296706
57
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/66
Next page
Gebruikershandleiding Nokia 6600 fold
9207328
Uitgave 2 NL
CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat dit product RM-325
voldoet aan de essentiële vereisten en overige relevante bepalingen
van Richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring
kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/
declaration_of_conformity/.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Nokia, Nokia Connecting People en Navi zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia
Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en
bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in
enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright © 1997-2008.
Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Java is a trademark of Sun Microsystems, Inc.
Portions of the Nokia Maps software are © 1996-2008 The FreeType Project. All rights reserved.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and
noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the
MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use
in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be
implied for any other use. Additional information, including that related to promotional, internal, and
commercial uses, may be obtained from MPEG LA, LLC. See http://www.mpegla.com.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio-licentie (i) voor privé- en niet-
commercieel gebruik in verband met informatie die is gecodeerd volgens de visuele norm MPEG-4, door
een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit, en (ii) voor gebruik in verband
met MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander
gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder
informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is
verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor
zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit
document worden beschreven.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN
VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES
VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
0434
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ
VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN
BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ
UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE
GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT
DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio
verschillen. Neem contact op met uw Nokia-dealer voor details en de beschikbaarheid van taalopties.
Exportbepalingen
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en
regelgeving betreffende export van de VS en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is
verboden.
Toepassingen van derden die bij uw apparaat worden geleverd, kunnen zijn gemaakt door en in eigendom
zijn van personen en entiteiten die geen relatie of verband met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de
auteursrechten of de intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig
draagt Nokia geen verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de functionaliteit
van deze toepassingen of de informatie in deze toepassingen of het materiaal. Nokia biedt geen garantie
voor deze toepassingen van derden.
MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN WORDEN GELEVERD
ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DIT VOOR ZOVER
MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT
NOCH NOKIA NOCH GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN,
UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT) GARANTIES BETREFFENDE
TITEL, VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN
INBREUK MAKEN OP OCTROOIEN, AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN VAN
DERDEN.
MEDEDELING FCC/INDUSTRY CANADA
Dit apparaat kan tv- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van
ontvangstapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal Communications Commission (FCC) of Industry
Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen
worden. Neem contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan
deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat
mag geen schadelijke storingen veroorzaken en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf accepteren,
ook wanneer deze een ongewenste werking tot gevolg kunnen hebben. Veranderingen of aanpassingen
die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze
apparatuur te werken tenietdoen.
9207328/Uitgave 2 NL
4
Inhoudsopgave
VEILIGHEID ....................................... 6
Algemene informatie ....................... 7
Handige tips ....................................................... 7
Over dit apparaat.............................................. 9
Netwerkdiensten............................................ 10
Toebehoren ...................................................... 10
Toegangscodes................................................ 10
Software-updates.......................................... 11
Updates voor telefoonsoftware ................. 12
My Nokia.......................................................... 12
Content downloaden .................................... 12
Nokia-ondersteuning.................................... 13
1. Aan de slag................................. 13
SIM-kaart, geheugenkaart
en batterij plaatsen....................................... 13
microSD-geheugenkaart.............................. 14
De batterij opladen ....................................... 14
De telefoon openen en sluiten................... 15
De telefoon in- en uitschakelen ................ 15
De tijd, zone en datum instellen ............... 16
Dienst voor configuratie-instellingen...... 16
Polsband........................................................... 16
Antenne............................................................ 17
Toetsen en onderdelen ................................. 17
Sensor ............................................................... 18
Stand-by modus............................................. 19
Profiel Vlucht .................................................. 20
2. Oproepen .................................... 21
Bellen ................................................................ 21
Een oproep beantwoorden
en beëindigen ................................................. 21
Een oproep dempen of weigeren............... 21
Snelkeuze......................................................... 22
Spraakgestuurde nummerkeuze ................ 22
Opties tijdens een oproep ........................... 22
Een video-oproep tot stand brengen ....... 23
3. Tekst invoeren ............................ 24
Normale tekstinvoer ..................................... 24
Tekstinvoer met woordenboek ................... 24
4. Berichten .................................... 25
Tekstberichten invoeren
en verzenden ................................................... 25
Berichten invoeren en verzenden.............. 25
Berichten lezen en beantwoorden ............ 26
Nokia Xpress-audioberichten ..................... 26
Flitsberichten................................................... 26
E-mailtoepassing............................................ 26
Chatberichten.................................................. 28
Spraakberichten.............................................. 28
Videoberichten................................................ 28
Informatieberichten....................................... 28
Dienstopdrachten........................................... 29
Berichtinstellingen......................................... 29
5. Contacten ................................... 31
Namen en telefoonnummers opslaan ...... 32
Zoeken naar een contact ............................. 32
Contacten bewerken ..................................... 32
Contactgegevens toevoegen....................... 32
Contacten kopiëren of verplaatsen........... 32
Groepen............................................................. 33
Visitekaartjes ................................................... 33
Contactinstellingen ....................................... 33
6. Logboek ...................................... 33
7. Instellingen................................. 34
Profielen............................................................ 34
Thema's ............................................................. 34
Tonen ................................................................. 34
Verlichting........................................................ 34
Scherm .............................................................. 35
Datum en tijd .................................................. 35
Snelkoppelingen ............................................. 35
Synchroniseren en back-up......................... 36
Connectiviteit.................................................. 36
Oproepen .......................................................... 38
Telefoon ............................................................ 39
Toebehoren....................................................... 40
Configuratie..................................................... 40
Beveiliging........................................................ 41
Fabrieksinstellingen terugzetten ............... 42
5
8. Operatormenu ............................ 42
9. Galerij.......................................... 42
Beheer van digitale rechten ....................... 43
Afbeeldingen afdrukken............................... 43
10. Media ....................................... 44
Camera en video ............................................ 44
Muziekspeler ................................................... 44
Radio ................................................................. 46
Recorder ........................................................... 47
Equalizer........................................................... 47
Stereo-verbreding.......................................... 47
11. Organiser.................................. 48
Wekker.............................................................. 48
Agenda.............................................................. 48
Takenlijst .......................................................... 49
Notities ............................................................. 49
Rekenmachine ................................................ 49
Timer.................................................................. 49
Stopwatch........................................................ 50
12. Toepassingen............................ 50
Een spelletje starten ..................................... 50
Een toepassing starten................................. 50
Toepassingsopties.......................................... 51
13. Web .......................................... 51
Verbinding maken met een dienst............ 51
Bladeren door pagina's ................................ 52
Bookmarks........................................................ 52
Weergave-instellingen.................................. 52
Beveiligingsinstellingen................................ 53
Browserbeveiliging......................................... 53
14. Kaarten .................................... 55
Kaarten downloaden ..................................... 55
Kaarten en GPS............................................... 56
Extra diensten ................................................. 56
15. SIM-diensten ......................... 57
16. Pc-verbinding.......................... 57
Nokia PC Suite ................................................ 57
Toepassingen voor data-
communicatie ................................................. 57
17. Informatie over de batterij
en de lader ..................................... 58
Controleren van de echtheid
van Nokia-batterijen..................................... 59
Behandeling en onderhoud........... 60
Aanvullende veiligheids-
informatie ...................................... 61
Index............................................... 65
6
VEILIGHEID
VEILIGHEID
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of
onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoon verboden is of
als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen vrij om uw
voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben
terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking
van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD
GELDT
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in
vliegtuigen en in de nabijheid van medische apparatuur, brandstof, chemicaliën
of gebieden waar explosieven worden gebruikt.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele
producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
7
Algemene informatie
Algemene informatie
Handige tips
Voor u uw telefoon naar een Nokia Care Point brengt
V: Hoe kan ik problemen met de werking van mijn telefoon oplossen?
A: Probeer het volgende:
Zet de telefoon uit, verwijder de batterij en plaats een nieuwe.
Zet de fabrieksinstellingen terug. Selecteer Menu > Instellingen > Fabr.inst.
terugz.. Om alle persoonlijke gegevens in de telefoon op te slaan, selecteert u
Alleen inst. herstellen.
Werk de telefoon bij met Nokia Software Updater (indien beschikbaar). Zie
www.nokia.com/softwareupdate of uw lokale website van Nokia.
Verbinding met Bluetooth-apparaten
V: Waarom kan ik geen Bluetooth-compatibel apparaat vinden?
A: Probeer het volgende:
Controleer of beide apparaten compatibel zijn.
Controleer of de Bluetooth-connectiviteit bij beide apparaten is geactiveerd.
Controleer of de afstand tussen de twee apparaten niet groter is dan 10 meter
(33 voet) en dat er geen muren of andere obstakels tussen de apparaten staan.
Controleer of het andere apparaat niet in de modus 'verborgen' staat.
Oproepen
V: Hoe kan ik een inkomende oproep of een alarmtoon dempen?
A: Tik tweemaal op het secundaire scherm als de telefoon dichtgeklapt is.
V: Hoe kan ik het volume instellen?
A: Blader omhoog of omlaag om het volume aan te passen tijdens een gesprek.
V: Hoe kan ik de beltoon instellen?
A: Selecteer Menu > Instellingen > Tonen.
Klok
V: Hoe kan ik de tijd aflezen?
A: Tik tweemaal op het secundaire scherm als de telefoon dichtgeklapt is.
8
Algemene informatie
Contacten
V: Hoe kan ik een nieuw contact toevoegen?
A: Selecteer Menu > Contacten > Voeg nieuwe toe.
V: Hoe kan ik aanvullende informatie bij een contact toevoegen?
A: Zoek het contact waaraan u extra informatie wilt toevoegen en selecteer
Gegevens > Opties > Info toevoegen en kies een van de beschikbare opties.
Menu’s
V: Hoe kan ik de weergave van de menu’s veranderen?
A: U kunt de menuweergave wijzigen door Menu > Opties >
Hoofdmenuwrgave > Lijst, Roosterweergave, Rooster met labels of Tab te
selecteren.
V: Hoe kan ik mijn menu aanpassen?
A: Als u de menu’s anders wilt indelen, selecteert u Menu > Opties > Indelen.
Blader naar het menu dat u wilt verplaatsen en selecteer Verplaats. Ga naar de
positie waar u het menu naartoe wilt verplaatsen en selecteer OK. Selecteer OK >
Ja om de wijziging op te slaan.
Berichten
V: Waarom kan ik geen multimediabericht verzenden?
A: Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en
abonnementsmogelijkheden van de netwerkdienst voor multimediaberichten
(MMS, netwerkdienst).
V: Hoe kan ik e-mail instellen?
A: Om de e-mailfunctie van de telefoon te kunnen gebruiken, hebt u een
compatibel e-mailsysteem nodig. Neem voor de juiste instellingen contact op met
uw serviceprovider. Het is mogelijk dat u de instellingen ontvangt als
configuratiebericht. U kunt de e-mailinstellingen activeren door Menu >
Berichten > Berichtinstllngn > E-mailberichten te selecteren.
Pc-verbinding
V: Waarom kan de telefoon geen verbinding maken met mijn pc?
A: Controleer of Nokia PC Suite op uw pc is geïnstalleerd en geactiveerd. Zie de
gebruikershandleiding voor Nokia PC Suite. Meer informatie over het gebruik van
Nokia PC Suite vindt u met de Help-functie van Nokia PC Suite of op de
ondersteuningspagina’s op www.nokia.com.
9
Algemene informatie
Snelkoppelingen
V: Welke snelkoppelingen kan ik gebruiken?
A: Uw telefoon beschikt over meerdere snelkoppelingen:
Druk eenmaal op de beltoets om de oproepinfo te openen. Blader naar het
gewenste nummer of de gewenste naam om een nummer te draaien. Druk
vervolgens op de beltoets.
Houd 0 ingedrukt om de webbrowser te openen.
Houd 1 ingedrukt om uw voicemailbox te bellen.
Houd 2 ingedrukt om uw video-mailbox te bellen.
Houd # ingedrukt om vanuit een willekeurig profiel naar het stille profiel en
vervolgens terug naar het algemene profiel te gaan.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd voor
gebruik op het WCDMA 850- en 2100-netwerk en het GSM 850-, 900-, 1800- en
1900-netwerk. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie
over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en
eerbiedig lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder
auteursrechten.
Auteursrechten kunnen verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek en andere
inhoud worden gekopieerd, gewijzigd of overgedragen.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bladwijzers en
koppelingen naar websites van derden. U kunt met het apparaat ook andere sites
van derden bezoeken. Sites van derden zijn niet verbonden met Nokia en Nokia
onderschrijft deze niet en neemt er geen aansprakelijkheid voor. Als u dergelijke
sites wilt bezoeken, moet u voorzorgsmaatregelen treffen op het gebied van
beveiliging of inhoud.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken
dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het
apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen
of gevaar kan veroorzaken.
Vergeet niet een back-up of een gedrukte kopie te maken van alle belangrijke
gegevens die in uw apparaat zijn opgeslagen.
10
Algemene informatie
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de
handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide
veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van
een draadloze verbindingsdienst. Veel van de functies vereisen speciale
netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook
netwerken waar u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen
voordat u gebruik kunt maken van de netwerkdiensten. Uw serviceprovider kan u
instructies geven en uitleggen hoeveel het kost. Bij sommige netwerken gelden
beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden.
Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde
taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te
schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies
niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook beschikken
over een speciale configuratie, zoals veranderingen in menunamen, menuvolgorde
en pictogrammen. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/
IP-protocollen. Voor de technologie van sommige functies van deze telefoon,
zoals MMS (Multimedia Messaging), browsen, e-mailen, chatten, snel beschikbare
contacten, synchroniseren op afstand en het downloaden van content via een
browser of MMS, is netwerkondersteuning nodig.
Toebehoren
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia
zijn goedgekeurd voor gebruik met dit specifieke model. Het gebruik van alle
andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan
de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
Toegangscodes
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging om in te stellen hoe uw telefoon
gebruikmaakt van de toegangscodes en beveiligingsinstellingen.
Het toetsenslot (toetsenblokkering) voorkomt dat u per ongeluk op een toets
drukt:
11
Algemene informatie
1. Om de toetsen te vergrendelen als de telefoon opengeklapt is, drukt u
binnen 3,5 seconde op Menu > * .
2. Om de vergrendeling van de toetsen op te heffen als de telefoon
opengeklapt is, drukt u binnen 1,5 seconde op Menu > * .
Druk op de beltoets om een oproep te beantwoorden als het toetsenbord
vergrendeld is. Wanneer u de oproep beëindigt of niet aanneemt, worden de
toetsen weer automatisch geblokkeerd.
U kunt ook Menu > Instellingen > Telefoon > Aut. toets.blokk. of
Toetsenblokkering > Aan of Uit selecteren. Als de toetsenblokkering is
ingeschakeld, moet u de beveiligingscode invoeren als erom gevraagd wordt.
Met de beveiligingscode (5-10 cijfers) kunt u uw telefoon beschermen tegen
onbevoegd gebruik. U kunt de code maken en wijzigen en de telefoon zo
instellen dat om de code wordt gevraagd. Houd de code geheim en bewaar
deze op een veilige plek, niet bij uw telefoon. Als u de code vergeet en uw
telefoon is vergrendeld, moet u ermee naar de servicedienst. Hier worden
mogelijk extra kosten voor gerekend. Neem voor meer informatie contact op
met een Nokia Care Point of uw telefoonleverancier.
De PIN-code wordt met de SIM-kaart meegeleverd en beveiligt de kaart tegen
onbevoegd gebruik.
De PIN2-code wordt bij sommige SIM-kaarten meegeleverd en is vereist om
toegang tot bepaalde diensten te krijgen.
PUK- en PUK2-codes kunnen met de SIM-kaart meegeleverd zijn. Als u
driemaal achter elkaar de verkeerde PIN- of PIN2-code hebt ingevoerd, zal
naar de PUK- of PUK2-code worden gevraagd. Neem contact op met uw
serviceprovider als u niet over deze codes beschikt.
Het blokkeerwachtwoord (4 cijfers) is nodig wanneer u Oproepen blokkeren
gebruikt om inkomende en uitgaande oproepen te beperken (netwerkdienst).
Als u de instellingen van de beveiligingsmodule (indien geïnstalleerd) wilt
bekijken of wijzigen, selecteert u Inst. beveil.module > Menu > Instellingen >
Beveiliging.
Software-updates
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die adequate
beveiliging en bescherming bieden tegen schadelijke software.
Nokia kan software-updates uitbrengen die nieuwe en/of verbeterde functies of een
verbeterde werking bieden. U kunt deze updates aanvragen met de pc-toepassing Nokia
12
Algemene informatie
Software Updater. Als u de software voor het apparaat wilt bijwerken, hebt u de toepassing
Nokia Software Updater nodig en een compatibele pc met het besturingssysteem Microsoft
Windows 2000 of XP, een breedbandverbinding en een compatibele gegevenskabel waarmee
het apparaat op de pc is aangesloten.
Ga naar www.nokia.com/softwareupdate of naar de lokale Nokia-website voor meer
informatie of om de toepassing Nokia Software Updater te downloaden.
Bij het downloaden van software-updates worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens
via het netwerk van uw serviceprovider overgedragen. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Zorg ervoor dat de batterij van het apparaat voldoende capaciteit heeft of dat de lader is
aangesloten voordat u begint met bijwerken.
Als uw netwerk het draadloos bijwerken van software ondersteunt, kunt u mogelijk ook
updates via het apparaat aanvragen. Zie “Telefoon” op pagina 39.
Updates voor telefoonsoftware
Uw serviceprovider kan de updates voor telefoonsoftware ook rechtstreeks over-
the-air naar uw apparaat sturen. Of deze optie beschikbaar is, hangt af van uw
telefoon.
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een software-update kunt u
het apparaat niet gebruiken, zelfs niet om een alarmnummer te bellen,
totdat de installatie is voltooid en het apparaat opnieuw is ingeschakeld.
Zorg ervoor dat u een back-up maakt van de gegevens voordat u de
installatie van een update aanvaardt.
My Nokia
Ontvang gratis tips, trucs en ondersteuning voor uw Nokia-telefoon, plus gratis
probeermateriaal, interactieve demonstraties, een persoonlijke webpagina en
nieuws over de nieuwste Nokia-producten en –diensten.
Haal alles uit uw Nokia-telefoon en registreer u vandaag nog bij My Nokia! Voor
meer informatie en beschikbaarheid in uw regio moet u kijken op
www.nokia.com/mynokia.
Content downloaden
U kunt mogelijk nieuwe content (bijvoorbeeld thema's) naar uw telefoon
downloaden (netwerkdienst).
Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van de
verschillende diensten.
13
Aan de slag
Nokia-ondersteuning
Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale Nokia-website voor de meest
actuele gebruikershandleidingen, aanvullende informatie, downloads en diensten
die te maken hebben met uw Nokia-product.
Op de website vindt u informatie over het gebruik van Nokia-
producten en –diensten. Als u contact wilt opnemen met Nokia
Care, raadpleegt u de lijst met plaatselijke Nokia Care-
contactcentra op www.nokia.com/customerservice.
Informatie over onderhoudsdiensten vindt u bij het dichtstbijzijnde Nokia Care
Point op www.nokia.com/repair.
1. Aan de slag
SIM-kaart, geheugenkaart en batterij plaatsen
De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen
of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart
vastpakt, plaatst of verwijdert.
SIM-kaart plaatsen
1. Open de batterijcover met de achterkant van de telefoon naar u toe gericht (1).
2. Trek voorzichtig aan het sluitclipje van de kaarthouder om de SIM-kaarthouder
los te maken en open het (2).
3. Plaats de SIM-kaart (3). Zorg ervoor dat de SIM-kaart goed in de houder zit en
dat het contactgebied op de kaart naar beneden is gericht.
4. Sluit de SIM-kaarthouder en druk het aan tot het op z’n plaats klikt (4).
14
Aan de slag
Geheugenkaart en batterij plaatsen
1. Schuif de kaarthouder weg (1) en draai het open (2) om de geheugenkaart te
plaatsen.
2. Schuif de geheugenkaart in de kaarthouder (3).
3. Druk de kaarthouder terug op zijn plaats (4) en sluit de kaarthouder (5). Zorg
ervoor dat de kaart goed in de houder zit en dat het contactgebied op de kaart
naar beneden is gericht.
4. Kijk goed naar de contactpunten van de batterij (6) en plaats de batterij (7).
5. Plaats de batterijcover terug (8-9).
microSD-geheugenkaart
U kunt gegevens zoals beltonen, thema’s, tonen, afbeeldingen en
videoclips op een compatibele microSD-kaart opslaan. Als u deze
kaart vervangt, werken deze functies mogelijk niet meer naar
behoren.
U moet de telefoon uitschakelen voordat u een microSD-kaart verwijdert of vervangt.
De telefoon ondersteunt microSD-kaarten tot 4GB.
Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten die door Nokia zijn goedgekeurd om met dit
apparaat te gebruiken. Nokia maakt gebruik van goedgekeurde industriële normen voor
geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet geheel compatibel met dit
apparaat. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens
op de kaart aantasten.
De batterij opladen
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Het opladen van een batterij van het type BL-4CT met de AC-4-lader duurt ongeveer
1 uur en 30 minuten wanneer de telefoon zich in de stand-by modus bevindt.
15
Aan de slag
1. Sluit de lader aan op een gewone
wandcontactdoos.
2. Steek de stekker van de lader in de aansluiting aan
de zijkant van de telefoon.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele
minuten duren voordat de batterij-indicator op het
scherm wordt weergegeven en u weer met het
apparaat kunt bellen.
De telefoon openen en sluiten
Druk op de open-telefoon-
knop (1) om de telefoon te
openen. De telefoon draait
open (2) tot ongeveer 161
graden. Probeer de telefoon
niet verder open te duwen.
U kunt de telefoon
handmatig sluiten.
Als de telefoon is
uitgeschakeld of als de batterij bijna leeg is, moet u de telefoon handmatig openen.
De telefoon-open-knop werkt pas goed als u de magneet en de ankerplaat goed
schoonhoudt met een zachte, schone, droge doek. Zie "Toetsen en onderdelen" op
pagina 17.
De telefoon in- en uitschakelen
1. Houd de aan/uit-toets ingedrukt.
2. Als de PIN- of UPIN-code wordt gevraagd,
voert u de code (weergegeven als ****) in en
selecteert u OK.
Wanneer u de telefoon voor de eerste keer
inschakelt en de telefoon in de stand-by modus
staat, wordt u gevraagd de configuratie-
instellingen op te halen bij uw serviceprovider
(netwerkdienst). Bevestig of weiger de aanvraag.
Zie “Configuratie” op pagina 40 en “Dienst voor
configuratie-instellingen” op pagina 16.
16
Aan de slag
De tijd, zone en datum instellen
Wanneer u de telefoon voor de eerste keer inschakelt en de telefoon in de stand-
by modus staat, wordt u gevraagd de tijd en datum in te stellen. Vul de velden in
en selecteer Opslaan.
Wilt u de instellingen voor datum en tijd later veranderen, dan selecteert u
Menu > Instellingen > Datum en tijd > Inst. datum en tijd, Datum- en tijdnotatie
of Datum/tijd aut. aanp. (netwerkdienst) om de instellingen van tijd, tijdzone en
datum te wijzigen.
Dienst voor configuratie-instellingen
Voor sommige netwerkdiensten, zoals mobiele internetdiensten, MMS, Nokia
Xpress-audioberichten en synchronisatie met een externe internetserver, moeten
de juiste configuratie-instellingen op de telefoon worden ingesteld. Neem contact
op met uw netwerkoperator, serviceprovider, dichtstbijzijnde bevoegde Nokia-
leverancier of bezoek het supportgedeelte op de website van Nokia op
www.nokia.com/support voor meer informatie over beschikbaarheid.
Als u de verbindingsinstellingen in een configuratiebericht hebt ontvangen en de
instellingen niet automatisch worden opgeslagen en geactiveerd, wordt
Configuratie-instellingen ontvangen weergegeven. Selecteer Tonen > Opslaan.
Als dit wordt gevraagd, toetst u de PIN-code in die door uw serviceprovider werd
meegeleverd.
Polsband
Verwijder de batterijcover van de telefoon.
Maak de polsband vast. Plaats de
batterijcover terug.
17
Aan de slag
Antenne
Het apparaat kan interne en externe antennes hebben. Zoals bij alle
radiozendapparatuur, geldt dat u onnodig contact met het gebied rond de
antenne moet vermijden als de antenne aan het zenden of ontvangen is.
Contact met zo'n antenne kan de kwaliteit van de communicatie nadelig
beïnvloeden en ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan
anders noodzakelijk is en kan de levensduur van de batterij verkorten.
Op de afbeelding is het antennegebied in grijs gemarkeerd.
Toetsen en onderdelen
1. Camera aan de voorkant
2. Luistergedeelte/Magneet-ankerplaat
3. Lichtsensor
4. Scherm
5. Linkerselectietoets
6. Rechterselectietoets
7. Navi
TM
-bladertoets;
wordt hierna de bladertoets genoemd
8. Middelste selectietoets
9. Beltoets
10.Toets Einde/Aan/uit-toets;
beëindigt gesprekken (kort op toets drukken)
en zet de telefoon aan en uit (lang op toets
drukken)
11.Toetsenbord
12.Magneet
13.Luidspreker
14.USB-poort
15.Secundair scherm
16.Oogje voor polsband
18
Aan de slag
17.2-megapixel camera
18.Cameraflitser
19.Aansluiting voor de lader
20.Open-telefoon-knop (elektromagnetisch openen)
Sensor
Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon >
Sensorinstellingen > Sensor > Aan om de functie te activeren.
Door de mogelijkheid om te tikken kunt u snel oproepen en alarmtonen dempen en
weigeren. Op het secundaire scherm kunt u de tijd en de indicatoren voor gemiste
oproepen en nieuwe berichten aflezen.
Dubbeltikken
Tik altijd tweemaal op het secundaire scherm, in het
gebied onder het verborgen buitenste scherm, als de
telefoon dichtgeklapt is.
Indicatoren en tijd weergeven
Dubbeltik op het secundaire, verborgen scherm om de
tijd weer te geven. Afhankelijk van de geselecteerde
klokinstellingen verschijnt er een analoge of een
digitale klok. Zie “De tijd, zone en datum instellen” op pagina 16.
Als de muziekspeler of de FM-radio actief is, moet u deze eerst uitschakelen. Als u
oproepen gemist hebt of nieuwe berichten hebt ontvangen, moet u deze eerst
bekijken voordat u de tijd kunt zien.
Houd uw telefoon niet in fel licht (bijvoorbeeld direct zonlicht) als u de
indicatoren en de tijd op het verborgen scherm aan de buitenkant wilt bekijken.
Dempen en weigeren
Dubbeltik op het secundaire scherm om een inkomende oproep of een alarmtoon
te dempen. Dubbeltik nog eens op het scherm om de oproep te weigeren of om de
alarmtoon uit te schakelen. Het geluid wordt weer hersteld voor de volgende
inkomende oproep of alarmtoon.
19
Aan de slag
Stand-by modus
Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en er zijn geen tekens ingevoerd,
bevindt de telefoon zich in de stand-by modus.
1. 3G-indicator
2. Signaalsterkte van het mobiele netwerk
3. Laadstatus van de batterij
4. Indicatoren. Zie “Indicatoren” op pagina 19.
5. De naam van het netwerk of het operatorlogo
6. Klok
7. Scherm
8. Linkerselectietoets. Met deze toets activeert u
standaard Favoriet, waarmee een lijst snelkoppelingen wordt geopend. Zie
“Linker- en rechterselectietoets” op pagina 36.
9. De modus van de middelste selectietoets is Menu.
10.Rechterselectietoets. Met deze toets activeert u standaard Namen, waarmee
een lijst van alle opgeslagen contacten wordt geopend. Zie “Linker- en
rechterselectietoets” op pagina 36.
Actieve stand-by modus
U schakelt de actieve stand-by modus in door te kiezen voor Menu >
Instellingen > Weergave > Actief standby > Actief standby.
In de actieve stand-by modus bladert u door de lijst naar boven en naar beneden
en selecteert u Select. of Bekijk. Aan de pijl kunt u zien dat er nog meer informatie
beschikbaar is. Selecteer Afsluiten als u wilt stoppen met bladeren.
Wilt u de actieve stand-by modus indelen en wijzigen, dan activeert u actief
stand-by en selecteert u Opties > Weergave aanpassen of Instell. actief standby.
Indicatoren
Er zijn ongelezen berichten.
U hebt een oproep gemist. Zie “Logboek” op pagina 33.
De toetsen zijn geblokkeerd. Zie “Toegangscodes” op pagina 10.
De telefoon maakt geen geluid als er een oproep of een SMS binnenkomt.
Zie “Tonen” op pagina 34.
20
Aan de slag
Er is een alarm actief. Zie “Wekker” op pagina 48.
, De verbindingsmodus voor packet-gegevens Altijd online is geselecteerd
en de packet-gegevensdienst is beschikbaar.
, Er is een GPRS- of EGPRS-verbinding tot stand gebracht.
, De GPRS- of EGPRS-verbinding is tijdelijk onderbroken (in de wachtstand
geplaatst).
Indicator Bluetooth-verbinding. Zie “Draadloze Bluetooth-technologie”
op pagina 37.
Profiel Vlucht
Gebruik het profiel Vlucht in een omgeving die gevoelig is voor radiosignalen —
aan boord van een vliegtuig of in een ziekenhuis — om alle functies waarbij
radiofrequenties gebruikt worden uit te schakelen. Wanneer het profiel Vlucht
actief is, wordt weergegeven.
Selecteer Menu > Instellingen > Profielen > Vlucht > Activeer of Aanpassen.
U kunt de telefoon zo instellen dat u, telkens als u de telefoon inschakelt, wordt
gevraagd of u het profiel Vlucht wilt gebruiken. Selecteer hiervoor Menu >
Instellingen > Telefoon > Offlineverzoek > Aan.
Als u het profiel Vlucht wilt deactiveren, selecteert u een ander profiel.
In het profiel Offline of Vlucht moet u de vergrendeling van het apparaat mogelijk opheffen
en het apparaat instellen op het belprofiel voordat u kunt bellen.
Waarschuwing: In het profiel Vlucht kunt u geen oproepen doen of ontvangen, ook
geen alarmoproepen. Ook overige functies waarvoor netwerkdekking is vereist,
kunnen niet worden gebruikt. Als u wilt bellen, moet u de telefoonfunctie eerst
activeren door een ander profiel te kiezen. Als het apparaat is vergrendeld, moet u de
beveiligingscode invoeren. Als u een alarmnummer wilt kiezen terwijl het apparaat
vergrendeld is en in het profiel Vlucht staat, kunt u ook het geprogrammeerde alarmnummer
in het veld voor de beveiligingscode invoeren en de toets 'Bellen' selecteren. Op het apparaat
wordt een bevestiging weergegeven dat het profiel Vlucht wordt afgesloten en een
alarmnummer wordt gekozen.
21
Oproepen
2. Oproepen
Bellen
U kunt op een van de volgende manieren bellen:
Voer het netnummer en het telefoonnummer in en druk op de beltoets.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het internationale
voorvoegsel (het +-teken vervangt de internationale toegangscode) en voert u
de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het
abonneenummer in.
Voor het bellen van een nummer uit het oproeplog drukt u eenmaal op de
beltoets, bladert u naar het nummer of de naam die u zoekt en drukt u nog een
keer op de beltoets.
Kies een naam of telefoonnummer dat u hebt opgeslagen in Contacten. Zie
“Contacten” op pagina 31.
Blader omhoog of omlaag om tijdens een gesprek het volume aan te passen.
Een oproep beantwoorden en beëindigen
Druk op de beltoets of open de telefoon om een oproep te beantwoorden.
U beëindigt het gesprek door op de toets Einde te drukken of de telefoon te
sluiten.
Wilt u de mogelijkheid om een oproep te beantwoorden door de telefoon te
openen activeren, dan selecteert u Menu > Instellingen > Oproepen > Antw. bij
openen tel. > Aan.
Een oproep dempen of weigeren
Met het toetsenbord:
Als u de beltoon wilt uitschakelen, selecteert u Stil. Vervolgens beantwoordt of
weigert u de oproep.
Druk op de toets Einde om een oproep te weigeren.
Op het secundaire scherm kunt u opdrachten invoeren door erop te tikken:
Wilt u de mogelijkheid om te tikken instellen, dan selecteert u Menu >
Instellingen > Telefoon > Sensorinstellingen. Zie "Sensor" op pagina 18.
Om een beltoon te dempen, dubbeltikt u op het secundaire scherm. Het geluid
zal voor de volgende inkomende oproep weer hersteld worden.
Tik nog eens op het secundaire scherm om de oproep te weigeren.
22
Oproepen
Snelkeuze
Een nummer toewijzen aan een van de snelkeuzetoetsen, 3 t/m 9, doet u als volgt:
1. Selecteer Menu > Contacten > Snelkeuze.
2. Blader naar het gewenste snelkeuzenummer.
3. Selecteer Wijs toe als er nog geen nummer aan de toets is toegewezen, of
Opties > Wijzigen als dit wel het geval is.
4. Voer het nummer in of selecteer Zoeken en vervolgens het contact dat u wilt
toewijzen aan een nummer.
Als de functie Snelkeuze is uitgeschakeld, wordt gevraagd of u deze functie wilt
activeren.
Selecteer Menu > Instellingen > Oproepen > Snelkeuze > Aan.
Om een nummer te bellen, houdt u een snelkeuzetoets ingedrukt totdat het
nummer wordt gekozen.
Spraakgestuurde nummerkeuze
Bel een nummer door de naam in te spreken die bij Contacten is opgeslagen.
Aangezien spraakopdrachten taalafhankelijk zijn, moet u Menu > Instellingen >
Telefoon > Spraakherkenning > Taal sprkherkenning en uw taal selecteren
voordat u gebruik kunt maken van spraakgestuurde nummerkeuze. Voer de
instructies op het scherm uit voor de Spraakherk.training.
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een
drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle
omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
1. Houd in de stand-by modus de rechterselectietoets ingedrukt. Er klinkt een
kort geluid en Nu spreken verschijnt in beeld.
2. Spreek duidelijk de naam van de contactpersoon die u wilt bellen in. Als uw
stem goed herkend is, verschijnt er een lijst met namen die passen bij wat u
ingesproken hebt. De telefoon laat de spraakopdracht van de eerste naam in de
lijst horen. Als dit niet klopt, bladert u naar een andere naam.
Opties tijdens een oproep
Veel van de opties die u tijdens gesprekken kunt gebruiken, zijn netwerkdiensten.
Neem contact op met uw serviceprovider voor informatie over de beschikbaarheid
van netwerkdiensten.
23
Oproepen
Uw serviceprovider kan de volgende opties bieden: conferentiegesprekken, delen
van video en oproepen in de wachtstand zetten.
Wachtfunctie
Als u een melding wilt krijgen dat er een nieuwe oproep binnenkomt terwijl u al
aan het bellen bent (netwerkdienst), selecteert u Menu > Instellingen >
Oproepen > Wachtfunctieopties > Activeer.
Druk tijdens een gesprek op de beltoets om een oproep in de wachtstand te
beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. U beëindigt
het actieve gesprek door op de toets Einde te drukken.
Een video-oproep tot stand brengen
Bij het maken van een video-oproep verzendt u een real-time video, die u maakt
met de camera op de voorkant van de telefoon, naar iemand anders.
U kunt alleen videogesprekken voeren als u beschikt over een USIM-kaart en u
verbinding hebt met een WCDMA-netwerk. Informeer bij uw netwerkoperator of
serviceprovider naar de beschikbaarheid en abonnementsmogelijkheden van
videogesprekken. Een videogesprek kan alleen tot stand worden gebracht tussen
twee partijen. Videogesprekken kunnen worden gevoerd met een andere
compatibele telefoon of met een ISDN-client. U kunt geen videogesprek voeren als
er al een spraak-, video- of gegevensoproep actief is.
1. Als u een video-oproep wilt maken, voert u in de stand-by modus het telefoon-
nummer in of selecteert u Contacten en selecteert u vervolgens een contact.
2. Houd de beltoets ingedrukt of selecteer Opties > Video-oproep.
Het starten van een videogesprek kan enige tijd duren. De tekst Video-oproep
en een uitgaande afbeelding worden weergegeven. Als de oproep niet tot stand
kan worden gebracht, bijvoorbeeld omdat videogesprekken niet door het
netwerk worden ondersteund of omdat het apparaat van de ontvanger geen
videobeelden kan ontvangen, wordt u gevraagd of u in plaats hiervan een
gewoon gesprek wilt voeren of een bericht wilt verzenden.
Blader omhoog of omlaag om tijdens een gesprek het volume aan te passen.
3. U beëindigt het gesprek door op de toets Einde te drukken.
Bij langdurig gebruik, zoals tijdens een actief videogesprek of een gegevensverbinding met
hoge snelheid, kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Als u
vermoedt dat het apparaat niet naar behoren werkt, brengt u het dan naar het
dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
24
Tekst invoeren
3. Tekst invoeren
U kunt tekst invoeren via de methode voor normale tekstinvoer of via de methode
voor tekstinvoer met woordenboek. Houd tijdens het invoeren van tekst Opties
ingedrukt om te schakelen tussen normale tekstinvoer, aangegeven door , en
tekstinvoer met woordenboek, aangegeven door . Niet alle talen worden
ondersteund in de tekstinvoer met woordenboek.
Hoofdletters en kleine letters worden aangegeven door , en . U kunt
schakelen tussen hoofdletters en kleine letters door op # te drukken. U kunt naar
de nummermodus, aangegeven door , overschakelen door # ingedrukt te
houden en Nummermodus te selecteren. U kunt overschakelen naar de
nummermodus door # ingedrukt te houden.
Als u de taal voor het invoeren van tekst wilt instellen, selecteert u Opties >
Schrijftaal.
Normale tekstinvoer
Druk herhaaldelijk op een cijfertoets (1 t/m 9) totdat het gewenste teken wordt
weergegeven. De beschikbare lettertekens zijn afhankelijk van de geselecteerde
schrijftaal. U voert een spatie in door op 0 te drukken. De meest gebruikte
interpunctietekens en speciale lettertekens worden weergegeven als u op 1 drukt.
Tekstinvoer met woordenboek
Tekstinvoer met woordenboek is gebaseerd op een ingebouwd woordenboek waar
u zelf woorden aan toe kunt voegen.
1. U begint met het invoeren van een woord door de cijfertoetsen 2 t/m 9 te
gebruiken. Op het scherm wordt * weergegeven, of de letter als de afzonderlijke
letter een woordbetekenis heeft. De ingevoerde letters worden onderstreept.
2. Wanneer u het gewenste woord hebt ingevoerd, bevestigt u de invoer door op
0 te drukken om een spatie toe te voegen.
Als het woord niet correct is, druk dan herhaaldelijk op * en selecteer het woord
uit de lijst.
Als er een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven, bevindt het
woord dat u wilt invoeren zich niet in het woordenboek. Als u het woord aan
het woordenboek wilt toevoegen, selecteert u Spellen. Voer het woord in door
normale tekstinvoer te gebruiken en selecteer Opslaan.
25
Berichten
Als u een samengesteld woord wilt invoeren, voert u het eerste gedeelte van
het woord in en bevestigt u dit door naar rechts te bladeren. Voer het laatste
gedeelte van het woord in en bevestig het woord.
3. U begint met het invoeren van het volgende woord.
4. Berichten
Tekstberichten invoeren en verzenden
1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Bericht.
2. Voer één of meer telefoonnummers in het veld Aan: in. Als u een
telefoonnummer wilt ophalen uit het geheugen, selecteert u Toevgn.
3. Typ uw bericht in het veld Tekst: in.
Als u een tekstsjabloon wilt gebruiken, bladert u omlaag en selecteert u
Invoegen.
4. Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden.
Berichten invoeren en verzenden
1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Bericht.
2. Voer één of meer telefoonnummers of e-mailadressen in het veld Aan: in. Als u
een telefoonnummer of e-mailadres wilt ophalen uit het geheugen, selecteert
u Toevgn.
3. Schrijf het bericht. Als u een bestand wilt toevoegen, bladert u omlaag en
selecteert u Invoegen.
4. U kunt het bericht bekijken voordat u het verzendt door de optie Opties >
Bekijken te selecteren.
5. Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden.
Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en abonnementsmogelijk-
heden van de netwerkdienst voor multimediaberichten (MMS, netwerkdienst).
Alleen apparaten met compatibele functies kunnen multimediaberichten ontvangen en
weergeven. De weergave van een bericht kan verschillen afhankelijk van het ontvangende
apparaat.
Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten beperken. Als de omvang van de
ingevoegde afbeelding de limiet overschrijdt, kan de afbeelding door het apparaat worden
verkleind zodat deze via MMS kan worden verzonden.
26
Berichten
Berichten lezen en beantwoorden
1. Als u het ontvangen bericht wilt bekijken, selecteert u Tonen.
Als u het bericht later wilt lezen, selecteert u Menu > Berichten > Inbox.
2. Als u een bericht wilt beantwoorden, selecteert u Beantw.. Voer het antwoord
in.
3. Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden.
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Berichten kunnen
schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor het apparaat of
de pc.
Nokia Xpress-audioberichten
U kunt de multimediaberichtendienst (MMS) gebruiken om een audiobericht te
maken en te verzenden. MMS moet geactiveerd zijn voordat u audioberichten
kunt verzenden.
1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Audiobericht. De recorder
wordt geopend.
2. Spreek uw bericht in.
3. Voer één of meer telefoonnummers in het veld Aan: in, of selecteer Toevgn om
een nummer op te halen.
4. Selecteer Verzndn of druk op de beltoets.
Als u een ontvangen audiobericht wilt beluisteren, selecteert u Spelen. Als u meer
dan één bericht hebt ontvangen, selecteert u Weergeven > Spelen. Selecteer
Afsluiten als u het bericht later wilt beluisteren.
Flitsberichten
Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Flitsbericht. Voer het
telefoonnummer van de ontvanger in en voer dan het bericht in.
Flitsberichten zijn berichten die direct na ontvangst worden weergegeven.
Flitsberichten worden niet automatisch opgeslagen.
E-mailtoepassing
U kunt de e-mailinstellingen activeren door Menu > Berichten >
Berichtinstllngn > E-mailberichten te selecteren.
Om de e-mailfunctie van de telefoon te kunnen gebruiken, hebt u een compatibel
e-mailsysteem nodig.
27
Berichten
Het is mogelijk dat u de instellingen voor e-mail ontvangt als een
configuratiebericht. Neem voor meer informatie contact op met uw
netwerkoperator of serviceprovider.
E-mailinstelwizard
De e-mailinstelwizard start automatisch als er geen e-mailinstellingen in de
telefoon zijn gedefinieerd. Om de instelwizard voor een extra account te
gebruiken, selecteert u Menu > Berichten en het bestaande e-mailaccount.
Selecteer Opties > Mailbox toevoegen om de e-mailinstelwizard te starten. Volg
de instructies op het scherm.
Voor de e-mailtoepassing is een internettoegangspunt zonder proxy nodig. WAP-
toegangspunten hebben meestal een proxy en kunnen niet worden gebruikt met
de e-mailtoepassing.
E-mail invoeren en verzenden
U kunt uw e-mailbericht schrijven voordat u verbinding met de e-mailservice
maakt of eerst verbinding met de service maken en daarna pas uw e-mailbericht
schrijven en verzenden.
1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > E-mail.
Als u meer dan één e-mailaccount hebt ingesteld, selecteert u de account die u
voor het verzenden van het e-mailbericht wilt gebruiken.
2. Voer het e-mailadres van de ontvanger, het onderwerp en het e-mailbericht in.
Wilt u een bestand als bijlage meesturen, dan selecteert u Opties > Invoegen.
3. Selecteer Verzndn om het e-mailbericht te verzenden.
Als u een e-mailbericht uit de map Concepten wilt verzenden, selecteert u
Menu > Berichten > Concepten en het gewenste bericht. Druk vervolgens op
Verzndn.
E-mail downloaden
1. Om de koppen van e-mailberichten te downloaden, selecteert u Menu >
Berichten en uw e-mailaccount.
2. U downloadt een e-mail met de eventuele bijlagen door de e-mail te selecteren
en dan Openen of Ophalen.
28
Berichten
E-mailberichten lezen en beantwoorden
1. Selecteer Menu > Berichten, de accountnaam en het relevante bericht.
2. Als u een e-mailbericht wilt beantwoorden, selecteert u Opties > Beantw..
Bevestig of wijzig het e-mailadres en het onderwerp en voer uw antwoord in.
3. Selecteer Verzndn om het bericht te verzenden.
Als u de verbinding met uw e-mailaccount wilt sluiten, selecteert u Opties >
Verb. verbreken.
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Berichten
kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor
het apparaat of de pc.
Chatberichten
Met chatberichten (IM, netwerkdienst) kunt u korte, simpele teksten naar online
gebruikers verzenden. U moet zich abonneren op een dienst en zich bij de
gewenste chatdienst registreren. Neem voor meer informatie over het registeren
voor een chatdienst contact op met uw serviceprovider.
Spraakberichten
Voicemail is een netwerkdienst, waarop u zich mogelijk eerst moet abonneren.
Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Als u uw voicemail wilt beluisteren, selecteert u Menu > Berichten >
Voicemails > Luist. naar voicemail, of u houdt 1 ingedrukt. Selecteer Nr.
voicemailbox om het nummer van uw voicemail in te voeren, op te slaan of te
wijzigen.
Videoberichten
Voicemail is een netwerkdienst, waarop u zich mogelijk eerst moet abonneren.
Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Als u uw videomailbox wilt bellen, selecteert u Menu > Berichten > Videoberichten >
Videober. bekijken, of u houdt 2 ingedrukt. Selecteer Videomailboxnr. om het
nummer van uw videomailbox in te voeren, te zoeken of te bewerken.
Informatieberichten
Selecteer Menu > Berichten > Infoberichten om berichten over verschillende
onderwerpen van uw serviceprovider te ontvangen (netwerkdienst). Neem voor
meer informatie contact op met uw serviceprovider.
29
Berichten
Dienstopdrachten
Selecteer Menu > Berichten > Dienstopdrachtn om serviceaanvragen (USSD-
opdrachten) te maken en naar uw netwerkoperator te verzenden. Dit kunnen
bijvoorbeeld activeringsopdrachten voor netwerkdiensten zijn.
Berichtinstellingen
Algemene instellingen
Algemene instellingen gelden voor tekst- en multimediaberichten.
Selecteer Menu > Berichten > Berichtinstllngn > Algem. instellingen en kies
daarna een van de volgende opties:
Ver. berichten opsl. — als u wilt instellen dat verzonden berichten moeten worden
opgeslagen in de map Verzonden items.
Verz. items overschr. — om in te stellen dat oude berichten worden overschreven
door nieuwe berichten als het berichtengeheugen vol is. Deze instelling wordt
alleen getoond als u de telefoon hebt ingesteld om verzonden berichten op te
slaan.
Favoriete ontvanger — om tijdens het verzenden van berichten eenvoudig
beschikbare ontvangers of groepen te definiëren.
Lettergrootte — om de lettergrootte in te stellen die voor berichten moet worden
gebruikt.
Grafische smileys — als u op tekens gebaseerde smileys wilt vervangen door
grafische smileys.
Tekstberichten
De tekstberichtinstellingen hebben invloed op de wijze waarop de tekstberichten
worden verzonden, ontvangen en weergegeven.
Selecteer Menu > Berichten > Berichtinstllngn > Tekstberichten en kies daarna
een van de volgende opties:
Afleveringsrapporten — vraag om afleveringsrapporten over uw berichten
(netwerkdienst)
Berichtencentrales — om het telefoonnummer en de naam in te stellen van de
berichtencentrale voor het verzenden van tekstberichten. Dit nummer krijgt u van
uw serviceprovider.
Ber.centrale in gebrk — om de berichtencentrale te selecteren die u gebruikt.
30
Berichten
Geldigheid van ber. — om in te stellen hoe lang het netwerk moet proberen uw
bericht af te leveren.
Berichten verz. als — om de indeling van de te verzenden berichten in te stellen:
Tekst, Semafoonoproep of Fax (netwerkdienst).
Packet-gegev. gebr. — om tekstberichten via een packet-gegevensverbinding te
verzenden (indien beschikbaar).
Tekenondersteuning — om in te stellen dat alle tekens in de te verzenden
berichten zichtbaar zijn. Om alle lettertekens weer te geven, selecteert u Volledig.
Als u Beperkt selecteert, worden tekens met accenten en andere markeringen
mogelijk geconverteerd naar andere tekens.
Antw. via zlfde centr. — om de ontvanger van uw bericht de mogelijkheid te bieden
om u via dezelfde berichtencentrale een antwoord toe te sturen (netwerkdienst).
Multimediaberichten
De multimediaberichtinstellingen hebben invloed op de wijze waarop de
multimediaberichten worden verzonden, ontvangen en weergegeven. Het is
mogelijk dat u de instellingen ontvangt als configuratiebericht. Zie “Dienst voor
configuratie-instellingen” op pagina 16. U kunt de instellingen ook handmatig
invoeren. Zie “Configuratie” op pagina 40.
Selecteer Menu > Berichten > Berichtinstllngn > Multimediaberichten en kies
daarna een van de volgende opties:
Afleveringsrapporten — om afleveringsrapporten over uw berichten te vragen
(netwerkdienst).
MMS-aanmaakmodus — om toe te staan of te weigeren dat meerdere soorten
multimedia aan berichten worden toegevoegd.
Afb.formaat in MMS — om de afbeeldingsgrootte in multimediaberichten in te
stellen.
Standrd timing dia's — om de standaardtijd te selecteren tussen dia's in
multimediaberichten.
Ontv. m.media toest. — om multimediaberichten te ontvangen of te blokkeren. Als
u In eigen netwerk selecteert (standaard), kunt u alleen multimediaberichten
ontvangen wanneer u zich binnen het bereik van uw eigen netwerk bevindt.
De beschikbaarheid van dit menu is afhankelijk van de telefoon.
Ink. m.mediaberichtn — om te kiezen hoe multimediaberichten worden opgehaald.
Advertenties toest. — om advertenties te ontvangen of te weigeren.
31
Contacten
Configuratie-inst. — selecteer Configuratie om de configuraties die het verzenden
van multimediaberichten ondersteunen te bekijken. Selecteer een serviceprovider
Standaard of Pers. configuratie voor multimediaberichten. Selecteer Account en
een MMS-account die is opgenomen in de actieve configuratie-instellingen.
E-mailberichten
De e-mailinstellingen hebben invloed op de wijze waarop e-mailberichten worden
verzonden, ontvangen en weergegeven. Het is mogelijk dat u de instellingen
ontvangt als configuratiebericht. Zie “Dienst voor configuratie-instellingen” op
pagina 16. U kunt de instellingen ook handmatig invoeren. Zie “Configuratie” op
pagina 40.
Selecteer Menu > Berichten > Berichtinstllngn > E-mailberichten en kies daarna
een van de volgende opties:
Nwe e-mailmelding — om een bericht te ontvangen dat er een nieuwe e-mail is
binnengekomen.
E-mailontv. toestaan — om in te stellen dat e-mail in een vreemd netwerk of
alleen in uw eigen netwerk kan worden ontvangen.
Antw. mt oorspr. ber. — om het originele bericht in het antwoord op te nemen.
Afb.formaat in e-mail — om de afbeeldingsgrootte in e-mailberichten in te stellen.
Mailboxen bewerken — om nieuwe mailboxen toe te voegen of de mailbox die
wordt gebruikt te bewerken.
Dienstberichten
Selecteer Menu > Berichten > Berichtinstllngn > Dienstberichten om
dienstberichten te activeren en uw voorkeuren voor dienstberichten in te stellen.
5. Contacten
U kunt namen en telefoonnummers (contacten) opslaan in het geheugen van de
telefoon en het geheugen van de SIM-kaart.
In het telefoongeheugen kunnen extra gegevens bij de contacten worden
opgeslagen, zoals meerdere telefoonnummers en tekstitems. U kunt ook een
afbeelding opslaan voor een beperkt aantal contacten.
In het SIM-kaartgeheugen kunnen namen worden opgeslagen met één
bijbehorend telefoonnummer. De contacten die in het SIM-kaartgeheugen zijn
opgeslagen, worden aangegeven met .
32
Contacten
Om de contacten vanaf een pc te synchroniseren, zie “Connectiviteit” op
pagina 36.
Namen en telefoonnummers opslaan
Selecteer Menu > Contacten > Voeg nieuwe toe. Namen en nummers worden
opgeslagen in het actieve geheugen.
Zoeken naar een contact
Selecteer Menu > Contacten > Namen. Blader door de lijst met contacten of voer
de eerste tekens in van de naam die u zoekt.
Contacten bewerken
Selecteer Menu > Contacten > Namen. Zoek het contact dat u wilt bewerken,
selecteer Opties > Bewerken en blader naar de gegevens die u wilt wijzigen.
Contactgegevens toevoegen
Blader naar het contact waaraan u extra informatie wilt toevoegen en selecteer
Gegevens > Opties > Info toevoegen en kies een van de beschikbare opties.
In het telefoongeheugen kunt u verschillende typen telefoonnummers, een toon,
afbeelding of videoclip en korte tekstitems bij een contact opslaan.
Selecteer Menu > Contacten > Instellingen en controleer dat het Actief geheugen
is ingesteld op Telefoon of Telefoon en SIM.
Contacten kopiëren of verplaatsen
U kunt contacten verplaatsen en kopiëren van het telefoongeheugen naar het
SIM-kaartgeheugen en andersom. Op de SIM-kaart kan per contact maar één
telefoonnummer worden opgeslagen.
Om alle contacten te verplaatsen of te kopiëren selecteert u Menu > Contacten >
Cont. verplaatsn of Contacten kopiëren.
Om één contact te verplaatsen of te kopiëren, selecteert u Menu > Contacten >
Namen. Blader naar het contact en selecteer Opties > Contact verplaatsen of
Contact kopiëren.
Om meerdere contacten te verplaatsen of te kopiëren, selecteert u Menu >
Contacten > Namen. Blader naar een contact en selecteer Opties > Markeer.
Markeer de andere contacten en selecteer Opties > Gemark. verpltsen of Gemark.
kopiëren.
33
Logboek
Groepen
Selecteer Menu > Contacten > Groepen om de in het geheugen opgeslagen
namen en nummers in te delen in bellersgroepen met verschillende beltonen en
afbeeldingen.
Visitekaartjes
U kunt contactgegevens als visitekaartje verzenden naar en ontvangen van een
compatibel apparaat dat de vCard-standaard ondersteunt.
Als u een visitekaartje wilt verzenden, gaat u naar het contact waarvan u de
gegevens wilt verzenden, en selecteert u Gegevens > Opties > Visitek. verzenden.
Als u een visitekaartje ontvangt, selecteert u Tonen > Opslaan om het
visitekaartje op te slaan in het telefoongeheugen. Als u het visitekaartje wilt
verwijderen, selecteert u Afsluiten > Ja.
Contactinstellingen
Selecteer Menu > Contacten > Instellingen en kies daarna een van de volgende
opties:
Actief geheugen — Zie “Contactgegevens toevoegen” op pagina 32.
Weergave Contacten — om in te stellen hoe de namen en nummers in de lijst met
contacten moeten worden weergegeven.
Naamweergave — om in te stellen of de voor- of achternaam van het contact als
eerste moet worden weergegeven
Lettergrootte — om de lettergrootte voor de lijst met contacten in te stellen.
Geheugenstatus — om de hoeveelheid vrij en gebruikt telefoongeheugen weer te
geven.
6. Logboek
Om informatie over uw oproepen, berichten, gegevens en synchronisatie weer te
geven, selecteert u Menu > Logboek en het gewenste onderdeel.
Opmerking: De uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproepen en
diensten kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen,
belastingen, enzovoort.
34
Instellingen
7. Instellingen
Profielen
Selecteer Menu > Instellingen > Profielen, kies het gewenste profiel en
vervolgens een van de volgende opties:
Activeer — om het geselecteerde profiel te activeren.
Aanpassen — om het profiel met beltonen, belvolume, trilsignalen, lichteffecten
en berichtensignaaltonen aan te passen.
Tijdelijk — om het profiel in te stellen om een bepaalde tijd (maximaal 24 uur)
actief te zijn. Wanneer de ingestelde tijd voor het profiel is verstreken, wordt het
vorige profiel geactiveerd.
Thema's
Selecteer Menu > Instellingen > Thema's en kies daarna een van de volgende
opties:
Thema selecteren — om een thema in te stellen. Open de map Thema's en selecteer
een thema.
Themadownloads — om een lijst te openen met koppelingen voor het downloaden
van meer thema's.
Tonen
Selecteer Menu > Instellingen > Tonen om de instellingen voor de tonen van het
geselecteerde actieve profiel te wijzigen. Dezelfde instellingen vindt u in het menu
Profielen.
Als u voor de beltoon het hoogste volumeniveau instelt, wordt dit beltoonvolume na een
paar seconden bereikt.
Verlichting
Selecteer Menu > Instellingen > Verlichting > Lichteffecten om de verlichting in
en uit te schakelen waarmee de actieve stand-by modus, gemiste oproepen,
waarschuwingen en herinneringen, en een laag batterijniveau wordt aangegeven.
De instellingen voor de lichteffecten zijn afhankelijk van het profiel. Het wijzigen
van de instellingen voor de verlichting heeft alleen invloed op het actieve profiel.
Selecteer Menu > Instellingen > Verlichting om de lichteffecten die horen bij de
verschillende telefoonfuncties te activeren en uit te schakelen.
35
Instellingen
Scherm
Met de weergave-instellingen kunt u uw schermweergave aanpassen.
Instellingen bij de stand-by modus
Selecteer Menu > Instellingen > Weergave en kies daarna een van de volgende
opties:
Achtergrond — om een afbeelding als achtergrond toe te voegen voor de stand-by
modus.
Actief standby — om de actieve stand-by modus te gebruiken.
Letterkleur bij stdby — om de letterkleur voor de stand-by modus te selecteren.
Displayhelderheid — om de helderheid van het scherm aan te passen.
Nav.toetspictogr. — om de symbolen af te beelden van de
bladertoetssnelkoppelingen in de stand-by modus wanneer de modus actief
stand-by is uitgeschakeld.
Meldingsdetails — om gegevens in meldingen van gemiste oproepen en berichten
weer te geven.
Overgangseffecten — om de overgangen tussen weergaven op het scherm
vloeiend te maken.
Animatie (openen) — om een animatie weer te geven en een geluid af te spelen als
u de telefoon opent en sluit.
Lettergrootte — om de lettergrootte voor berichten, de lijst met contacten en
webpagina’s in te stellen.
Operatorlogo — om het operatorlogo, indien beschikbaar, weer te geven of te
verbergen.
Celinformatie — om informatie van de netwerkoperator te ontvangen, afhankelijk
van de gebruikte netwerkcel (netwerkdienst).
Datum en tijd
Selecteer Menu > Instellingen > Datum en tijd > Inst. datum en tijd, Datum- en
tijdnotatie of Datum/tijd aut. aanp. (netwerkdienst) om het type klok, de tijd,
tijdzone en datuminstellingen te wijzigen.
Snelkoppelingen
Met aangepaste snelkoppelingen kunt u snel veelgebruikte functies van de
telefoon activeren.
36
Instellingen
Linker- en rechterselectietoets
Wilt u de functie die is toegewezen aan de linker- of de rechterselectietoets
wijzigen, dan selecteert u Menu > Instellingen > Snelkoppelingen >
Linkerselectietoets of Rechter selectietoets en kiest u de gewenste functie.
Wilt u in de stand-by modus een functie activeren en de linkerselectietoets is
Favoriet, dan selecteert u Favoriet > Opties en een van de volgende opties:
Selectieopties — om een functie toe te voegen of te verwijderen
Organiseren — om de functies opnieuw te ordenen
Bladertoets
Als u andere telefoonfuncties uit een voorgedefinieerde lijst wilt toekennen aan de
bladertoets, selecteert u Menu > Instellingen > Snelkoppelingen > Navigatietoets.
Actief standby-toets
Wilt u instellen hoe de bladertoets de modus Actief stand-by activeert, dan
selecteert u Menu > Instellingen > Snelkoppelingen > Actief standby-toets.
Synchroniseren en back-up
Selecteer Menu > Instellingen > Sync. en back-up en kies daarna een van de
volgende opties:
Telefoonoverdr. — Synchroniseer of kopieer geselecteerde gegevens met behulp
van de Bluetooth-technologie tussen twee telefoons.
Back-up maken — Maak een back-up van geselecteerde gegevens naar de
geheugenkaart of een extern apparaat.
Back-up terugz. — Selecteer een back-upbestand dat op de geheugenkaart of een
extern apparaat is opgeslagen en plaats de gegevens terug op de telefoon.
Selecteer Opties > Gegevens voor meer informatie over het geselecteerde back-
upbestand.
Geg.overdracht — Synchroniseer of kopieer gegevens tussen de telefoon en een
ander apparaat, pc of netwerkserver (netwerkdienst).
Connectiviteit
U kunt de telefoon verbinden met een compatibel apparaat via een draadloze
Bluetooth-verbinding of via een USB-gegevenskabel.
37
Instellingen
Draadloze Bluetooth-technologie
Met behulp van Bluetooth-technologie kunt u uw telefoon via radiogolven verbinden
met een compatibele Bluetooth-telefoon binnen een afstand van tien meter.
Dit apparaat voldoet aan de Bluetooth-specificatie 2.0 + EDR die de volgende profielen
ondersteunt: SIM access, object push, file transfer, dial-up networking, headset, hands-free,
service discovery, generic access, serial port en generic object exchange. Gebruik door Nokia
goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met
andere apparatuur die Bluetooth-technologie ondersteunt. Informeer bij de fabrikanten van
andere apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie, vergt dit extra batterijcapaciteit en
neemt de levensduur van de batterij af.
Een Bluetooth-verbinding instellen
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth en voer daarna de
volgende stappen uit:
1. Selecteer Naam telefoon en voer een naam voor uw telefoon in.
2. Wilt u de Bluetooth-connectiviteit activeren, dan selecteert u Bluetooth >
Aan. geeft aan dat Bluetooth actief is.
3. Om de telefoon te verbinden met een audiotoebehoren, selecteert u Vrb. mt
audiotoebeh. en het apparaat waar u de telefoon mee wilt verbinden.
4. Om de telefoon te koppelen aan een ander Bluetooth-apparaat dat binnen
bereik staat, selecteert u Gekopp. apparaten > Nw app. toevgn.
Blader naar een gevonden apparaat en selecteer Toevgn.
Voer een wachtwoord in (maximaal 16 tekens) op de telefoon en wacht tot er
een verbinding met het andere Bluetooth-apparaat tot stand is gebracht.
Maakt u zich zorgen over de veiligheid van de verbinding, dan schakelt u de
Bluetooth-functie uit, of u stelt Waarnmb. telefoon in op Verborgen. Accepteer
alleen Bluetooth-communicatie van apparaten die u vertrouwt.
Packet-gegevens
GPRS (General Packet Radio Service) is een netwerkdienst waarmee mobiele
telefoons gegevens kunnen verzenden en ontvangen via een IP-netwerk (Internet
Protocol).
U kunt de telefoon als modem gebruiken door het via Bluetooth of met een USB-
gegevenskabel te verbinden met een compatibele pc. Zie de gebruikershandleiding
van Nokia PC Suite voor meer informatie.
38
Instellingen
U kunt het gebruik van de dienst definiëren door Menu > Instellingen >
Connectiviteit > Packet-gegevens > Packet-gegev.verb. te selecteren en een
keuze te maken uit de volgende opties:
Wanneer nodig — om in te stellen dat de GPRS-verbinding tot stand wordt
gebracht als een toepassing deze nodig heeft. De verbinding wordt verbroken als
de toepassing wordt afgesloten.
Altijd online — om automatisch verbinding met een GPRS-netwerk tot stand te
brengen als u de telefoon inschakelt
USB-gegevenskabel
U kunt de USB-gegevenskabel gebruiken voor het overdragen van gegevens
tussen de telefoon en een compatibele pc of een printer die PictBridge
ondersteunt.
Wilt u de telefoon activeren voor het overdragen van gegevens of het afdrukken
van afbeeldingen, dan sluit u de gegevenskabel aan en selecteert u:
Vragen bij verb. — om te telefoon te laten vragen of er een verbinding tot stand
moet worden gebracht.
PC Suite — om de gegevenskabel voor Nokia PC Suite te gebruiken
Afdrukken/media — om de telefoon te gebruiken met een printer die PictBridge-
compatibel is, of om de telefoon op een compatibele pc aan te sluiten
Gegevensopslag — om verbinding met een pc te maken die geen Nokia-software
heeft, en om uw telefoon voor gegevensopslag te gebruiken.
Als u de USB-modus wilt veranderen, selecteert u Menu > Instellingen >
Connectiviteit > USB-gegevenskabel en de gewenste USB-modus.
Oproepen
Selecteer Menu > Instellingen > Oproepen en kies daarna een van de volgende
opties:
Doorschakelen — om inkomende oproepen door te schakelen (netwerkdienst). Het
is mogelijk dat u geen oproepen kunt doorschakelen als bepaalde
blokkeringsfuncties zijn ingeschakeld. Zie Oproepen blokkeren in “Toegangscodes”
op pagina 10.
Opn. met will. toets — om een inkomende oproep te beantwoorden door kort op
een willekeurige toets te drukken, met uitzondering van de aan/uit-toets, de
linker- en rechterselectietoets en de toets Einde.
39
Instellingen
Aut. opn. kiezen — om automatisch het nummer opnieuw te kiezen na een
mislukte oproeppoging. De telefoon probeert het nummer tien keer te draaien
Aut. video naar sprk — om in te stellen of er automatisch een spraakoproep naar
hetzelfde nummer wordt gemaakt als een video-oproep is mislukt.
Stemhelderheid — om de verstaanbaarheid van spraak te verbeteren, vooral in
lawaaierige omstandigheden
Snelkeuze — Zie “Snelkeuze” op pagina 22.
Wachtfunctieopties — Zie “Wachtfunctie” op pagina 23.
Samenv. na oproep — om de telefoon na elk gesprek kort de duur en de kosten van
het gesprek te laten weergeven (netwerkdienst).
Identificatie verz. — om in te stellen dat uw telefoonnummer wordt weergegeven
voor degene naar wie u belt (netwerkdienst). Selecteer Netwerkinstelling als u de
instelling wilt gebruiken die u bent overeengekomen met uw serviceprovider.
Antw. bij openen tel. — om een inkomende oproep te beantwoorden door de
telefoon te openen
Video delen — om tijdens een spraakoproep een life opgenomen video te delen met
degene met wie u belt. Neem contact op met uw netwerkoperator of
serviceprovider als u de beschikbaarheid en kosten van de dienst wilt weten, en
om er een abonnement op te nemen.
Telefoon
Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon en kies daarna een van de volgende
opties:
Taalinstellingen — selecteer Taal display om de weergavetaal voor de telefoon in
te stellen. Met Automatisch wordt automatisch de taal geselecteerd op basis van
de informatie op de SIM-kaart. Als u de taal van de USIM-kaart wilt gebruiken,
selecteert u SIM-taal. Als u de taal voor de spraakgestuurde nummerkeuze wilt
instellen, selecteert u Taal sprkherkenning.
Geheugenstatus — om de hoeveelheid gebruikt en beschikbaar telefoongeheugen
weer te geven.
Aut. toets.blokk. — Zie “Toegangscodes” op pagina 10.
Toetsenblokkering — Zie “Toegangscodes” op pagina 10.
Sensorinstellingen — om de sensorinstellingen van de telefoon aan te passen.
Spraakherkenning — Zie “Spraakgestuurde nummerkeuze” op pagina 22.
40
Instellingen
Offlineverzoek — Zie “Profiel Vlucht” op pagina 20.
Telefoonupdates — om software-updates voor uw telefoon (indien beschikbaar) te
ontvangen.
Netwerkmodus — om zowel het UMTS- als het GSM-netwerk te gebruiken. Deze
optie is niet beschikbaar wanneer u aan het bellen bent.
Operatorselectie — om automatisch een van de mobiele netwerken te kiezen die in
uw omgeving beschikbaar zijn. Als u Handmatig selecteert, kunt u een netwerk
selecteren dat een registratieovereenkomst met uw eigen serviceprovider heeft.
Automat. Help-tekst — om in te stellen of de telefoon Help-teksten moet
weergeven.
Starttoon — om in te stellen of de telefoon een geluid laat horen wanneer de
telefoon wordt ingeschakeld.
Actie bij telef. sluiten — om te selecteren of de telefoon weer naar de stand-by
modus moet of alle toepassingen open moet laten als u de telefoon sluit
Toebehoren
Dit menu en de verschillende opties worden alleen weergegeven als de telefoon is
aangesloten of aangesloten is geweest op een compatibel mobiel toebehoren.
Selecteer Menu > Instellingen > Toebehoren, een toebehoren en, afhankelijk van
de gekozen toebehoren, een optie.
Configuratie
U kunt uw telefoon configureren met instellingen die nodig zijn om bepaalde
diensten te gebruiken. Het is ook mogelijk dat uw serviceprovider u deze
instellingen als een tekstbericht toestuurt. Zie “Dienst voor configuratie-
instellingen” op pagina 16.
Selecteer Menu > Instellingen > Configuratie en kies daarna een van de volgende
opties:
Std.configuratie-inst. — om de serviceproviders weer te geven die in de telefoon
zijn opgeslagen en een standaard-serviceprovider in te stellen
Std. actv. in alle toep. — om de standaardconfiguratie-instellingen voor
ondersteunde toepassingen te activeren.
Voorkeurstoeg.punt — om de opgeslagen toegangspunten weer te geven
Verb. mt onderst. — om de configuratie-instellingen van uw serviceprovider te
downloaden.
41
Instellingen
Pers. config.instell. — om handmatig nieuwe persoonlijke accounts voor diverse
diensten toe te voegen en om deze te activeren of te verwijderen. De parameters
verschillen per geselecteerd diensttype.
Beveiliging
Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee oproepen worden beperkt (zoals
het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen en vaste nummers), kunt u
mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer draaien.
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging en kies daarna een van de volgende
opties:
PIN-codeaanvraag of UPIN-codeaanvraag — om de telefoon in te stellen om naar
de PIN-code of UPIN-code te vragen als de telefoon wordt ingeschakeld. Bij
sommige SIM-kaarten kan het vragen naar deze code niet worden uitgeschakeld.
PIN2-codeaanvraag — om in te stellen of de PIN2-code nodig is als er bepaalde
telefoonfuncties worden gebruikt die met de PIN2-code beveiligd zijn. Bij
sommige SIM-kaarten kan het vragen naar deze code niet worden uitgeschakeld.
Oproepen blokkeren — om inkomende en uitgaande oproepen te beperken
(netwerkdienst). Een blokkeerwachtwoord is vereist.
Vaste nummers — om uitgaande oproepen te beperken tot geselecteerde
telefoonnummers, als dit door de SIM-kaart ondersteund wordt. Als de functie
Vaste nummers is ingeschakeld, zijn GPRS-verbindingen niet mogelijk, behalve bij
het verzenden van tekstberichten via een GPRS-verbinding. In dat geval moeten
het telefoonnummer van de ontvanger en het nummer van de berichtencentrale in
de lijst met vaste nummers zijn opgenomen.
Bep. grp gebruikers — om oproepen te beperken tot oproepen naar en van een
bepaalde groep mensen (netwerkdienst).
Beveiligingsniveau — Selecteer Telefoon om de telefoon naar de beveiligingscode
te laten vragen als er een nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst.
Selecteer Geheugen om de telefoon een beveiligingscode te laten vragen als het
SIM-kaartgeheugen geselecteerd is en u het gebruikte geheugen wilt wijzigen.
Toegangscodesom de beveiligingscode, PIN-code, UPIN-code, PIN2-code of het
blokkeerwachtwoord te wijzigen.
Code gebruiken — om te selecteren of de PIN-code of de UPIN-code actief moet zijn.
Autoris.certificaten of Gebr.certificaten — om de lijst met autorisatiecertificaten
of gebruikerscertificaten te bekijken die naar de telefoon is gedownload.
Zie “Certificaten” op pagina 53.
42
Operatormenu
Inst. beveil.module — om de gegevens van de beveiligingsmodule te bekijken, het
PIN-verzoek voor de beveiligingsmodule te activeren of de module-PIN en de
ondertekenings-PIN te wijzigen. Zie ook “Toegangscodes” op pagina 10.
Fabrieksinstellingen terugzetten
Als u de fabrieksinstelingen van de telefoon wilt herstellen, selecteert u Menu >
Instellingen > Fabr.inst. terugz. en kies een van de volgende opties:
Alleen inst. herstellen — om alle voorkeursinstellingen te herstellen zonder
persoonlijke gegevens te wissen.
Alles herstellen — om alle voorkeursinstellen te herstellen en alle persoonlijke
gegevens, zoals contacten, berichten, mediabestanden en activeringssleutels, te
wissen.
8. Operatormenu
Dit menu biedt toegang tot verschillende diensten die door uw netwerkoperator
worden geleverd. Neem voor meer informatie contact op met uw
netwerkoperator. De operator kan dit menu bijwerken met een dienstbericht.
9. Galerij
U kunt afbeeldingen, videoclips, muziekbestanden, thema's, foto's, tonen,
opnamen en ontvangen bestanden beheren. Deze bestanden worden opgeslagen in
het telefoongeheugen of op een geheugenkaart en kunnen in mappen worden
geordend.
Uw telefoon ondersteunt een systeem met activeringssleutels ter bescherming
van opgehaalde content. Controleer altijd de leveringsvoorwaarden van alle
content en activeringssleutels voordat u tot aanschaf overgaat, omdat mogelijk
om een vergoeding wordt gevraagd.
Selecteer Menu > Galerij om een lijst met mappen te bekijken.
Als u de beschikbare opties van een map wilt bekijken, selecteert u een map en
selecteert u Opties.
Als u een lijst met bestanden in een map wilt bekijken, selecteert u een map en
selecteert u Openen.
Als u de beschikbare opties voor een bestand wilt bekijken, selecteert u een
bestand en selecteert u Opties.
43
Galerij
Beheer van digitale rechten
Content-eigenaren kunnen gebruikmaken van verschillende soorten technologieën voor het
beheer van digitale rechten (DRM) om hun intellectuele eigendom, waaronder
auteursrechten, te beschermen. Dit apparaat maakt gebruik van verschillende typen DRM-
software om toegang te krijgen tot DRM-beveiligde inhoud. Met dit apparaat krijgt u
toegang tot inhoud die beschermd is met WMDRM 10, OMA DRM 2,0 en OMA DRM 2.0. Als
bepaalde DRM-software er niet in slaagt de inhoud te beschermen, kunnen content-
eigenaren verlangen dat de mogelijkheid om met die DRM-software toegang te krijgen tot
nieuwe DRM-beveiligde inhoud, wordt ingetrokken. Deze intrekking kan het vernieuwen van
dergelijke DRM-beveiligde inhoud die al in het apparaat is opgeslagen, verhinderen. Het
intrekken van dergelijke DRM-software heeft geen invloed op het gebruik van inhoud die is
beveiligd met andere typen DRM of het gebruik van niet door DRM beveiligde inhoud.
Bij inhoud die is beveiligd met een beheersysteem voor digitale rechten (DRM) wordt een
bijbehorende activeringssleutel geleverd die uw rechten om gebruik te maken van de inhoud
definieert.
Als uw apparaat OMA DRM-beveiligde inhoud bevat, kunt u met de back-upfunctie van de
Nokia PC Suite een back-up van zowel de activeringssleutels als de inhoud maken. Andere
overdrachtsmethoden kunnen mogelijk de activeringssleutels die samen met de inhoud
moeten worden hersteld, niet overdragen, waardoor u de OMA DRM-beveiligde inhoud niet
meer kunt gebruiken nadat u het apparaatgeheugen hebt geformatteerd. U moet mogelijk
ook de activeringssleutels herstellen als de bestanden op uw apparaat beschadigd zijn
geraakt.
Als uw apparaat WMDRM-beveiligde inhoud bevat, zullen zowel de activeringssleutels als
de inhoud verloren gaan als het apparaatgeheugen wordt geformatteerd. Het is ook mogelijk
dat de activeringssleutels en de inhoud verloren gaan als de bestanden op uw apparaat
beschadigd zijn geraakt. Het verlies van de activeringssleutels of de inhoud kan uw
mogelijkheden beperken om dezelfde inhoud op uw apparaat nogmaals te gebruiken. Neem
voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Afbeeldingen afdrukken
Uw telefoon biedt ondersteuning voor Nokia XpressPrint voor het afdrukken van
afbeeldingen in de JPEG-indeling.
1. Als u een afbeelding wilt afdrukken, kunt u de telefoon met een USB-
gegevenskabel op een compatibele printer aansluiten. U kunt de afbeelding
echter ook via Bluetooth verzenden naar een printer die ondersteuning biedt
voor de Bluetooth-technologie. Zie “Connectiviteit” op pagina 36.
2. Selecteer de afbeelding die u wilt afdrukken en selecteer Opties > Afdrukken.
44
Media
10. Media
Camera en video
Maak foto’s en neem videoclips op met de ingebouwde 2-megapixel camera.
De camera maakt foto’s in .jpg-indeling en videoclips in 3gp-indeling, en heeft
een digitale zoomfactor 8.
Een foto maken
Selecteer Menu > Media > Camera, of blader naar links of rechts als de
videofunctie is ingeschakeld.
Blader naar links of rechts om in of uit te zoomen.
Om een foto te maken, selecteert u Vastlggn. De telefoon slaat de foto op de
geheugenkaart op, indien beschikbaar, of in het telefoongeheugen.
Als u de foto meteen na het maken wilt bekijken, selecteert u Opties >
Instellingen > Tijd afbeeldingsvrbld en de tijdsduur dat een voorbeeld van de foto
wordt weergegeven. Gedurende de tijd dat een voorbeeld van een foto wordt
weergegeven, kunt u Terug selecteren om een andere foto te maken, of Verzend
om de foto als multimediabericht te verzenden.
Een videoclip opnemen
Selecteer Menu > Media > Video, of blader naar links of rechts als de
camerafunctie is ingeschakeld. Blader naar links of rechts om in of uit te zoomen.
Druk op Opnemen om het opnemen van de videoclip te starten. De telefoon slaat de
videoclips op de geheugenkaart op, indien beschikbaar, of in het telefoongeheugen.
Camera- en video-opties
Als u een filter wilt gebruiken, selecteert u Opties > Effecten.
Om de camera aan te passen aan de lichtomstandigheden, selecteert u Opties >
Witbalans.
U kunt andere instellingen voor het maken van foto’s en videoclips opgeven en
instellen waar foto’s en videoclips moeten worden opgeslagen, door Opties >
Instellingen te selecteren.
Muziekspeler
De telefoon is voorzien van een muziekspeler waarmee u kunt luisteren naar
muziek en andere MP3-, AAC-, AAC+-, eAAC+ of WMA-muziekbestanden die u
45
Media
van internet hebt gedownload of die u met Nokia PC Suite naar de telefoon hebt
overgebracht. U kunt ook opgenomen en gedownloade videoclips bekijken.
Muziek- en videobestanden die in de muziekmap van de telefoon of op de
geheugenkaart zijn opgeslagen, worden automatisch herkend en aan de
muziekbibliotheek toegevoegd.
U opent de muziekspeler door Menu > Media > Muziekspeler te selecteren.
Als u een lijst met alle liedjes op uw telefoon wilt openen, selecteert u Alle
tracks > Openen of bladert u naar rechts.
Als u afspeellijsten wilt maken of beheren, selecteert u Afspeellijstn > Openen of
bladert u naar rechts.
Als u mappen met Artiesten, Albums of Genres wilt openen, bladert u naar uw
keuze en selecteert u Uitvouw. of bladert u naar rechts.
Als u een lijst met videoclips op uw telefoon wilt openen, selecteert u Video's >
Openen of bladert u naar rechts.
Als u de muziekspeler en het thema Equalizer wilt aanpassen aan uw persoonlijke
wensen, selecteert u Menu > Media > Muziekspeler > Ga naar Muz.speler >
Opties > Instellingen > Thema vr muz.speler.
Muziekmenu
Hier kunt u alle muziek- en videobestanden in het telefoongeheugen of op de
geheugenkaart bekijken, muziek of videoclips van internet downloaden of
compatibele videostreams van een netwerkserver bekijken (netwerkdienst).
Muzieknummers afspelen
Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume.
Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor
beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker
wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Wanneer u het menu Muziekspeler opent, worden de gegevens van het eerste
nummer van de standaard afspeellijst weergegeven.
Selecteer om het nummer af te spelen.
Blader omhoog of omlaag om het volume aan te passen.
Selecteer om het afspelen te onderbreken.
Als u het afspelen wilt stoppen, houdt u de toets Einde ingedrukt.
46
Media
Selecteer om naar het volgende nummer te gaan. Selecteer om naar het
begin van het vorige nummer te gaan.
Selecteer en houd deze ingedrukt om het huidige nummer terug te spoelen.
Selecteer en houd deze ingedrukt om het huidige nummer snel vooruit te
spoelen. Laat de toets los op de gewenste positie in het nummer.
Radio
De FM-radio maakt gebruik van een andere antenne dan de antenne van het
draadloze apparaat. De FM-radio functioneert alleen goed als er een compatibele
hoofdtelefoon op het apparaat is aangesloten.
Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume.
Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor
beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker
wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Selecteer Menu > Media > Radio.
U kunt de grafische toetsen , , of op het scherm gebruiken door naar
link of rechts te bladeren.
Radiozenders zoeken en opslaan
1. Houd of ingedrukt om radiozenders te zoeken. U kunt de
radiofrequentie, in stappen van 0,05 MHz, wijzigen door kort op of te
drukken.
2. Als u een zender op een geheugenlocatie wilt opslaan, selecteert u Opties >
Zender opslaan.
3. Voer de naam van de radiozender in en selecteer OK.
Naar de radio luisteren
1. Zoek de gewenste radiozender door + of - te selecteren of op de
hoofdtelefoontoets te drukken.
2. U kunt een radiozender selecteren door kort op de bijbehorende cijfertoets te
drukken.
3. Selecteer Opties en kies een van de volgende opties:
Zenders — om een opgeslagen zender uit de lijst te selecteren. U kunt de lijst met
zenders alleen openen als de geselecteerde zender is opgeslagen.
Alle zenders zoeken — om naar alle radiozenders die de telefoon kan ontvangen te
zoeken.
47
Media
Kies frequentie — om de frequentie van een radiozender in te stellen.
Instellingen — om de RDS-instellingen (Radio Data System) te wijzigen. Als RDS is
ingeschakeld, kunt u Automat. freq. aan selecteren om automatisch over te
schakelen naar een andere frequentie met dezelfde radiozender. Dit is handig
wanneer het oorspronkelijke signaal te zwak wordt.
Recorder
Neem spraak of andere geluiden op en sla het op in de Galerij.
De opnamefunctie kan niet worden gebruikt wanneer er een dataoproep of een GPRS-
verbinding actief is.
Selecteer Menu > Media > Recorder. U kunt de grafische toetsen , of op
het scherm gebruiken door naar link of rechts te bladeren.
Geluid opnemen
1. Selecteer of, tijdens een oproep, Opties > Opnemen. Terwijl een gesprek
wordt opgenomen, horen beide partijen een zachte pieptoon. Selecteer om
het opnemen te onderbreken.
2. Selecteer om het opnemen te beëindigen. De opname wordt opgeslagen bij
de opnamen in de Galerij.
Selecteer Opties om de meest recente opname af te spelen of te verzenden, om
een lijst met opnamen te bekijken of om het geheugen en de map te selecteren
waar de opnamen moeten worden opgeslagen.
Equalizer
Selecteer Menu > Media > Equalizer.
U activeert een equalizerset door naar een van de sets te bladeren en Activeer te
selecteren.
Als u een geselecteerde set wilt bewerken of een andere naam wilt geven,
selecteert u Opties > Bewerken of Hernoemen. U kunt niet alle sets bewerken of
hernoemen.
Stereo-verbreding
Selecteer Menu > Media > Stereo-verbred. om een breder stereo-geluidseffect te
creëren als u een stereo-hoofdtelefoon gebruikt.
48
Organiser
11. Organ iser
Wekker
Selecteer Menu > Organiser > Wekker.
Als u de wekker wilt instellen, selecteert u Wektijd en voert u het gewenste tijdstip
in. Als u het alarmtijdstip wilt wijzigen nadat dit is ingesteld, selecteert u Aan.
Selecteer Alarm herhalen om in te stellen dat op geselecteerde dagen van de week
een alarmsignaal moet klinken. Als u de radio als alarmsignaal selecteert, moet u
de hoofdtelefoon op de telefoon aansluiten.
Als u een time-out voor de snoozefunctie wilt instellen, selecteert u Opslaan en de
gewenste tijdsduur.
Het alarm stoppen
Zelfs als de telefoon is uitgeschakeld, klinkt er een signaal.
Als u het signaal wilt stoppen, selecteert u Stoppen. Als u het signaal een minuut
lang laat doorgaan of als u Snooze selecteert, wordt het waarschuwingssignaal
onderbroken gedurende een van tevoren ingestelde tijd. Vervolgens klinkt het
signaal opnieuw.
Agenda
Selecteer Menu > Organiser > Agenda.
De huidige dag wordt aangeduid met een kader. Als er voor die dag notities zijn
ingesteld, wordt de dag vetgedrukt weergegeven. U kunt de notities voor de dag
bekijken door Bekijk te selecteren. Als u een week wilt bekijken, selecteert u Opties >
Weekweergave. Als u alle notities in de agenda wilt verwijderen, selecteert u de
maand- of weekweergave en selecteert u Opties > Notities verwijderen.
Als u de datum, de tijd, de tijdzone, het geluid bij de agenda, de datum- of
tijdnotatie, de standaardweergave of de eerste dag van de week wilt instellen,
selecteert u Instellingen. Als u wilt dat oude notities na een bepaalde tijd
automatisch worden verwijderd, selecteert u Notities aut. verwijd..
Om de agenda te synchroniseren vanaf een pc, zie “Connectiviteit” op pagina 36.
Een agendanotitie maken
Selecteer Menu > Organiser > Agenda. Blader naar een datum en selecteer
Opties > Notitie maken. Selecteer een van de typen notities en vul de velden in.
49
Organiser
Waarschuwingssignaal voor notitie
Op het juiste moment geeft de telefoon de notitie weer en, als er een
waarschuwingssignaal is ingesteld, laat een geluid horen. Als er een oproepnotitie
wordt weergegeven , kunt u het weergegeven nummer kiezen door op de
beltoets te drukken. Als u het waarschuwingssignaal wilt uitschakelen en de notitie
wilt bekijken, selecteert u Bekijk. Als u het signaal een minuut lang laat doorgaan
of als u Snooze selecteert, wordt het waarschuwingssignaal onderbroken
gedurende een van tevoren ingestelde tijd. Vervolgens klinkt het signaal opnieuw.
Als u het waarschuwingssignaal wilt uitschakelen zonder de notitie te bekijken,
selecteert u Afsluiten.
Takenlijst
Selecteer Menu > Organiser > Takenlijst.
Als er nog geen taken zijn toegevoegd en u wilt een notitie maken over een uit te
voeren taak, selecteert u Toevgn. Als er al notities over uit te voeren taken
bestaan, selecteert u Opties > Toevoegen. Vul de velden in en selecteer Opslaan.
Als u een notitie wilt bekijken, gaat u naar de gewenste notitie en selecteert u Bekijk.
Notities
Selecteer Menu > Organiser > Notities om notities in te voeren en te verzenden.
Als er nog geen notities zijn toegevoegd en u wilt een notitie maken, selecteert u
Notitie. Als er al notities bestaan, selecteert u Opties > Notitie maken. Schrijf de
notitie en selecteer Opslaan.
Om de notities te synchroniseren vanaf een pc, zie “Connectiviteit” op pagina 36.
Rekenmachine
Selecteer Menu > Organiser > Rekenmachine. Wanneer 0 wordt weergegeven,
voert u het eerste getal voor de berekening in. Druk op # voor een decimaalteken.
Blader naar de gewenste bewerking of functie. Voer het tweede getal in. Herhaal
dit zo vaak als nodig is. Als u een nieuwe berekening wilt uitvoeren, selecteert u
Wissen. Herhaal dit zo vaak als nodig is totdat er 0 op het scherm staat.
Deze rekenmachine heeft een beperkte nauwkeurigheid en is ontworpen voor
eenvoudige berekeningen.
Timer
1. Als u de timer wilt activeren, selecteert u Menu > Organiser > Timer >
Normale timer, dan voert u het gewenste tijdstip in, en voert u een tekst in die
50
Toepassingen
wordt weergegeven als het tijdstip is aangebroken. Selecteer Tijd wijzigen om
de tijd van de timer te wijzigen.
2. U start de timer door Starten te selecteren.
3. Als u de timer wilt stoppen, selecteert u Timer stoppen.
Intervaltimer
1. Als u een intervaltimer met maximaal 10 intervallen wilt starten, voert u eerst
de intervallen in.
2. Selecteer Menu > Organiser > Timer > Intervaltimer.
3. U start de timer door Timer starten > Starten te selecteren.
Stopwatch
Selecteer Menu > Organiser > Stopwatch en kies daarna een van de volgende opties:
Tussentijden — om tussentijden op te nemen. Selecteer Stoppen > Opties >
Opnieuw instellen als u de teller op 0 wilt zetten zonder de tijd op te slaan.
Rondetijden — om rondetijden op te nemen.
Selecteer Doorgaan om de tijdsopname weer te geven die u in de achtergrond
hebt geactiveerd.
Laatste tonen — om de laatst opgemeten tijd te bekijken als de stopwatch niet op
0 is gezet.
Tijden bekijken of Tijden verwijderen — om de opgeslagen tijden te bekijken of te
verwijderen.
Druk op de toets Einde als u tijdsopname met de stopwatch in de achtergrond wilt
activeren. Selecteer Doorgaan om de tijdsopname weer te geven die u in de
achtergrond hebt geactiveerd.
12. Toepassingen
Een spelletje starten
Selecteer Menu > Toepassingen > Spelletjes. Ga naar het gewenste spelletje en
selecteer Openen.
Een toepassing starten
Selecteer Menu > Toepassingen > Verzameling. Ga naar een toepassing en
selecteer Openen.
51
Web
Toepassingsopties
Versiecontrole — om te controleren of een nieuwe versie van de toepassing
beschikbaar is om van internet te downloaden (netwerkdienst).
Webpagina — om meer informatie of extra gegevens over de toepassing van een
internetpagina te ontvangen (netwerkdienst), als dit beschikbaar is.
Toegang toepassing — om netwerktoegang door de toepassing te beperken.
Als u geluid, verlichting en een trilsignaal wilt instellen voor het spelletje,
selecteert u Menu > Toepassingen > Opties > Toep.instellingen.
13. Web
Met de browser van de telefoon hebt u toegang tot verschillende mobiele
internetdiensten.
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die adequate
beveiliging en bescherming bieden tegen schadelijke software.
Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid, tarieven en instructies
met betrekking tot de verschillende diensten.
Met de telefoonbrowser kunt u diensten weergeven die op hun pagina's
gebruikmaken van WML (wireless markup language) of XHTML (extensible
hypertext markup language). De weergave kan verschillen, afhankelijk van de
schermgrootte. Het is mogelijk dat niet alle gegevens op de internetpagina's
kunnen worden weergegeven.
Verbinding maken met een dienst
Controleer of de juiste configuratie-instellingen van de dienst zijn geactiveerd.
U kunt als volgt de instellingen selecteren om verbinding te maken met de dienst:
1. Selecteer Menu > Web > Webinstellingen > Configuratie-inst..
2. Selecteer Configuratie. Alleen de configuraties die de browserdienst
ondersteunen, worden weergegeven. Selecteer een serviceprovider Standaard
of Pers. configuratie voor browsen.
U kunt de configuratie-instellingen voor browsen ontvangen in een
configuratiebericht van de serviceprovider die de gewenste dienst aanbiedt.
3. Selecteer Account en een account voor een browserdienst die is opgenomen in
de actieve configuratie-instellingen.
52
Web
4. Selecteer Term.venster tonen > Ja als u een handmatige gebruikersverificatie
voor intranetverbindingen wilt uitvoeren.
Maak op een van de volgende manieren verbinding met de dienst:
Selecteer Menu > Web > Home. Als de telefoon in de stand-by modus staat,
houdt u 0 ingedrukt.
Als u een bookmark voor de dienst wilt instellen, selecteert u Menu > Web >
Bookmarks.
Als u het laatste internetadres (URL) wilt gebruiken, selecteert u Menu >
Web > Laatste webadr..
Als u een adres van de dienst wilt invoeren, selecteert u Menu > Web > Ga
naar adres. Voer het adres van de dienst in en selecteer OK.
Bladeren door pagina's
Nadat u verbinding met de dienst hebt gemaakt, kunt u door de pagina's van de
dienst bladeren. De werking van de telefoontoetsen kan per dienst verschillen.
Volg de instructies op het scherm. Neem voor meer informatie contact op met uw
serviceprovider.
Bookmarks
U kunt adressen van pagina's opslaan als bookmark in het telefoongeheugen.
1. Selecteer tijdens het browsen Opties > Bookmark toevoegn. Als de telefoon in
de stand-by modus staat, selecteert u Menu > Web > Bookmarks.
2. Ga naar een bookmark en selecteer deze of druk op de beltoets om verbinding
te maken met de pagina die aan de bookmark is gekoppeld.
3. Selecteer Opties om de bookmark te bekijken, bewerken, verwijderen of
verzenden, om een nieuwe bookmark te maken of om de bookmark op te slaan
in een map.
Weergave-instellingen
Als u de manier waarop webpagina’s op uw telefoon worden weergegeven wilt
aanpassen, selecteert u tijdens het browsen Opties > Instellingen > Weergave.
Als de telefoon in de standby-modus staat, selecteert u Menu > Web >
Webinstellingen > Weergave.
53
Web
Beveiligingsinstellingen
Cookies en cache
Een cookie bestaat uit gegevens die een site opslaat in het cachegeheugen van de
telefoon. Cookies blijven opgeslagen totdat u het cachegeheugen leegmaakt.
Selecteer tijdens het browsen Opties > Instellingen > Beveiliging > Cookies.
Als de telefoon in de stand-by modus staat, selecteert u Menu > Web >
Webinstellingen > Beveiliging > Cookies. Selecteer Toestaan om het ontvangen
van cookies toe te staan of Weigeren om cookies te weigeren.
Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op te slaan. Als u
toegang hebt gezocht of gehad tot vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwoord
moet opgeven, kunt u de cache van het apparaat na gebruik beter legen. De informatie of de
diensten waartoe u toegang hebt gehad, worden namelijk in de cache opgeslagen. Als u de
cache wilt legen, selecteert u Opties > Instrumenten > Cache wissen. Als de telefoon in de
stand-by modus staat, selecteert u Menu > Web > Cache wissen.
Scripts via een veilige verbinding
U kunt aangeven of u scripts op een beveiligde pagina wilt laten uitvoeren.
De telefoon ondersteunt WML-scripts.
Als u scripts wilt toestaan, selecteert u tijdens het browsen Opties >
Instellingen > Beveiliging > WMLScript. Als de telefoon in de stand-by modus
staat, selecteert u Menu > Web > Webinstellingen > Beveiliging > WMLScript >
Toestaan.
Browserbeveiliging
Voor sommige diensten, zoals online bankdiensten of online aankopen, zijn
beveiligingsfuncties vereist. Dergelijke verbindingen vereisen
beveiligingscertificaten en mogelijk een beveiligingsmodule. Deze zijn mogelijk
beschikbaar op uw SIM-kaart. Neem voor meer informatie contact op met uw
serviceprovider.
Certificaten
Belangrijk: Hoewel het gebruik van certificaten de risico's van externe
verbindingen en de installatie van software aanzienlijk beperkt, moet u de
certificaten wel op de juiste wijze gebruiken om te kunnen profiteren van een
verbeterde beveiliging. De aanwezigheid van een certificaat biedt op zichzelf geen enkele
bescherming. De beveiliging wordt pas verbeterd als de certificaten correct, authentiek of
vertrouwd zijn. Certificaten hebben een beperkte geldigheid. Als wordt aangegeven dat het
54
Web
certificaat is verlopen of dat het nog niet geldig is, terwijl het certificaat geldig zou moeten
zijn, controleert u dan of de huidige datum en tijd van het apparaat goed zijn ingesteld.
Voordat u certificaatinstellingen wijzigt, moet u controleren of de eigenaar van het
certificaat kan worden vertrouwd en of het certificaat werkelijk van de opgegeven eigenaar
afkomstig is.
Er zijn drie soorten certificaten: servercertificaten, autorisatiecertificaten en
gebruikerscertificaten. Deze certificaten krijgt u van de serviceprovider.
Autorisatiecertificaten en gebruikerscertificaten kunnen ook door de
serviceprovider zijn opgeslagen in de beveiligingsmodule.
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging > Autoris.certificaten of
Gebr.certificaten om de lijst met autorisatiecertificaten of gebruikerscertificaten
te bekijken die naar uw apparaat is gedownload.
Als de datatransmissie tussen de telefoon en de server gecodeerd is, wordt tijdens
een verbinding het beveiligingspictogram weergegeven.
Het veiligheidspictogram geeft niet aan dat de gegevensoverdracht tussen de gateway en de
contentaanbieder (of de locatie waar de aangevraagde bron is opgeslagen) veilig is. De
serviceprovider beveiligt de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder.
Digitale handtekening
U kunt gebruikmaken van digitale handtekeningen als uw SIM-kaart is voorzien
van een beveiligingsmodule. Ondertekenen met een digitale handtekening is
vergelijkbaar met het zetten van uw handtekening op een papieren factuur,
overeenkomst of ander document.
1. Als u een digitale handtekening wilt maken, selecteert u een koppeling op een
pagina, bijvoorbeeld de titel van het boek dat u wilt aanschaffen en de prijs van
het boek. De te ondertekenen tekst (mogelijk inclusief het bedrag en de datum)
wordt weergegeven.
Controleer of de koptekst Lezen en het pictogram voor digitale ondertekening
worden weergegeven.
2. Lees eerst alle informatie, voordat u de tekst ondertekent. Selecteer vervolgens
Accepteer.
De tekst past mogelijk niet geheel op het scherm. Neem daarom eerst de hele
tekst door voordat u ondertekent.
3. Selecteer het gewenste gebruikerscertificaat. Voer de ondertekenings-PIN in.
Het pictogram voor digitale ondertekening verdwijnt en de dienst geeft
mogelijk een bevestiging van uw aankoop weer.
55
Kaarten
14. Kaarten
U kunt bladeren door kaarten van verschillende steden en landen, adressen en
bezienswaardigheden zoeken, routes van een plaats naar een andere plannen,
plaatsen als landmarks opslaan en ze naar compatibele apparaten verzenden.
Bijna alle digitale cartografie is niet helemaal accuraat en volledig. Vertrouw nooit
uitsluitend op de cartografie die u voor dit apparaat hebt gedownload.
Wilt u de toepassing Kaarten gebruiken, dan selecteert u Menu > Organiser >
Kaarten en het gewenste onderdeel.
Kaarten downloaden
Op de geheugenkaart van de telefoon kunnen vooraf al kaarten geïnstalleerd zijn.
U kunt met de pc-software Nokia Map Loader ook nieuwe kaartensets van
internet downloaden.
Nokia Map Loader
Zie www.maps.nokia.com voor meer informatie over het downloaden van Nokia
Map Loader op de pc en instructies voor het gebruik van de software.
Voordat u voor de eerste keer nieuwe kaarten gaat downloaden, moet u
controleren of er een geheugenkaart in de telefoon zit. Selecteer dan Menu >
Organiser > Kaarten om de functie eenmalig te configureren.
Wilt u een nieuwe serie kaarten op de geheugenkaart plaatsen, dan moet u met
Nokia Map Loader alle kaarten die al op de geheugenkaart staan verwijderen
voordat u nieuwe kaarten gaat downloaden. Zo weet u zeker dat alle kaarten van
dezelfde uitgave zijn.
Netwerkdienst
U kunt uw telefoon zo instellen dat deze automatisch verbinding maakt met de
Nokia Kaarten-server als het nodig is om naar adressen of routeplanning te
zoeken of om kaarten te downloaden die niet in uw telefoon zitten. Selecteer
Menu > Organiser > Kaarten > Instellingen > Netwerkinstellingen > Ntwrkgeb.
toestaan.
Wilt u niet dat er automatisch kaarten worden gedownload, dan selecteert u Nee.
Opmerking: Het downloaden van kaarten kan de overdracht van grote hoeveelheden
gegevens via het netwerk van uw serviceprovider met zich meebrengen. Neem contact op
met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
56
Kaarten
Kaarten en GPS
De toepassing Kaarten kan gebruikmaken van GPS (Global Positioning System) om
uw locatie te vinden, of om afstanden en coördinaten te berekenen.
Voordat u de GPS-functie op de telefoon gebruikt, moet u de telefoon met behulp
van de draadloze Bluetooth-technologie koppelen aan een compatibele externe
GPS-ontvanger. In de gebruikershandleiding van het GPS-apparaat vindt u hier
meer informatie over.
Nadat het Bluetooth GPS-apparaat aan de telefoon gekoppeld is, kan het een paar
minuten duren voordat op de telefoon uw huidige locatie wordt weergegeven.
Volgende verbindingen moeten sneller zijn, tenzij de GPS een paar dagen niet meer
gebruikt is of als u erg ver weg bent van de plaats waar u het voor het laatst
gebruikte. Het duurt dan weer een paar minuten om de locatie te herkennen en
weer te geven.
Het GPS-systeem (Global Positioning System) valt onder het beheer van de regering
van de Verenigde Staten, die als enige verantwoordelijk is voor de nauwkeurigheid
en het onderhoud van het systeem. De accuratesse van de locatiegegevens kan
negatief worden beïnvloed door wijzigingen door de regering van de Verenigde
Staten met betrekking tot de GPS-satellieten en is onderhevig aan veranderingen
in het GPS-beleid van het ministerie van defensie van de Verenigde Staten voor
civiele doeleinden en wijzigingen in het Federal Radio Navigation Plan. De
accuratesse kan ook negatief worden beïnvloed door een gebrekkige
satellietconfiguratie. De beschikbaarheid en kwaliteit van GPS-signalen kunnen
negatief worden beïnvloed door uw positie, gebouwen, natuurlijke obstakels en
weersomstandigheden. U moet de GPS-ontvanger alleen buitenshuis gebruiken
voor de ontvangst van GPS-signalen.
GPS moet niet worden gebruikt voor exacte plaatsbepaling en u moet nooit
uitsluitend op de locatiegegevens van de GPS-ontvanger vertrouwen voor
plaatsbepaling of navigatie.
Extra diensten
Kaarten biedt ook ondersteuning voor navigatie met stembesturing, waarvoor u
een regionale vergunning nodig hebt. Voor het gebruik van deze dienst hebt u een
compatibel extern GPS-apparaat nodig die de draadloze Bluetooth-technologie
ondersteunt.
Wilt u een navigatiedienst met stembesturing kopen, dan selecteert u Menu >
Organiser > Kaarten > Extra diensten > Navigatie kopen of Contr. op krt.updates
en volg de instructies.
57
SIM-diensten
Om navigatie met stembesturing te gebruiken, moet u toestaan dat de toepassing
Kaarten een netwerkverbinding gebruikt.
De navigatievergunning is verbonden met uw SIM-kaart. Als u een andere SIM-
kaart in de telefoon plaatst, wordt u gevraagd een nieuwe vergunning te kopen als
u de navigatiefunctie activeert. Tijdens de aankoopprocedure krijgt u het aanbod
om de bestaande navigatievergunning zonder extra kosten aan de nieuwe SIM-
kaart over te dragen.
15. SIM-diensten
Mogelijk biedt uw SIM-kaart nog extra diensten. U kunt dit menu alleen openen
als het wordt ondersteund door uw SIM-kaart. De naam en inhoud van het menu
zijn afhankelijk van de beschikbare diensten.
Neem contact op met de leverancier van de SIM-kaart voor meer informatie over de
beschikbaarheid en het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider of een andere
leverancier zijn.
U moet wellicht een tekstbericht verzenden of een telefoonoproep plaatsen
(waaraan kosten verbonden kunnen zijn) om deze diensten te activeren.
16. Pc-verbinding
U kunt e-mailberichten verzenden en ontvangen en verbinding maken met
internet terwijl de telefoon via Bluetooth of een gegevenskabel verbonden is met
een compatibele pc. U kunt de telefoon gebruiken met verschillende toepassingen
voor pc-connectiviteit en gegevenscommunicatie.
Nokia PC Suite
Met Nokia PC Suite kunt u uw muziekbestanden beheren, contactgegevens,
agendanotities en (taak)notities synchroniseren tussen de telefoon en een
compatibele pc of een externe internetserver (netwerkdienst). U vindt PC Suite en
de bijbehorende informatie op www.nokia.com/support of uw lokale Nokia-
website.
Toepassingen voor datacommunicatie
Raadpleeg de bijbehorende documentatie voor meer informatie over het gebruik
van een toepassing voor datacommunicatie.
58
Informatie over de batterij en de lader
Tijdens een pc-verbinding wordt bellen met de telefoon afgeraden, omdat dit de
werking kan verstoren.
De prestaties nemen toe als u de telefoon tijdens datatransmissies met de toetsen
naar beneden op een stabiele ondergrond plaatst. Zorg ervoor dat de telefoon
tijdens een gegevensoproep niet beweegt en houd de telefoon niet in uw hand.
17. Informatie over de batterij en de lader
Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. Dit apparaat is bestemd voor gebruik met een
BL-4CT-batterij. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een van de volgende laders: AC-4.
De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt
slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-by tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal,
moet u de batterij vervangen. Gebruik alleen batterijen die door Nokia zijn goedgekeurd en
laad de batterij alleen opnieuw op met laders die door Nokia zijn goedgekeurd en bestemd zijn
voor dit apparaat. Het gebruik van een niet-goedgekeurde batterij of lader kan het risico met
zich meebrengen van brand, explosie, lekkage of ander gevaar.
Als u een batterij voor de eerste keer gebruikt of als u de batterij langere tijd niet hebt
gebruikt, is het mogelijk dat u de lader moet aansluiten, ontkoppelen en vervolgens opnieuw
moet aansluiten om het opladen te starten. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele
minuten duren voordat de batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met
het apparaat kunt bellen.
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Haal de lader uit het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt. Houd een volledig opgeladen
batterij niet gekoppeld aan de lader omdat de levensduur van de batterij kan afnemen
wanneer deze wordt overladen. Als een volledig opgeladen batterij niet wordt gebruikt, wordt
deze na verloop van tijd automatisch ontladen.
Probeer de batterij altijd te bewaren op een temperatuur tussen 15°C en 25°C. Bij extreme
temperaturen nemen de capaciteit en levensduur van de batterij af. Een apparaat met een
warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn. De batterijprestaties
zijn met name beperkt in temperaturen beduidend onder het vriespunt.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren
wanneer een metalen voorwerp zoals een munt, paperclip of pen direct contact maakt met de
positieve (+) en negatieve (-) poolklemmen van de batterij. (Deze klemmen zien eruit als
metalen strips.) Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw zak of tas
hebt. Kortsluiting van de poolklemmen kan schade veroorzaken aan de batterij of aan het
voorwerp waarop deze is aangesloten.
Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan ontploffen. Batterijen kunnen ook
ontploffen als deze beschadigd zijn. Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale
regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling. Gooi batterijen niet weg met
het huishoudafval.
59
Informatie over de batterij en de lader
U mag nooit geheugencellen of batterijen ontmantelen, erin snijden of ze openen,
platdrukken, verbuigen, beschadigen, doorboren of slopen. Als een batterij lekt, moet u ervoor
zorgen dat de vloeistof niet in contact komt met de huid of ogen. Als dat toch gebeurt, moet
u uw huid en ogen onmiddellijk met water afspoelen of medische hulp zoeken.
Wijzig de batterij niet, verwerk deze niet tot een ander product, en probeer er geen vreemde
voorwerpen in te brengen. Stel de batterij niet bloot aan en dompel deze niet onder in water
of andere vloeistoffen.
Onjuist gebruik van de batterij kan brand, explosie of ander gevaar met zich meebrengen. Als
het apparaat of de batterij valt, vooral op een hard oppervlak, en u denkt dat de batterij is
beschadigd, moet u deze ter inspectie naar een servicepunt brengen voordat u die opnieuw
gebruikt.
Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze is bestemd. Gebruik nooit een
beschadigde lader of batterij. Houd de batterij buiten het bereik van kleine kinderen.
Controleren van de echtheid van Nokia-batterijen
Gebruik altijd originele Nokia-batterijen voor uw veiligheid. Verzeker u ervan dat u een
originele Nokia-batterij koopt door de batterij bij een officiële Nokia-dealer te kopen en het
hologramlabel volgens de onderstaande stappen te inspecteren:
Een succesvolle uitvoering van de stappen biedt geen totale garantie voor de echtheid van
de batterij. Als u reden hebt om aan te nemen dat uw batterij geen echte originele Nokia-
batterij is, gebruik deze dan niet, maar breng de batterij naar de dichtstbijzijnde officiële
Nokia-dealer of Service Point voor assistentie. De officiële Nokia-dealer of Service Point zal
de echtheid van de batterij controleren. Als de echtheid niet kan worden vastgesteld, breng
de batterij dan terug naar de plaats van aankoop.
De echtheid van het hologram controleren
1. Wanneer u het hologram op het label bekijkt, hoort u
vanuit de ene hoek het Nokia-symbool met de handen te zien
en vanuit de andere hoek het Nokia Original Enhancements-
logo.
2. Wanneer u het hologram onder een hoek naar links, rechts,
omlaag en omhoog houdt, hoort u op iedere zijde
respectievelijk 1, 2, 3 en 4 stippen te zien.
60
Behandeling en onderhoud
Wat als de batterij niet origineel is?
Als u niet kunt vaststellen dat uw Nokia-batterij met het hologramlabel een originele Nokia-
batterij is, gebruik de batterij dan niet. Breng de batterij naar de dichtstbijzijnde officiële
Nokia-dealer of Service Point voor assistentie. Het gebruik van een batterij die niet door de
fabrikant is goedgekeurd, kan gevaarlijk zijn en kan leiden tot gebrekkige prestaties en
beschadiging van het apparaat of de toebehoren. Het kan ook de goedkeuring of garantie
van het apparaat ongeldig maken.
Kijk voor meer informatie over originele Nokia-batterijen op www.nokia.com/battery.
Behandeling en onderhoud
Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg
worden behandeld. De volgende tips kunnen u helpen om de garantie te behouden.
Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht
kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken.
Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het apparaat volledig
opdrogen voordat u de batterij terugplaatst.
Gebruik of bewaar het apparaat niet op stoffige, vuile plaatsen. De bewegende
onderdelen en elektronische onderdelen kunnen beschadigd raken.
Bewaar het apparaat niet op plaatsen waar het heet is. Hoge temperaturen kunnen de
levensduur van elektronische apparaten bekorten, batterijen beschadigen en bepaalde
kunststoffen doen vervormen of smelten.
Bewaar het apparaat niet op plaatsen waar het koud is. Wanneer het apparaat weer de
normale temperatuur krijgt, kan binnen in het apparaat vocht ontstaan, waardoor
elektronische schakelingen beschadigd kunnen raken.
Probeer het apparaat niet open te maken op een andere manier dan in deze handleiding
wordt voorgeschreven.
Laat het apparaat niet vallen en stoot of schud niet met het apparaat. Een ruwe
behandeling kan de interne elektronische schakelingen en fijne mechaniek beschadigen.
Gebruik geen agressieve chemicaliën, oplosmiddelen of sterke reinigingsmiddelen om
het apparaat schoon te maken.
Verf het apparaat niet. Verf kan de bewegende onderdelen van het apparaat blokkeren
en de correcte werking belemmeren.
Maak de lenzen, zoals de cameralens, nabijheidsensor en lichtsensor, schoon met een
zachte, schone, droge doek.
Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde vervangingsantenne. Niet-
goedgekeurde antennes, aanpassingen of toebehoren kunnen het apparaat beschadigen
en kunnen in strijd zijn met de regelgeving met betrekking tot radioapparaten.
61
Aanvullende veiligheidsinformatie
Gebruik laders binnenshuis.
Maak altijd een back-up van alle gegevens die u wilt bewaren, zoals contacten en
agendanotities.
Voor optimale prestaties kunt u het apparaat zo nu en dan uitzetten door de stroom uit
te schakelen en de batterij te verwijderen.
Deze tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere toebehoren. Neem
contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als een apparaat niet goed werkt.
Verwijdering
Het symbool van de doorgestreepte container op uw product, in de documentatie of
op de verpakking wil zeggen dat alle elektrische en elektronische producten,
batterijen en accu’s na afloop van de levensduur voor gescheiden afvalverzameling
moeten worden aangeboden. Deze regel geldt voor alle landen binnen de Europese Unie en
voor andere locaties waar gescheiden afvalverzamelingssystemen beschikbaar zijn. Bied
deze producten niet aan bij het gewone huisvuil.
Door de producten op de daarvoor bestemde plaats in te leveren helpt u het ongecontroleerd
weggooien van afval te voorkomen en het hergebruik van materialen te bevorderen. Meer
gedetailleerde informatie over afvalverzameling vindt u bij de verkoper van het product, bij
de milieudienst van uw plaatselijke overheid, nationale organisaties voor
producentenverantwoordelijkheid of uw plaatselijke vertegenwoordiger van Nokia. Voor de
Eco-Verklaring voor het product of instructies over het inleveren van uw overbodig
geworden product, gaat u naar de landspecifieke informatie op www.nokia.com.
Aanvullende veiligheidsinformatie
Kleine kinderen
Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik
van kleine kinderen.
Gebruiksomgeving
Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF-signalen wanneer het op
normale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van
minimaal 1,0 cm (3/8 inch) van het lichaam bevindt. Wanneer het apparaat op het lichaam
wordt gedragen in een draagtasje, riemclip of houder, moeten deze hulpmiddelen geen
metaal bevatten en moet het apparaat zich op de bovengenoemde afstand van het lichaam
bevinden.
Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet dit apparaat kunnen beschikken
over een goede verbinding met het netwerk. In sommige gevallen kan het overbrengen van
databestanden of berichten vertraging oplopen tot een dergelijke verbinding beschikbaar is.
Houd u aan de bovenstaande afstandsrichtlijnen tot de gegevensoverdracht is voltooid.
62
Aanvullende veiligheidsinformatie
Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen voorwerpen kunnen worden
aangetrokken door het apparaat. Houd creditcards en andere magnetische opslagmedia uit
de buurt van het apparaat, omdat de gegevens die op deze media zijn opgeslagen, kunnen
worden gewist.
Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het
functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig beïnvloeden.
Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of het
apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen hebt. Schakel het
apparaat uit in instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt door
ter plaatse aangegeven instructies. Ziekenhuizen en andere instellingen voor
gezondheidszorg kunnen gebruikmaken van apparatuur die gevoelig is voor externe RF-
energie.
Geïmplanteerde medische apparatuur
Ter voorkoming van storingen van het apparaat raden fabrikanten van medische apparaten
aan minimaal 15,3 centimeter afstand te bewaren tussen een draadloos apparaat en een
geïmplanteerd medisch apparaat, zoals een pacemaker of geïmplanteerde defibrillator.
Personen met dergelijke apparaten moeten met het volgende rekening houden:
Houd het draadloze apparaat altijd op meer dan 15,3 centimeter afstand van het
medische apparaat wanneer het draadloze apparaat is ingeschakeld.
Draag het draadloze apparaat niet in een borstzak.
Houd het draadloze apparaat tegen het oor aan de andere kant van het lichaam dan de
kant waar het medische apparaat zit om de kans op een potentiële storing te
minimaliseren.
Schakel het draadloze apparaat onmiddellijk uit als er enige reden is om aan te nemen
dat er een storing plaatsvindt.
Lees en volg de instructies van de fabrikant van het geïmplanteerde medische apparaat.
Als u vragen hebt over het gebruik van het draadloze apparaat wanneer u een geïmplanteerd
medisch apparaat hebt, neemt u contact op met uw zorginstelling.
Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in bepaalde gehoorapparaten
veroorzaken. Neem contact op met uw serviceprovider als u last hebt van dergelijke
storingen.
Voertuigen
RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde
voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende afgeschermd zijn (bijvoorbeeld
elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische antislip- of antiblokkeer-
remsystemen, systemen voor elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen). Raadpleeg
63
Aanvullende veiligheidsinformatie
de fabrikant, of diens vertegenwoordiger, van uw voertuig of van hieraan toegevoegde
apparatuur, voor meer informatie.
Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een auto
worden gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de
garantie die eventueel van toepassing is op het apparaat, doen vervallen. Controleer
regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog steeds goed bevestigd zit en naar
behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen brandbare vloeistoffen, gassen of explosieve
materialen in dezelfde ruimte als die waarin het apparaat zich bevindt of onderdelen of
toebehoren daarvan. Voor auto's met een airbag geldt dat de airbags met zeer veel kracht
worden opgeblazen. Zet geen voorwerpen, dus ook geen geïnstalleerde of draagbare
draadloze apparatuur, in de ruimte boven de airbag of waar de airbag wordt opgeblazen. Als
draadloze apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de auto en de airbag wordt opgeblazen,
kan dit ernstige verwondingen veroorzaken.
Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden. Schakel het apparaat uit voordat
u een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze telecomapparatuur kan gevaarlijk zijn
voor de werking van het vliegtuig, kan het draadloze telefoonnetwerk verstoren en kan
illegaal zijn.
Explosiegevaarlijke omgevingen
Schakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle
aanwijzingen en instructies op. Dergelijke plaatsen zijn bijvoorbeeld plaatsen waar u
gewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto af te zetten. Vonken kunnen op
dergelijke plaatsen een explosie of brand veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden
kunnen vallen. Schakel het apparaat uit bij tankstations, bijvoorbeeld in de nabijheid van
gas- of benzinepompen. Houdt u aan de beperkingen voor het gebruik van radioapparatuur
in brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken of op plaatsen waar met explosieven
wordt gewerkt. Plaatsen met explosiegevaar worden vaak, maar niet altijd, duidelijk
aangegeven. Het gaat onder andere om scheepsruimen, chemische overslag- of
opslagplaatsen en gebieden waar de lucht chemicaliën of fijne deeltjes bevat van
bijvoorbeeld graan, stof of metaaldeeltjes. U dient contact op te nemen met de fabrikanten
van voertuigen die gebruik maken van LPG (onder andere propaan of butaan) om vast te
stellen of dit apparaat in de nabijheid van dergelijke voertuigen veilig kan worden gebruikt.
Alarmnummer kiezen
Belangrijk: Dit apparaat maakt gebruik van radiosignalen, draadloze netwerken,
kabelnetwerken en door de gebruiker geprogrammeerde functies. Als uw apparaat
gesprekken via het internet ondersteunt (netgesprekken), moet u zowel de
netgesprekken als de mobiele telefoon activeren. Het apparaat zal proberen alarmnummers
te kiezen via zowel het mobiele netwerk als uw internetprovider wanneer beide zijn
geactiveerd. Verbindingen kunnen niet onder alle omstandigheden worden gegarandeerd.
U moet nooit alleen vertrouwen op een draadloze telefoon voor het tot stand brengen van
essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische noodgevallen.
64
Aanvullende veiligheidsinformatie
Een alarmnummer kiezen:
1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd. Controleer of de signaalontvangst
voldoende is. Afhankelijk van het apparaat moet u mogelijk ook de volgende stappen
uitvoeren:
Plaats een SIM-kaart als deze voor het apparaat vereist is.
Maak bepaalde oproepbeperkingen ongedaan als deze op uw apparaat zijn ingesteld.
Wijzig uw profiel van Offline of Vlucht in een actief profiel.
2. Druk zo vaak als nodig is op de toets Einde om het scherm leeg te maken en het apparaat
gereed te maken voor een oproep.
3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt. Alarmnummers
verschillen per locatie.
4. Druk op de beltoets.
Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk op wanneer u een alarmnummer
belt. Uw draadloze apparaat is mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een
ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Informatie over certificatie (SAR)
Dit mobiele apparaat voldoet aan richtlijnen voor blootstelling aan radiogolven.
Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het is zo ontworpen dat de grenzen
voor blootstelling aan radiogolven die worden aanbevolen door internationale richtlijnen,
niet worden overschreden. Deze richtlijnen zijn ontwikkeld door de onafhankelijke
wetenschappelijke organisatie ICNIRP en bevatten veiligheidsmarges om de veiligheid van
alle personen te waarborgen, ongeacht hun leeftijd en gezondheidstoestand.
De blootstellingsrichtlijnen voor mobiele apparatuur worden uitgedrukt in de maateenheid
SAR (Specific Absorption Rate). De SAR-limiet in de richtlijnen van het ICNIRP is 2,0 W/kg
(watt/kilogram) gemiddeld over tien gram lichaamsweefsel. Bij tests voor SAR worden de
standaardposities gebruikt, waarbij het apparaat in alle gemeten frequentiebanden het
hoogst toegestane energieniveau gebruikt. Het werkelijke SAR-niveau van een werkend
apparaat kan onder de maximumwaarde liggen, omdat het apparaat zo is ontworpen dat
niet meer energie wordt gebruikt dan nodig is om verbinding te maken met het netwerk. De
hoeveelheid benodigde energie kan wijzigen afhankelijk van een aantal factoren, zoals de
afstand tot een zendmast waarop u zich bevindt. De hoogste SAR-waarde onder de ICNIRP-
richtlijnen voor gebruik van het apparaat bij het oor is 0,61 W/kg.
Het gebruik van accessoires en toebehoren met het apparaat kan resulteren in andere SAR-
waarden. SAR-waarden kunnen variëren, afhankelijk van nationale rapportage-eisen,
testeisen en de netwerkband. Meer informatie over SAR kunt u vinden onder "product
information" op www.nokia.com.
65
Index
A
aan/uit-toets 15
achtergrond
35
actieve stand-by modus
19
agenda
48
antenne
17
audioberichten
26
B
batterij 13
beheer van digitale rechten
43
beltoets 17
beltonen 34
berichten
audioberichten
26
dienstopdrachten 29
flitsberichten
26
informatieberichten 28
spraakberichten 28
berichtinstellingen
algemeen
29
e-mail 31
multimediaberichten
30
tekstberichten 29
beveiligingsinformatie
6
beveiligingsinstellingen 41
bladertoets 17
Bluetooth
37
browser 52
C
camera 44
flitser
18
chatberichten
28
codes
10
configuraties
contacten
bewerken
32
groepen
33
instellingen
33
kopiëren
32
opslaan
32
snelkeuze
22
zoeken 32
contactgegevens 13
cookies
53
D
datacommunicatie 57
dienst
algemeen 40
voor configuratie-instellingen
16
diensten
51
dienstopdrachten
29
downloaden
12
dubbeltikken 18
E
e-mailtoepassing 26
equalizer 47
F
fabrieksinstellingen 42
flitsberichten
26
foto’s 44
G
galerij 42
GPS
55
H
handsfree. Zie luidspreker.
hoofdletters en kleine letters 24
I
in- en uitschakelen 15
indicatoren
19
informatieberichten
28
instellingen
berichten 29
beveiliging
41
configuratie
40
connectiviteit
36
fabrieksinstellingen terugzetten
42
lichteffecten
34
oproep
38
profielen
34
snelkoppelingen 35
telefoon 39
thema's
34
tonen 34
internet 51
66
K
kaarten 55
klantenservice 13
L
laadstatus 19
luidspreker 17, 22
luistergedeelte
17
N
Nokia-contactgegevens 13
normale tekstinvoer 24
notities
48, 49
O
onderdelen 17
operatorlogo 19, 35
operatormenu 42
oproepen
instellingen
38
internationaal 21
opties
22
plaatsen 21
spraakgestuurde nummerkeuze 22
oproepen beëindigen
21
oproepinfo 33
oproepregister. Zie oproepinfo.
organiser
48
P
PC Suite 57
Pc-verbinding 57
profielen
34
R
radio 46
recorder
47
rekenmachine 49
S
scherm 17
selectietoetsen 17
signaalsterkte
19
SIM-diensten
57
snelkeuze 22
snelkoppelingen 35
software-updates
11
speakerphone. Zie luidspreker.
spelletjes 50
spraakberichten
28
spraakgestuurde nummerkeuze 22
stand-by modus 19, 35
stopwatch
50
T
taalinstellingen 39
tekst 24
tekst invoeren
24
tekstinvoer met woordenboek 24
telefoon
onderdelen
17
toetsen 17
thema's 34
toegangscodes
10
toets Einde 17
toetsen 17
toetsenblokkering
10
toetsenblokkering opheffen 11
toetsenblokkering vergrendelen 11
toetsenslot
10
tonen 34
U
USB-poort 17
V
visitekaartjes 33
vluchtmodus
20
W
wachtfunctie 23
web
51
wekker
48
57


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Nokia 6600 fold at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Nokia 6600 fold in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1,02 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Nokia 6600 fold

Nokia 6600 fold User Manual - English - 59 pages

Nokia 6600 fold User Manual - German - 69 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info