Schermsymbolen
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS- of een
GSM-netwerk (netwerkdienst). De balk naast het
pictogram geeft de signaalsterkte van het netwerk
op uw huidige locatie aan. Hoe hoger de balk, des te
sterker is het signaal.
HSDPA (netwerkdienst) in het UMTS-netwerk is
ingeschakeld.
Het apparaat gebruikt het profiel Offline en is niet
verbonden met een mobiel netwerk.
Het batterijniveau. Hoe hoger de balk, hoe sterker
de batterij is opgeladen.
Er staan ongelezen berichten in de map Inbox in
Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externe
mailbox.
De map Outbox in Berichten bevat berichten die nog
niet zijn verzonden.
U hebt oproepen gemist.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een wekker ingesteld.
U hebt het profiel Stil geactiveerd. Er klinkt geen
beltoon bij een inkomend gesprek of bericht.
Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld.
Er is een Bluetooth-verbinding tot stand gebracht.
Als het symbool knippert, probeert het apparaat
verbinding te maken met een ander apparaat.
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding
geeft aan dat de
verbinding actief
beschikbaar (netwerkdienst).
n de wachtstand staat.
is.
geeft aan dat de verbinding
i
indingEr is een EGPRS-packet-gegevensverb
geeft aan dat de
verbinding actief
beschikbaar (netwerkdienst).
n de wachtstand staat.
is.
geeft aan dat de verbinding
i
Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding
geeft aan dat de
verbinding actief
beschikbaar (netwerkdienst).
n de wachtstand staat.
is.
geeft aan dat de verbinding
i
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 16
HSDPA (High-Speed Downlink Packet Access
ondersteund en is beschikbaar (netwerkdienst). Het
) wordt
geeft aan dat
de verbinding actief is.
pictogram kan per regio verschillen.
verbinding in de wachtstand staat.
geeft aan dat de
Uw apparaat is via een USB-gegevenskabel
aangesloten op een computer.
Alle oproepen worden doorgeschakeld naar een
ander nummer.
Er is een hoofdtelefoon aangesloten op het
apparaat.
Er is een handsfree-carkit aangesloten op het
apparaat.
Er is een inductielus aangesloten op het apparaat.
Uw apparaat is bezig met synchroniseren.
Er kunnen ook andere symbolen worden weergegeven.
Selecteer
Energiebesparing
> Instellingen > Instellingen.
Het apparaat
Selecteer Algemeen > Persoonlijk > Weergave om de
screensaverinstellingen te bewerken, en kies een van de
volgende opties:
Time-out spaarstand — De tijd instellen dat het
apparaat inactief moet zijn voordat energiebesparing
wordt geactiveerd.
Time-out verlichting — De tijd instellen dat het apparaat
inactief moet zijn voordat het scherm wordt gedimd.
Menu
Selecteer .
In het menu krijgt u toegang tot de functies in het apparaat.
Als u een toepassing of een map wilt openen, selecteert u het
item.
Als u de volgorde van de functies in het menu verandert, kan
de volgorde afwijken van de standaardvolgorde die in deze
handleiding wordt beschreven.
Als u een item wilt markeren of de markering wilt opheffen,
drukt u op #.
Houd # ingedrukt en druk de bladertoets omhoog of omlaag
om meerdere opeenvolgende items in een lijst te markeren
of de markering ervan op te heffen.
Als u de menuweergave wilt wijzigen, selecteert u Opties >
Menuweergave wijzigen.
Als u een toepassing of een map wilt sluiten, selecteert u
Opties
Als u wilt schakelen tussen geopende toepassingen, houdt u
> Afsluiten.
ingedrukt en selecteert u een toepassing.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 17
Het apparaat
Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd,
vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur
van de batterij af.
Volumeregeling
Waarschuwing: Voortdurende blootstelling aan een
hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Luister
naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Houd het
apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker in
gebruik is.
Als u het volume van het oortje of de luidspreker tijdens een
gesprek of tijdens het luisteren naar een geluidsbestand wilt
aanpassen, drukt u op de volumetoetsen.
Selecteer Luidspreker of Telefoon om de luidspreker tijdens
een gesprek in of uit te schakelen.
Toetsen vergrendelen
Als u de toetsen in het startscherm wilt vergrendelen, drukt
u op de linkerselectietoets en binnen 1,5 seconde op *.
Als u wilt instellen dat het apparaat de toetsen na een
bepaalde tijd automatisch vergrendelt, selecteert u
>
Instellingen > Instellingen en Algemeen >
Beveiliging > Telefoon en SIM-kaart > Per. autom.
blokk. ttsnb. > Door gebr. gedef. en de gewenste tijd.
U kunt de toetsenblokkering weer opheffen door Blok.
oph. te selecteren en binnen 1,5 seconde op * te drukken.
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk nog
wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Toegangscodes
Selecteer > Instellingen > Instellingen.
Als u wilt opgeven hoe de toegangscodes en
beveiligingsinstellingen in uw apparaat worden gebruikt,
selecteert u Algemeen > Beveiliging > Telefoon en SIM-
kaart en een van de volgende opties:
Met de PIN- of UPIN-code die bij de SIM- of USIM-kaart
wordt geleverd, wordt de kaart beveiligd tegen
ongeoorloofd gebruik.
De PIN2-code (UPIN2), die bij sommige SIM-kaarten (USIM)
wordt geleverd, is vereist voor het gebruik van bepaalde
diensten.
PUK (UPUK)- en PUK2 (UPUK2)-codes worden bij de SIM
(USIM)-kaart geleverd. Als u drie keer achter elkaar de
verkeerde PIN-code hebt ingevoerd, wordt u om de PUK-
code gevraagd. Neem contact op met uw serviceprovider
als de codes niet beschikbaar zijn.
Met de beveiligingscode wordt de telefoon beveiligd
tegen ongeoorloofd gebruik. U kunt de code maken en
wijzigen, en de telefoon zo instellen dat de code wordt
opgevraagd. Houd de code geheim en bewaar deze op een
veilige plaats (niet bij de telefoon). Als u de code bent
vergeten en het apparaat is geblokkeerd, is extra service
nodig. Mogelijk worden extra kosten in rekening gebracht
en worden alle persoonlijke gegevens van het apparaat
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 18
Het apparaat
verwijderd. Neem voor meer informatie contact op met
een Nokia Care-locatie of de leverancier van uw apparaat.
Het blokkeerwachtwoord is vereist als u Oproepen
blokkeren gebruikt om oproepen van en naar de telefoon
te beperken (netwerkdienst).
Extern blokkeren
U kunt uw apparaat via een ander apparaat blokkeren met
behulp van een tekstbericht. Als u uw apparaat zodanig wilt
instellen dat u het van afstand kunt blokkeren en het te
gebru
iken blokkeringsbericht wilt opgeven, selecteert u
> Instellingen > Instellingen > Algemeen >
Beveiliging en Telefoon en SIM-kaart > Ext.
telef.vergrendeling. Wanneer u het bericht hebt ingevoerd,
selecteert u OK. Het bericht mag maximaal uit 20 tekens
bestaan.
Als u uw apparaat wilt blokkeren, stuurt u het
blokkeringsbericht als tekstbericht naar het nummer van uw
mobiele telefoon. Wilt u het apparaat later ontgrendelen,
dan selecteert u Blok. oph. en voert u de blokkeringscode in.
Installaties
Selecteer > Toepassngn > Installatie.
U vindt hier verschillende extra toepassingen en u kunt
toepassingen downloaden naar deze map.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen
en andere software van betrouwbare bronnen, zoals
toepassingen die Symbian Signed zijn of die de Java
Verified™-test hebben doorstaan.
Een compatibele headset aansluiten
Sluit geen producten aan die een uitgangssignaal afgeven,
aangezien het apparaat dan beschadigd kan raken. Sluit geen
energiebron aan op de netstroomconnector van Nokia.
Als u externe apparaten of hoofdtelefoons op de
netstroomconnector van Nokia aansluit die niet door Nokia
zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat, moet u
extra letten op het geluidsniveau.
Een USB-gegevenskabel aansluiten
Een compatibele USB-gegevenskabel aansluiten op de USB-
aansluiting. Sluit de gegevenskabel altijd het eerst aan op het
apparaat en vervolgens pas op het andere apparaat of de
computer.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 19
Ondersteuning
Selecteer >
Instellingen
en
Connect. >
USB > USB-
verbindingsmodus, en de gewenste modus om de
standaard-USB-aansluiting te selecteren of de actieve modus
de wijzigen.
Selecteer Vragen bij verbinding om in te stellen of de
standaardmodus automatisch moet worden geactiveerd.
3. Ondersteuning
Help van het apparaat
Uw apparaat bevat instructies voor de toepassingen op het
apparaat.
Als u help wilt openen vanuit het hoofdmenu, selecteert u
> Instellingen > Help > Help en de toepassing
waarbij u hulp nodig hebt.
Als u vanuit een geopende toepassing de help voor de huidige
weergave wilt openen, selecteert u Opties > Help.
Polsband
Haal de polsband erdoor en trek deze strak.
Als u tijdens het lezen de lettergrootte van de helptekst wilt
wijzigen, selecteert u Opties > Lettergrootte verkleinen
of Lettergrootte vergroten.
Aan het einde van de helptekst kunt u koppelingen vinden
naar verwante onderwerpen. Als u een onderstreept woord
selecteert, wordt een korte uitleg weergegeven. In de help
worden de volgende symbolen gebruikt:
Koppeling naar
een verwant helponderwerp.
Koppeling naar een
besproken toepassing.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 20
Tijdens het lezen van de uitleg kunt u wisselen tussen
helpteksten en de toepassing die op de achtergrond geopend
is door Opties > Open toepassingen en de gewenste
toepassing te selecteren.
My Nokia
My Nokia is een gratis service die u regelmatig SMS-berichten
met tips, tricks en ondersteuning voor uw Nokia-apparaat
stuurt. Als My Nokia beschikbaar is in uw land en wordt
ondersteund door uw serviceprovider, nodigt het apparaat u
uit u aan te melden bij de dienst My Nokia, nadat u de tijd en
de datum hebt ingesteld.
U meldt u aan bij My Nokia door Accepteren te selecteren en
de instructies op het scherm te volgen.
Er worden gesprekskosten in rekening gebracht als u een
bericht stuurt om u aan of af te melden.
Raadpleeg de documentatie die u bij het apparaat hebt
gekregen of ga naar
www.nokia.com/mynokia om de
bepalingen en voorwaarden te bekijken.
Selecteer
> Toepassngn > My Nokia om u later aan te
melden bij My Nokia. Na de uitnodiging om lid te worden van
My Nokia, start de toepassing Install. v tel.
Als u de toepassing Install. v tel. later wilt openen, selecteert
u
> Instellingen > Help > Install. van tel..
Ondersteuning
Nokia ondersteunings- en
contactinformatie
De meest recente versie van deze handleiding, aanvullende
informatie, downloads en diensten die betrekking hebben op
uw Nokia-product, vindt u op www.nokia.com/support of op
de lokale Nokia-website.
Software-updates
Nokia kan software-updates uitbrengen die nieuwe en
verbeterde functies plus een verbeterde werking bieden. U
kunt deze updates aanvragen met de pc-toepassing Nokia
Software Updater. Er zijn mogelijk niet voor alle producten of
varianten software-updates beschikbaar. Mogelijk
ondersteunen niet alle operators de nieuwste
softwareversies die beschikbaar zijn.
Als u de software op het apparaat wilt bijwerken, hebt u de
toepassing Nokia Software Updater nodig en een
compatibele pc met Microsoft Windows XP of Vista,
breedband internettoegang en een compatibele datakabel
voor de verbinding tussen het apparaat en de pc.
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een
software-update kunt u het apparaat niet gebruiken, zelfs
niet om een alarmnummer te bellen, totdat de installatie
voltooid is en het apparaat opnieuw is ingeschakeld. Zorg
ervoor dat u een back-up maakt van de gegevens voordat u
de installatie van een update aanvaardt.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 21
Ondersteuning
Als u meer informatie wilt of als u de toepassing Nokia
Software Updater wilt downloaden, gaat u naar
www.nokia.com/softwareupdate of de lokale Nokia-
website.
Als uw netwerk het draadloos bijwerken van software
ondersteunt, kunt u mogelijk ook updates via het apparaat
aanvragen.
Tip: Voer op het startscherm *#0000# in als u wilt
weten welke softwareversie er op het apparaat is
geïnstalleerd.
Draadloos bijwerken van software
Selecteer > Instellingen > Sw-update.
Met Software-update (netwerkdienst) kunt u de beschikbare
updates voor toepassingen controleren, downloaden en op
het apparaat installeren.
Bij het downloaden van software-updates worden mogelijk
grote hoeveelheden gegevens overgedragen
(netwerkdienst).
Zorg ervoor dat de batterij van het apparaat voldoende
capaciteit heeft of dat de lader is aangesloten voordat u
begint met bijwerken.
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een
software-update kunt u het apparaat niet gebruiken, zelfs
niet om een alarmnummer te bellen, totdat de installatie
voltooid is en het apparaat opnieuw is ingeschakeld. Zorg
ervoor dat u een back-up maakt van de gegevens voordat u
de installatie van een update aanvaardt.
Nadat u de apparaatsoftware of toepassingen hebt
bijgewerkt met Software-update, zijn de instructies voor de
bijgewerkte toepassingen in de gebruikershandleiding of de
Help mogelijk niet meer up-to-date.
Selecteer Opties en een van de volgende opties:
Update starten — Hiermee downloadt u de beschikbare
updates. Als u bepaalde updates niet wilt downloaden,
selecteert u de desbetreffende updates in de lijst en
verwijdert u de bijbehorende markering.
Update via computer — Hiermee werkt u het apparaat
bij met behulp van een pc. Deze optie vervangt de optie
Update starten wanneer updates alleen beschikbaar zijn
met behulp van de pc-toepassing Nokia Software Updater.
Details bekijken — Hiermee geeft u informatie over een
update weer.
Updategeschied. bekijkn — Hiermee bekijkt u de status
van vorige updates.
Instellingen — Hiermee wijzigt u de instellingen, zoals
het standaardtoegangspunt dat moet worden gebruikt
voor het downloaden van updates.
Vrijwaring — Hiermee bekijkt u de licentieovereenkomst
van Nokia.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 22
Oproepfuncties
4. Oproepfuncties
Spraakoproepen
Een oproep plaatsen
Als u een oproep wilt plaatsen, voert u het netnummer en
abonneenummer in en drukt u op de beltoets.
Tip: Voor internationale oproepen voert u het
plusteken (+) in dat de internationale toegangscode
vervangt, en voert u de landcode, het netnummer (laat
zo nodig de eerste 0 weg) en het abonneenummer in.
Als u de oproep wilt beëindigen of de kiespoging wilt
annuleren, drukt u op de eindetoets.
Als u een oproep wilt plaatsen aan een opgeslagen contact,
opent u op de contacten. Voer de eerste letters van de naam
in, ga naar de naam en druk op de beltoets.
Als u een oproep wilt plaatsen met behulp van het logboek,
drukt u op de beltoets om de 20 laatstgekozen nummers
we er te gev en . Ga n aar het gewenste nummer of de gewenste
naam en druk op de beltoets.
Als u het volume van een actieve oproep wilt aanpassen,
gebruikt u de volumetoetsen.
Als u van een spraakoproep wilt overschakelen naar een
video-oproep, selecteert u Opties > Naar video-oproep.
Het apparaat beëindigt de spraakoproep en plaatst een
video-oproep aan de andere partij.
Snelkeuze
Selecteer > Instellingen > Instellingen en
Telefoon > Oproep > Snelkeuze.
Met de snelkeuzefunctie kunt u een nummer kiezen door een
cijfertoets ingedrukt te houden terwijl het startscherm in
beeld is.
Selecteer Aan om snelkeuze te activeren.
Als u een cijfertoets aan een telefoonnummer wilt toewijzen,
selecteert u
> Instellingen > Snelkeuze. Ga naar de
cijfertoets (2 - 9) op het scherm en selecteer Opties >
Toewijzen
contacten.
. Selecteer het gewenste nummer uit de lijst met
Als u het telefoonnummer dat aan een cijfertoets is
toegewezen wilt wissen, bladert u naar de snelkeuzetoets en
selecteert u Opties > Verwijderen.
Als u het telefoonnummer dat aan een cijfertoets is
toegewezen wilt wijzigen, bladert u naar de snelkeuzetoets
en selecteert u Opties > Wijzigen.
Voicemail
Selecteer > Instellingen > Opr.mailbox.
Wanneer u de toepassing Voicemail (netwerkdienst) voor het
eerst opent, wordt u gevraagd om het nummer van uw
voicemailbox in te voeren.
U kunt uw voicemailbox bellen door naar Voicemailbox te
navigeren en Opties > Voicemailbox bellen te selecteren.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 23
Oproepfuncties
U kunt uw videomailbox bellen door naar Videomailbox te
navigeren en Opties > Videomailbox bellen te selecteren.
Als u vanaf het startscherm de mailbox wilt bellen, houdt u
1 ingedrukt of drukt u op 1 en vervolgens op de beltoets.
Selecteer de mailbox waarnaar u wilt bellen.
Als u het mailboxnummer wilt wijzigen, selecteert u de
mailbox en kiest u Opties > Nummer wijzigen.
Spraakgestuurde nummerkeuze
Start een oproep door een naam uit te spreken die in
Contacten is opgeslagen.
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan
moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens
een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat
u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
1. Houd in het startscherm de rechterselectietoets
ingedrukt. U hoort een korte toon en de tekst Spreek
nu wordt weergegeven.
2. Spreek de naam van de contactpersoon die u wilt bellen.
Als de spraakherkenning is gelukt, ziet u een lijst met
voorgestelde overeenkomsten. De telefoon speelt de
spraakopdracht af van de eerste overeenkomst in de lijst.
Als dit niet de juiste opdracht is, gaat u naar een ander
item.
Een conferentiegesprek voeren
1. Als u een oproep voor een conferentiegesprek wilt
plaatsen, voert u het nummer van een deelnemer in en
drukt u op de beltoets.
2. Als de deelnemer antwoordt, selecteert u Opties >
Nieuwe oproep.
3. Nadat u alle deelnemers hebt gebeld, selecteert u
Opties > Conferentie om de oproepen samen te voegen
tot een conferentiegesprek.
Als u de microfoon van het apparaat tijdens een oproep wilt
dempen, selecteert u Opties > Dempen.
Als u een deelnemer uit het conferentiegesprek wilt
verwijderen, selecteert u Opties > Conferentie >
Deelnemer verwijderen en vervolgens de deelnemer.
Als u onderling met een deelnemer aan het
conferentiegesprek wilt overleggen, selecteert u Opties >
Conferentie > Privé en vervolgens de deelnemer.
Een oproep beantwoorden
Druk op de beltoets om een oproep te beantwoorden.
Druk op de eindetoets om een oproep te weigeren.
U kunt de beltoon dempen in plaats van een oproep
beantwoorden door Stil te selecteren.
Als u een actieve oproep hebt en de wachtfunctie
(netwerkdienst) is ingeschakeld, drukt u op de beltoets om
een nieuwe inkomende oproep te beantwoorden. Het eerste
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 24
Oproepfuncties
gesprek wordt dan in de wacht gezet. Druk op de eindetoets
om de actieve oproep te beëindigen.
Oproep- en gegevensregisters
Selecteer > Logboek.
U kunt recent gemiste, ontvangen en zelf gemaakte
oproepen bekijken door Recente opr. te selecteren.
Tip: Druk op de beltoets om de gekozen nummers te
bekijken vanaf het startscherm.
U kunt de geschatte duur van oproepen naar en van het
apparaat bekijken door Duur oproep te selecteren.
U kunt de hoeveelheid gegevens die is overgebracht tijdens
packet-gegevensverbindingen bekijken door Packet-ggvns
te selecteren.
Actieve ruisonderdrukking
Achtergrondgeluiden worden actief verwijderd uit het
spraak- en hoorgedeelte dankzij de twee microfoons met
ruisonderdrukkingstechnologie.
Geluiden die worden opgevangen door een tweede
microfoon worden verwijderd uit het signaal door de
hoofdmicrofoon waar u in spreekt. Dit leidt tot een
aanzienlijk verbeterde spraakweergave in een luidruchtige
omgeving. Deze functie is altijd geactiveerd.
Bijkomend kunt u de actieve ruisonderdrukking in het
hoorgedeelte ook activeren. Om deze functie te activeren
,
selecteert u
> Instellingen > Instellingen en
Telefoon > Oproep > Ruisonderdrukking.
De actieve ruisonderdrukking is niet beschikbaar als de
modus handenvrij of de luidspreker is geactiveerd.
Voor de beste
ruisonderdrukking, houdt u het apparaat met het
hoorgedeelte tegen uw oor en de hoofdmicrofoon (1) tegen
uw mond. De microfoon (2) aan de achterkant van het
apparaat niet afdekken.
Video-oproepen
Een video-oproep plaatsen
Als u een video-oproep wilt plaatsen, voert u het
telefoonnummer in of selecteert u de ontvanger van de
video-oproep in de lijst met contacten. Selecteer vervolgens
Opties > Bellen > Video-oproep. Als de video-oproep
begint, wordt de camera geactiveerd Is de camera reeds in
gebruik, dan wordt het verzenden van videobeelden
uitgeschakeld. Als de ontvanger van de oproep geen
videobeelden terug wil zenden, wordt in plaats daarvan een
afbeelding weergegeven. U kunt de afbeelding die vanaf uw
apparaat wordt verzonden in p
laats van videobeelden
definiëren door
> Instellingen > Instellingen en
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 25
Oproepfuncties
Telefoon > Oproep > Afbeeld. in video-oproep te
selecteren.
U kunt het verzenden van audio, video of zowel video als
audio uitschakelen door Opties > Uitschakelen > Audio
verzenden, Video verzenden of Audio & video vrzndn te
selecteren.
Als u het volume van een actieve video-oproep wilt
aanpassen, gebruikt u de volumetoetsen.
Selecteer Opties > Luidspreker inschakelen als u de
luidspreker wilt gebruiken. U kunt de luidspreker
uitschakelen en het oorstukje gebruiken door Opties >
Telefoon inschakelen te selecteren.
Als u de plaats van de beelden wilt omwisselen, selecteert u
Opties > Afbeeldingen wisselen.
Selecteer Opties > Zoomen en blader op en neer om in te
zoomen op de afbeelding op het scherm.
U kunt de video-oproep beëindigen en een nieuwe
spraakoproep maken met dezelfde geadresseerde door
Opties > Naar spraakoproep te selecteren.
Een video-oproep beantwoorden of
weigeren
Wanneer er een video-oproep binnenkomt, wordt
weergegeven.
Druk op de beltoets als u de video-oproep wilt
beantwoorden. Verzenden videobericht naar beller
toestaan? wordt weergegeven. Selecteer Ja als u wilt
beginnen met het verzenden van live videobeelden.
Als u de video-oproep niet activeert, hoort u alleen maar het
geluid van de beller. In plaats van een videobeeld wordt een
grijs scherm weergegeven. Als u in plaats van het grijze
scherm een foto wilt weergeven die u met de camera van het
apparaat hebt gemaakt, selecteert u
> Instellingen >
Instellingen en Telefoon > Oproep > Afbeeld. in video-
oproep.
Druk op de end-toets als u het videogesprek wilt beëindigen.
Oproepinstellingen
Oproepinstellingen
Selecteer > Instellingen > Instellingen en
Telefoon > Oproep.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Identificatie verzenden — Uw telefoonnummer tonen
aan de persoon naar wie u belt.
Oproep in wachtrij — Het apparaat zodanig instellen dat
u een melding krijgt van inkomende oproepen als er een
andere oproep actief is (netwerkdienst).
Oproep weig. met bericht — Een oproep weigeren en
een SMS naar de beller verzenden.
Berichttekst — De standaardtekst invoeren voor de SMS
die wordt verzonden als u een oproep weigert.
Eigen video in ontv. oprp. — Het verzenden van video
tijdens een video-oproep vanaf het apparaat toestaan of
weigeren.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 26
Afbeeld. in video-oproep — Een afbeelding weergeven
als er geen video wordt verzonden tijdens een video-
oproep.
Automatisch herkiezen — Het apparaat zodanig
instellen dat er maximaal tien keer geprobeerd wordt de
verbinding tot stand te brengen. Druk op de
beëindigingstoets als u het automatisch opnieuw bellen
wilt uitschakelen.
Gespreksduur tonen — De tijdsduur van een oproep
tijdens de oproep weergeven.
Samenvatting na oproep — De tijdsduur van een oproep
na afloop van de oproep weergeven.
Snelkeuze — Snelkeuze activeren.
Aannemen willek. toets — Opnemen met een
willekeurige toets activeren.
Ruisonderdrukking — Actieve ruisonderdrukking van
het hoorgedeelte activeren.
Contact zoeken — Zoeken naar contacten inschakelen in
het startscherm.
Oproepen omleiden
Selecteer > Instellingen > Instellingen en
Telefoon > Doorschakelen.
U kunt inkomende oproepen doorschakelen naar uw
voicemailbox of naar een ander telefoonnummer. Neem voor
meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Selecteer het type oproepen dat u wilt doorschakelen en
maak een keuze uit de volgende opties:
Alle spraakoproepen of Alle faxoproepen — Alle
inkomende spraak- en faxoproepen doorschakelen. U kunt
Oproepfuncties
deze oproepen niet beantwoorden, alleen doorschakelen
naar een ander nummer.
Indien bezet — Inkomende oproepen doorschakelen
tijdens een actieve oproep.
Als niet aangenomen — Inkomende oproepen
doorschakelen nadat uw apparaat een bepaalde tijd is
overgegaan. Selecteer hoe lang het apparaat moet
overgaan voordat de oproep wordt doorgeschakeld.
Indien buiten bereik — Oproepen doorschakelen als het
apparaat is uitgeschakeld of geen netwerkbereik heeft.
Indien niet beschikbaar — Oproepen doorschakelen
tijdens een actieve oproep, als de oproep niet wordt
beantwoord, als het apparaat is uitgeschakeld of als er
geen netwerkbereik is.
Als u oproepen wilt doorschakelen naar uw voicemailbox,
selecteert u een type oproep, een optie voor doorschakelen
en vervolgens Opties > Activeren > Naar voicemailbox.
Als u oproepen wilt doorschakelen naar een ander
telefoonnummer, selecteert u een type oproep, een optie
voor doorschakelen en vervolgens Opties > Activeren >
Naar ander nummer. Voer het nummer in of selecteer
Zoeken om een nummer op te halen dat is opgeslagen in
Contacten.
Als u de huidige doorschakelstatus wilt bekijken, gaat u naar
de optie doorschakelen en selecteert u Opties > Controleer
status.
Als u niet langer wilt dat oproepen worden doorgeschakeld,
navigeert u naar de optie doorschakelen en selecteert u
Opties > Uitschakelen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 27
Oproepfuncties
Oproepen blokkeren
Selecteer > Instellingen > Instellingen en
Telefoon > Oproepen blokk..
U kunt de oproepen die gemaakt of ontvangen kunnen
worden met het apparaat blokkeren (netwerkdienst). Als u
de instellingen wilt wijzigen, hebt u het
blokkeringswachtwoord van uw serviceprovider nodig.
Oproepblokkering heeft effect op alle oproepsoorten.
Om oproepen te blokkeren, kunt u de volgende opties
selecteren:
Uitgaande oproepen — Spraakoproepen met het
apparaat voorkomen.
Inkomende oproepen Inkomende oproepen
voorkomen.
Internationale oproepen — Oproepen blokkeren naar
het buitenland.
Inkomende oproepen bij roaming Inkomende
oproepen blokkeren van buiten het thuisland.
Internationaal behalve naar eigen land — Oproepen
blokkeren naar het buitenland, maar oproepen naar het
thuisland toestaan.
Als u de blokkeringsstatus van spraakoproepen wilt bekijken,
selecteert u de blokkeringsoptie en Opties > Status
controleren.
Als u alle blokkeringen van spraakoproepen wilt deactiveren,
selecteert u een blokkeringsoptie en Opties > Alle blokk.
uitschakelen.
Als u het wachtwoord voor het blokkeren van spraak- en
faxoproepen wilt wijzigen, selecteert u Opties > Blokk.
wachtwrd. wzgn. Voer de huidige code in, gevolgd door
tweemaal de nieuwe code. Het blokkeringswachtwoord
moet uit vier cijfers bestaan. Neem voor meer informatie
contact op met uw serviceprovider.
Netwerkinstellingen
Selecteer > Instellingen > Instellingen en
Telefoon > Netwerk.
Selecteer Netwerkmodus en Dual mode, UMTS of GSM om
de netwerkmodus te selecteren. In de Dual mode schakelt het
apparaat automatisch over tussen netwerken.
Tip: Als u UMTS selecteert, verloopt de
gegevensoverdracht sneller, maar gaat dit wel ten
koste van extra batterijcapaciteit, zodat batterij
minder lang meegaat. Als u in een gebied met GSM- en
UMTS-netwerken Dual mode selecteert, kan het
gebeuren dat voortdurend tussen beide netwerken
wordt gewisseld, wat ook ten koste van de
batterijcapaciteit gaat.
Selecteer Operatorselectie als u de operator wilt selecteren
en Handmatig om te kiezen uit beschikbare netwerken of
Automatisch om handmatig het apparaat in te stellen voor
het automatisch selecteren van het netwerk.
Als u het apparaat zodanig wilt instellen dat wordt
aangegeven wanneer het wordt gebruikt in een MCN (Micro
Cellular Network), selecteert u Weergave info dienst >
Aan.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 28
Video delen
Vereisten voor het delen van video
Voor het delen van video is een 3G-verbinding vereist. Neem
contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over
de dienst, de beschikbaarheid van het 3G-netwerk en de
kosten die aan het gebruik van deze dienst zijn verbonden.
Als u video wilt delen, moet u het volgende doen:
Controleer of het apparaat is ingesteld voor verbindingen
van persoon tot persoon.
Zorg ervoor dat u een actieve 3G-verbinding hebt en dat u
zich binnen het dekkingsgebied van het 3G-netwerk
bevindt. Als u tijdens het delen van video het
dekkingsgebied van het 3G-netwerk verlaat, wordt het
delen van video gestopt, maar blijft de spraakoproep
actief.
Zorg ervoor dat zowel de afzender als de ontvanger bij het
3G-netwerk zijn geregistreerd. Als u iemand uitnodigt
voor het delen van video, maar het apparaat van de
ontvanger zi
netwerk bev
ch niet in het dekkingsgebied van het 3G-
indt, de optie voor het delen van video niet is
geïnstalleerd op diens apparaat of de verbindingen van
persoon tot persoon niet zijn ingesteld, krijgt de
ontvanger geen uitnodigingen. U krijgt een foutbericht
waarin wordt aangegeven dat de ontvanger de
uitnodiging niet kan accepteren.
Live videobeelden en videoclips delen
Selecteer Opties > Video delen tijdens een actieve
spraakoproep.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Oproepfuncties
1. Selecteer Live video als u tijdens de oproep live video's
wilt delen.
Selecteer Videoclip en de gewenste videoclip als u een
videoclip wilt delen.
Mogelijk moet u de videoclip converteren naar een
geschikte indeling om deze te kunnen delen. Als u bericht
ontvangt van uw apparaat dat de videoclip moet worden
geconverteerd, selecteert u OK. Uw apparaat moet over
een video-editor beschikken om de conversie te kunnen
uitvoeren.
2. Als er meerdere SIP-adressen of telefoonnummers van de
ontvanger in de lijst me4t contacten zijn opgeslagen,
inclusief de landcode, selecteert u het gewenste adres of
nummer. Als het SIP-adres of telefoonnummer van de
ontvanger niet beschikbaar is, voert u het adres of het
nummer van de ontvanger inclusief landcode in en
selecteert u OK om de uitnodiging te verzenden. De
uitnodiging wordt door uw apparaat naar het SIP-adres
verzonden.
Het delen begint automatisch wanneer de ontvanger de
uitnodiging accepteert.
Opties tijdens het delen van video's
Hiermee zoomt u in en uit op de video (alleen
beschikbaar voor de persoon die de beelden verzendt).
Hiermee past u de helderheid aan (alleen beschikbaar
voor de persoon die de beelden verzendt).
of Hiermee dempt u de microfoon of heft u de
demping op.
29
Muziek
of Hiermee schakelt u de luidspreker in en uit.
of Hiermee onderbreekt of hervat u het delen van
video.
Hiermee schakelt u over naar de modus Volledig
scherm (alleen beschikbaar voor de ontvanger).
3. Selecteer Stoppen als u de deelsessie wilt beëindigen.
Druk op de beëindigingtoets als u de video-oproep wilt
beëindigen. Wanneer u het gesprek beëindigt, wordt ook
het delen van de video beëindigd.
Als u de live video die u hebt gedeeld, wilt opslaan, selecteert
u Ja wanneer u hierom wordt gevraagd. Het apparaat geeft
5. Muziek
U kunt ook naar muziek en podcast-episodes luisteren
wanneer het profiel Offline is geactiveerd.
Zie 'Het profiel
Offline', p. 15.
Muziekspeler
Selecteer > Toepassngn > Muziekspeler.
Met de Muziekspeler kunt u muziekbestanden afspelen en
afspeellijsten maken en beluisteren. Muziekspeler
ondersteunt bestandsindelingen zoals MP3 en AAC.
Een liedje of een podcast-episode afspelen
Als u alle beschikbare muzieknummers en podcasts aan de
muziekbibliotheek wilt toevoegen, selecteert u Opties >
Biblioth. vernieuwen.
de geheugenlocatie van de opgeslagen video aan. Als u de
voorgestelde geheugenlocatie wilt definiëren, selecteert u
> Instellingen > Instellingen en Verbinding >
Video delen > Voork.geh. voor opslaan.
Als u andere toepassingen gebruikt tijdens het delen van een
videoclip, wordt de deelsessie onderbroken. Selecteer
Opties > Doorgaan op het startscherm als u wilt terugkeren
naar de weergave voor het delen van video's om verder te
gaan met de deelsessie.
Als u een muzieknummer of podcast-episode wilt afspelen,
selecteert u de gewenste categorie en het muzieknummer of
de podcast-episode.
Als u het afspelen wilt onderbreken, drukt u op de
bladertoets; als u het wilt hervatten, drukt u nogmaals op de
bladertoets. Als u het afspelen wilt beëindigen, gaat u
omlaag.
Als u snel vooruit of achteruit wilt spoelen, drukt u de
bladertoets naar rechts of links in en houdt u de toets
ingedrukt.
Als u naar het volgende item wilt, bladert u naar rechts. Als
u weer naar het begin van het item wilt, gaat u naar links. Als
u naar het vorige item wilt, moet u naar links gaan binnen 2
seconden na het begin van het muzieknummer of de podcast.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 30
Als u de toon van de afgespeelde muziek wilt aanpassen,
selecteert u Opties > Equalizer.
Als u de balans en het stereobeeld wilt wijzigen of de bassen
wilt versterken, selecteert u Opties > Audio-instellingen.
Selecteer Opties > Visualisatie weergeven als u tijdens
het afspelen een visualisatie wilt weergeven.
Als u terug wilt naar het startscherm terwijl de muziekspeler
op de achtergrond blijft spelen, drukt u op eindtoets.
Say and Play
Start met het afspelen van muziek die u wilt horen door
bijvoorbeeld de naam van de artiest te noemen.
Muziek afspelen
1. Houd de toets * ingedrukt om de toepassing Say and Play
te openen.
2. Als u Say and Play voor het eerst gebruikt, of als u net
nieuwe liedjes naar het apparaat hebt gedownload,
selecteert u Opties > Vernieuwen om de
spraakopdrachten bij te werken.
3. Wanneer er een geluidssignaal klinkt, zegt u de naam van
een artiest, de naam van een artiest en de titel van de
track, de titel van het album of de titel van de afspeellijst.
Houd het apparaat ongeveer 20 cm van uw mond en
spreek met een gelijkmatig volume. Bedek de microfoon
van het apparaat niet met uw hand.
De spraakopdrachten zijn gebaseerd op de metagegevens
(naam van de artiest en titel van de track) van de tracks in
het apparaat. Er worden twee gesproken talen ondersteund:
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Muziek
Engels en de taal die u hebt gekozen als de taal van het
apparaat. De geschreven taal van de trackmetagegevens
moet overeenkomen met het Engels of met de taal die u voor
het apparaat hebt gekozen.
door
Tip: U kunt de toepassing Say and Play ook openen
> Toepassngn > Muziek zkn te selecteren.
Tip: Om de zoeknauwkeurigheid te vergroten, moet u
spraakopdrachten voor bellen gebruiken. De
spraaklabels worden aangepast aan uw stem; dit
wordt ook gebruikt voor het zoeken naar muziek.
Muziek overdragen vanaf de computer
1. Controleer of er een compatible geheugenkaart in het
apparaat is geplaatst.
2. Sluit uw apparaat aan de pc aan via een Bluetooth-
verbinding of een compatibele USB-gegevenskabel. Als u
een USB-gegevenskabel gebruikt, moet u deze eerst aan
uw apparaat aansluiten en vervolgens aan de computer.
3. Als u een USB-gegevenskabel gebruikt, selecteert u
Mediaoverdracht als verbindingsmodus.
Als u Mediaoverdracht selecteert als verbindingsmodus,
kunt u Windows Media Player gebruiken om muziek te
synchroniseren tussen het apparaat en de pc.
FM-radio
Naar de radio luisteren
Selecteer > Toepassngn > Radio.
31
Positionering
De kwaliteit van de radio-uitzending is afhankelijk van
dekking van het radiostation in het gebied.
U kunt iemand bellen of een inkomende oproep normaal
beantwoorden terwijl u naar de radio luistert. De radio wordt
gedempt tijdens actieve oproepen.
Houd de bladertoets naar links of naar rechts ingedrukt om
het zoeken naar zenders te starten.
Als u in uw apparaat radiozenders hebt opgeslagen, drukt u
kort op de bladertoets naar links of naar rechts om naar de
volgende of vorige opgeslagen zender te gaan.
Druk de bladertoets omhoog of omlaag om het volume aan
te passen.
Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
6. Positionering
Informatie over GPS
Het GPS-systeem (Global Positioning System) valt onder het
beheer van de regering van de Verenigde Staten, die als enige
verantwoordelijk is voor de nauwkeurigheid en het
onderhoud van het systeem. De accuratesse van de
locatiegegevens kan negatief worden beïnvloed door
wijzigingen door de regering van de Verenigde Staten met
betrekking tot de GPS-satellieten en is onderhevig aan
veranderingen in het GPS-beleid van het ministerie van
defensie van de Verenigde Staten voor civiele doeleinden en
wijzigingen in het Federal Radio Navigation Plan. De
accuratesse kan ook negatief worden beïnvloed door een
Zender opslaan — Hiermee slaat u de zender waarop u
momenteel hebt afgestemd, op in uw lijst met zenders.
Zenders — Hiermee opent u de lijst met opgeslagen
zenders.
Zenderoverzicht — Hiermee geeft u beschikbare zenders
weer op basis van hun locatie (netwerkdienst).
Handmatig afstemmen — Hiermee wijzigt u handmatig
de frequentie.
Luidspreker aan — Hiermee luistert u naar de radio via
de luidspreker.
Afsp. in achtergrond — Hiermee gaat u terug naar het
startscherm terwijl u op de achtergrond naar de FM-radio
blijft luisteren.
gebrekkige satellietconfiguratie. De beschikbaarheid en
kwaliteit van GPS-signalen kunnen negatief worden
beïnvloed door uw positie, gebouwen, natuurlijke obstakels
en weersomstandigheden. GPS-signalen zijn in gebouwen of
onder de grond mogelijk niet beschikbaar en kunnen worden
gehinderd door materialen zoals beton en metaal.
GPS moet niet worden gebruikt voor exacte plaatsbepaling
en u moet nooit uitsluitend op de locatiegegevens van de
GPS-ontvanger vertrouwen voor plaatsbepaling of navigatie.
De tripmeter heeft een beperkte nauwkeurigheid en er
kunnen afrondingsfouten voorkomen. De nauwkeurigheid
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 32
kan ook worden beïnvloed door de beschikbaarheid en de
kwaliteit van GPS-signalen.
De coördinaten van het GPS worden uitgedrukt in het
internationale WGS-84-systeem voor coördinaten. De
beschikbaarheid van de coördinaten kan per regio
verschillen.
A-GPS (Assisted GPS)
Uw apparaat ondersteunt ook A-GPS (Assisted GPS).
Voor A-GPS is netwerkondersteuning vereist.
Assisted-GPS (A-GPS) wordt gebruikt voor het verkrijgen van
aanvullende gegevens via een pakketgegevensverbinding,
zodat u gemakkelijker de coördinaten van uw huidige locatie
kunt berekenen wanneer het apparaat signalen ontvangt van
satellieten.
Wanneer u A-GPS activeert, ontvangt uw apparaat via het
mobiele netwerk nuttige satellietgegevens van een
hulpgegevensserver. Met behulp van deze hulpgegevens kan
de GPS-positie sneller worden gedetecteerd in het apparaat.
Uw apparaat is standaard geconfigureerd voor gebruik van
de Nokia A-GPS-dienst, als er geen A-GPS-instellingen voor
een specifieke serviceprovider voorhanden zijn. De
hulpgegevens worden alleen van de server van de Nokia A-
GPS-dienst opgehaald wanneer dat nodig is.
Als u de dienst A-GPS wilt uitschakelen, selecteert u
>
Instellingen > Connect. > GPS-gegevens en Opties
>
Instell. positiebepaling > Methoden pos.bepaling >
Assisted GPS > Opties > Uitschakelen.
Positionering
U moet op uw apparaat een internettoegangspunt definiëren
als u via een gegevensverbinding hulpgegevens van de Nokia
A-GPS-dienst wilt ophalen. Het toegangspunt voor A-GPS kan
worden gedefinieerd in positiebepalingsinstellingen. Er kan
alleen internettoegangspunt voor een gegevensverbinding
worden gebruikt. U wordt gevraagd het
internettoegangspunt te selecteren wanneer u GPS voor het
eerst gebruikt.
Kaarten
Selecteer > Kaarten.
Met Kaarten kunt u uw huidige locatie op de kaart
weergeven, over kaarten schuiven naar verschillende steden
en landen, zoeken naar adressen en interessante plaatsen. U
kunt ook routes plannen en aanwijzigen ontvangen bij
routebeschrijvingen voor auto's en voetgangers. Als u uw
favoriete locaties en routes opslaat in uw Nokia-account kunt
u deze structureren door verzamelingen aan te leggen en
kunt u de items die u op het mobiele apparaat hebt
opgeslagen, synchroniseren met de internetdienst van Ovi
Kaarten.
U kunt ook informatie bekijken over het weer, het verkeer,
gebeurtenissen, reizen of andere details over locaties, mits
die voor uw land of regio beschikbaar zijn.
Wanneer u Kaarten de eerste keer gebruikt, moet u mogelijk
een internettoegangspunt selecteren voor het downloaden
van kaarten.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 33
Positionering
Wanneer u een actieve gegevensverbinding hebt en over de
kaart op het scherm schuift, wordt automatisch een nieuwe
kaart gedownload als u naar een gebied schuift dat buiten
de al gedownloade kaarten valt. U kunt ook de software
Nokia Map Loader gebruiken om kaarten te downloaden. Ga
voor het installeren van Nokia Map Loader op een
compatibele pc naar www.nokia.com/maps.
Opmerking: Het downloaden van content zoals
kaarten, satellietbeelden, spraakbestanden, gidsen of
verkeersinformatie gaat meestal gepaard met de overdracht
van grote hoeveelheden gegevens (netwerkdienst).
Tip: Als u kosten van gegevensoverdracht wilt
vermijden, kunt u Kaarten ook gebruiken zonder
internetverbinding: u bladert door de kaarten die zijn
opgeslagen op uw apparaat of geheugenkaart, mits
beschikbaar. Als u Kaarten gebruikt zonder
internetverbinding, zijn sommige diensten niet
beschikbaar.
Bijna alle digitale cartografie is niet helemaal accuraat en
volledig. Vertrouw nooit uitsluitend op de cartografie die u
voor dit apparaat hebt gedownload.
Content zoals satellietbeelden, gidsen, informatie over weer
en verkeer en verwante diensten worden onafhankelijk van
Nokia door derden aangeleverd. Deze content kan
onjuistheden of omissies bevatten en is mogelijk niet altijd
beschikbaar. Vertrouw nooit uitsluitend en volledig op deze
content en diensten.
Ga voor meer informatie over de toepassing Kaarten op het
apparaat, naar www.nokia.com/support.
Plaatsen
U kunt Plaatsen gebruiken om de positiegegevens van
specifieke locaties in het toestel op te slaan. U kunt de
opgeslagen locaties onderverdelen in verschillende
categorieën, zoals bedrijf, en andere informatie hieraan
toevoegen, zoals adressen. U kunt uw opgeslagen plaatsen
gebruiken in compatibele toepassingen
, zoals GPS-gegevens.
Selecteer
> Toepassngn > Plaatsen.
De coördinaten in de GPS worden uitgedrukt in het
internationale coördinatensysteem WGS-84.
Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
Nieuwe plaats — Hiermee maakt u een nieuwe plaats.
Als u een positieaanvraag wilt doen voor uw huidige
locatie, selecteert u Huidige positie. Als u de locatie vanaf
de kaart wilt selecteren, selecteert u Selecteren op
kaart. Als u de positiegegevens handmatig in wilt voeren,
selecteert u Handmatig opgeven.
Bewerken — Hiermmee voegt u informatie (zoals een
adres) toe aan een opgeslagen plaats of bewerkt u deze.
Toevoegen aan categorie — Hiermee voegt u een plaats
toe aan een categorie in Plaatsen. Selecteer elke categorie
waaraan u de plaatsbepaling wilt toevoegen.
Verzenden — Hiermee verzendt u een of meerdere
plaatsen naar een compatibel apparaat. De plaatsen die u
hebt ontvangen worden opgeslagen in de map Inbox van
Berichten.
U kunt uw plaatsen onderverdelen in vooraf ingestelde
categorieën en u kunt nieuwe categorieën maken. U kunt
nieuwe categorieën voor plaatsen bewerken en maken door
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 34
het tabblad Categorieën te openen en Opties >
Categorieën bewerken te selecteren.
GPS-gegevens
Route-instructies
Selecteer > Instellingen > Connect. > GPS-
gegevens
en Navigatie.
Start de route-instructies buiten. Als u dit binnen doet,
ontvangt de GPS-ontvanger mogelijk niet de benodigde
informatie van de satellieten.
Bij route-instructies wordt een roterend kompas in het
scherm van het apparaat gebruikt. Een rode bal geeft de
richting van de bestemming aan en de gemiddelde afstand
tot deze bestemming wordt in de kompasring weergegeven.
Route-instructies zijn bedoeld om u de snelste en de kortste
weg naar uw bestemming te tonen, gemeten in een rechte
lijn. Obstakels onderweg, zoals gebouwen en natuurlijke
obstakels, worden genegeerd. Bij het berekenen van de
afstand worden hoogteverschillen buiten beschouwing
gelaten. Route-instructies zijn alleen actief wanneer u in
beweging bent.
U kunt de bestemming van uw reis instellen door Opties >
Bestemming instellen te selecteren. Kies vervolgens een
plaats als bestemming van uw reis of voer de coördinaten
voor de lengte- en breedtegraad in.
Als u de ingestelde reisbestemming wilt verwijderen,
selecteert u Navigatie stoppen.
Positionering
Positiegegevens ophalen
Selecteer > Instellingen > Connect. > GPS-
gegevens en Positie.
In de positieweergave kunt u de positiegegevens van uw
huidige locatie bekijken. U ziet ook een schatting van de
juistheid van de locatie.
U kunt uw huidige locatie opslaan als plaats door Opties >
Positie opslaan te selecteren. Plaatsen zijn opgeslagen
locaties met extra informatie en kunnen worden gebruikt in
andere compatibele toepassingen en kunnen worden
uitgewisseld tussen compatibele apparaten.
Tripmeter
Selecteer > Instellingen > Connect. > GPS-
gegevens en Tripafstand.
De tripmeter heeft een beperkte nauwkeurigheid en er
kunnen afrondingsfouten voorkomen. De nauwkeurigheid
kan ook worden beïnvloed door de beschikbaarheid en de
kwaliteit van GPS-signalen.
Selecteer Opties > Starten of Stoppen om de berekening
van de afgelegde afstand in of uit te schakelen. De berekende
waarden blijven op het scherm staan. Gebruik deze functie in
de openlucht voor een beter GPS-signaal.
Selecteer Opties > Herstellen om de reisafstand, de tijd, de
gemiddelde snelheid en maximumsnelheid in te stellen op
nul, en een nieuwe berekening te starten. U kunt de reismeter
en de totale tijd op nul zetten door Opnieuw starten te
selecteren.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 35
Tekst invoeren
7. Tekst invoeren
Traditionele tekstinvoer
geeft de traditionele tekstinvoer aan.
geven aan of er kleine letters of hoofdletters
zin met een hoofdletter en de andere letters automatisch met
en
worden gebruikt.
geeft aan dat de eerste letter van de
kleine letters geschreven worden.
geeft de cijfermodus
aan.
Als u tekst met het toetsenblok wilt invoeren, druk u
herhaaldelijk op een cijfertoets, 2-9, totdat het gewenste
letterteken wordt weergegeven. Er zijn meer tekens
beschikbaar voor een cijfertoets dan er op de toets afgedrukt
zijn. Als de volgende letter op dezelfde toets staat als de
huidige toets, moet u even wachten totdat de cursor weer in
beeld staat. Voer daarna de letter in.
Als u een cijfer wilt invoegen, houdt u de cijfertoets
ingedrukt.
Als u wilt wisselen tussen kleine letters en hoofdletters en
verschillende modi, drukt u op #.
Als u een teken wilt wissen, drukt u op de wistoets. Houd de
wistoets ingedrukt om meer dan één teken te wissen.
Voor het invoeren van de meest gebruikelijke leestekens,
drukt u herhaaldelijk op 1 totdat het gewenste leesteken
wordt weergegeven.
Houd * ingedrukt om speciale tekens toe te voegen.
Druk op 0 om een spatie in te voegen. Druk driemaal op 0 om
een witregel in te voegen.
Tekstvoorspelling
1. Druk tweemaal snel op # als u tekstvoorspelling wilt
activeren of deactiveren. Zo activeert of deactiveert u
tekstvoorspelling voor alle editors in het apparaat.
geeft aan dat tekstvoorspelling is geactiveerd.
2. Druk op de toetsen 2-9 om het gewenste woord te
schrijven. Druk voor elke letter eenmaal op elke toets.
3. Als u het woord volledig hebt ingevoerd en het klopt,
drukt u de bladertoets naar rechts om dit te bevestigen
of drukt u op 0 om een spatie toe te voegen.
Als het woord niet klopt, drukt u meermaals op * om de
overeenkomende woorden uit het woordenboek weer te
geven.
Als het teken ? wordt weergegeven na het woord, staat
het woord dat u wilde schrijven niet in het woordenboek.
Als u een woord wilt toevoegen aan de woordenlijst,
selecteert u Spellen. Vervolgens voert u het woord in
(maximaal 32 letters) via de traditionele
tekstinvoermethode en selecteert u OK. Het woord wordt
aan de woordenlijst toegevoegd. Als de woordenlijst vol
is, wordt het oudste toegevoegde woord vervangen door
het nieuwe woord.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 36
Schrijf het eerste deel van een samengesteld woord; ga naar
rechts om het te bevestigen. Schrijf het tweede deel van het
samengestelde woord. Als u het samengestelde woord wilt
voltooien, drukt u op 0 om een spatie toe te voegen.
De invoertaal wijzigen
Bij het schrijven van een tekst, kunt u de schrijftaal wijzigen.
Als u bijvoorbeeld 6 keer op een toets moet drukken voor een
bepaalde karakter, dan kunt u de schrijftaal wijzigen
waardoor u in een andere volgorde toegang krijgt tot de
karakters.
Als u een tekst schrijft met een niet-Latijns alfabet en u wilt
Latijnse karakters gebruiken, bijvoorbeeld in een e-mail- of
internetadres, dan moet u wellicht de schrijftaal wijzigen. Als
u de schrijftaal wilt wijzigen, selecteert u Opties >
Invoeropties > Invoertaal en een schrijftaal die Latijnse
karakters gebruikt.
8. Berichten
Alleen apparaten met compatibele functies kunnen
multimediaberichten ontvangen en weergeven. De
weergave van een bericht kan verschillen afhankelijk van het
ontvangende apparaat.
Berichten, hoofdweergave
Druk op en selecteer Berichten (netwerkdienst).
Selecteer Nieuw bericht als u een nieuw bericht wilt maken.
Berichten
Tekst kopiëren en verwijderen
1. Houd # ingedrukt en scroll tegelijkertijd naar links of naar
rechts om letters en woorden te selecteren. Houd #
ingedrukt en scroll tegelijkertijd omhoog of omlaag om
regels tekst te selecteren.
2. Als u de tekst wilt kopiëren, houdt u # ingedrukt en
selecteert u tegelijkertijd Kopiëren.
Als u de geselecteerde tekst wilt verwijderen, drukt u op
de wistoets C.
3. Als u de tekst wilt plakken, gaat u naar de gewenste plek,
houdt u # ingedrukt en selecteert u tegelijkertijd
Plakken.
Berichten bevat de volgende mappen:
Inbox — Deze map bevat ontvangen berichten,
behalve e-mails en infodienstberichten.
Mijn mappen — Hierin kunt u berichten
onderbrengen.
Tip: Met de teksten in de map Sjablonen in Mijn
mappen voorkomt u dat u dezelfde tekst steeds
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 37
Berichten
opnieuw moet typen. U kunt ook uw eigen sjablonen
maken en opslaan.
Nieuwe mailbox — Maak verbinding met de externe
mailbox om nieuwe e-mails op te halen of eerder
opgehaalde e-mai
ls offline te bekijken.
Ontwerpen — Deze map bevat conceptberichten die
nog niet zijn verzonden.
Verzonden — Deze map bevat de laatste verzonden
berichten, behalve berichten die zijn verzonden via
Bluetooth-connectiviteit. U kunt het aantal berichten
wijzigen dat in deze map wordt opgeslagen.
Outbox — Berichten die moeten worden verzonden,
worden in de map Outbox geplaatst als het apparaat zich
buiten het dekkingsgebied van het netwerk bevindt.
Rapporten — U kunt bij het netwerk een
leveringsrapport aanvragen voor de SMS-berichten en
multimediaberichten die u hebt verzonden
(netwerkdienst).
Selecteer Opties > Dienstopdrachten in hoofdweergave
van Berichten als u dienstopdrachten (ook wel USSD-
opdrachten genoemd), zoals activeringsopdrachten voor
netwerkdiensten, wilt invoeren en verzenden naar de
aanbieder.
Met Infodienst (netwerkdienst) kunt u berichten ontvangen
over verschillende onderwerpen, zoals het weer of het
verkeer. Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbare
items en hun nummers. Ga naar de hoofdweergave van
Berichten en selecteer Opties > Infodienst.
U kunt geen infodienstberichten ontvangen in een UMTS-
netwerk. Ook bij een packet-gegevensverbinding kunt u
mogelijk geen infodienstberichten ontvangen.
Tekst invoeren
Het apparaat ondersteunt traditionele tekstinvoer en
tekstvoorspelling. Met tekstvoorspelling kunt u iedere letter
invoeren door slechts eenmaal op de betreffende toets
drukken. Tekstvoorspelling is gebaseerd op een ingebouwde
woordenlijst die u zelf kunt uitbreiden.
Wanneer u tekst invoert, geeft
aan dat u traditionele
tekstinvoer gebruikt en
dat u tekstvoorspelling
gebruikt.
Traditionele tekstinvoer
Druk herhaaldelijk op een cijfertoets (19) totdat het
gewenste teken verschijnt. Er zijn meer tekens beschikbaar
voor een cijfertoets dan er op de toets staan afgebeeld.
Als de volgende letter zich op dezelfde toets bevindt als de
huidige letter, wacht u totdat de cursor verschijnt (of drukt u
de bladertoets naar rechts om de time-outperiode te
beëindigen) en typt u de letter.
Voor een spatie drukt u op 0. Als u de cursor op een nieuwe
regel wilt plaatsen, drukt u driemaal op 0.
Tekstvoorspelling
1. Druk tweemaal snel op # als u tekstvoorspelling wilt
activeren of deactiveren. Zo activeert of deactiveert u
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 38
tekstvoorspelling voor alle editors in het apparaat.
geeft aan dat tekstvoorspelling is geactiveerd.
2. Druk op de toetsen 2-9 om het gewenste woord te
schrijven. Druk voor elke letter eenmaal op elke toets.
3. Als u het woord volledig hebt ingevoerd en het klopt,
drukt u de bladertoets naar rechts om dit te bevestigen
of drukt u op 0 om een spatie toe te voegen.
Als het woord niet klopt, drukt u meermaals op * om de
overeenkomende woorden uit het woordenboek weer te
geven.
Als het teken ? wordt weergegeven na het woord, staat
het woord dat u wilde schrijven niet in het woordenboek.
Als u een woord wilt toevoegen aan de woordenlijst,
selecteert u Spellen. Vervolgens voert u het woord in
(maximaal 32 letters) via de traditionele
tekstinvoermethode en selecteert u OK. Het woord wordt
aan de woordenlijst toegevoegd. Als de woordenlijst vol
is, wordt het oudste toegevoegde woord vervangen door
het nieuwe woord.
Schrijf het eerste deel van een samengesteld woord; ga naar
rechts om het te bevestigen. Schrijf het tweede deel van het
samengestelde woord. Als u het samengestelde woord wilt
voltooien, drukt u op 0 om een spatie toe te voegen.
Tips voor tekstinvoer
Houd de toets met het gewenste cijfer ingedrukt als u in de
lettermodus een cijfer wilt invoegen.
Druk op # als u wilt schakelen tussen de verschillende
tekenmodi.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Berichten
Als u een teken wilt verwijderen, drukt u op C. Als u meerdere
tekens wilt verwijderen, houdt u C ingedrukt.
De meest gebruikte leestekens zijn beschikbaar onder 1. Als
u ze een voor een wilt doorlopen, drukt u bij de gewone
tekstinvoer herhaaldelijk op 1. Als u invoer met
tekstvoorspelling gebruikt, drukt u op 1 en vervolgens
herhaaldelijk op *.
Als u een lijst met speciale tekens wilt openen, houdt u *
ingedrukt.
Tip: Als u verschillende speciale tekens in de lijst met
speciale tekens wilt selecteren, drukt u na elk
gemarkeerd teken op 5.
De invoertaal wijzigen
Wanneer u tekst schrijft, kunt u de invoertaal wijzigen. Als u
bijvoorbeeld tekst schrijft in een niet-Latijns alfabet en u
Latijnse tekens wilt invoeren, zoals een internet- of e-
mailadres, moet u de invoertaal wijzigen.
Als u de invoertaal wilt wijzigen, selecteert u Opties >
Invoertaal en een invoertaal met Latijnse tekens.
Nadat u de invoertaal hebt gewijzigd en bijvoorbeeld
herhaaldelijk op 6 drukt om een speciaal teken te selecteren,
krijgt u in de gewijzigde invoertaal toegang tot deze tekens
in een andere volgorde.
Tekst en lijsten bewerken
Houd # ingedrukt en druk de bladertoets naar links of rechts
als u tekst wilt selecteren om deze te kopiëren en plakken.
Houd # ingedrukt en selecteer Kopiëren als u de tekst naar
39
Berichten
het klembord wilt kopiëren. Houd # ingedrukt en selecteer
Plakken als u de tekst in een document wilt invoegen.
Als u een item in een lijst wilt markeren, bladert u naar het
item en drukt op #.
Houd # ingedrukt en druk de bladertoets omhoog of omlaag
om meerdere items in een lijst te markeren. Stop met
bladeren en laat # los als u de selectie wilt beëindigen.
Berichten invoeren en verzenden
Selecteer > Berichten.
Voordat u een multimediabericht of e-mail kunt maken, moet
de verbinding juist zijn ingesteld.
Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten
beperken. Als de omvang van de ingevoegde afbeelding de
limiet overschrijdt, kan de afbeelding door het apparaat
worden verkleind zodat deze via MMS kan worden verzonden.
Informeer bij uw provider naar de maximale grootte van e-
mailberichten. Als u probeert om een e-mailbericht te
verzenden dat de toegestane grootte van de e-mailserver
overschrijdt, blijft het bericht in de map Outbox staan en
probeert het apparaat geregeld om het opnieuw te
verzenden. Voor het verzenden van e-mail is een
gegevensverbinding vereist en bij herhaalde pogingen om e-
mail te verzenden kan uw telefoonrekening oplopen. In de
map Outbox kunt u een dergelijk bericht verwijderen of
verplaatsen naar de map Concepten.
1. Selecteer Nieuw bericht > Bericht om een SMS- of
multimediabericht (MMS) te verzenden, Audiobericht om
een multimediabericht met één geluidsclip te verzenden,
of E-mail om een e-mailbericht te verzenden.
2. Druk in het veld Aan op de bladertoets als u ontvangers
of groepen wilt selecteren uit de lijst met contacten of
voer het telefoonnummer of e-mailadres van de
ontvanger in. Druk op * om een puntkomma (;) toe te
voegen als scheidingsteken tussen de ontvangers.
3. Voer in het veld Onderwerp het onderwerp van het e-
mailbericht in. Selecteer Opties > Velden
berichtheader om op te geven welke velden zichtbaar
moeten zijn.
4. Schrijf het bericht in het berichtveld. Als u een sjabloon of
notitie wilt invoegen, selecteert u Opties > Invoegen >
Tekst invoegen > Sjabloon of Notitie.
5. Als u een media-object aan een multimediabericht (MMS)
wilt toevoegen, selecteert u Opties > Inhoud
invoegen, het objecttype of de bron en het gewenste
object. Als u een visitekaartje, dia, notitie of ander
bestand aan het bericht wilt toevoegen, selecteert u
Opties > Inhoud invoegen > Andere invoegen.
6. Selecteer Opties > Inhoud invoegen > Afbeelding
invoegen > Nieuw, Videoclip invoegen > Nieuw of
Geluidsclip invoegen > Nieuw als u een foto wilt
maken of een videoclip of geluidsclip wilt opnemen voor
een multimediabericht.
7. Selecteer Opties en het type bijlage als u een bijlage wilt
toevoegen aan een e-mailbericht. E-mailbijlagen worden
aangeduid met
.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 40
8. Selecteer Opties > Verzenden of druk op de beltoets om
het bericht te verzenden.
Opmerking: Als het pictogram of de tekst Bericht
verzonden op het beeldscherm van het apparaat verschijnt,
betekent dit niet dat het bericht op de bedoelde bestemming
is aangekomen.
Het apparaat ondersteunt tekstberichten die langer zijn dan
de limiet voor één bericht. Langere berichten worden
verzonden als twee of meer berichten. Uw serviceprovider
kan hiervoor de desbetreffende kosten in rekening brengen.
Tekens met accenten, andere symbolen en sommige
taalopties nemen meer ruimte in beslag, waardoor het aantal
tekens dat in één bericht kan worden verzonden, wordt
beperkt.
U kunt videoclips mogelijk niet verzenden als deze zijn
opgeslagen in de MP4-indeling of groter zijn dan de limiet
voor multimediaberichten van het draadloze netwerk.
Tip:
comb
U kunt afbeeldingen, video, geluid en tekst
ineren in een presentatie en deze in een
multimediabericht verzenden. Maak eerst een
multimediabericht en selecteer vervolgens Opties >
Invoegen > Presentatie invoegen. De optie wordt
alleen weergegeven als MMS-aanmaakmodus is
ingesteld op Met begeleiding of Vrij.
Inbox met ontvangen berichten
Berichten ontvangen
Selecteer > Berichten en Inbox.
Berichten
In de map Inbox vewijst naar een ongelezen SMS-bericht,
naar een ongelezen multimediabericht, naar een
ongelezen audiobericht en
naar gegevens ontvangen via
Bluetooth-verbindingen.
Wanneer u een bericht ontvangt, worden
en 1 nieuw
bericht op het startscherm weergegeven. Selecteer
Weergeven om het bericht te openen. U opent een bericht
in de map Inbox door het bericht te selecteren. Selecteer
Opties > Beantwoorden om een ontvangen bericht te
beantwoorden.
Multimediaberichten
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van
berichten. Berichten kunnen schadelijke software bevatten
of anderszins schadelijk zijn voor het apparaat of de pc.
U kunt een melding ontvangen dat u een multimediabericht
kunt ophalen in de multimediaberichtencentrale. Selecteer
Opties > Ophalen als u een packet-gegevensverbinding
wilt starten om een bericht op het apparaat ontvangen.
Als u een multimediabericht opent (
), kunt u tegelijkertijd
een afbeelding bekijken en een bericht lezen.
geeft aan
dat het bericht geluid bevat en
geeft aan dat het bericht
video bevat. Selecteer het symbool als u het geluid of de video
wilt afspelen.
Selecteer Opties > Objecten als u de mediaobjecten wilt
bekijken die in het multimediabericht zijn opgenomen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 41
Berichten
Als het bericht een multimediapresentatie bevat, wordt
weergegeven. Selecteer het symbool als u de presentatie wilt
afspelen.
Gegevens, instellingen en
webdienstberichten
Uw apparaat kan vele berichttypen ontvangen die gegevens
bevatten, zoals visitekaartjes, beltonen, operatorlogo's,
agenda-items en e-mailwaarschuwingen. Wellicht ontvangt
u ook instellingen van uw serviceprovider in een
configuratiebericht.
Selecteer Opties en de betreffende optie als u de gegevens
in het bericht wilt opslaan.
Webdienstberichten zijn meldingen (bijvoorbeeld van
nieuwsberichten) en kunnen een SMS-bericht of een
koppeling bevatten. Informeer bij de serviceprovider naar de
beschikbaarheid van dergelijke diensten.
Berichtlezer
Met Berichtlezer kunt u tekst-, MMS- en geluidsberichten en
e-mail beluisteren.
Als u de instellingen voor het lezen van berichten wilt
wijzigen in de toepassing Spraak, selecteert u Opties >
Spraak.
Als u nieuwe berichten of e-mail wilt beluisteren, houdt u op
het startscherm de linkerselectietoets ingedrukt tot de
toepassing Berichtlezer wordt geopend.
Als u berichten uit uw map Inbox of e-mail uit uw mailbox
wilt beluisteren, selecteert u een bericht en selecteert u
Opties > Luisteren. Druk op de beëindigingstoets als u het
lezen wilt stoppen.
Druk op de bladertoets om het afspelen te onderbreken of te
hervatten. Druk de bladertoets naar rechts om naar het
volgende bericht of de volgende e-mail te gaan. Druk de
bladertoets naar links om het huidige (e-mail)bericht
opnieuw af te spelen. Als u naar het vorige bericht wilt gaan,
bladert u twee keer naar links. Druk de bladertoets omhoog
of omlaag om het volume aan te passen.
Selecteer Opties > Weergeven als u het huidige (e-
mail)bericht zonder geluid in tekstindeling wilt weergeven.
Mailbox
E-mailinstellingen opgeven
Selecteer > Berichten en Nieuwe mailbox.
Als u e-mail wilt gebruiken, moet u een geldig
internettoegangspunt in het apparaat opgeven en uw e-
mailinstellingen correct definiëren.
U moet een afzonderlijke e-mailaccount hebben. Volg de
instructies van de serviceprovider voor uw externe mailbox
en internet.
Als u Berichten > Nieuwe mailbox selecteert en nog geen
e-mailaccount hebt ingesteld, wordt u gevraagd dit te doen.
Selecteer Starten om de e-mailinstellingen te definiëren.
Wanneer u een nieuwe mailbox maakt, wordt Mailbox
vervangen door de naam die u de mailbox geeft in de
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 42
hoofdweergave van Berichten. U kunt maximaal zes
mailboxen gebruiken.
De mailbox openen
Selecteer > Berichten en een mailbox.
Wanneer u de mailbox opent, wordt u gevraagd of u wilt
verbinden met de mailbox.
Met uw mailbox verbinden en nieuwe e-mailheaders of
-berichten ophalen — Selecteer Ja. Als u berichten online
bekijkt, bent u continu verbonden met een externe mailbox
via een dataverbinding.
Eerder opgehaalde e-mailberichten offline bekijken
Selecteer Nee.
Een nieuw e-mailbericht maken — Selecteer Opties >
Bericht maken > E-mail.
De gegevensverbinding met de externe mailbox
sluiten — Selecteer Opties > Verbinding verbreken.
E-mails ophalen
Selecteer > Berichten en een mailbox.
Als u offline bent, selecteert u Opties > Verbinden om een
verbinding met de externe mailbox te openen.
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van
berichten. Berichten kunnen schadelijke software bevatten
of anderszins schadelijk zijn voor het apparaat of de pc.
Berichten
Berichten ophalen wanneer u een actieve verbinding
met een externe mailbox hebt — Selecteer Opties > E-
mail ophalen > Nieuw om alle nieuwe berichten op te
halen, Geselecteerd om alleen geselecteerde berichten op
te halen of Alle om alle berichten uit de mailbox op te halen.
Selecteer Annuleren om het ophalen van berichten te
stoppen.
De verbinding sluiten en de e-mailberichten offline
bekijken — Selecteer Opties > Verbinding verbreken.
Een e-mailbericht offline openen — Als u een e-
mailbericht wilt openen, selecteert u het bericht. Als het e-
mailbericht niet is opgehaald en u bent offline, wordt u
gevraagd of u dit bericht uit de mailbox wilt ophalen.
E-mailbijlagen weergeven — Open het bericht en selecteer
het bijlageveld dat wordt aangeduid met
. Als de bijlage niet
naar het apparaat is gekopieerd, selecteert u Opties >
Ophalen.
E-mailberichten automatisch ophalen — Selecteer
Opties > E-mailinstellingen > Automatisch ophalen.
Het instellen van het apparaat om automatisch e-mail binnen
te halen, kan de overdracht van grote hoeveelheden
gegevens via het netwerk van uw serviceprovider met zich
meebrengen. Neem contact op met uw serviceprovider voor
meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
E-mail verwijderen
Selecteer > Berichten en een mailbox.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 43
Berichten
Selecteer Opties > Verwijderen > Alleen telefoon om de
inhoud van een e-mailbericht van het apparaat te
verwijderen terwijl u het in de externe mailbox houdt.
Het apparaat geeft de e-mailheaders in de externe mailbox
weer. Hoewel u de inhoud van het bericht hebt verwijderd,
blijft de e-mailheader op uw apparaat. Als u ook de header
wilt verwijderen, moet u verbonden zijn met de server
wanneer u het bericht van uw apparaat en de externe
mailbox verwijdert. Als er geen verbinding met de server is,
wordt de header verwijderd wanneer u van uw apparaat
opnieuw verbinding maakt met de externe mailbox om de
status bij te werken.
Als u een e-mail van het apparaat en de externe mailbox wilt
verwijderen, selecteert u Opties > Verwijderen >
Telefoon en server.
Als u het verwijderen wilt annuleren van een e-mail die
gemarkeerd is om tijdens de volgende verbinding te worden
verwijderd van het apparaat en de server (
), selecteert u
Opties > Verwijd. onged. maken.
De verbinding met de mailbox verbreken
Selecteer Opties > Verbinding verbreken terwijl u online
bent als u de gegevensverbinding met de externe mailbox
wilt verbreken.
Mail for Exchange
Met Mail for Exchange kunt u uw zakelijke e-mail op uw
apparaat ontvangen. U kunt e-mails beantwoorden,
compatibele bijlagen bekijken en bewerken,
agendagegevens bekijken, uitnodigingen voor
vergaderingen ontvangen en beantwoorden, vergaderingen
plannen en contactgegevens bekijken, toevoegen en
bewerken.
ActiveSync
Gebruik van Mail voor Exchange is beperkt tot draadloze
synchronisatie van PIM-informatie tussen het Nokia-
apparaat en de geautoriseerde Microsoft Exchange-server.
Mail for Exchange kan alleen worden ingesteld als uw
organisatie beschikt over Microsoft Exchange Server.
Bovendien moet uw IT-beheerder Mail for Exchange voor uw
account hebben geactiveerd.
Voordat u begint met het instellen van Mail for Exchange
moet u het volgende controleren:
een zakelijke e-mail-ID;
uw gebruikersnaam op het bedrijfsnetwerk;
uw wachtwoord op het bedrijfsnetwerk;
de domeinnaam van het netwerk (raadpleeg de IT-
afdeling van uw bedrijf);
de servernaam van Mail for Exchange (raadpleeg de IT-
afdeling van uw bedrijf).
Afhankelijk van de instellingen van Mail for Exchange op de
bedrijfsserver moet u mogelijk nog andere informatie
invoeren. Als u niet beschikt over de juiste informatie, moet
u contact opnemen met de IT-afdeling van uw bedrijf.
Voor Mail for Exchange is het gebruik van de blokkeringscode
mogelijk verplicht. De standaardblokkeringscode van uw
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 44
Berichten
apparaat is 12345 maar mogelijk heeft uw IT-beheerder een
andere code voor u ingesteld.
Als u het profiel en de instellingen voor Mail for Exchange wilt
openen en wijzigen, selecteert u
> Toepassngn > Mail
for Exchange.
Nokia Berichten
De service Nokia Berichten stuurt automatisch e-
mailberichten vanaf uw bestaande e-mailadres door naar uw
apparaat. U kunt uw e-mailberichten lezen, beantwoorden
en sorteren terwijl u onderweg bent. De service werkt met
een aantal webmailproviders die vaak worden gebruikt voor
persoonlijke e-mail, zoals de e-maildiensten van Google.
Voor de service Nokia Berichten worden mogelijk kosten in
rekening gebracht. Voor meer informatie over deze kosten
neemt u contact op met uw serviceprovider of de service
Nokia Berichten.
De service Nokia Berichten moet door uw netwerk worden
ondersteund en is mogelijk niet in alle regio's beschikbaar.
Nokia Berichten wordt momenteel op proef geleverd.
De toepassing Nokia Berichten installeren
1. Selecteer > Instellingen > Inst.wizard.
2. Wanneer de wizard Instellingen de eerste keer wordt
geopend, wordt u gevraagd om na de
operatorinstellingen de e-mailinstellingen op te geven.
Als u de wizard Instellingen eerder hebt gebruikt,
selecteert u E-mail instellen.
3. In de e-mailinstellingen leest u de informatie op het
display en selecteert u Starten > Nokia Messaging.
4. Accepteer de installatie van de toepassing Nokia
Berichten.
5. Voer de gegevens van uw e-mailaccount in.
De toepassing Nokia Berichten wordt geïnstalleerd in
>
Toepassngn.
Voor meer informatie kijkt u op www.email.nokia.com.
Berichten op een SIM-kaart bekijken
Hiermee kunt u berichten weergeven die op een SIM-kaart
zijn opgeslagen.
Selecteer
> Berichten en Opties > SIM-berichten.
Voordat u SIM-berichten kunt bekijken, moet u ze naar een
map op uw apparaat kopiëren.
1. Markeer de berichten. Selecteer Opties > Markeringen
aan/uit > Markeren of Alle markeren.
2. Open een lijst met mappen. Selecteer Opties >
Kopiëren.
3. Selecteer een map om te kopiëren.
4. Open de map om de berichten te bekijken.
Instellingen voor berichten
De instellingen kunnen vooraf zijn geconfigureerd in uw
systeem of worden toegestuurd in een bericht. Als u de
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 45
Berichten
instellingen handmatig wilt invoeren, vult u alle velden die
zijn gemarkeerd met Te definiëren of een sterretje.
Sommige of alle berichtencentrales of toegangspunten
kunnen vooraf zijn ingesteld voor het apparaat door de
serviceprovider. Het is wellicht niet mogelijk om deze
instellingen te wijzigen of verwijderen of om nieuwe
instellingen toe te voegen.
Instellingen voor SMS-berichten
Selecteer > Berichten en Opties > Instellingen >
SMS.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Berichtencentrales — Hiermee geeft u een lijst met alle
gedefinieerde SMS-berichtencentrales weer.
Berichtcentr. in gebruik — Selecteer de
berichtencentrale voor het bezorgen van SMS-berichten.
Tekencodering — Selecteer Bep. ondersteuning als
tekens moeten worden geconverteerd naar een ander
coderingssysteem wanneer dit beschikbaar is.
Rapport ontvangen — Selecteer of u bij het netwerk een
leveringsrapport voor uw berichten wilt aanvragen
(netwerkdienst).
Geldigheid bericht — Selecteer hoelang moet worden
geprobeerd het bericht opnieuw te verzenden als de
eerste poging mislukt (netwerkdienst). Als het bericht niet
binnen de geldigheidsperiode kan worden verzonden,
wordt het verwijderd uit de berichtencentrale.
Bericht verzonden als — Raadpleeg uw serviceprovider
als u wilt weten of uw berichtencentrale SMS-berichten
kan omzetten in andere indelingen.
Voorkeursverbinding — Selecteer de verbinding die u
wilt gebruiken.
Antw. via zelfde centrale — Selecteer of het antwoord
moet worden verzonden via hetzelfde nummer van de
SMS-berichtencentrale (netwerkdienst).
Instellingen voor multimediaberichten
Selecteer > Berichten en Opties > Instellingen >
Multimediabericht.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Grootte afbeelding — Hiermee geeft u de grootte op van
de afbeelding in een multimediabericht.
MMS-aanmaakmodus — Als u Met begeleiding
selecteert, wordt u door het apparaat gewaarschuwd
wanneer u een bericht probeert te versturen dat door de
ontvanger mogelijk niet wordt ondersteund. Als u
Beperkt selecteert, voorkomt het apparaat dat u
berichten verstuurt die mogelijk niet worden
ondersteund. Als u inhoud in uw berichten wilt opnemen
zonder meldingen, selecteert u Vrij.
Toegangspunt in gebruik — Hiermee kunt u aangeven
welk toegangspunt als voorkeursverbinding wordt
gebruikt.
Multimedia ophalen — Hiermee kunt u opgeven hoe u
berichten wilt ontvangen. Selecteer Aut. bij eigen
ntwrk als u berichten automatisch wilt ophalen in uw
eigen netwerk. Buiten uw eigen netwerk ontvangt u een
melding dat u een bericht kunt ophalen in de
multimediaberichtencentrale. Als u Altijd automatisch
selecteert, maakt uw apparaat automatisch een actieve
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 46
packet-gegevensverbinding om het bericht binnen en
buiten uw eigen netwerk op te halen.
Anon. berichten toestaan — Hiermee geeft u aan of u
berichten van een anonieme afzender wilt weigeren.
Advertenties ontvangen — Hiermee geeft u aan of u
multimediaberichtadvertenties wilt ontvangen.
Rapporten ontvangen — Hiermee kunt u opgeven of de
status van het verzonden bericht in het logboek moet
worden weergegeven (netwerkdienst).
Rapportverz. weigeren — Hiermee kunt u desgewenst
voorkomen dat uw apparaat leveringsrapporten van
ontvangen berichten verzendt.
Geldigheid bericht — Hier kunt u opgeven hoe lang moet
worden geprobeerd het bericht opnieuw te verzenden als
de eerste poging mislukt (netwerkdienst). Als het bericht
niet binnen deze periode kan worden verzonden, wordt
het uit de berichtencentrale verwijderd.
E-mailinstellingen
Mailboxen beheren
Selecteer
> Berichten en Opties > Instellingen > E-
mail.
Kiezen welke mailbox u wilt gebruiken om e-mail te
verzenden en te ontvangen — Selecteer Mailbox in
gebruik en een mailbox.
Een mailbox inclusief berichten van het apparaat
verwijderen — Selecteer Mailboxen, ga naar de gewenste
mailbox en selecteer Opties > Verwijderen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Berichten
Een nieuwe mailbox maken Selecteer Mailboxen >
Opties > Nieuwe mailbox. De naam die u de nieuwe
mailbox geeft vervangt Mailbox in de hoofdweergave van
Berichten. U kunt maximaal zes mailboxen gebruiken.
De verbindingsinstellingen, gebruikersinstellingen,
instellingen voor ophalen en instellingen voor
automatisch ophalen wijzigen Selecteer Mailboxen en
een mailbox.
Verbindingsinstellingen
> Berichten en Opties > Instellingen > E-
mail > Mailboxen, een mailbox, en
Verbindingsinstellingen.
Inkomende e-mail
Selecteer
Als u de instellingen wilt bewerken voor de e-mail die u
ontvangt, selecteert u Inkomende e-mail en een van de
volgende opties:
Gebruikersnaam — Voer de gebruikersnaam in die u van
uw serviceprovider hebt gekregen.
Wachtwoord Voer uw wachtwoord in. Als u dit veld
leeg laat, wordt u naar het wachtwoord gevraagd
wanneer u verbinding probeert te maken met uw externe
mailbox.
Server inkomende mail — Voer het IP-adres of de
hostnaam in van de mailserver die uw e-mail ontvangt.
Toegangspunt in gebruik — Selecteer een
internettoegangspunt.
Mailboxnaam — Voer een naam voor de mailbox in.
Mailboxtype — Bepaal het e-mailprotocol dat de
serviceprovider van uw externe mailbox aanbeveelt. U
47
Berichten
kunt kiezen uit POP3 en IMAP4. U kunt deze instelling niet
wijzigen.
Beveiliging — Selecteer de beveiligingsoptie om de
verbinding naar de externe mailbox te beveiligen.
Poort — Definieer een poort voor de verbinding.
APOP beveiligd inloggen (alleen voor POP3) — Codeer
het verzenden van wachtwoorden naar de externe e-
mailserver terwijl er verbinding wordt gemaakt met de
mailbox.
Uitgaande e-mail
Als u de instellingen wilt bewerken voor de e-mail die u
verstuurt, selecteert u Uitgaande e-mail en een van de
volgende opties:
Mijn e-mailadres — Voer het e-mailadres in dat u hebt
gekregen van uw serviceprovider.
Server uitgaande mail — Voer het IP-adres of de
hostnaam in van de mailserver die uw e-mail verstuurt.
Misschien kunt u alleen de uitgaande server van uw
serviceprovider gebruiken. Neem voor meer informatie
contact op met uw serviceprovider.
De instellingen voor gebruikersnaam, wachtwoord,
toegangspunt, beveiliging en poort zijn gelijk aan die voor
inkomende e-mail.
Gebruikersinstellingen
Selecteer
> Berichten en Opties > Instellingen > E-
mail > Mailboxen, een mailbox, en
Gebruikersinstellingen.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Mijn mailnaam — Voer uw eigen naam in. Uw naam
vervangt uw e-mailadres op het apparaat van de
ontvanger als het apparaat van de ontvanger deze functie
ondersteunt.
Bericht verzenden — Geef op hoe e-mail vanaf het
apparaat wordt verzonden. Als u het apparaat zo wilt
instellen dat het verbinding maakt met de mailbox als u
Bericht verzenden selecteert, selecteert u Meteen. Als u
Bij volgende verbind. selecteert, worden e-mails
verzonden zodra de verbinding met de externe mailbox
tot stand is gekomen.
Kopie naar mij — Sla een kopie van de e-mail op in uw
eigen mailbox.
Handtekening opnemen — Een handtekening aan uw
e-mailberichten toevoegen.
Melding bij nieuwe e-mail — Hiermee stelt u het
apparaat zo in dat u een waarschuwing ontvangt (een
geluidssignaal, een notitie of een e-mailwaarschuwing)
als er nieuwe e-mails binnenkomen.
E-mail verwijderen — Hiermee stelt u het apparaat zo
in dat e-mails alleen van het apparaat worden verwijderd,
zowel van het apparaat en de server worden verwijderd
of dat u elke keer afzonderlijk opnieuw wordt gevraagd.
Antwoordadres — Geef een e-mailadres op waarnaar
antwoorden op gestuurde e-mailberichten vanuit de
mailbox in kwestie worden afgeleverd.
Instellingen voor ophalen van e-mail
> Berichten en Opties > Instellingen > E-
mail > Mailboxen, een mailbox, en Instellingen voor
ophalen.
Selecteer
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 48
Maak een keuze uit de volgende opties:
E-mail ophalen — Geef aan welk gedeelte van de e-mails
moet worden opgehaald: Alleen headers, Groottelmt
(POP3) of Berichten en bijlagen (POP3).
Aantal — Geef aan hoeveel nieuwe e-mails naar de
mailbox moeten worden opgehaald.
Pad IMAP4-map (alleen voor IMAP4) — Geef het pad op
voor de mappen waarop u zich wilt abonneren.
Mapabonnementen (alleen voor IMAP4) — Abonneer u
op andere mappen in de externe mailbox en haal inhoud
uit deze mappen op.
Automatisch ophalen instellen
> Berichten en Opties > Instellingen > E-
mail > Mailboxen, een mailbox, en Automatisch
ophalen.
Selecteer
Automatisch de headers van nieuwe e-mails uit uw
externe mailbox ophalen — Selecteer E-mailmeldingen
en Ontv. en aut. bijwrkn of Uitsl. eigen netwerk.
Automatisch op bepaalde tijdstippen de headers van
nieuwe e-mails uit uw externe mailbox ophalen
Selecteer E-mail ophalen en Ingeschakeld of Uitsl. eigen
netwerk. Geef op wanneer en hoe vaak e-mails moeten
worden opgehaald.
E-mailmeldingen en E-mail ophalen kunnen niet
tegelijkertijd actief zijn.
Als u het apparaat zo instelt dat e-mail automatisch wordt
opgehaald, worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens
via het netwerk van de serviceprovider verzonden. Neem
Berichten
contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over
de kosten van gegevensoverdracht.
Instellingen voor webdienstberichten
Druk op en selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Dienstbericht.
Selecteer of u dienstberichten wilt ontvangen. Selecteer
Berichten downloaden > Automatisch als u de browser
van het apparaat automatisch wilt activeren en een
netwerkverbinding tot stand wilt brengen om inhoud op te
halen wanneer u een dienstbericht ontvangt.
Instellingen voor infodiensten
Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbare items
en bijbehorende nummers.
Druk op
en selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Infodienst.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Ontvangst — Selecteer of u infodienstberichten wilt
ontvangen.
Taal — Selecteer de talen waarin u berichten wilt
ontvangen: Alle, Geselecteerd of Overige.
Itemherkenning — Selecteer of automatisch moet
worden gezocht naar nieuwe itemnummers en of de
nieuwe nummers zonder naam in de lijst moeten worden
opgeslagen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 49
Contacten
Overige instellingen
Selecteer > Berichten en Opties > Instellingen >
Overige.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Verzonden ber. opslaan — Selecteer of u in de map
Verzonden een kopie wilt opslaan van elk verzonden
SMS-, multimedia- of e-mailbericht.
9. Contacten
Selecteer > Contacten.
In Contacten kunt u contactgegevens, zoals
telefoonnummers, adressen en e-mailadressen van uw
contacten, opslaan en bijwerken. U kunt ook een persoonlijke
beltoon of een miniatuurweergave aan een contactkaart
toevoegen. Daarnaast kunt u ook contactgroepen maken via
welke u tekstberichten of e-mail naar meerdere ontvangers
tegelijk kunt versturen.
Namen en nummers beheren
Selecteer een contactkaart en druk op C om de kaart te
verwijderen.
Als u meerdere contactkaarten tegelijk wilt verwijderen,
selecteert u Opties > Markeringen aan/uit om de
gewenste contactkaarten te markeren en drukt u op C om
deze te verwijderen.
Als u contactgegevens wilt verzenden, selecteert u een kaart,
Opties > Visitekaartje verz. en de gewenste optie.
Aantal opgesl. berichten — Geef aan hoeveel verzonden
berichten tegelijkertijd worden opgeslagen in de map
Verzonden. Wanneer de limiet wordt bereikt, wordt het
oudste bericht verwijderd.
Gebruikt geheugen — Selecteer het geheugen waarin u
uw berichten wilt opslaan.
Als u het spraaklabel wilt beluisteren dat aan het contact is
toegewezen, selecteert u een contact en Opties >
Spraaklabelgegevens > Sprklabel afspelen.
Namen en nummers opslaan en
bewerken
1. Druk op en selecteer Contacten > Opties > Nieuw
contact.
2. Vul de gewenste velden in en selecteer Gereed.
Als u een visitekaartje wilt bewerken, selecteert u het en
vervolgens Opties > Bewerken. U kunt een bepaald contact
ook zoeken door de eerste letters van de naam in het
zoekveld in te voeren.
Open een visitekaartje en selecteer Opties > Afbeelding
toevoegen als u een afbeelding wilt toevoegen aan het
visitekaartje. De afbeelding wordt weergegeven wanneer
het contact u belt.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 50
Beltonen, afbeeldingen en beltekst
voor contacten
U kunt een beltoon voor een contact of groep opgeven en een
afbeelding en een beltekst voor een contact. Wanneer het
contact u belt, wordt de geselecteerde beltoon afgespeeld en
wordt de beltekst of de afbeelding getoond (mits het
telefoonnummer van de beller met de oproep wordt
meegestuurd en het door uw apparaat wordt herkend).
Als u een beltoon voor een contact of contactgroep wilt
definiëren, selecteert u het contact of de contactgroep en
Opties > Beltoon en een beltoon.
Als u beltekst voor een contact wilt definiëren, selecteert u
het contact en Opties > Tekst voor oproep tvgn. Voer de
beltekst in en selecteer OK.
Als u een afbeelding voor een contact wilt toevoegen die in
het apparaatgeheugen is opgeslagen, selecteert u het
contact, Opties > Afbeelding toevoegen en een afbeelding
uit Galerij.
Selecteer Standaard beltoon in de lijst met beltonen als u
de beltoon wilt verwijderen.
10. Galerij
Selecteer > Galerij.
Gebruik Galerij om toegang te krijgen tot verschillende
mediatypen, bijvoorbeeld afbeeldingen en video's, muziek,
geluidsclips, koppelingen naar streaming media en
presentaties. Alle afbeeldingen en video's, en muziek en
Galerij
Als u de afbeelding van een contact wilt bekijken, wijzigen of
verwijderen, selecteert u het contact, Opties >
Afbeelding en de gewenste optie.
Contacten kopiëren
Selecteer > Contacten.
Wanneer u de lijst met contacten voor het eerst opent, wordt
u gevraagd of u namen en nummers van de SIM-kaart naar
het apparaat wilt kopiëren.
Kopiëren starten — Selecteer OK.
Kopiëren annuleren — Selecteer Annuleren. U wordt
gevraagd of u de contacten van de SIM-kaart in de lijst met
contacten wilt weergeven. Selecteer OK om de contacten
weer te geven. De lijst met contacten wordt geopend en de
namen die op uw SIM-kaart zijn opgeslagen worden
aangeduid met .
geluidsclips die u hebt bekeken of beluisterd, worden
automatisch opgeslagen in de Galerij. Geluidsclips en muziek
worden afgespeeld in de Muziekspeler, koppelingen naar
streaming media in het Videocentrum. Afbeeldingen worden
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 51
Camera
bekeken en video's worden afgespeeld met de toepassing
Foto's.
Informatie over Foto's
Selecteer > Galerij > Afbld. en video's en maak een
keuze uit de volgende opties:
Vastgelegd — Alle afbeeldingen en video's bekijken die
u hebt gemaakt.
Maanden — Afbeeldingen en video's bekijken die zijn
ingedeeld op de maand waarin ze zijn gemaakt.
Albums — De standaardalbums en de door u gemaakte
albums bekijken.
Labels — De labels bekijken die u voor elk item hebt
gemaakt.
Downloads — Items en video's bekijken die u hebt
gedownload van internet of hebt ontvangen als een
multimedia- of e-mailbericht.
Alle — Alle items bekijken.
Online delen — Uw afbeeldingen of video's op internet
zetten.
Bestanden die zijn opgeslagen op de compatibele
geheugenkaart (
indien geplaatst), worden aangegeven met
.
11. Camera
Een foto maken
Selecteer > Camera. Het scherm draait automatisch
naar de liggende modus.
Selecteer een bestand, selecteer Opties > Verplaatsen en
kopiëren en selecteer vervolgens de gewenste optie om
bestanden naar een andere geheugenlocatie te kopiëren of
te verplaatsen.
Over Video- & tv-suite
Met Video & tv kunt u videoclips downloaden en videoclips
vanaf compatibele internetvideodiensten als live
gegevensstroom ('streaming') afspelen. Voor het
downloaden en streamen van videoclips is een
netwerkdienst nodig. U kunt videoclips ook vanaf een
compatibele pc naar het apparaat overbrengen en de clips in
Video & tv bekijken.
Het gebruik van gegevenstoegangspunten om videoclips te
downloaden kan de overdracht van grote hoeveelheden
gegevens over het netwerk van de serviceprovider met zich
meebrengen. Neem contact op met uw serviceprovider voor
meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Het is mogelijk dat bepaalde diensten in het apparaat zijn
voorgeprogrammeerd. Serviceproviders bieden gratis
inhoud aan of brengen kosten in rekening. Raadpleeg de
tarieven in de dienst zelf of bij de serviceprovider.
Als u een foto wilt maken, gebruikt u het scherm als zoeker
en drukt u op de opnametoets. Het apparaat slaat de foto op
in Galerij.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 52
Camera
Gebruik de volumetoetsen om in of uit te zoomen voordat u
een foto maakt.
Druk de opnametoets half in als u scherp wilt stellen op het
onderwerp voordat de foto maakt.
De actieve werkbalk bevat snelkoppelingen naar
verschillende items en instellingen voordat en nadat u een
foto maakt of een videoclip opneemt. Maak een keuze uit de
volgende opties:
videomodus).
Hiermee schakelt u tussen video- en fotomodus.
Hiermee selecteert u de scène.
Hiermee activeert u de panoramamodus.
Hiermee schakelt u het videolicht in (alleen in de
Hiermee selecteert u de flitsermodus (alleen foto's).
Hiermee activeert u de zelftimer (alleen foto's).
Hiermee activeert u de reeksmodus (alleen foto's).
Hiermee selecteert u een kleureffect.
Hiermee past u de witbalans aan.
Naar Foto's.
De beschikbare opties variëren afhankelijk van de huidige
opnamemodus en weergave. Wanneer u de camera sluit,
worden de standaardinstellingen weer actief.
Selecteer Opties > Werkbalk aanpassen om de werkbalk
van de camera aan te passen.
Druk op de bladertoets als u de werkbalk wilt weergeven
wanneer deze verborgen is.
Panoramamodus
Selecteer panoramamodus in de werkbalk.
Druk op de opnametoets als u een panoramafoto wilt maken.
Draai de camera langzaam naar links of rechts om de
panoramafoto te maken. U ziet dan een voorbeeld van het
panorama en de camera maakt de foto terwijl u draait. De
groene pijl geeft aan dat u langzaam kunt blijven draaien.
Het rode pauzesymbool geeft aan dat u moet stoppen met
draaien totdat de groene pijl weer verschijnt. U kunt zien
wanneer het volgende beeldje wordt vastgelegd: wanneer
de rode rechthoek naar het midden van het voorbeeldgebied
beweegt.
Druk op de opnametoets of selecteer Stoppen om de opname
te voltooien. De panoramaopname wordt automatisch
gestopt als de maximale beeldbreedte wordt bereikt.
Selecteer
Video's opnemen
> Camera.
1. Als de camera in de afbeeldingsmodus staat, selecteert u
de videomodus op de werkbalk.
2. Druk op de vastlegtoets om de opname te starten.
3. Als u de opname wilt onderbreken, selecteert u Pauze.
Selecteer Doorgaan om de opname te hervatten.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 53
Internet
4. Als u de opname wilt beëindigen, selecteert u Stoppen.
De videoclip wordt automatisch opgeslagen in de Galerij.
12. Internet
Webbrowser
Met de webbrowser kunt u HTML-webpagina's (HyperText
Markup Language) op internet weergeven zoals deze
oorspronkelijk zijn ontworpen. U kunt ook bladeren door
webpagina's die specifiek zijn ontworpen voor mobiele
apparaten en XHTML (eXtensible HyperText Markup
Language) of WML (Wireless Markup Language) gebruiken.
Als u wilt browsen op het web, moet op uw apparaat een
internettoegangspunt zijn geconfigureerd.
Op internet surfen
Met de browsertoepassing kunt u webpagina's weergeven.
Selecteer
> Internet > Web.
Sneltoets: Als u de browser wilt starten, houdt u de
0 ingedrukt in het startscherm.
Naar een webpagina gaan — Selecteer in de
bookmarksweergave een bookmark of voer het begin van
een webadres in (het veld
wordt automatisch geopend).
Selecteer vervolgens Ga naar.
Sommige webpagina's kunnen materiaal bevatten,
bijvoorbeeld videoclips, die alleen kunnen worden bekeken
als uw apparaat over een grote hoeveelheid geheugen
beschikt. Als er geen geheugen meer beschikbaar is tijdens
De maximumduur van de videoclip is afhankelijk van het
beschikbare geheugen.
het laden van een dergelijke webpagina, plaatst u een
geheugenkaart. Anders worden de videoclips niet
weergegeven.
Afbeeldingen uitschakelen om geheugenruimte te
sparen en downloads te versnellen — Selecteer Opties >
Instellingen > Pagina > Inhoud laden > Alleen tekst.
De inhoud van de webpagina vernieuwen Selecteer
Opties > Webpaginaopties > Opnieuw laden.
Snapshots bekijken van bezochte webpagina's
Selecteer Terug. Er wordt een lijst geopend met pagina's die
u tijdens de huidige internetsessie hebt bezocht. Deze optie
is beschikbaar als Geschiedenislijst is geactiveerd in de
browserinstellingen.
Het automatisch openen van meerdere vensters
blokkeren of toestaan — Selecteer Opties >
Webpaginaopties > Pop-ups blokkeren of Pop-ups
toestaan.
De sneltoetsen weergeven — Selecteer Opties >
Tts.bloksnelk. wrgvn. Als u de toetsen voor
snelkoppelingen wilt bewerken, selecteert u Bewerken.
In- en uitzoomen op een webpagina — Druk op * om in
te zoomen. Druk op # om uit te zoomen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 54
Internet
Tip: Als u de browser naar de achtergrond wilt
verzenden zonder de toepassing te verlaten of de
verbinding te verbreken, drukt u eenmaal op de
beëindigingstoets.
Werkbalk in de browser
Met de werkbalk in de browser kunt u veelgebruikte
browserfuncties selecteren.
Open de werkbalk — Houd de bladertoets ingedrukt op een
blanco pagina van een webpagina.
Navigeren in de werkbalk — Druk de bladertoets naar links
of naar rechts
Selecteer een functie op de werkbalk — Druk op de
bladertoets
Op de actieve werkbalk kunt u de volgende opties selecteren:
Bookmarks.
met vaak bezochte webadressen weer.
Ga naar webadres — Voer een webadres in.
Onl. bezochte webpgs. — Hiermee geeft u een lijst
Bookmarks — Hiermee opent u de weergave
scherm weergeven.
Volledig scherm — De webpagina in het volledige
Overzicht — Een overzicht van de huidige webpagina
weergeven.
doorzoeken.
Zoeken op trefwoord — De huidige webpagina
wijzigen.
Instellingen — De instellingen van de webbrowser
Navigeren over pagina's
Wanneer u een grote webpagina doorkijkt, kunt u in de
miniweergave of met paginaoverzicht de pagina in een keer
overzien.
Selecteer
> Internet > Web.
De miniweergave activeren — Selecteer Opties >
Instellingen > Algemeen > Miniweergave > Aan. Als u
door een grote webpagina bladert, wordt miniweergave
geopend en krijgt u een overzicht van de pagina te zien.
Over de miniweergave schuiven — Druk de bladertoets
naar links of naar rechts, omhoog of omlaag. Als u de
gewenste plaats hebt bereikt, stopt u met bladeren. U komt
dan terug in de normale weergave, op de geselecteerde
plaats.
Met paginaoverzicht informatie vinden op een
webpagina
1. Druk op 8. Er wordt een miniatuurafbeelding van de
huidige webpagina geopend.
2. Druk de bladertoets naar boven, beneden, links of rechts
om door de miniatuurafbeelding te schuiven.
3. Wanneer u een gedeelte vindt dat u wilt weergeven,
selecteert u OK om op de webpagina naar dat gedeelte te
gaan.
Webfeeds en blogs
Met behulp van webfeeds kunt u op een eenvoudige wijze
nieuwskoppen en uw favoriete weblogs volgen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 55
Internet
Selecteer > Internet > Web.
Webfeeds zijn XML-bestanden in webpagina's. Ze worden
gebruikt om bijvoorbeeld de meest recente nieuwskoppen of
weblogs te delen. Webfeeds zijn te vinden op web-, blog- en
wikipagina's.
De browsertoepassing detecteert automatisch of een
webpagina webfeeds bevat.
Op een webfeed abonneren als een feed beschikbaar is
op de pagina — Selecteer Opties > Abonneren op
webfeeds.
Een webfeed bijwerken — In de weergave Webfeeds
selecteert u een feed en Opties > Webfeedopties >
Vernieuwen.
Automatisch bijwerken van alle webfeeds instellen
In de weergave Webfeeds selecteert u een feed en Opties >
Bewerken > Bewerken. Deze optie is niet beschikbaar als
u een of meer feeds hebt gemarkeerd.
Widgets
Het apparaat ondersteunt widgets. Widgets zijn kleine, te
downloaden webtoepassingen die multimedia,
nieuwsberichten en andere informatie, zoals weerberichten,
op uw apparaat bezorgen. Geïnstalleerde widgets worden als
afzonderlijke toepassingen weergegeven in de map
Toepassingen.
Als u widgets wilt zoeken en downloaden, bezoekt u de Ovi
Store op store.ovi.com.
U kunt widgets ook op een compatibele geheugenkaart
installeren (indien beschikbaar).
Het standaardtoegangspunt voor widgets is hetzelfde als in
de webbrowser. Sommige widgets werken informatie
automatisch op uw apparaat bij wanneer ze op de
achtergrond actief zijn.
Bij het gebruik van widgets worden mogelijk grote
hoeveelheden gegevens via het netwerk van de
serviceprovider verzonden. Neem contact op met de
serviceprovider voor meer informatie over de kosten voor
gegevensoverdracht.
Inhoud zoeken
Met zoeken op trefwoorden kunt u snel de gewenste
informatie op een webpagina vinden.
Selecteer
> Internet > Web.
Naar tekst op de huidige webpagina zoeken — Selecteer
Opties > Trefwoord zoeken. Blader omhoog of omlaag om
het vorige of volgende resultaat weer te geven.
Tip: Als u op de huidige webpagina tekst wilt zoeken,
drukt u op 2.
Items downloaden en aanschaffen
U kunt onder andere beltonen, afbeeldingen, logo's, thema's
en videoclips downloaden. Deze items worden gratis
aangeboden of u kunt ze aanschaffen. Gedownloade items
worden verder verwerkt door de bijbehorende toepassingen
in het apparaat. Een gedownloade foto kunt u bijvoorbeeld
opslaan in Galerij.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 56
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen
en andere software van betrouwbare bronnen, zoals
toepassingen die Symbian Signed zijn of die de Java
Verified-test hebben doorstaan.
Een item downloaden:
1. Selecteer de koppeling.
2. Selecteer de optie waarmee u het item aanschaft,
bijvoorbeeld Kopen .
3. Lees alle informatie nauwkeurig door.
4. Als u het downloaden wilt voortzetten of annuleren,
selecteert u de gewenste optie (bijvoorbeeld
Accepteren of Annuleren ).
Als u het downloaden start, krijgt u een lijst te zien van de
lopende en voltooide downloads tijdens de huidige sessie.
Selecteer Opties > Downloads als u de lijst wilt wijzigen.
Selecteer in de lijst een item en Opties als u een actieve
download wilt annuleren of een voltooide download wilt
openen, opslaan of wissen.
Bookmarks
U kunt uw favoriete webpagina's opslaan in Bookmarks,
zodat u er direct toegang tot hebt.
Selecteer
> Internet > Web.
Bookmarks openen
1. Als u een andere pagina dan Bookmarks als startpagina
hebt, selecteert u Opties > Ga naar > Bookmarks.
Internet
2. Selecteer een webadres in de lijst of in de verzameling
bookmarks in de map Onlangs bezochte pag..
Hiermee slaat u de huidige webpagina op als
bookmark — Selecteer tijdens het browsen Opties >
Webpaginaopties > Opslaan als bookmark.
Bookmarks bewerken of verwijderen — Selecteer
Opties > Bookmarkbeheer.
Een bookmark verzenden of toevoegen of een
webpagina met bookmark als startpagina instellen
Selecteer Opties > Bookmarkopties.
geeft aan dat het de startpagina betreft.
De cache wissen
Met het legen van het cachegeheugen zorgt u dat uw
gegevens beveiligd blijven. De informatie of diensten die u
hebt opgeroepen, worden opgeslagen in het cachegeheugen
van het apparaat. Als u vertrouwelijke gegevens waarvoor
een wachtwoord nodig is, hebt geopend of geprobeerd te
openen, kunt u het beste de cache na elke internetsessie
leegmaken.
Selecteer Opties > Privacyggvns wissen > Cache.
De verbinding verbreken
De verbinding beëindigen en de browser sluiten
Selecteer Opties > Afsluiten.
Cookies verwijderen — Selecteer Opties > Privacyggvns
wissen > Cookies. Cookies bevatten informatie over de
door u bezochte webpagina's.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 57
Internet
Beveiliging van de verbinding
Met een beveiligde verbinding en beveiligingscertificaten
kunt u veilig webpagina's weergeven.
Als het beveiligingspictogram (
) tijdens een verbinding
wordt weergegeven, is het gegevensverkeer tussen het
apparaat en de internetgateway of server gecodeerd.
Het veiligheidspictogram geeft niet aan dat de
gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentserver
(waar de gegevens worden opgeslagen) veilig is. De
serviceprovider beveiligt de gegevensoverdracht tussen de
gateway en de contentaanbieder.
Voor sommige diensten, bijvoorbeeld bankieren, is een
beveiligingscertificaat vereist. Er verschijnt een melding als
de identiteit van de server niet klopt of het juiste
beveiligingscertificaat niet op het apparaat aanwezig is.
Neem voor meer informatie contact op met uw
serviceprovider.
Belangrijk: Hoewel het gebruik van certificaten de
risico's van externe verbindingen en de installatie van
software aanzienlijk beperkt, moet u de certificaten wel op
de juiste wijze gebruiken om te kunnen profiteren van een
verbeterde beveiliging. De aanwezigheid van een certificaat
biedt op zichzelf geen enkele bescherming. De beveiliging
wordt pas verbeterd als de certificaten correct, authentiek of
vertrouwd zijn. Certificaten hebben een beperkte geldigheid.
Als wordt aangegeven dat het certificaat is verlopen of dat
het nog niet geldig is, terwijl het certificaat geldig zou
moeten zijn, controleert u dan of de huidige datum en tijd
van het apparaat goed zijn ingesteld.
Voordat u certificaatinstellingen wijzigt, moet u controleren
of de eigenaar van het certificaat kan worden vertrouwd en
of het certificaat werkelijk van de opgegeven eigenaar
afkomstig is.
Webinstellingen
Met andere instellingen kunt u uw browserervaring
verbeteren door deze aan uw wensen aan te passen.
Selecteer
> Internet > Web en Opties >
Instellingen en een van de volgende opties:
Algemene instellingen
Toegangspunt — Hiermee wijzigt u het standaard
toegangspunt. Mogelijk zijn sommige of alle
toegangspunten door uw serviceprovider vooraf ingesteld
voor uw apparaat. Deze kunt u mogelijk niet wijzigen,
aanmaken, bewerken of verwijderen.
Homepage — Hiermee definieert u de startpagina.
Miniweergave — Hiermee kunt u de miniweergave
activeren of uitschakelen. De miniweergave helpt bij het
navigeren op webpagina's.
Geschiedenislijst — Als u Aan selecteert, kunt u tijdens
het browsen een lijst weergeven van de pagina's die u in
de huidige sessie hebt bekeken door Terug te selecteren.
Veiligheidswrschwngn — Hiermee verbergt of toont u
veiligheidswaarschuwingen.
Java/ECMA-script — Hiermee schakelt u het gebruik van
scripts in of uit.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 58
Java/ECMA-scriptfouten — Het apparaat instellen om
scriptmeldingen te ontvangen.
Openen bij downloaden — Hiermee kunt u het openen
van een bestand terwijl het bestand wordt gedownload
inschakelen.
Pagina-instellingen
Inhoud laden — Hiermee selecteert u of u afbeeldingen
en andere objecten wilt laden tijdens het browsen. Als u
Alleen tekst selecteert en u later tijdens het browsen
afbeeldingen of objecten wilt laden, selecteert u Opties >
Weergaveopties > Afbeeldingen laden.
Standaardcodering — Als lettertekens niet correct
worden weergegeven, kunt u een andere codering
selecteren die geschikt is voor de taal van de huidige
pagina.
Pop-ups blokkeren — Hiermee staat u het automatisch
openen van pop-upvensters tijdens het browsen toe of
blokkeert u deze functie.
Automat. opnieuw laden — Hiermee kunt u instellen
dat webpagina's automatisch worden vernieuwd tijdens
het browsen.
Lettergrootte — Hiermee geeft u de lettergrootte voor
webpagina's op.
Privacy-instellingen
Onlangs bezochte pags. — Hiermee schakelt u het
automatisch verzamelen van bookmarks in of uit.
Selecteer Onlangs bezochte pags. als u de adressen van de
bezochte webpagina's wilt blijven opslaan in de map Map
verbergen.
Internet
Formulierggvns opslaan — Hiermee selecteert u of u
wilt dat de wachtwoordgegevens of gegevens die u
invoert in verschillende formulieren op een webpagina
worden opgeslagen en gebruikt wanneer u die pagina de
volgende keer opent.
Cookies — Hiermee schakelt u het ontvangen en
verzenden van cookies in of uit.
Instellingen voor webfeeds
Toeg.p. voor autom. aanp. — Hiermee selecteert u het
gewenste toegangspunt voor bijwerken. Deze optie is
alleen beschikbaar als Automatische updates actief is.
Update bij roaming — Hiermee activeert u de optie om
webfeeds tijdens roamen automatisch bij te werken.
Ovi Muziek
Met Ovi Muziek (netwerkdienst) kunt u zoeken naar muziek,
door muziek bladeren en muziek op het apparaat
downloaden.
Selecteer
> Internet > Ovi Muziek.
Om muziek te kunnen downloaden, moet u zich eerst voor
deze dienst registreren.
Voor het downloaden van muziek worden mogelijk kosten in
rekening gebracht en grote hoeveelheden gegevens
overgedragen (netwerkdienst). Neem contact op met uw
netwerkserviceprovider voor informatie over de kosten van
gegevensoverdracht.
Als u naar Ovi Muziek wilt gaan, moet u beschikken over een
geldig internettoegangspunt op het apparaat. Mogelijk
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 59
Internet
wordt u gevraagd het toegangspunt te selecteren dat u moet
gebruiken wanneer u verbinding maakt met Ovi Muziek.
Het toegangspunt selecteren. — Selecteer
Standaardtoegangspunt.
De beschikbaarheid en het uiterlijk van de instellingen voor
Ovi Muziek kunnen variëren. Ook kan het zijn dat de
instellingen vooraf zijn gedefinieerd en dat u deze niet kunt
wijzigen. Als u door Ovi Muziek bladert, kunt u mogelijk de
instellingen wijzigen.
De instellingen voor Ovi Muziek wijzigen — Selecteer
Opties > Instellingen.
Ovi Muziek is niet in alle landen of regio's beschikbaar.
Online delen
Informatie over Online delen
Selecteer > Internet > Online delen.
Met Online delen (netwerkdienst) kunt u de foto's, videoclips
en geluidsclips die op uw apparaat staan, posten naar
compatibele diensten voor online delen, zoals albums en
blogs. U kunt ook commentaar weergeven en verzenden naar
posts in deze diensten en inhoud downloaden naar uw
compatibele Nokia-apparaat.
Of de de dienst Online delen beschikbaar is, en zo ja, welke
inhoudstypen worden ondersteund, kan verschillen.
Abonnementen nemen op diensten
Selecteer > Internet > Online delen.
Als u zich wilt abonneren op een dienst voor online delen,
gaat u naar de website van de serviceprovider om te
controleren of uw Nokia-apparaat compatibel is met de
dienst. Maak een account aan volgens de instructies op de
website. U ontvangt een gebruikersnaam en een
wachtwoord. Deze hebt u nodig het account te activeren op
uw apparaat.
1. Als u een dienst wilt activeren, opent u de toepassing
Online delen op uw apparaat. Vervolgens selecteert u een
dienst en Opties > Activeren.
2. Laat het apparaat de netwerkverbinding tot stand
brengen. Als u wordt verzocht om een
internettoegangspunt, selecteert u er een in de lijst.
3. Meld u aan bij uw account volgens de instructies op de
website van de serviceprovider.
Neem contact op met de serviceprovider of de relevante
derde partij voor meer informatie over de beschikbaarheid
en de kosten van diensten van derden en de kosten van
gegevensoverdracht.
Een post creëren
Selecteer > Internet > Online delen.
Als u mediabestanden wilt posten op een dienst, gaat u naar
de dienst en selecteert u Opties > Nieuwe upload. Als de
dienst Online delen kanalen biedt om bestanden te posten,
selecteert u het gewenste kanaal.
Als u een afbeelding, videoclip of geluidsclip aan de post wilt
toevoegen, selecteert u Opties > Invoegen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 60
Voer, indien van toepassing, een titel of beschrijving voor de
post in.
Als u labels wilt toevoegen aan de post, selecteert u
Labels:.
Als u het posten van locatiegegevens in het bestand wilt
inschakelen, selecteert u Locatie:.
Als u de post naar de dienst wilt verzenden, selecteert u
Opties > Uploaden.
Nokia Videocentrum
Met Nokia Videocentrum (netwerkdienst) kunt u videoclips
via de ether downloaden en streamen vanaf compatibele
videodiensten met behulp van packet-gegevens. U kunt
videoclips vanaf een compatibele pc naar het apparaat
overbrengen en deze in Videocentrum bekijken.
Het gebruik van gegevenstoegangspunten om video's te
downloaden kan de overdracht van grote hoeveelheden
gegevens over het netwerk van de serviceprovider met zich
meebrengen. Neem contact op met uw serviceprovider voor
meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Het is mogelijk dat bepaalde diensten in het apparaat zijn
voorgeprogrammeerd.
Serviceproviders kunnen gratis inhoud verstrekken of een
vergoeding daarvoor in rekening brengen. Controleer de
prijsinformatie via de dienst of de serviceprovider.
Internet
Videoclips weergeven en downloaden
Verbinding maken met videodiensten
1. Selecteer > Internet > Videocentr..
2. Als u verbinding wilt maken met een dienst om
videodiensten te installeren, selecteert u Videomap en
de gewenste videodienst in de dienstencatalogus.
Een videoclip weergeven
Selecteer Videofeeds als u door de inhoud van de
geïnstalleerde videodiensten wilt bladeren.
De inhoud van sommige videodiensten is onderverdeeld in
categorieën. U kunt videoclips doorbladeren door een
categorie te selecteren.
Selecteer Video zoeken om een videoclip in de dienst te
zoeken. De zoekfunctie is mogelijk niet voor alle diensten
beschikbaar.
Sommige videoclips kunnen via de ether worden gestreamd,
terwijl andere eerst naar uw apparaat moeten worden
gedownload. Selecteer Opties > Downloaden om een
videoclip te downloaden. Wanneer u de toepassing afsluit,
wordt het downloaden op de achtergrond voortgezet. De
gedownloade videoclips worden opgeslagen in Mijn video's.
Selecteer Opties > Afspelen om een videoclip te streamen
of een gedownloade clip te bekijken. Terwijl de videoclip
wordt afgespeeld, kunt u de speler bedienen met de
selectietoetsen en de bladertoets. Als u het volume wilt
aanpassen, drukt u op de volumetoets.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 61
Internet
Waarschuwing: Voortdurende blootstelling aan een
hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Luister
naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Houd het
apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker in
gebruik is.
Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
Downloaden hervatten — Hiermee zet u een
onderbroken of niet-geslaagde download voort.
Downloaden annuleren — Hiermee annuleert u een
download.
Voorbeeld — Hiermee bekijkt u een voorbeeld van een
videoclip.
Feeddetails — Hiermee geeft u informatie over een
videoclip weer.
Lijst vernieuwen — Hiermee vernieuwt u de lijst met
videoclips.
In browser openen — Hiermee opent u een koppeling
in de webbrowser.
Downloads plannen
Het instellen van de toepassing om automatisch videoclips te
downloaden, kan de overdracht van grote hoeveelheden
gegevens via het netwerk van uw serviceprovider met zich
meebrengen. Neem meer informatie over de kosten van
gegevensoverdracht contact op met uw serviceprovider.
Selecteer Opties > Downloads plannen om een
automatische download voor videoclips in een dienst te
plannen. Nieuwe videoclips worden door Videocentrum
automatisch dagelijks op het door u ingestelde tijdstip
gedownload.
Selecteer Handm. downloaden als downloadmethode als u
geplande downloads wilt annuleren.
Nokia Podcasting
Met de toepassing Nokia Podcasting (netwerkdienst) kunt u
via de ether podcasts zoeken, abonnementen op podcasts
nemen en podcasts downloaden en met het apparaat audio-
en videopodcasts afspelen, beheren en met anderen delen.
Podcast-instellingen
Selecteer > Internet > Podcasting.
Geef uw verbindings- en downloadinstellingen op om Nokia
Podcasting te gaan gebruiken.
Verbindingsinstellingen
Selecteer Opties > Instellingen > Verbinding en een van
de volgende opties:
Standaardtoeg. punt — Het toegangspunt selecteren
dat wordt gebruikt om verbinding te maken met internet.
URL van zoekservice — Het webadres van de podcast-
zoekdienst opgeven dat wordt gebruikt voor het zoeken
naar podcasts.
Downloadinstellingen
Selecteer Opties > Instellingen > Downloaden en een
van de volgende opties:
Opslaan in — Definiëren waar de podcasts worden
opgeslagen.
Update-interval — Geef aan hoe vaak er een update van
de podcasts moet worden uitgevoerd.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 62
Tijd volgende update — Hiermee geeft u het tijdstip van
de volgende automatische update op.
Automatische updates vinden alleen plaats als een
specifiek standaardtoegangspunt is geselecteerd en de
toepassing Podcasting geopend is.
Downloadlimiet (%) — Hiermee geeft u aan welk
percentage van het geheugen voor gedownloade
podcasts wordt gereserveerd.
Als limiet is bereikt — Definieer welke actie wordt
ondernomen als de downloadlimiet wordt overschreden.
Het instellen van de toepassing om automatische podcasts
binnen te halen, kan de overdracht van grote hoeveelheden
gegevens via het netwerk van uw serviceprovider met zich
meebrengen. Neem voor meer informatie over de kosten van
gegevensoverdracht contact op met uw serviceprovider.
Standaardinstellingen herstellen — Selecteer Opties >
Standaardinstellingen.
Zoeken naar podcasts
U kunt podcasts vinden door te zoeken op trefwoord of titel.
Selecteer
> Internet > Podcasting.
Een webadres van een zoekservice voor een podcast
definiëren — Als u de zoekservice wilt gebruiken, moet u
een webadres van een zoekservice voor een podcast
definiëren. Selecteer Opties > Instellingen >
Verbinding > URL van zoekservice.
Naar podcasts zoeken — Selecteer Zoeken en voer de
gewenste trefwoorden in.
Internet
Tip: Er wordt naar podcasttitels en trefwoorden in
beschrijvingen gezocht, niet naar specifieke episodes.
Algemene onderwerpen, zoals voetbal of hiphop,
leveren meestal betere resultaten op dan een specifiek
team of een specifieke artiest.
Abonneren op een gevonden podcast — Selecteer de
naam van de podcast. De podcast wordt toegevoegd aan uw
lijst van podcasts waarop u bent geabonneerd.
Een nieuwe zoekactie starten Selecteer Opties >
Opnieuw zoeken.
Naar de website van een podcast gaan — Selecteer
Opties > Webpagina openen.
Details van een podcast weergeven — Selecteer Opties >
Beschrijving.
Mappen
In de mappen kunt u nieuwe podcast-episodes vinden
waarop u zich kunt abonneren.
Selecteer
> Internet > Podcasting.
Open een map — Selecteer Mappen en de gewenste map.
Als de map niet up-to-date is, wordt deze bijgewerkt als u
hem selecteert. Als de map is bijgewerkt, moet u deze
opnieuw selecteren om hem te openen.
De mappen bevatten podcasts die op populariteit zijn
gesorteerd evenals themamappen.
Een themamap openen — Selecteer de gewenste map. Er
wordt een lijst met podcasts weergegeven.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 63
Internet
Abonneren op een podcast — Ga naar de titel en selecteer
Abonneren. Nadat u zich op een podcast hebt geabonneerd,
kunt u de episodes van een podcast downloaden, beheren en
afspelen in het podcastmenu.
Een map, webkoppeling of webmap bewerken
Selecteer Opties > Bewerken.
Een map verzenden
1. Ga naar een map in de lijst.
2. Selecteer Opties > Zenden.
3. Selecteer de verzendmethode.
Een OPML-bestand importeren dat zich op het
apparaat bevindt
1. Selecteer Opties > OPML-best. importeren.
2. Selecteer de locatie van het bestand en importeer het.
Een nieuwe webmap of map toevoegen
1. In de mappenweergave selecteert u Opties > Nieuw >
Webmap of Map.
2. Voer de naam en webadres van het Outline Processor
Markup Language-bestand (OPML) in.
Downloaden
Nadat u zich op een podcast hebt geabonneerd, kunt u vanuit
de mappen, door te zoeken of door een webadres in te
voeren, in Podcasts episodes beheren, downloaden en
afspelen.
Als u de podcasts wilt bekijken waarop u zich hebt
geabonneerd, selecteert u Podcasting > Podcasts.
Selecteer het podcastbestand om de titels van afzonderlijke
episodes te bekijken (een episode is een specifiek
mediabestand van een podcast).
Selecteer de episodetitel om te beginnen met downloaden.
Als u geselecteerde of gemarkeerde episodes wilt
downloaden of verder wilt gaan met het downloaden van
deze episodes, selecteert u Opties > Downloaden. U kunt
verschillende episodes tegelijk downloaden.
Als u een deel van een podcast wilt afspelen tijdens het
downloaden of na deze gedeeltelijk te hebben gedownload,
selecteert u de podcast en vervolgens Opties > Voorbeeld
afspelen.
Volledig gedownloade podcasts zijn te vinden in de map
Podcasts maar worden pas weergegeven nadat u de
bibliotheek hebt vernieuwd.
Podcasts afspelen en beheren
Selecteer > Internet > Podcasting en Podcasts.
De beschikbare episodes van een podcast bekijken
Selecteer de naam van een podcast. Er wordt een lijst met
episodes weergegeven.
Een volledig gedownloade episode afspelen — Selecteer
Opties > Afspelen.
Een podcast bijwerken — Selecteer Opties >
Bijwerken.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 64
De update beëindigen — Selecteer Opties > Bijwerken
stoppen.
Een nieuwe podcast toevoegen door het
webadres van de podcast in te voeren
1. Selecteer Opties > Nieuwe podcast.
2. Voer het webadres van de podcast in.
Als u geen toegangspunt hebt gedefinieerd of als u tijdens
een poging om de gegevensverbinding tot stand te
brengen wordt gevraagd een gebruikersnaam en
wachtwoord in te voeren, neemt u contact op met uw
serviceprovider.
Het webadres van een podcast bewerken — Selecteer
Opties > Bewerken.
Een gedownloade podcast van het apparaat
verwijderen — Selecteer Opties > Verwijderen.
Open de website van de podcast — Selecteer Opties >
Webpagina openen.
Opmerkingen plaatsen bij een podcast of opmerkingen
weergeven (indien beschikbaar) — Selecteer Opties >
Opmerkingen weerg..
Een podcast verzenden naar een ander compatibel
apparaat
1. Selecteer Opties > Zenden.
2. Selecteer de verzendmethode (als .opml-bestanden in
een multimediabericht of via de Bluetooth-verbinding).
Internet
Zoeken
Over Zoeken
Selecteer > Zoekopdracht.
De zoekfunctie (netwerkdienst) stelt u in staat om met
diverse internetzoekdiensten te zoeken naar bijvoorbeeld
websites en afbeeldingen. De inhoud en beschikbaarheid van
de diensten kan variëren.
Zoekactie starten
Selecteer > Zoekopdracht.
Voer in het zoekveld een zoekterm in of blader langs de
categorieën om te zoeken in de inhoud van het mobiele
apparaat. Als u de zoektermen invoert, worden de resultaten
geordend in categorieën. Boven aan de resultatenlijst
verschijnen de meest recent gebruikte resultaten, als deze
overeenkomen met de zoektermen.
Als u wilt zoeken naar webpagina's op internet, selecteert u
Zoeken op internet en een zoekprovider. Voer vervolgens
uw zoektermen in het zoekveld in. De zoekprovider die u hebt
geselecteerd, wordt ingesteld als standaardprovider voor
zoekopdrachten op internet.
Als er al een standaardzoekdienst is ingesteld, selecteert u
deze om een zoekactie te starten, of selecteert u Meer
zoekservices om een andere zoekdienst te gebruiken.
Als u de standaardzoekprovider wilt wijzigen, selecteert u
Opties > Instellingen > Zoekservices.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 65
Ovi-diensten
Als u de land- of regio-instellingen wilt wijzigen om
aanbieders van zoekdiensten te zoeken, selecteert u
Opties > Instellingen > Land of regio.
13. Ovi-diensten
Nokia Ovi Suite biedt een nieuwe, gebruiksvriendelijkere
benadering van Nokia software voor de pc. De pc-toepassing
zorgt ervoor dat u eenvoudig toegang heeft tot de bestanden
op uw computer, op het Nokia-apparaat en op Ovi, en dat
alles in een enkel venster.
Over Ovi
Ovi omvat diensten die door Nokia worden geleverd.
Met Ovi kunt u een mailaccount aanmaken, foto's delen met
vrienden en familie, kaarten gebruiken om reizen te plannen
en locaties te bekijken, spelletjes, toepassingen, videoclips
en beltonen op het apparaat downloaden, en muziek kopen.
Welke diensten er beschikbaar zijn hangt af van de regio en
bovendien worden niet alle talen ondersteund.
Om de diensten van Ovi te kunnen gebruiken, gaat u naar
www.ovi.com en registreert u zich bij uw Nokia-account.
Raadpleeg de ondersteuningspagina van een dienst als u
meer wilt weten over het gebruik ervan.
Over Ovi Store
Selecteer > Winkel.
In Ovi Store kunt u mobiele spelletjes, toepassingen,
video's, afbeeldingen en beltonen downloaden naar het
apparaat. Sommige items zijn gratis, voor de aanschaf van
andere items moet u via uw creditcard of telefoonrekening
betalen. Via Ovi Store kunt u over inhoud beschikken die
compatibel is met uw mobiele apparaat en die aan uw
interesses en locatie voldoet.
Over Ovi-contacten
Selecteer > Internet > Contacten.
Met Ovi-contacten kunt u contact houden met de mensen die
het belangrijkst voor u zijn. Zoek contacten en ontdek
vrienden in de Ovi-gemeenschap. Hou contact met vrienden
- u kunt chatten, uw locatie en beschikbaarheid delen en
gemakkelijk volgen wat uw vrienden aan het doen zijn en
waar ze zich bevinden. U kunt via Google Talk™ zelfs met uw
vrienden chatten.
U kunt ook uw contacten, agenda en andere inhoud
synchroniseren tussen uw Nokia-apparaat en Ovi.com. Uw
belangrijke gegevens worden opgeslagen en bijgewerkt op
uw apparaat en op internet. Met Ovi-contacten kunt u uw lijst
met contacten dynamisch maken en kunt u erop vertrouwen
dat uw contacten worden opgeslagen op Ovi.com.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 66
U moet beschikken over een Nokia-account om deze dienst
te gebruiken. Maak een account op uw mobiele apparaat of
ga naar www.ovi.com op uw pc.
Als u Ovi-contacten gebruikt, worden mogelijk grote
hoeveelheden gegevens overgebracht via het netwerk van
uw serviceprovider. Neem contact op met uw
netwerkserviceprovider voor meer informatie over de kosten
van gegevensoverdracht.
Over Ovi Files
Selecteer > Internet > Ovi Files.
Met Ovi Files hebt u met uw apparaat toegang tot de
bestanden op uw computer. Installeer de toepassing Ovi Files
op elke computer waartoe u toegang wilt met Ovi Files.
14. Persoonlijk
Thema's
Weergavevolgorde wijzigen
Selecteer > Instellingen > Thema's.
Selecteer een van de volgende opties:
Algemeen — Het thema wijzigen dat in alle toepassingen
wordt gebruikt.
Menuweerg. — Het thema wijzigen dat gebruikt wordt
in het hoofdmenu.
Standby — Het thema wijzigen dat gebruikt wordt in het
startscherm.
Persoonlijk
U kunt de volgende taken uitvoeren:
Afbeeldingen en documenten op uw computer zoeken en
weergeven.
Liedjes overdragen vanaf de computer naar het apparaat.
Bestanden en mappen vanaf de computer verzenden,
zonder ze eerst naar het apparaat over te dragen.
Bestanden op de computer bekijken, zelfs als de computer
uitgeschakeld is. Selecteer gewoon welke mappen en
bestanden beschikbaar moeten zijn. Door Ovi Files wordt
automatisch een bijgewerkte versie bewaard in
beschermde, online opslag.
Achtergrond — De achtergrondafbeelding van het
startscherm wijzigen.
Spaarstand — Een animatie selecteren voor de
screensaver.
Oproepafbld. — De afbeelding wijzigen die wordt
weergegeven tijdens gesprekken.
Als u de thema-effecten wilt activeren of deactiveren,
selecteert u Algemeen > Opties > Thema-effecten.
Een thema downloaden
Selecteer > Instellingen > Thema's.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 67
Persoonlijk
Selecteer Algemeen > Thema's downldn > Opties > Ga
naar > Nieuwe webpagina om een thema te downloaden.
Voer het webadres in waar u een thema van wilt
downloaden. Na het downloaden van het thema kunt u een
voorbeeld bekijken of het thema activeren.
Selecteer Opties > Bekijken om een voorbeeld van het
thema te bekijken.
Selecteer Opties > Instellen om een thema te activeren.
Spraakthema
Selecteer > Instellingen > Thema's en Standby >
Spraakthema.
Wanneer u het spraakthema activeert, wordt in het
startscherm een lijst getoond van alle functies die door het
spraakthema worden ondersteund. Terwijl u door de functies
bladert, leest het apparaat de weergegeven functies hardop
voor. Selecteer de gewenste functie.
Als u de items in uw lijst met contacten wilt horen, selecteert
u Oproepfuncties > Contacten.
Als u naar gegevens wilt luisteren over uw gemiste en
ontvangen oproepen en gebelde nummers, selecteert u
Oproepfuncties > Rcnte oproepen.
Als u iemand wilt bellen door het telefoonnummer in te
voeren, selecteert u Oproepfuncties > Bellen en het
gewenste nummer. U voert een telefoonnummer in door
naar de cijfers te bladeren en ze één voor één te selecteren.
Als u uw voicemailbox wilt bellen, selecteert u
Oproepfuncties > Voicemailbox.
Als u een spraakopdrachten wilt gebruiken om een oproep te
plaatsen, selecteert u Spraakopdrachten.
Als u wilt dat ontvangen berichten worden voorgelezen,
selecteert u Berichtlezer.
Als u de huidige tijd wilt horen, selecteert u Klok. Als u de
huidige datum wilt horen, bladert u naar beneden.
Als het agenda-alarm afgaat terwijl gesproken hulp actief is,
wordt de inhoud van het agenda-alarm hardop voorgelezen
door de toepassing.
Als u de beschikbare opties wilt horen, selecteert u Opties.
Profielen
Selecteer > Instellingen > Profielen.
U kunt voor verschillende gebeurtenissen, omgevingen of
groepen bellers beltonen, waarschuwingssignalen en andere
signalen instellen. Het actieve profiel wordt boven aan het
startscherm weergegeven. Als het actieve profiel echter
Algemeen is, wordt alleen de huidige datum weergegeven.
Als u een nieuw profiel wilt maken, selecteert u Opties >
Nieuw maken en definieert u de instellingen.
Als u een profiel wilt aanpassen, selecteert u het
desbetreffende profiel en kiest u Opties > Aanpassen.
Als u een profiel wilt wijzigen, selecteert u het desbetreffende
profiel en kiest u Opties > Activeren. Wanneer het Offline
profiel is geactiveerd, kunt u het apparaat niet per ongeluk
inschakelen. Ook kunt u dan niet ongewild berichten
verzenden of ontvangen of gebruikmaken van Bluetooth-
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 68
connectiviteit, GPS of de FM-radio. Bovendien wordt bij het
selecteren van het profiel een eventuele actieve
internetverbinding verbroken. Het Offline-profiel verhindert
u niet om op een later tijdstip een of Bluetooth-verbinding
tot stand te brengen, en ook niet om GPS of de FM-radio in te
schakelen. Houd u daarom aan de veiligheidsvoorschriften
wanneer u deze functies gebruikt.
Als u het profiel zo wilt instellen dat het tot een bepaalde tijd
binnen de volgende 24 uur actief is, selecteert u Opties >
Tijdelijk en stelt u de tijd in. Wanneer de ingestelde tijd
vervolgens is verstreken, wordt het profiel opnieuw ingesteld
op het vorige actieve profiel zonder tijdsinstelling. Als u een
profiel met tijdinstelling hebt ingesteld, wordt
weergegeven op het startscherm. Het profiel Offline kan niet
worden geprogrammeerd.
Als u een profiel dat u hebt gemaakt wilt verwijderen,
selecteert u Opties > Profiel verwijderen. De vooraf
gedefinieerde profielen kunt u niet verwijderen.
Belangrijk: In het profiel Offline kunt u geen
oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere functies
15. Tijdbeheer
Wekker
Selecteer > Instellingen > Klok.
Als u actieve en inactieve alarmsignalen wilt bekijken, opent
u het tabblad Alarm. Selecteer Opties > Nieuw alarm als u
Tijdbeheer
waarvoor netwerkdekking vereist is, niet worden gebruikt. U
kunt mogelijk nog wel het alarmnummer kiezen dat in het
apparaat is geprogrammeerd. Als u wilt bellen, moet u eerst
de telefoonfunctie activeren door een ander profiel te kiezen.
Als het apparaat is vergrendeld, moet u de beveiligingscode
invoeren.
Sensorinstellingen
Draai de telefoon om oproepen te dempen en alarmen op
snooze te zetten.
Selecteer
> Instellingen > Instellingen en
Algemeen > Sensorinstell..
Maak een keuze uit de volgende opties:
Sensoren — Activeer de sensors.
Draaibediening — Draai het apparaat om oproepen te
dempen en alarmen op snooze te zetten.
een nieuw alarmsignaal wilt instellen. Definieer desgewenst
de herhaling. Als een alarm is ingesteld, wordt
weergegeven.
Selecteer Stoppen als u het geluid van het alarmsignaal wilt
uitschakelen. Selecteer Snooze om het alarmsignaal
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 69
Kantoortoepassingen
gedurende een bepaalde periode te stoppen. Als het
apparaat is uitgeschakeld wanneer het alarm moet afgaan,
wordt het apparaat automatisch ingeschakeld en wordt het
alarmsignaal weergegeven.
Tip: Als u wilt opgeven na hoeveel tijd het
alarmsignaal opnieuw moet klinken wanneer u het
alarmsignaal op sluimeren instelt, selecteert u
Opties > Instellingen > Snoozetijd alarm.
Selecteer Opties > Alarm verwijderen als u een
alarmsignaal wilt annuleren.
Selecteer Opties > Instellingen als u de instellingen voor
tijd, datum en kloktype wilt wijzigen.
Klokinstellingen
Selecteer Opties > Instellingen.
16. Kantoortoepassingen
PDF-lezer
Selecteer > Toepassngn > Organiser > Adobe PDF.
Met PDF Reader kunt u PDF-documenten lezen op het scherm
van het apparaat, naar tekst zoeken in de documenten,
instellingen zoals het zoomniveau en de paginaweergaven
wijzigen, en PDF-bestanden via e-mail verzenden.
Als u de datum of tijd wilt wijzigen, selecteert u Tijd of
Datum.
Als u de klok op het startscherm wilt wijzigen, selecteert u
Type klok > Analoog of Digitaal.
Als u wilt instellen dat de tijd en tijdzonegegevens op uw
apparaat worden aangepast door het mobiele
telefoonnetwerk (netwerkdienst), selecteert u Automat.
tijdaanpassing > Aan.
Als u het alarmsignaal wilt wijzigen, selecteert u Alarmtoon
klok.
Woordenboek
Hiermee kunt u woorden van de ene in de andere taal
vertalen. Niet alle talen worden ondersteund.
Een te vertalen woord opzoeken
1. Selecteer > Toepassngn > Organiser >
Woordenbk.
2. Voer tekst in het zoekveld in. Terwijl u tekst invoert
worden voorstellen gedaan voor te vertalen woorden.
3. Selecteer het woord in de lijst.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 70
Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
Luisteren — Hiermee luistert u naar het geselecteerde
woord.
Geschiedenis — Hiermee zoekt u naar eerder vertaalde
woorden uit de huidige sessie.
Talen — Hiermee kunt u de bron- of doeltaal wijzigen,
talen van internet downloaden of een taal uit het
woordenboek verwijderen. Het Engels kan niet uit het
woordenboek worden verwijderd. Naast het Engels
kunnen twee extra talen worden geïnstalleerd.
Spraak — Hiermee bewerkt u de instellingen voor de
spraakfunctie. U kunt de snelheid en het volume van de
stem aanpassen.
Over Quickoffice
Selecteer > Toepassngn > Organiser >
Quickoffice.
Quickoffice bestaat uit Quickword voor het weergeven van
Microsoft Word-documenten, Quicksheet voor het
weergeven van Microsoft Excel-werkbladen, Quickpoint voor
Microsoft PowerPoint-presentaties en Quickmanager voor
inkoopsoftware. U kunt documenten in Microsoft Office 2000,
XP, 2003 en 2007 (bestandsindelingen DOC, XLS en PPT)
weergeven met Quickoffice. Als u over de editorversie van
Quickoffice beschikt, kunt u ook bestanden bewerken.
Niet alle bestandsindelingen en functies worden
ondersteund.
Kantoortoepassingen
Omrekenen
Met Omrekenen kunt u maateenheden omrekenen van de
ene eenheid naar de andere.
De functie Omrekenen heeft een beperkte nauwkeurigheid
waardoor afrondingsfouten kunnen voorkomen.
Valuta omrekenen
1. Selecteer > Toepassngn > Organiser >
Omrekenen
en Opties > Conversietype > Valuta.
2. Selecteer in het tweede veld Eenheid de valuta waarnaar
u wilt omrekenen.
3. In het eerste veld Eenheid, voert u de waarde in die u wilt
omrekenen. De omgerekende waarde komt dan
automatisch in het tweede veld Eenheid te staan.
Maateenheden omrekenen
U kunt maateenheden, zoals lengtematen, van de ene naar
de andere eenheid omrekenen.
Selecteer
> Toepassngn > Organiser >
Omrekenen
.
1. Selecteer in het veld Type de maateenheid die u wilt
gebruiken.
2. Selecteer in het eerste veld Eenheid de maateenheid die
u wilt omrekenen.
3. Selecteer in het tweede veld Eenheid de maateenheid
waarnaar u wilt omrekenen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 71
Kantoortoepassingen
4. In het eerste veld Eenheid, voert u de waarde in die u wilt
omrekenen. De omgerekende waarde komt dan
automatisch in het tweede veld Eenheid te staan.
Rekenmachine
Selecteer > Toepassngn > Organiser >
Rekenmach..
Deze rekenmachine heeft een beperkte nauwkeurigheid en
is ontworpen voor eenvoudige berekeningen.
Als u een berekening wilt maken, voert u het eerste getal van
de berekening in. Selecteer een functie in de functielijst,
bijvoorbeeld optellen of aftrekken. Voer het tweede getal van
de berekening in en selecteer =. De berekeningen worden
uitgevoerd in de ingevoerde volgorde. De uitkomst van de
berekening blijft in het bewerkingsveld staan en kan worden
gebruikt als eerste getal voor een nieuwe berekening.
Het apparaat slaat de uitkomst van de laatste berekening in
het geheugen op. Als u de rekenmachine afsluit of het
apparaat uitschakelt, wordt het geheugen niet gewist. Als u
na het openen van de rekenmachine de laatst opgeslagen
uitkomst wilt ophalen, selecteert u Opties > Laatste
resultaat.
Als u de uitkomst van een berekening wilt opslaan, selecteert
u Opties > Geheugen > Opslaan.
Selecteer Opties > Geheugen > Oproepen om de uitkomst
van een berekening uit het geheugen op te halen en in een
nieuwe berekening te gebruiken.
Actieve notities
Met Actieve notities kunt u notities maken die afbeeldingen
en geluids- of videoclips bevatten. U kunt een notitie ook aan
een contact koppelen. De notitie wordt dan weergegeven
tijdens een gesprek met het contact.
Notities maken en bewerken
Selecteer > Toepassngn > Organiser > Act.
notities.
Een notitie maken — Voer de gewenste tekst in.
Een notitie bewerken — Selecteer Opties >
Bewerkingsopties.
Vet, schuin of onderstreping toevoegen aan uw
tekst — Houd # ingedrukt en blader naar de tekst om deze
te selecteren. Selecteer vervolgens Opties > Tekst.
Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
Object invoegen — Voeg items toe aan de notitie.
Verzenden
verzenden.
— De notitie naar een compatibel apparaat
Notitie kopp. aan opr. — Selecteer Contacten
toevoegen om een notitie aan een contact te koppelen.
De notitie wordt weergegeven wanneer u een oproep
plaatst of een oproep ontvangt van het contact.
Instellingen voor actieve notities
Selecteer > Toepassngn > Organiser > Act.
notities en Opties > Instellingen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 72
Selecteren waar u notities wilt opslaan. — Selecteer
Gebruikt geheugen en het gewenste geheugen.
Wijzig de indeling van de actieve notities — Selecteer
Weergave wijzigen > Raster of Lijst.
Een notitie weergeven tijdens een gesprek — Selecteer
Notitie wrg. bij gesprek > Ja.
Tip: Als u tijdelijk geen notities wilt weergeven tijdens
telefoonoproepen, selecteert u Notitie wrg. bij
gesprek > Nee. U hoeft dan niet de koppelingen
tussen notities en contactkaarten te verwijderen.
Notities
Notities schrijven
1. Selecteer > Toepassngn > Organiser > Notities.
2. Begin met het invoeren van tekst. De editor voor notities
wordt automatisch geopend.
Notities beheren
Selecteer > Toepassngn > Organiser > Notities.
Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
Openen — De notitie openen.
Kantoortoepassingen
Verzenden — De notitie naar andere compatibele
apparaten sturen.
Verwijderen — Een notitie verwijderen. U kunt ook
meerdere notities tegelijk verwijderen. Als u de notities
die u wilt verwijderen wilt markeren, selecteert u
Opties > Markeringen aan/uit en verwijdert u de
notities.
Synchronisatie — De notities synchroniseren met
compatibele toepassingen of een compatibel apparaat, of
de synchronisatie-instellingen opgeven.
Zipbeheer
Selecteer > Toepassngn > Organiser > Zip.
Met Zip manager kunt u nieuwe archiefbestanden maken
voor het opslaan van gecomprimeerde bestanden in ZIP-
indeling; afzonderlijke of meerdere gecomprimeerde
bestanden of mappen toevoegen aan een archief; het
archiefwachtwoord voor beveiligde archieven instellen,
wissen of wijzigen; en instellingen wijzigen, zoals het
gebruikte compressieniveau.
U kunt de gearchiveerde bestanden opslaan in het
apparaatgeheugen of op een geheugenkaart.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 73
Instellingen
17. Instellingen
Toepassingsinstellingen
Selecteer > Instellingen > Instellingen en
Toepassingen.
Selecteer een toepassing in de lijst om daarvan de
instellingen aan te passen.
Apparaat- en SIM-kaartbeveiliging
Selecteer > Instellingen > Instellingen >
Algemeen > Beveiliging.
Als u de PIN-code wilt wijzigen, selecteert u Telefoon en SIM-
kaart > PIN-code. De nieuwe code moet 4 tot 8 tekens lang
zijn. De PIN-code beschermt uw SIM-kaart tegen
ongeoorloofd gebruikt en wordt bij de SIM-kaart geleverd.
Als u de PIN-code driemaal achter elkaar foutief invoert,
wordt de code geblokkeerd. U hebt de PUK-code nodig om
deze blokkering op te heffen en de SIM-kaart weer te kunnen
gebruiken.
Als u de toetsen automatisch wilt vergrendelen na een
bepaalde tijd, selecteert u Telefoon en SIM-kaart > Per.
autom. blokk. ttsnb..
Als u een time-outperiode wilt instellen waarna het apparaat
automatisch wordt geblokkeerd en alleen kan worden
gebruikt als de juiste blokkeringscode wordt ingevoerd,
selecteert u Telefoon en SIM-kaart > Per. autom. blokk.
telefn. Voer de duur van de time-outperiode in minuten in
of selecteer Geen om de automatische blokkering uit te
schakelen. Wanneer het apparaat is geblokkeerd, kunt u nog
wel binnenkomende oproepen beantwoorden en meestal
kunt u nog wel het officiële alarmnummer kiezen dat in uw
apparaat is geprogrammeerd.
Als u de PIN-code wilt wijzigen, selecteert u Telefoon en SIM-
kaart > Blokkeringscode. De standaardblokkeringscode is
12345. Voer de huidige code in en daarna twee keer de
nieuwe code. De nieuwe code kan uit 4 tot 255 tekens
bestaan. U kunt alfanumerieke tekens (hoofdletters en kleine
letters) gebruiken. Het apparaat geeft een melding als de
blokkeringscode niet de juiste opmaak heeft.
Algemene instellingen voor
accessoires
Selecteer > Instellingen > Instellingen en
Algemeen > Toebehoren.
Met de meeste accessoires kunt u het volgende doen:
Definieer welk profiel is geactiveerd als u een accessoire
aansluit op het apparaat, selecteer het accessoire en kies
vervolgens Standaardprofiel.
Selecteer Automatisch antwoorden > Aan om het
apparaat automatisch na 5 seconden te laten beantwoorden
wanneer een accessoire is aangesloten. Als het beltoontype
in het geselecteerde profiel is ingesteld op Eén piep of Stil,
is automatische beantwoording uitgeschakeld.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 74
Gegevensbeheer
Als u het apparaat wilt verlichten terwijl het is aangesloten
op een accessoire, selecteert u Verlichting > Aan.
Spraak
Selecteer > Instellingen > Spraak.
Met Spraak kunt u de taal, de stem en spraakeigenschappen
voor de berichtlezer instellen.
Selecteer Taal om de taal voor de berichtlezer in te stellen.
Selecteer Opties > Talen downloaden om meer talen voor
het apparaat te downloaden. Wanneer u een nieuwe taal
downloadt, moet u minstens één stem voor die taal
downloaden.
Selecteer Stem om de spree kstem in te stellen. De stem hangt
af van de geselecteerde taal.
Selecteer Snelheid om de spreeksnelheid in te stellen.
Selecteer Volume om het volume van de stem in te stellen.
Als u de gegevens van een stem wilt bekijken, opent u het
stemtabblad en selecteert u de stem en Opties >
18. Gegevensbeheer
Toepassingen installeren of
verwijderen
Toepassingen en software installeren
U kunt installatiebestanden kopiëren vanaf een compatibele
computer naar het apparaat, downloaden tijdens het
Spraakgegevens. Als u naar een stem wilt luisteren,
selecteert u de stem en Opties > Spraak afspelen.
Als u talen of stemmen wilt verwijderen, selecteert u het item
en Opties > Verwijderen.
De oorspronkelijke instellingen
terugzetten
Als u de oorspronkelijke apparaatinstellingen wilt herstellen,
selecteert u
> Instellingen > Instellingen en
Algemeen > Fabrieksinstell.. U hebt de blokkeringscode
van het apparaat nodig om dit te kunnen doen. Nadat u de
instellingen hebt hersteld, kan het langer duren voordat het
apparaat opnieuw is opgestart. Documenten,
contactgegevens, agenda-items en bestanden worden niet
beïnvloed.
browsen downloaden of ontvangen in een
multimediabericht, als e-mailbijlage of via andere
verbindingsmethoden, zoals een Bluetooth-verbinding. Met
Nokia Application Installer, dat deel uitmaakt van Nokia Ovi
Suite, kunt u een toepassing op het apparaat installeren.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 75
Gegevensbeheer
De pictogrammen in Toepassingsbeheer geven het volgende
aan:
SIS- of SISX-toepassing
Java™-toepassing
Toepassing is niet volledig geïnstalleerd
Toepassing is op de geheugenkaart geïnstalleerd
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen
en andere software van betrouwbare bronnen, zoals
toepassingen die Symbian Signed zijn of die de Java
Verified-test hebben doorstaan.
Denk aan het volgende voordat u de installatie start:
Selecteer Opties > Gegevens bekijken om informatie
over het type toepassing, het versienummer en de
leverancier of producent van de toepassing weer te geven.
Selecteer Gegevens: > Certificaten: > Gegevens
bekijken als u de gegevens van het beveiligingscertificaat
van de toepassing wilt weergeven.
Als u een bestand installeert dat een update of fix voor een
bestaande toepassing bevat, kunt u het oorspronkelijke
programma alleen herstellen als u beschikt over het
oorspronkelijke installatiebestand of een volledige back-
up van het verwijderde softwarepakket. Als u de
oorspronkelijke toepassing wilt herstellen, verwijdert u
de toepassing en installeert u deze opnieuw op basis van
het oorspronkelijke installatiebestand of de back-up.
Het JAR-bestand is vereist voor het installeren van Java-
toepassingen. Als dit ontbreekt, wordt u mogelijk
gevraagd het te downloaden. Als er geen toegangspunt is
gedefinieerd voor de toepassing, wordt u gevraagd een
toegangspunt te selecteren. Bij het downloaden van het
JAR-bestand moet u moet een gebruikersnaam en
wachtwoord invoeren om toegang te krijgen tot de server.
Deze gegevens ontvangt u van de leverancier of producent
van de toepassing.
Ga als volgt te werk om een toepassing of software te
installeren:
1. Als u naar een installatiebestand wilt zoeken, selecteert
installatiebestanden zoeken via Bestandsbeheer of
u
> Instellingen en Toep.beheer. U kunt ook naar
Berichten > Inbox selecteren en een bericht openen dat
een installatiebestand bevat.
2. Selecteer in Toepassingsbeheer Opties > Installeren. In
andere toepassingen selecteert u het installatiebestand
om de installatie te starten.
Tijdens de installatie wordt op het apparaat informatie
weergegeven over de voortgang van de installatie. Als u
een toepassing installeert zonder een digitale
handtekening of certificaat, wordt een waarschuwing
weergegeven. Zet de installatie alleen voort als u de
herkomst en de inhoud van de toepassing vertrouwt.
Als u een geïnstalleerde toepassing wilt starten, selecteert u
de toepassing. Als er geen standaardmap bij de toepassing
gedefinieerd is, is het geïnstalleerd in het map Installatie in
het hoofdmenu.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 76
Selecteer Opties > Logboek bekijken als u wilt weten
welke softwarepakketten zijn geïnstalleerd of verwijderd en
wanneer dit is gebeurd.
Belangrijk: Het apparaat ondersteunt slechts één
antivirustoepassing. Het gebruik van meer dan één
toepassing met antivirusfunctionaliteit kan een negatieve
invloed hebben op de prestaties en werking of ervoor zorgen
dat het apparaat het niet meer doet.
Nadat u toepassingen op een compatibele geheugenkaart
hebt geïnstalleerd, blijven de installatiebestanden (.sis, .sisx)
in het geheugen van het apparaat achter. De bestanden
kunnen grote hoeveelheden geheugen in beslag nemen en
ervoor zorgen dat u geen andere bestanden meer kunt
opslaan. U kunt geheugenruimte vrijmaken door met behulp
van Nokia Ovi Suite een backup van de installatiebestanden
te maken op een compatibele computer. Gebruik vervol
het bestandsbeheer om de installatiebestanden uit het
gens
geheugen van het apparaat te verwijderen. Als het .SIS-
bestand een bijlage bij een bericht is, dient u het bericht uit
de lijst met binnengekomen berichten te verwijderen.
Toepassingen en software verwijderen
Selecteer > Toepassngn > Toep.beheer.
Ga naar een softwarepakket en selecteer Opties >
Verwijderen. Selecteer Ja om uw keuze te bevestigen.
Verwijderde software kan alleen opnieuw worden
geïnstalleerd als u beschikt over het oorspronkelijke
softwarepakket of een volledige back-up van de verwijderde
Gegevensbeheer
software. Als u een softwarepakket verwijdert, kan het zijn
dat u documenten die u daarmee hebt gemaakt, niet meer
kunt openen.
Indien een ander softwarepakket afhankelijk is van het
softwarepakket dat u heeft verwijderd, dan is het mogelijk
dat het andere softwarepakket niet meer werkt. Raadpleeg
de documentatie van het geïnstalleerde softwarepakket voor
meer informatie.
Bestandsbeheer
Informatie over Bestandsbeheer
Selecteer > Toepassngn > Organiser >
Best.beheer.
Met Bestandsbeheer kunt u bestanden op uw telefoon of op
een compatibel extern station zoeken, beheren en openen.
Bestanden zoeken en organiseren
Selecteer > Toepassngn > Organiser >
Best.beheer.
Een bestand zoeken — Selecteer Opties > Zoeken. Voer
de bestandsnaam als zoektekst in.
Bestanden en mappen verplaatsen en kopiëren
Selecteer Opties > Indelen en de gewenste optie.
Bestanden sorteren — Selecteer Opties > Sorteren op en
de gewenste categorie.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 77
Gegevensbeheer
Back-ups van bestanden op een
geheugenkaart opslaan
Selecteer > Toepassngn > Organiser >
Best.beheer.
Als u een back-up van bestanden wilt maken, selecteert u de
bestandstypen waarvan u een back-up wilt maken en kiest u
vervolgens Opties > Reservekopie. Zorg ervoor dat de
geheugenkaart voldoende vrije ruimte voor de geselecteerde
bestanden bevat.
Een geheugenkaart beheren
Selecteer > Toepassngn > Organiser >
Best.beheer.
Deze opties zijn alleen beschikbaar als er een compatibele
geheugenkaart in het apparaat is geplaatst.
Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
Geheugenkaartopties — Hiermee kunt u de naam van
een geheugenkaart wijzigen of een geheugenkaart
formatteren.
Wachtwoord geh.kaart — Hiermee beveiligt u een
geheugenkaart met een wachtwoord.
Geh.kaart deblokkeren — Hiermee deblokkeert u een
geheugenkaart.
Apparaatbeheer
Externe configuratie
Selecteer > Instellingen > Apparaatbeheer.
Met Apparaatbeheer kunt u instellingen, gegevens en
software op uw apparaat extern beheren.
U kunt een verbinding met een server maken om
configuratie-instellingen voor uw apparaat te ontvangen. U
kunt ook serverprofielen en andere configuratie-instellingen
ontvangen van uw serviceproviders of de afdeling
informatiebeheer van uw bedrijf. Onder configuratie-
instellingen vallen bijvoorbeeld ook instellingen van de
verbinding die door andere toepassingen in het apparaat
worden gebruikt. De beschikbare opties kunnen verschillen.
De server start meestal de externe configuratieverbinding als
de instellingen van het apparaat moeten worden bijgewerkt.
Als u een nieuw serverprofiel wilt maken, selecteert u
Opties > Serverprofielen > Opties > Nieuw
serverprofiel.
Deze instellingen kunt u van uw serviceprovider in een
configuratiebericht ontvangen. Zo niet, definieer dan het
volgende:
Servernaam — Voer een naam voor de
configuratieserver in.
Server-ID Voer de unieke ID van de configuratieserver
in.
Serverwachtwoord — Voer het wachtwoord in
waarmee uw apparaat door de server wordt herkend.
Toegangspunt — Selecteer het toegangspunt dat u wilt
gebruiken voor de verbinding of maak een nieuw
toegangspunt. U kunt ook aangeven dat u wordt gevraagd
welk toegangspunt u wilt gebruiken telkens wanneer u
verbinding maakt. Deze instelling is alleen beschikbaar als
u Internet hebt geselecteerd als dragertype.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 78
Hostadres — Voer het webadres van de
configuratieserver in.
Poort — Voer het poortnummer van de server in.
Gebruikersnaam en Wachtwoord — Voer uw
gebruikers-ID en wachtwoord in voor de
configuratieserver.
Configuratie toestaan — Selecteer Ja om de server een
configuratiesessie te laten initiëren.
Automatisch accepteren — Selecteer Ja als u niet wilt
dat de server een bevestiging vraagt bij het initiëren van
een configuratiesessie.
Netwerkverificatie — Geef aan of HTTP-verificatie moet
worden gebruikt.
Gebruikersnaam netwerk en Wachtwoord
netwerk — Voer uw gebruikers-ID en wachtwoord in voor
de http-verificatie. Deze instelling is alleen beschikbaar als
u Netwerkverificatie heeft geselecteerd voor gebruik.
Selecteer Opties > Configuratie starten als u verbinding
wilt maken met de server om de configuratie-instellingen
voor uw apparaat te ontvangen.
Als u het configuratielogboek van het geselecteerde profiel
wilt weergeven, selecteert u Opties > Logboek bekijken.
Als u de software van het apparaat wilt bijwerken via de
lucht, selecteert u Opties > Controleren op updates. Door
het bijwerken worden uw instellingen niet gewist. Als u het
updatepakket op het apparaat hebt ontvangen, volgt u de
aanwijzingen op het scherm. Het apparaat wordt opnieuw
gestart als de installatie is voltooid. Bij het downloaden van
software-updates worden mogelijk grote hoeveelheden
gegevens overgedragen (netwerkdienst). Zorg ervoor dat de
Gegevensbeheer
batterij van het apparaat voldoende capaciteit heeft of dat
de lader is aangesloten voordat u begint met bijwerken.
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een
software-update kunt u het apparaat niet gebruiken, zelfs
niet om een alarmnummer te bellen, totdat de installatie
voltooid is en het apparaat opnieuw is ingeschakeld. Zorg
ervoor dat u een back-up maakt van de gegevens voordat u
de installatie van een update aanvaardt.
Software-updates met uw computer
Software-updates kunnen nieuwe en verbeterde functies
bevatten die niet beschikbaar waren toen u het apparaat
kocht. Door de software bij te werken kunnen ook de
prestaties van het apparaat worden verbeterd.
Nokia Software Updater is een pc-toepassing waarmee u de
software van uw apparaat kunt bijwerken. Als u de software
van uw apparaat wilt bijwerken, hebt u het volgende nodig:
een compatibele computer, breedbandinternettoegang en
een compatibele USB-gegevenskabel om het apparaat op de
computer aan te sluiten.
Als u meer informatie nodig hebt, de release-opmerkingen
voor de nieuwste softwareversies wilt raadplegen of de
toepassing Nokia Software Updater wilt downloaden, wordt
u verwezen naar www.nokia.com/softwareupdate of uw
lokale Nokia-website.
Ga als volgt te werk om de software van het apparaat bij te
werken:
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 79
Connectiviteit
1. Download de toepassing Nokia Software Updater en
installeer deze op de computer.
2. Sluit het apparaat met een USB-gegevenskabel aan op de
computer en start de toepassing Nokia Software Updater.
De toepassing Nokia Software Updater begeleidt u bij het
maken van back-ups van uw bestanden, het bijwerken
van de software en het herstellen van uw bestanden.
Informatie over licenties
Selecteer > Toepassngn > Licenties.
19. Connectiviteit
Inhoud van een ander apparaat
overdragen
Selecteer > Instellingen > Connect. > Overdracht.
Met de toepassing Wisselen kunt u inhoud (bijvoorbeeld
contactpersonen) uitwisselen tussen twee compatibele
Nokia-apparaten.
Het type inhoud dat u kunt overdragen is afhankelijk van het
model van het apparaat waarvandaan u inhoud wilt
overdragen. Als het andere apparaat synchronisatie
ondersteunt, kunt u de gegevens tussen het andere apparaat
en uw apparaat ook synchroniseren. U krijgt een melding als
het andere apparaat niet compatibel is.
Als het andere apparaat niet zonder SIM-kaart kan worden
ingeschakeld, kunt u uw SIM-kaart in dit apparaat plaatsen.
Bepaalde mediabestanden, zoals afbeeldingen, muziek of
videoclips, zijn beveiligd met digitale gebruiksrechten. Met
de licenties voor dergelijke bestanden kan het gebruik van
de bestanden worden beperkt. Bij sommige licenties mag u
bijvoorbeeld slechts een beperkt aantal keren naar een
muzieknummer luisteren. Tijdens een afspeelsessie mag u
het nummer terug- of vooruitspoelen of het nummer
onderbreken, maar als u het stopt, hebt u één
afspeelmogelijkheid gebruikt.
Wanneer uw apparaat wordt ingeschakeld zonder SIM-kaart,
wordt automatisch het profiel Offline geactiveerd.
Als u een USB-gegevenskabel gebruikt om de verbinding tot
stand te brengen, moet u de gegevenskabel eerst aansluiten
op uw eigen en dan pas op het andere apparaat.
Inhoud overbrengen
Als u voor het eerst gegevens van het andere apparaat wilt
ophalen, gaat u als volgt te werk:
1. Selecteer het type verbinding dat u wilt gebruiken voor
de overdracht van gegevens. Beide apparaten moeten het
geselecteerde type verbinding ondersteunen.
2. Selecteer het apparaat waarvandaan u inhoud wilt
overdragen. U wordt gevraagd een code in te voeren op
uw apparaat. Voer een code (1-16 cijfers) in en selecteer
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 80
OK. Voer dezelfde code op het andere apparaat in en
selecteer OK. De apparaten zijn nu gekoppeld.
Bij bepaalde modellen wordt de toepassing Wisselen als
een bericht naar het andere apparaat verzonden. Open
het bericht om de toepassing Overdracht te installeren op
het andere apparaat en volg de instructies.
3. Selecteer vanaf uw apparaat de inhoud die u vanaf het
andere apparaat wilt overbrengen.
De inhoud wordt overgedragen vanuit het geheugen van het
andere apparaat naar de overeenkomstige locatie op uw
apparaat.
Hoe lang de overdracht duurt is afhankelijk van de
hoeveelheid gegevens die overgedragen moeten worden. U
kunt de overdracht onderbreken en later weer voortzetten.
De synchronisatie is tweezijdig, en de gegevens op beide
apparaten zijn gelijk. Als een item van één apparaat wordt
verwijderd, wordt het tijdens het synchroniseren ook van het
andere apparaat verwijderd; verwijderde items kunnen niet
worden hersteld met synchronisatie.
Als u het logboek van de laatste overdracht wilt bekijken,
selecteert u een snelkoppeling in de hoofdweergave en
selecteert u Opties > Logboek bekijken.
Pc-verbindingen
U kunt uw mobiele apparaat gebruiken met een keur aan
compatibele toepassingen voor pc-verbindingen en
gegevenscommunicatie. Zo kunt u met Nokia Ovi Suite
bestanden en afbeeldingen van uw apparaat naar een
compatibele computer overbrengen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Connectiviteit
Zie www.ovi.com voor meer informatie over Ovi Suite en de
downloadkoppeling.
Bluetooth
Over Bluetooth
Met de Bluetooth-technologie in het apparaat kunnen
elektronische apparaten binnen een bereik tot 10 meter
draadloos met elkaar worden verbonden. Een Bluetooth-
verbinding kan worden gebruikt voor het verzenden van
afbeeldingen, video's, tekst, visitekaartjes, agendanotities,
of om draadloze verbindingen tot stand te brengen met
Bluetooth-apparaten.
Apparaten met Bluetooth-technologie communiceren door
middel van radiogolven, waardoor de verschillende
apparaten zich niet direct in elkaars zicht hoeven te
bevinden. De twee apparaten moeten zich alleen binnen een
straal van 10 meter van elkaar bevinden, hoewel de
verbinding kan worden gestoord door obstakels zoals muren
of andere elektronische apparaten.
Er kunnen verschillende Bluetooth-verbindingen
tegelijkertijd actief zijn. U kunt bijvoorbeeld met uw
apparaat een verbinding hebben met een hoofdtelefoon en
tegelijk bestanden overzetten naar een ander compatibel
apparaat.
Dit apparaat voldoet aan Bluetooth-specificatie 2.0 + EDR met
ondersteuning voor de volgende profielen: Geavanceerde
audiodistributie, audio-/video-afstandsbediening,
elementaire beeldverwerking, elementair afdrukken,
apparaatidentificatie, inbelnetwerken, bestandsoverdracht,
81
Connectiviteit
algemene audio-/video-distributie, algemene toegang,
algemene objectuitwisseling, handenvrij, (Human Interface
Device)-headset, object push, telefoonboektoegang, seriële
poort en SIM-toegang. Gebruik uitsluitend de door Nokia
goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd
wilt zijn van compatibiliteit met andere Bluetooth-
apparatuur. Informeer bij de fabrikanten van andere
apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie, vergt
dit extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de
batterij af.
Beveiligingstips
Als u het apparaat tegen schadelijke software wilt
beschermen, kunt u het apparaat het beste in de modus
'verborgen' bedienen. Sta geen verbindingen met Bluetooth-
apparaten toe van bronnen die u niet vertrouwt. Het is ook
mogelijk de Bluetooth-functie uit te schakelen. Dit heeft geen
invloed op andere funct
ies van het apparaat.
Selecteer
> Instellingen > Connect. > Bluetooth.
Wanneer u geen Bluetooth-verbinding gebruikt, selecteert u
Bluetooth > Uit of Waarneemb. telefoon > Verborgen.
Koppel het apparaat niet met een onbekend apparaat.
Gegevens verzenden en ontvangen met
Bluetooth
Selecteer > Instellingen > Connect. > Bluetooth.
1. Wanneer u Bluetooth voor het eerst activeert, moet u een
naam voor het apparaat opgeven. Geef het apparaat een
82
unieke naam zodat het gemakkelijk kan worden herkend
als er meerdere Bluetooth-apparaten in de buurt zijn.
2. Selecteer Bluetooth > Aan.
3. Selecteer Waarneemb. telefoon > Waarneembaar of
Periode opgeven. Als u Periode opgeven selecteert,
moet u instellen hoe lang uw apparaat zichtbaar is voor
anderen. Het apparaat en de naam die u hebt ingevoerd
zijn nu zichtbaar voor andere gebruikers van apparaten
met Bluetooth-technologie.
4. Activeer de toepassing waar het item dat u wilt verzenden
opgeslagen is.
5. Selecteer het item en Opties > Verzenden > Via
Bluetooth. Het apparaat zoekt andere apparaten binnen
het bereik met behulp van de Bluetooth-technologie en
maakt er een lijst van.
Tip: Als u eerder gegevens via Bluetooth hebt
verzonden, wordt een lijst met de vorige
zoekresultaten weergegeven. Als u naar meer
Bluetooth-apparaten wilt zoeken, selecteert u
Meer apparaten.
6. Selecteer het apparaat waar u een verbinding mee wilt
maken. Als het andere apparaat eerst gekoppeld moet
worden voordat er gegevens overgedragen kunnen
worden, wordt u gevraagd een wachtwoord in te voeren.
Als de verbinding tot stand is gebracht, wordt Gegevens
worden verzonden weergegeven.
Berichten die verzonden zijn met de Bluetooth-technologie
worden niet opgeslagen in de map Verzonden van de
toepassing Berichten.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, selecteert u
Bluetooth > Aan en Waarneemb. telefoon >
Waarneembaar om gegevens van een niet-gekoppeld
apparaat te ontvangen, of Verborgen om alleen gegevens
van een gekoppeld apparaat te ontvangen. Wanneer u
gegevens ontvangt via een Bluetooth-verbinding, klinkt er
afhankelijk van de instellingen van een actief profiel een
geluidssignaal en wordt u gevraagd of u het bericht wilt
accepteren waarin de gegevens zijn opgenomen. Als u
accepteert, wordt het bericht in de map Inbox van Berichten
geplaatst.
Tip: U kunt de bestanden in het apparaat of op de
geheugenkaart bekijken met een compatibele
accessoire die de dienst File Transfer Profile Client
(bijvoorbeeld een laptop) ondersteunt.
Een Bluetooth-verbinding wordt automatisch verbroken na
het verzenden of ontvangen van gegevens. Alleen Nokia Ovi
Suite en bepaalde accessoires zoals headsets kunnen een
verbinding in stand houden, zelfs als die niet actief wordt
gebruikt.
Apparaten koppelen
Selecteer > Instellingen > Connect. > Bluetooth.
Open het tabblad voor gekoppelde apparaten.
Bepaal voordat u gaat koppelen uw eigen toegangscode
(1-16 cijfers) en vraag de gebruiker van het andere apparaat
om dezelfde code te gebruiken. Apparaten zonder
gebruikersinterface hebben een vaste toegangscode. U hebt
de toegangscode alleen nodig als u de apparaten voor het
eerst met elkaar verbindt. Na het koppelen kan de verbinding
Connectiviteit
worden goedgekeurd. U kunt sneller en eenvoudiger
verbinding maken door het koppelen en het goedkeuren van
de verbinding, aangezien u de verbinding tussen gekoppelde
apparaten dan niet steeds opnieuw hoeft te accepteren.
De toegangscode voor SIM-toegang op afstand moet uit 16
cijfers bestaan.
In de externe SIM-modus kunt u de SIM-kaart van uw
apparaat gebruiken met compatibele accessoires.
Als het draadloze apparaat in de externe SIM-modus staat,
kunt u alleen gesprekken voeren of ontvangen via
compatibele en aangesloten toebehoren, zoals een carkit.
U kunt in deze modus geen nummers kiezen met uw
draadloze apparaat, behalve de alarmnummers die in het
apparaat zijn geprogrammeerd.
Als u wilt bellen, moet u eerst de externe SIM-modus verlaten.
Als het apparaat is vergrendeld, moet u eerst de
beveiligingscode invoeren om deze te ontgrendelen.
1. Selecteer Opties > Nw gekoppeld apparaat. Op het
apparaat wordt gezocht naar Bluetooth-apparaten
binnen het bereik. Als u eerder gegevens via Bluetooth
hebt verzonden, wordt een lijst met de vorige
zoekresultaten weergegeven. Als u naar meer Bluetooth-
apparaten wilt zoeken, selecteert u Meer apparaten.
2. Selecteer het apparaat dat u wilt koppelen en voer de
toegangscode in. Dezelfde code moet ook op het andere
apparaat worden opgegeven.
3. Als u automatisch een verbinding wilt maken tussen uw
apparaat en een ander apparaat, selecteert u Ja. Als u de
verbinding handmatig wilt bevestigen, telkens als er een
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 83
Connectiviteit
verbinding wordt gemaakt, selecteert u Nee. Na de
koppeling wordt het apparaat opgeslagen op de pagina
met gekoppelde apparaten.
Selecteer Opties > Korte naam toewijzen als u het
gekoppelde apparaat een nickname wilt geven. De nickname
wordt in uw apparaat weergegeven.
Als u een koppeling wilt verwijderen, selecteert u het
apparaat waarvoor u de koppeling wilt verwijderen en
Opties > Verwijderen. Als u alle koppelingen wilt
verwijderen, selecteert u Opties > Alle verwijderen. Als u
momenteel verbonden bent met een apparaat en de
koppeling met dat apparaat stopt, wordt de koppeling direct
verwijderd en is de verbinding verbroken.
Als u wilt toestaan dat een gekoppeld apparaat automatisch
verbinding maakt met uw apparaat, selecteert u
Geautoriseerd. Verbindingen tussen uw apparaat en het
andere apparaat kunnen zonder uw medeweten tot stand
worden gebracht. Er is geen afzonderlijke acceptatie of
autorisatie vereist. Gebruik deze status alleen voor uw eigen
apparaten, zoals een compatibele hoofdtelefoon of
computer, of apparaten van mensen die u volledig vertrouwt.
Als u verbindingsverzoeken vanuit het andere apparaat elke
keer opnieuw wilt accepteren, selecteert u Niet
geautoriseerd.
Als u een Bluetooth-audioaccessoire wilt gebruiken,
bijvoorbeeld een Bluetooth-handsfree of -hoofdtelefoon,
moet u het apparaat aan het accessoire koppelen. Raadpleeg
de gebruikershandleiding van het accessoire voor de
toegangscode en verdere instructies. Zet het audioaccessoire
aan om het te verbinden. Bij bepaalde audioaccessoires
wordt automatisch verbinding gemaakt met het apparaat.
Anders opent u het tabblad voor gekoppelde apparaten,
selecteert u het accessoire en kiest u vervolgens Opties >
Verb. met audioapparaat.
Apparaten blokkeren
Selecteer > Instellingen > Connect. > Bluetooth.
1. Als u een apparaat wilt blokkeren zodat het geen
Bluetooth-verbinding met uw apparaat tot stand kan
brengen, opent u het tabblad Gekoppelde apparaten.
2. Selecteer het apparaat dat u wilt blokkeren en selecteer
Opties > Blokkeren.
Verwijder het apparaat uit de lijst met geblokkeerde
apparaten om het koppelen van een apparaat weer toe te
staan nadat het is geblokkeerd.
Open het tabblad Geblokkeerde apparaten en selecteer
Opties > Verwijderen.
Als u een koppelingsverzoek van een ander apparaat wilt
weigeren, wordt u gevraagd of u alle toekomstige
verbindingsverzoeken van dit apparaat wilt blokkeren. Als u
bevestigt dat u deze verzoeken wilt blokkeren, wordt het
externe apparaat toegevoegd aan de lijst met geblokkeerde
apparaten.
Gegevenskabel
Om te voorkomen dat de geheugenkaart of gegevens
beschadigd raken, moet u de USB-gegevenskabel niet
loskoppelen tijdens een gegevensoverdracht.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 84
Gegevens overdragen tussen uw apparaat en een
pc.
1. Plaats een geheugenkaart in uw apparaat en sluit het
apparaat met de USB-gegevenskabel aan op een
compatibele pc. Sluit de gegevenskabel altijd eerst aan op
het eigen apparaat en daarna op het andere apparaat of
de computer.
2. Wanneer op het apparaat wordt gevraagd welke modus
uw wilt gebruiken, selecteert u Massaopslag. In deze
modus ziet u uw apparaat als een verwisselbare schijf op
uw computer.
3. Gegevens overdragen tussen de computer en uw
apparaat.
4. Beëindig de verbinding vanaf de computer (bijvoorbeeld
via een wizard Hardware loskoppelen of uitwerpen om te
voorkomen dat de geheugenkaart schade oploopt.
Als u foto's wilt overbrengen van het apparaat naar een
compatibele pc of als u de foto's die zijn opgeslagen in het
apparaat wilt afdrukken op een compatibele printer, sluit u
de USB-gegevenskabel aan op de pc of de printer en selecteert
uAfbeeld. overdragen.
Als u de USB-modusinstellingen wilt wijzigen, selecteert u
> Instellingen > Connect. > USB.
Als u de USB-modus die u normaal gesproken gebruikt met
de USB-gegevenskabel wilt wijzigen, selecteert u USB-
verbindingsmodus.
Als u wilt instellen dat u, telkens wanneer u de USB-
gegevenskabel op het apparaat aansluit, wordt gevraagd
Connectiviteit
welke modus u wilt instellen, selecteert u Vragen bij
verbinding > Ja.
Als u Nokia Ovi Suite voor uw apparaat wilt gebruiken,
installeert u Nokia Ovi Suite op uw pc, sluit u de USB-
gegevenskabel aan en selecteert u PC Suite.
Synchronisatie
Selecteer > Instellingen > Connect. > Sync.
Met Synchronisatie kunt u notities, agenda-items, SMS- en
MMS-berichten, browserbookmarks of contacten
synchroniseren met verschillende compatibele toepassingen
op een compatibele computer of op internet.
U kunt de synchronisatie-instellingen ontvangen in een
speciaal bericht van de serviceprovider.
Een synchronisatieprofiel bevat de noodzakelijke
instellingen voor synchronisatie.
Wanneer u de toepassing Synchronisatie opent, wordt het
standaardsynchronisatieprofiel of eerder gebruikt
sychronisatieprofiel weergegeven. Als u het profiel wilt
wijzigen, gaat u naar een synchronisatie-item en selecteert
u Markeren als u het in het profiel wilt opnemen of Mrk.
ophffn als u het eruit wilt laten.
Om de synchronisatieprofielen te beheren, selecteert u
Opties en de gewenste optie.
Selecteer Opties > Synchroniseren om gegevens te
synchroniseren. Selecteer Annuleren om de synchronisatie
tussentijds af te breken.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 85
Connectiviteit
Ovi Synchroniseren
Over Ovi Synchroniseren
Selecteer > Instellingen > Connect. > Ovi-synchr..
Met Ovi Synchroniseren kunt u contacten, agenda-items en
notities synchroniseren tussen het apparaat en Ovi. Om Ovi
Synchroniseren te kunnen gebruiken, hebt u een Nokia-
account nodig. Als u nog geen Nokia-account hebt, kunt u er
een maken op www.ovi.com.
Gegevens synchroniseren met Ovi
Synchroniseren
Selecteer > Instellingen > Connect. > Ovi-synchr..
Als u de toepassing voor het eerst opent, helpt de
synchronisatie-wizard u om de instellingen op te geven en te
selecteren welke inhoud u wilt synchroniseren.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Synchr. instell. — De synchronisatie-instellingen
opgeven.
Back-up ophalen — Contacten, agenda-items en notities
vanaf Ovi op het apparaat terugzetten. Updates die zijn
uitgevoerd sinds de vorige synchronisatie worden
bewaard.
Ovi-synchr. abon. opzegn. — Deactiveren van Ovi-
synchr..
De beschikbare opties kunnen verschillen.
Ovi Synchroniseren-instellingen
Selecteer > Instellingen > Connect. > Ovi-synchr..
Selecteer Opties > Synchr. instell. en maak een keuze uit
de volgende opties:
Items voor synchr. — Selecteer de items die u wilt
synchroniseren.
Autom. synchronisatie — De synchronisatie
automatisch starten.
Gepland synchr.interval — Selecteer hoe vaak u wilt dat
de items worden gesynchroniseerd of dat u alleen
handmatige synchronisatie wilt toestaan.
Synchronisatietijd — Stel de tijd in waarop de
automatische synchronisatie moet worden gestart.
Synchronisat. bij roaming — Synchronisatie toestaan
buiten uw eigen netwerk om.
De beschikbare opties kunnen verschillen.
Over virtual private network
Selecteer > Instellingen > Instellingen >
Verbinding > VPN.
De mobiele client Virtual Private Network van Nokia (VPN)
zorgt voor een veilige verbinding met compatibele
bedrijfsintranetten en -diensten, zoals e-mail. Uw apparaat
maakt verbinding vanaf een mobiel netwerk, via internet,
met een bedrijfs-VPN-gateway die fungeert als
toegangspoort tot het compatibele bedrijfsnetwerk. De VPN-
client maakt gebruik van IP Security-technologie (IPSec).
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 86
IPSec is een structuur van open standaards ter ondersteuning
van een veilige uitwisseling van gegevens over IP-netwerken.
In VPN-beleidsregels is de methode vastgelegd die wordt
gebruikt door de VPN-client en een VPN- gateway om elkaar
te verifiëren, en de versleutelingsalgoritmen die worden
gebruikt om de betrouwbaarheid van gegevens te helpen
beschermen.
Als u de VPN-client, -certificaten en -beleidsregels wilt
installeren en configureren, moet u contact opnemen met de
20. Groene tips
Hier volgen enkele tips die u helpen een bijdrage
te leveren aan de bescherming van het milieu.
Energie besparen
Als de batterij volledig is opgeladen en u hebt de lader
losgekoppeld van het apparaat, moet u de lader uit het
stopcontact trekken.
U hoeft de batterij minder vaak op te laden als u de volgende
regels in acht neemt:
Sluit toepassingen, diensten en verbindingen af en schakel
ze uit als u ze niet gebruikt..
Verminder de helderheid van het scherm.
Groene tips
IT-afdeling van uw organisatie. Nadat u een beleid hebt
geïnstalleerd, wordt automatisch een VPN-
verbindingsmethode gemaakt in de netwerkbestemming
van het intranet.
Als u de installaties, updates en synchronisaties van het VPN-
beleid en andere VPN-verbindingen wilt bekijken, selecteert
u VPN > VPN-logbestand.
Stel het apparaat zo in dat het in de spaarstand overgaat
nadat het toestel gedurende een minimumperiode niet is
gebruikt, mits dit op uw apparaat mogelijk is.
Schakel onnodige geluiden uit, waaronder toetsenbord-
en beltonen.
Recyclen
De meeste materialen waarvan Nokia-telefoons zijn
gemaakt, kunnen worden hergebruikt. Ga naar
www.nokia.com/werecycle als u wilt weten hoe u ervoor
kunt zorgen dat uw producten van Nokia worden
hergebruikt. Voor mobiele apparaten kijkt u op
www.nokia.mobi/werecycle.
Recycle verpakkingsmateriaal en gebruikershandleidingen
volgens het lokale recyclingprogramma.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 87
Groene tips
Papier besparen
Deze gebruikershandleiding helpt u om aan de slag te gaan
met het apparaat. Uitgebreidere instructies vindt u in de Help
van het apparaat (in de meeste toepassingen selecteert u
Opties > Help). Voor meer ondersteuning kunt u terecht op
www.nokia.com/support.
Meer informatie
Meer informatie over de duurzaamheid van uw apparaat
vi
ndt u op www.nokia.com/ecodeclaration.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 88
Accessoires
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, opladers
en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik
met dit specifieke model. Het gebruik van alle andere typen
kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan
gevaarlijk zijn. Met name het gebruik van niet-goedgekeurde
laders of batterijen kan het risico met zich meebrengen van
brand, explosie, lekkage of ander gevaar.
Batterij
Informatie over de batterij en de
lader
Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De batterij
die bedoeld is om in dit apparaat te worden gebruikt, is
BP-6MT. Nokia kan eventueel ook andere batterijmodellen
voor dit apparaat beschikbaar stellen. Dit apparaat is bedoeld
voor gebruik met één van de volgende laders: AC-8. Het
exacte modelnummer van de oplader is afhankelijk van het
type stekker. Het stekkertype wordt aangeduid met een van
de volgende codes: E, EB, X, AR, U, A, C, K of UB.
De batterij kan honderden keren worden opgeladen en
ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer
de gespreksduur en stand-byduur aanmerkelijk korter zijn
dan normaal, moet u de batterij vervangen. Gebruik alleen
batterijen die door Nokia zijn goedgekeurd en laad de
Vraag de leverancier naar de beschikbare goedgekeurde
accessoires. Als u de stekker van een toebehoren uit het
stopcontact verwijdert, moet u aan de stekker trekken, niet
aan het snoer.
batterij alleen opnieuw op met laders die door Nokia zijn
goedgekeurd en bestemd zijn voor dit apparaat.
Als u een batterij voor de eerste keer gebruikt of als u de
batterij langere tijd niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat u
de lader moet aansluiten, ontkoppelen en vervolgens
opnieuw moet aansluiten om het opladen te starten. Als de
batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren
voordat de batterij-indicator op het scherm wordt
weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Batterij veilig verwijderen. Schakel het apparaat altijd uit en
ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Correct opladen. Haal de lader uit het stopcontact wanneer u
deze niet gebruikt. Houd een volledig opgeladen batterij niet
gekoppeld aan de lader omdat de levensduur van de batterij
kan afnemen wanneer deze wordt overladen. Als een volledig
opgeladen batterij niet wordt gebruikt, wordt deze na
verloop van tijd automatisch ontladen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 89
Batterij
Vermijd extreme temperaturen. Probeer de batterij altijd te
bewaren op een temperatuur tussen 15°C en 25°C. Bij
extreme temperaturen nemen de capaciteit en levensduur
van de batterij af. Een apparaat met een warme of koude
batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn. De
batterijprestaties zijn met name beperkt in temperaturen
beduidend onder het vriespunt.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt. Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren wanneer een metalen voorwerp zoals
een munt, paperclip of pen direct contact maakt met de
positieve (+) en negatieve (-) poolklemmen van de batterij.
(Deze klemmen zien eruit als metalen strips.) Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw
zak of tas hebt. Kortsluiting van de poolklemmen kan schade
veroorzaken aan de batterij of aan het voorwerp waarop
deze is aangesloten.
Verwijdering. Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen
kunnen dan ontploffen. Verwerk batterijen in
overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever
batterijen indien mogelijk in voor recycling. Gooi batterijen
niet weg met het huishoudafval.
Batterijlek. U mag nooit geheugencellen of batterijen
ontmantelen, erin snijden of ze openen, platdrukken,
verbuigen, doorboren of slopen. Als een batterij lekt, dient u
te voorkomen dat de vloeistof in contact komt met de huid
of ogen. Als dat toch gebeurt, moet u uw huid en ogen
onmiddellijk met water afspoelen of medische hulp zoeken.
Beschadiging. Wijzig de batterij niet, verwerk deze niet tot
een ander product, en probeer er geen vreemde voorwerpen
in te brengen. Stel de batterij niet bloot aan en dompel deze
niet onder in water of andere vloeistoffen. Batterijen kunnen
ontploffen als deze beschadigd raken.
Correct gebruik. Gebruik de batterij alleen voor het doel
waarvoor deze is bestemd. Onjuist gebruik van de batterij
kan brand, explosie of ander gevaar met zich meebrengen.
Als het apparaat of de batterij valt, vooral op een hard
oppervlak, en u denkt dat de batterij is beschadigd, moet u
deze ter inspectie naar een servicepunt brengen voordat u
die opnieuw gebruikt. Gebruik nooit een beschadigde lader
of batterij. Houd de batterij buiten het bereik van kleine
kinderen.
Controleren van de echtheid van
Nokia-batterijen
Gebruik altijd originele Nokia-batterijen voor uw veiligheid.
Verzeker u ervan dat u een originele Nokia batterij koopt door
de batterij bij een erkende Nokia dealer of een Nokia
servicecentrum aan te schaffen en het hologramlabel volgens
de onderstaande stappen te inspecteren:
De echtheid van het hologram controleren
1. Wanneer u het hologram op het label
bekijkt, hoort u vanuit de ene hoek
het Nokia-symbool met de handen te
zien en vanuit de andere hoek het
Nokia Original Enhancements-logo.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 90
2. Wanneer u het hologram onder een
hoek naar links, rechts, omlaag en
omhoog houdt, hoort u op iedere
zijde respectievelijk 1, 2, 3 en 4
stippen te zien.
Een succesvolle uitvoering van de
stappen biedt geen totale garantie voor
de echtheid van de batterij. Als u de
Uw apparaat onderhouden
Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en
vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De
volgende tips kunnen u helpen om de garantie te behouden.
Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei
soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten
die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken.
Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en
laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij
terugplaatst.
Gebruik of bewaar het apparaat niet op stoffige, vuile
plaatsen. De bewegende onderdelen en elektronische
onderdelen kunnen beschadigd raken.
Bewaar het apparaat niet bij zeer hoge of lage
temperaturen. Hoge temperaturen kunnen de levensduur
van elektronische apparaten bekorten, batterijen
beschadigen en bepaalde kunststoffen doen vervormen of
smelten. Wanneer het apparaat na een lage temperatuur
weer de normale temperatuur krijgt, kan binnen in het
Uw apparaat onderhouden
echtheid van de batterij niet kunt vaststellen of als u reden
hebt om aan te nemen dat uw Nokia batterij met
hologramlabel geen echte Nokia batterij is, gebruik deze dan
niet, maar breng de batterij naar de dichtstbijzijnde erkende
Nokia dealer of een Nokia servicecentrum voor assistentie.
Zie www.nokia.com/battery voor meer informatie over
originele Nokia batterijen.
apparaat vocht ontstaan, waardoor elektronische
schakelingen beschadigd kunnen raken.
Probeer het apparaat niet open te maken op een andere
manier dan in deze handleiding wordt voorgeschreven.
Laat het apparaat niet vallen en stoot of schud niet met
het apparaat. Een ruwe behandeling kan de interne
elektronische schakelingen en fijne mechaniek
beschadigen.
Gebruik geen agressieve chemicaliën, oplosmiddelen of
sterke reinigingsmiddelen om het apparaat schoon te
maken. Het oppervlak van het apparaat mag alleen
worden gereinigd met een zachte, schone, droge doek.
Verf het apparaat niet. Verf kan de bewegende onderdelen
van het apparaat blokkeren en de correcte werking
belemmeren.
Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde
vervangingsantenne. Niet-goedgekeurde antennes,
aanpassingen of toebehoren kunnen het apparaat
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 91
Aanvullende veiligheidsinformatie
beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regelgeving
met betrekking tot radioapparaten.
Gebruik laders binnenshuis.
Maak een back-up van alle gegevens die u wilt bewaren,
zoals contactpersonen en agendanotities.
Voor optimale prestaties kunt het apparaat het beste zo
nu en dan resetten door de stroom uit te schakelen en de
batterij te verwijderen.
Deze tips gelden zowel voor het apparaat als voor de batterij,
de oplader en andere toebehoren.
Recycling
Breng uw gebruikte elektronische producten, batterijen en
verpakkingsmateriaal altijd terug naar hiervoor geëigende
verzamelpunten. Op deze manier helpt u het
ongecontroleerd weggooien van afval tegen te gaan en
bevordert u het hergebruik van materialen. Voor milieu-
informatie en het recyclen van uw Nokia-producten kijkt u op
www.nokia.com/werecycle of nokia.mobi/werecycle.
Het symbool van de doorgestreepte container op uw
product, in de documentatie of op de verpakking wil
zeggen dat alle elektrische en elektronische producten,
batterijen en accu’s na afloop van de levensduur voor
gescheiden afvalverzameling moeten worden aangeboden.
Dit geldt voor de Europese Unie. Bied deze producten niet aan
bij het gewone huisvuil. Raadpleeg voor meer informatie de
verklaringen met betrekking tot het milieu op
www.nokia.com/environment.
Aanvullende veiligheidsinformatie
Kleine kinderen
Het apparaat en toebehoren zijn geen speelgoed. Ze kunnen
kleine onderdelen bevatten. Houd deze buiten het bereik van
kleine kinderen.
Gebruiksomgeving
Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan
radiosignalen in de normale positie aan het oor of wanneer
het apparaat minstens 2,2 centimeter (7/8 inch) van het
lichaam wordt gehouden. Een draagtas, riemclip of houder
voor het dragen van het apparaat op het lichaam mag geen
metaal bevatten en moet het apparaat op de eerder
genoemde afstand van het lichaam houden.
Voor het verzenden van gegevensbestanden of berichten is
een goede verbinding met het netwerk vereist. De
verzending van gegevensbestanden of berichten kan
vertraging oplopen zolang een dergelijke verbinding niet
beschikbaar is. Houd u aan de instructies voor de afstand tot
het lichaam totdat de verzending voltooid is.
Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen
voorwerpen kunnen worden aangetrokken door het
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 92
apparaat. Houd creditcards en andere magnetische
opslagmedia uit de buurt van het apparaat, omdat de
gegevens die op deze media zijn opgeslagen, kunnen worden
gewist.
Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze
telefoons, kan het functioneren van onvoldoende
beschermde medische apparatuur nadelig beïnvloeden.
Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische
apparaat om vast te stellen of het apparaat voldoende is
beschermd tegen externe RF-energie. Schakel uw apparaat
uit wanneer dat wordt voorgeschreven door instructies.
Ziekenhuizen en andere instellingen voor gezondheidszorg
kunnen gebruikmaken van apparatuur die gevoelig is voor
externe RF-energie.
Geïmplanteerde medische apparatuur
Om mogelijke storing van geïmplanteerde medisch
apparatuur zoals een pacemaker of een geïmplanteerde
defibrillator te voorkomen, raden fabrikanten van medische
apparatuur aan om draadloze apparaten altijd op minimaal
15,3 centimeter afstand te houden. Personen met dergelijke
apparaten moeten met het volgende rekening houden:
Houd het draadloze apparaat altijd op meer dan 15,3
centimeter afstand van het medische apparaat.
Het draadloze apparaat niet in een borstzak dragen.
Aanvullende veiligheidsinformatie
Houd het draadloze apparaat tegen het oor aan de andere
kant van het lichaam dan de kant waar het medische
apparaat zit.
Schakel het draadloze apparaat uit als er enige reden is
om te vermoeden dat er een storing plaatsvindt.
Volg de instructies van de fabrikant van het
geïmplanteerde medische apparaat.
Als u vragen hebt over het gebruik van het draadloze
apparaat wanneer u een geïmplanteerd medisch apparaat
hebt, neemt u contact op met uw zorginstelling.
Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in
bepaalde gehoorapparaten veroorzaken.
Voertuigen
Radiofrequente signalen kunnen elektronische systemen in
gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of
onvoldoende afgeschermd zijn, zoals elektronische systemen
voor brandstofinjectie, antiblokkeerremmen en systemen
voor elektronische snelheidsregeling of airbags negatief
beïnvloeden. Raadpleeg voor meer informatie de fabrikant
van uw voertuig of van de hierin geïnstalleerde apparatuur.
Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden
onderhouden of in een auto worden gemonteerd.
Ondeskundige installatie of reparatie kan risico's opleveren
en de garantie ongeldig maken. Controleer regelmatig of de
draadloze apparatuur in de auto nog steeds goed bevestigd
is en naar behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 93
Aanvullende veiligheidsinformatie
brandbare vloeistoffen, gassen of explosieve materialen in
dezelfde ruimte als het apparaat of de bijbehorende
onderdelen of toebehoren. Vergeet niet dat in een
noodsituatie de airbag in een auto met zeer veel kracht wordt
opgeblazen. Plaats uw apparaat of toebehoren daarom nooit
in de ruimte vóór de airbag.
Schakel uw apparaat uit voordat u aan boord van een
vliegtuig gaat. Het gebruik van mobiele
communicatieapparatuur kan gevaarlijk zijn voor de werking
van het vliegtuig en is mogelijk illegaal.
Explosiegevaarlijke omgevingen
Schakel het apparaat uit in een omgeving met een mogelijk
explosieve atmosfeer. Volg alle aanwezige instructies op.
Vonken kunnen in een dergelijke omgeving een explosie of
brand veroorzaken die kan resulteren in letsel of de dood.
Schakel het apparaat uit op plekken waar brandstoffen
worden getankt, zoals op benzinestations. Houd u aan de
beperkingen in gebieden waar brandstof wordt opgeslagen
en gedistribueerd, bij chemische bedrijven of waar
explosiewerkzaamheden worden uitgevoerd. Gebieden met
een mogelijk explosieve atmosfeer worden meestal, maar
niet altijd, als zodanig aangeduid. Hiertoe behoren ook
omgevingen waar u wordt aangeraden uw automotor uit te
zetten, het benedendeks-gedeelte op boten, plaatsen voor
overdracht en opslag van chemische stoffen en omgevingen
waar de lucht chemische stoffen of deeltjes bevat zoals
metaalkorreltjes, -stof of -poeders. Informeer bij de
fabrikanten van voertuigen die op vloeibare gassen rijden
(zoals propaan of butaan) om te bepalen of dit apparaat in
de omgeving daarvan veilig kan worden gebruikt.
Alarmnummer kiezen
Belangrijk: Dit apparaat maakt gebruik van
radiosignalen, draadloze netwerken, kabelnetwerken en
door de gebruiker geprogrammeerde functies. Als uw
apparaat gesprekken via het internet ondersteunt
(netgesprekken), moet u zowel de netgesprekken als de
mobiele telefoon activeren. Het apparaat kan alarmnummers
zowel via het mobiele netwerk als via uw internetprovider
proberen te kiezen als beide functies zijn geactiveerd.
Verbindingen kunnen niet onder alle omstandigheden
worden gegarandeerd. U moet nooit alleen vertrouwen op
een draadloze telefoon voor het tot stand brengen van
essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische
noodgevallen.
Een alarmnummer kiezen:
1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd.
Controleer of de signaalontvangst voldoende is.
Afhankelijk van het apparaat moet u mogelijk ook de
volgende stappen uitvoeren:
Pl
is.
aats een SIM-kaart als deze voor het apparaat vereist
Maak bepaalde oproepbeperkingen ongedaan als deze
op uw apparaat zijn ingesteld.
Wijzig uw profiel van Offline of Vlucht in een actief
profiel.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 94
2. Druk zo vaak als nodig is op de end-toets om het scherm
leeg te maken en het apparaat gereed te maken voor een
oproep.
3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich
bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.
4. Druk op de beltoets.
Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk
op wanneer u een alarmnummer belt. Uw draadloze
apparaat is mogelijk het enige communicatiemiddel op de
plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u
daarvoor toestemming hebt gekregen.
Informatie over certificatie (SAR)
Dit mobiele apparaat voldoet aan richtlijnen voor
blootstelling aan radiogolven.
Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het
is zo ontworpen dat de grenzen voor blootstelling aan
radiogolven die worden aanbevolen door internationale
richtlijnen, niet worden overschreden. Deze richtlijnen zijn
ontwikkeld door de onafhankelijke wetenschappelijke
organisatie ICNIRP en bevatten veiligheidsmarges om de
veiligheid van alle personen te waarborgen, ongeacht hun
leeftijd en gezondheidstoestand.
De blootstellingsrichtlijnen voor mobiele apparatuur worden
uitgedrukt in de maateenheid SAR (Specific Absorption Rate).
De SAR-limiet in de richtlijnen van het ICNIRP is 2,0 W/kg
(watt/kilogram) gemiddeld over tien gram lichaamsweefsel.
Bij tests voor SAR worden de standaardposities gebruikt,
waarbij het apparaat in alle gemeten frequentiebanden het
Aanvullende veiligheidsinformatie
hoogst toegestane energieniveau gebruikt. Het werkelijke
SAR-niveau van een werkend apparaat kan onder de
maximumwaarde liggen, omdat het apparaat zo is
ontworpen dat niet meer energie wordt gebruikt dan nodig
is om verbinding te maken met het netwerk. De hoeveelheid
benodigde energie kan wijzigen afhankelijk van een aantal
factoren, zoals de afstand tot een zendmast waarop u zich
bevindt.
De hoogste SAR-waarde onder de ICNIRP-richtlijnen voor
gebruik van het apparaat bij het oor is 0,69 W/kg.
Het gebruik van toebehoren met het apparaat kan resulteren
in andere SAR-waarden. SAR-waarden kunnen variëren,
afhankelijk van nationale rapportage-eisen, testeisen en de
netwerkband. Meer informatie over SAR kunt u vinden onder
"product information" op www.nokia.com.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 95
Index
A
accessoires
instellingen 74
achtergrondafbeelding 67
Actieve notities 72
afspelen
berichten 42
A-GPS (Assisted GPS) 33
antennes 12
apparaatbeheer 78
apparaat instellen 13
audioberichten 40
automatisch bijwerken, datum/
tijd
69
automatische blokkering 74
B
batterij 10, 11
oplaadniveau 16
berichten
e-mail 42
instellingen 45
mappen voor 37
multimedia 41
pictogram voor inkomende 41
spraakopties 75
berichtlezer 42, 75
bestandsbeheer 77
96
beveiliging
apparaat en SIM-kaart 74
Bluetooth 82
browser 58
beveiligingscode 18
beveiligingsmodule 18
bijlagen 41
blogs 55
blokkeerwachtwoord 18
blokkeren
automatische blokkering
apparaat
74
toetsenblok 74
blokkeringscode 74
Bluetooth 83
beveiliging 82
gegevens ontvangen 82
gegevens verzenden 82
Bluetooth-verbindingen
apparaten blokkeren 84
bookmarks 57
browser 57
beveiliging 58
bookmarks 57
browsen door pagina's 54, 55
cachegeheugen 57
downloads 56
favorieten 54
inhoud zoeken 56
instellingen 58
werkbalk 55
widgets 56
C
cachegeheugen 57
camera
foto's maken 52
videoclips 53
werkbalk 52
computerverbindingen 81
Zie ook
gegev nsverbin ene ding
conferentiegesprekken 24
configuratie-instellingen 12
contacten
afbeeldingen bij 50
beltonen 51
bewerken 50
kopiëren 51
namen en nummers 50
opslaan 50
spraaklabels 50
synchroniseren 85
verwijderen 50
verzenden 50
contactgegevens 21
cookies 57
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Index
D
datum en tijd 69
dienstberichten 42
dienstopdrachten 38
downloads 56
E
e-mail 44, 45
bijlagen 43
downloaden 43, 49
instellingen 47, 48, 49
mailbox 43, 47
e-mails 42
energiebesparing 17
externe configuratie 78
externe mailbox 42
F
feeds, nieuws 55
FM-radio 31
G
gedeelde video
live video delen 29
videoclips delen 29
gegevensverbindingen
Pc-verbindingen 81
synchronisatie 85
geheugen
webcache 57
geheugenkaart 10, 11
gesproken hulp
Zie
spra emaakth
GPS (Gl
System
obal Positioning
)
32
H
headset 19
helptoepassing 20
het apparaat inschakelen 12
het apparaat uitschakelen 12
hoofdtelefoon 19
hulpprogramma voor omrekenen
maateenheden
71
hulpprogramma voor omrekenen
valuta
71
I
identificatie 26
inbox
bericht 41
inbox, berichten 41
infodienstberichten 38
installaties 19
installeren toepassingen 75
instellingen
accessoires 74
browser 58
configuratie 12
herstellen 75
klok 70
netwerk 28
oproep 26
podcast 62
synchronisatie 86
toepassingen 74
toetsen vergrendelen 74
instelwizard 13
internetverbinding 54
o s r
Zie ook
br w e
K
Kaarten 33
kabelverbinding 19, 84
klantenservice 21
klembord, kopiëren naar 39
Klok
instellingen 70
kopiëren, tekst naar het
klembord
39
koppelingsapparaten 83
L
leestekens, tekstinvoer 39
logboek 25
M
maateenheden omrekenen 71
mailbox
e-mail 42
Mail for Exchange 44
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 97
Index
media
radio 31
mediabestanden online delen 60
mediabestanden uploaden 60
menu 17
menuweergave 17
Miniweergave 55
MMS (Multimedia Message
Service)
40, 41
multimediaberichten 40, 41
muziekspeler
afspelen 30
muziek overbrengen 31
muziek zoeken 31
My Nokia 21
N
netwerk
instellingen 28
nieuwsfeeds 55
Notities 73
O
offline 15
ondersteuningsinformatie 21
Online delen 60
abonnementen nemen 60
diensten activeren 60
een post creëren 60
oorspronkelijke instellingen 75
oorspronkelijke instellingen
herstellen
75
operator
selecteren 28
oproep doorschakelen 27
oproepen
beantwoorden 24
conferentiegesprek 24
instellingen 26
plaatsen 23
snelkeuze 23
voicemail 23
weigeren 24
oproepen blokkeren 28
oproep plaatsen 23
outbox, berichten 38
Ovi 66, 67
Ovi-contacten 66
Ovi Files 67
Ovi Muziek 59
Ovi Store 66
Ovi Synchroniseren 86
P
paginaoverzicht 55
PDF, reader 70
PIN 18
PIN-code
veranderen 74
plaatsbepalingen 34
podcast 62, 63, 64
downloads 64
presentaties, multimedia 42
profielen
maken 68
personaliseren 68
PUK 18
R
radio 31
rekenmachine 72
S
Say and Play 31
scherm
symbolen 16
schrijftaal 37
screensaver 67
sensors 69
signaalsterkte 16
SIM-kaart 10
berichten 45
SMS (Short Message Service) 40
SMS-berichten
beantwoorden 41
instellingen 46
ontvangen en lezen 41
SIM-berichten 45
verzenden 40
snelkeuze 23
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 98
Index
software
bijwerken 22
software-update 21
software-updates 79
speciale tekens, tekstinvoer 39
spraak 75
spraakgestuurde
nummerkeuze
24
spraakopdrachten 31
spraakthema 68
startscherm 15
symbolen 16
synchronisatie 86
synchronisatie van gegevens 85
T
taal
veranderen 37
tekencodes 39
tekst
cijfermodus 36
lettermodus 36
traditionele invoer 36
voorspelling bij invoer 36, 38
tekstinvoer 38
tekstvoorspelling 36, 38
thema's 67
downloaden 67
tijd en datum 69
toegangscodes 18
toepassingsinstellingen 74
toetsenblok
vergrendelinstellingen 74
toetsen en onderdelen 14
toetsen vergrendelen 18
traditionele tekstinvoer 36
U
updates
software van apparaat 79
UPIN 18
UPIN-code
veranderen 74
USB-kabelverbinding 19, 84
V
valuta omrekenen 71
verbindingsmethoden
Bluetooth 82
vergrendeling 18
verzenden
via Bluetooth 82
verzonden berichten, map 38
video
downloaden 52
videocentrum
downloaden 61
weergeven 61
Videocentrum 61
videoclips 52
video-oproepen 26
oproep plaatsen 25
overschakelen naar
spraakoproep
25
voicemail
bellen 23
nummer wijzigen 23
volumeregeling 18
VPN (Virtual Private Network) 86
W
webverbinding 54
wekker 69
werkbalk
camera 52
widgets 56
woordenboek 70
Z
Zip manager 73
zoeken 65
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 99
90


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Nokia 6720 classic at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Nokia 6720 classic in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1,56 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info