63826
4
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/65
Next page
Gebruikershandleiding voor de
Nokia 6212 classic
9208860
Versie 1 NL
CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-396 in
overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante
bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de
conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Nokia, Nokia Connecting People en Navi zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia
Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en
bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in
enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright © 1997-2008. Tegic
Communications, Inc. All rights reserved.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Java is a trademark of Sun Microsystems, Inc.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and
noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the
MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use
in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be
implied for any other use. Additional information, including that related to promotional, internal, and
commercial uses, may be obtained from MPEG LA, LLC. See http://www.mpegla.com.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio-licentie (i) voor privé- en niet-
commercieel gebruik in verband met informatie die is gecodeerd volgens de visuele norm MPEG-4, door
een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit, en (ii) voor gebruik in verband
met MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander
gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder
informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is
verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor
zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit
document worden beschreven.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN
VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES
VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ
VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN
0434
BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ
UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE
GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT
DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio
verschillen. Neem contact op met uw Nokia-leverancier voor gedetailleerde informatie en informatie over
de beschikbaarheid van taalopties.
Exportbepalingen
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en
regelgeving betreffende export van de VS en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is
verboden.
Toepassingen van derden die bij uw apparaat worden geleverd, kunnen zijn gemaakt door en in eigendom
zijn van personen en entiteiten die geen relatie of verband met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de
auteursrechten of de intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig
draagt Nokia geen verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de functionaliteit
van deze toepassingen of de informatie in deze toepassingen of het materiaal. Nokia biedt geen garantie
voor deze toepassingen van derden.
MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN WORDEN GELEVERD
ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DIT VOOR ZOVER
MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT
NOCH NOKIA NOCH GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN,
UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT) GARANTIES BETREFFENDE
TITEL, VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN
INBREUK MAKEN OP OCTROOIEN, AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN VAN
DERDEN.
MEDEDELING FCC/INDUSTRY CANADA
Dit apparaat kan tv- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van
ontvangstapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal Communications Commission (FCC) of Industry
Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen
worden. Neem contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan
deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat
mag geen schadelijke storingen veroorzaken en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf accepteren,
ook wanneer deze een ongewenste werking tot gevolg kunnen hebben. Veranderingen of aanpassingen
die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze
apparatuur te werken tenietdoen.
9208860/Versie 1 NL
4
Inhoudsopgave
VEILIGHEID ....................................... 6
Algemene informatie ....................... 7
Nuttige aanwijzingen ...................................... 7
Over dit apparaat.............................................. 9
Netwerkdiensten............................................... 9
Toebehoren ...................................................... 10
Toegangscodes................................................ 10
Software-updates.......................................... 11
Telefoonsoftware-updates .......................... 11
My Nokia.......................................................... 12
Content downloaden .................................... 12
Nokia-ondersteuning.................................... 12
1. Aan de slag................................. 12
SIM-kaart, geheugenkaart
en batterij plaatsen....................................... 12
De batterij opladen ....................................... 14
microSD-kaart ................................................ 14
De telefoon in- en uitschakelen ................ 15
Tijd, tijdzone en datum instellen............... 15
Dienst voor configuratie-instellingen...... 15
Antenne............................................................ 16
Polsband........................................................... 16
Toetsen en onderdelen ................................. 16
Standby-stand ................................................ 17
Vluchtprofiel ................................................... 18
2. Near Field Communication........ 19
NFC .................................................................... 19
NFC-detectie................................................... 19
Delen naar apparaat ..................................... 20
Servicetags ...................................................... 20
Servicetags delen of aflezen....................... 20
Betalen en tickets.......................................... 21
3. Gesprekken ................................. 22
Een oproep tot stand brengen ................... 22
Een oproep beantwoorden
of weigeren...................................................... 23
Snelkeuze......................................................... 23
Spraakgestuurde nummerkeuze ................ 23
Opties tijdens een gesprek .......................... 24
Een oproep tot stand brengen
met NFC ............................................................ 24
Een video-oproep tot stand brengen........ 24
4. Tekst invoeren............................ 25
Normale tekstinvoer...................................... 25
Tekstinvoer met woordenboek.................... 26
5. Berichten .................................... 26
Tekstberichten invoeren en verzenden..... 26
Multimediaberichten invoeren
en verzenden ................................................... 26
Berichten lezen en beantwoorden ............ 27
Nokia Xpress-audioberichten ..................... 27
Flitsberichten................................................... 28
E-mailtoepassing............................................ 28
Chatten ............................................................. 29
Voicemails ........................................................ 29
Videoberichten................................................ 29
Infoberichten................................................... 30
Dienstopdrachten........................................... 30
Berichtinstellingen......................................... 30
6. Contacten ................................... 33
Namen en telefoonnummers opslaan ...... 33
Contactgegevens toevoegen....................... 33
Zoeken naar een contact ............................. 33
Contacten kopiëren of verplaatsen........... 33
Contacten bewerken ..................................... 34
Groepen............................................................. 34
Visitekaartjes ................................................... 34
Contactinstellingen ....................................... 34
7. Logboek ...................................... 35
8. Instellingen................................. 35
Profielen............................................................ 35
Thema's ............................................................. 35
Tonen ................................................................. 35
Display............................................................... 36
Datum en tijd .................................................. 36
Snelkoppelingen ............................................. 37
Synchronisatie en back-up.......................... 37
5
Connectiviteit ................................................. 37
Oproepen.......................................................... 40
Telefoon............................................................ 41
Toebehoren ...................................................... 42
Configuratie .................................................... 42
Fabrieksinstellingen terugzetten............... 42
9. Operatormenu ............................ 43
10. Galerij....................................... 43
Beheer van digitale rechten ....................... 43
Afbeeldingen afdrukken............................... 44
11. Media ....................................... 44
Camera.............................................................. 44
Video.................................................................. 45
Muziekspeler ................................................... 45
Recorder ........................................................... 47
Equalizer........................................................... 48
Stereo-verbreding.......................................... 48
12. Push to Talk ............................. 48
13. Organizer.................................. 48
Wekker.............................................................. 48
Agenda.............................................................. 49
Takenlijst .......................................................... 49
Notities ............................................................. 50
Rekenmachine ................................................ 50
Timer.................................................................. 50
Stopwatch........................................................ 50
14. Toepassingen ........................... 51
Een spelletje of toepassing starten........... 51
Toepassingsopties........................................... 51
15. Web.......................................... 51
Verbinding maken met een dienst ............ 52
Pagina’s browsen............................................ 52
Bookmarks........................................................ 52
Weergave-instellingen.................................. 53
Beveiligingsinstellingen................................ 53
Dienstinbox ...................................................... 53
Browserbeveiliging......................................... 54
16. SIM-diensten........................... 55
17. Computerverbinding ............... 55
Nokia PC Suite ................................................ 56
Toepassingen voor datacommunicatie..... 56
18. Informatie over de batterij
en de lader ..................................... 56
Controleren van de echtheid
van Nokia-batterijen..................................... 57
Behandeling en onderhoud........... 58
Aanvullende
veiligheidsinformatie..................... 60
Index............................................... 64
6
VEILIGHEID
VEILIGHEID
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of
onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoon verboden is of
als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen vrij om uw
voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben
terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking
van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD
GELDT
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in
vliegtuigen en in de nabijheid van medische apparatuur, brandstof, chemicaliën
of gebieden waar explosieven worden gebruikt.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele
producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
7
Algemene informatie
Algemene informatie
Nuttige aanwijzingen
Voordat u de telefoon naar een Nokia Care Point brengt
V: Wat kan ik doen om problemen met de werking van mijn telefoon op te lossen?
A: Probeer het volgende:
Schakel de telefoon uit en verwijder en vervang de batterij.
Zet de fabrieksinstellingen terug. Selecteer Menu > Instellingen > Fabr.inst.
terugz.. Selecteer Alleen inst. herstellen om alle persoonlijke gegevens in de
telefoon te bewaren.
Werk de telefoonsoftware bij met Nokia Software Updater, indien beschikbaar.
Kijk op www.nokia.com/softwareupdate of op uw lokale Nokia-website.
Bluetooth-verbinding
V: Waarom kan ik geen Bluetooth-apparaat vinden?
A: Probeer het volgende:
Controleer of voor beide apparaten de Bluetooth-verbinding is geactiveerd.
Controleer of de afstand tussen de twee apparaten niet meer dan 10 meter is
en of er zich geen muren of andere obstakels tussen de apparaten bevinden.
Controleer of het andere apparaat niet in de modus ‘verborgen’ staat.
Controleer of beide apparaten compatibel zijn.
Gesprekken
V: Hoe pas ik het volume aan?
A: Druk op de toets Volume omhoog of de toets Volume omlaag als u tijdens een
gesprek het volume wilt aanpassen.
V: Hoe wijzig ik de beltoon?
A: Selecteer Menu > Instellingen > Tonen.
Contacten
V: Hoe voeg ik een nieuw contact toe?
A: Selecteer Menu > Contacten > Namen > Opties > Nieuw contact.
V: Hoe voeg ik aanvullende informatie aan een contact toe?
A: Zoek het contact waaraan u gegevens wilt toevoegen en selecteer Gegevens >
Opties > Info toevoegen. Selecteer een van de beschikbare opties.
8
Algemene informatie
Menu’s
V: Hoe verander ik de menuweergave?
A: Voor het wijzigen van de menuweergave selecteert u Menu > Opties >
Hoofdmenuwrgave > Lijst, Roosterweergave, Rooster met labels of Tab.
V: Hoe pas ik mijn menu aan?
A: Om het menu opnieuw in te delen selecteert u Menu > Opties > Indelen.
Blader naar het menu dat u wilt verplaatsen en selecteer Verplaats. Blader naar de
plaats waarheen u het menu wilt verplaatsen en selecteer OK. Om de wijziging op
te slaan selecteert u OK > Ja.
Berichten
V: Waarom kan ik geen multimediabericht (MMS) verzenden?
A: Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en
abonnementsmogelijkheden voor multimediaberichten (MMS, netwerkdienst).
V: Hoe stel ik e-mail in?
A: Als u e-mail op de telefoon wilt gebruiken, moet u over een compatibel
e-mailsysteem beschikken. Neem contact op met uw e-mailserviceprovider voor
de juiste instellingen.
Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instllngn > E-mailberichten als u de
e-mailinstellingen wilt activeren.
Computerverbinding
V: Waarom heb ik problemen met het aansluiten van de telefoon op de pc?
A: Zorg dat Nokia PC Suite is geïnstalleerd en op de pc draait. Zie de help-functie
in Nokia PC Suite of de ondersteuningspagina’s op www.nokia.com voor meer
informatie.
Snelkoppelingen
V: Zijn er snelkoppelingen die ik kan gebruiken?
A: Er zitten een aantal snelkoppelingen op de telefoon:
Druk eenmaal op de beltoets om de oproepinfo te openen. Blader naar een
nummer of een naam en druk op de beltoets om een oproep tot stand te
brengen.
Houd 0 ingedrukt om de webbrowser te openen.
Houd 1 ingedrukt om uw voicemailberichten af te luisteren.
Houd # ingedrukt om een profiel te wijzigen naar het stille profiel en terug
naar het algemene profiel.
9
Algemene informatie
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven is goedgekeurd
voor gebruik op de volgende netwerken: WCDMA 850 en 2100, GSM 850,
900,1800 en 1900. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie
over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en
eerbiedig lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder
auteursrechten.
Auteursrechten kunnen verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek en andere
inhoud worden gekopieerd, gewijzigd of overgedragen.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bladwijzers en
koppelingen naar websites van derden. U kunt met het apparaat ook andere sites
van derden bezoeken. Sites van derden zijn niet verbonden met Nokia en Nokia
onderschrijft deze niet en neemt er geen aansprakelijkheid voor. Als u dergelijke
sites wilt bezoeken, moet u voorzorgsmaatregelen treffen op het gebied van
beveiliging of inhoud.
Waarschuwing: Het apparaat moet zijn ingeschakeld om functies op dit
apparaat te kunnen gebruiken, behalve voor de wekker of NFC-
kaarttoepassingen wanneer NFC is ingesteld en het
kaartactiveringsniveau is ingesteld op Altijd. Schakel het apparaat niet in
wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan
veroorzaken.
Vergeet niet een back-up of een gedrukte kopie te maken van alle belangrijke
gegevens die in uw apparaat zijn opgeslagen.
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de
handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide
veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van
een draadloze verbindingsdienst. Veel van de functies vereisen speciale
netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook
netwerken waar u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen
voordat u gebuik kunt maken van de netwerkdiensten. Uw serviceprovider kan u
instructies geven en uitleggen hoeveel het kost. Bij sommige netwerken gelden
beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden.
10
Algemene informatie
Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde
taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider heeft verzocht om bepaalde functies uit te
schakelen of niet te activeren in uw telefoon. Als dat het geval is, worden deze
functies niet in het menu van uw telefoon weergegeven. Uw telefoon kan ook
beschikken over een speciale configuratie, zoals wijzigingen in menunamen, in de
menuvolgorde en in pictogrammen. Neem voor meer informatie contact op met
uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met
TCP/IP-protocollen. Voor de technologie van sommige functies van deze telefoon,
zoals MMS (multimediaberichten), de webbrowser, e-mail, chatten,
synchroniseren op afstand en het downloaden van content via de browser of via
MMS-berichten, is specifieke netwerkondersteuning vereist.
Toebehoren
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia
zijn goedgekeurd voor gebruik met dit specifieke model. Het gebruik van alle
andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan
de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
Toegangscodes
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging als u wilt instellen op welke wijze uw
telefoon gebruik maakt van toegangscodes en beveiligingsinstellingen.
Gebruik de functie Toetsen blokkeren als u de toetsen wilt vergrendelen, zodat
deze niet onbedoeld kunnen worden ingedrukt.
Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon > Aut. toets.blokk. of
Toetsenblokkering > Aan of Uit. Als Toetsenblokkering is ingeschakeld, moet u
de beveiligingscode invoeren wanneer dat wordt gevraagd.
Selecteer Vrijgeven en druk op de toets * als u de toetsen wilt ontgrendelen.
Als u een oproep wilt beantwoorden, terwijl de toetsen zijn geblokkeerd, drukt
u op de beltoets. Wanneer u een oproep beëindigt of weigert, worden de
toetsen automatisch opnieuw geblokkeerd.
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging > Toegangscodes en kies een van
de beschikbare opties om een beveiligingscode te maken of te wijzigen.
De PIN-code die bij de SIM-kaart wordt geleverd, beveiligt de SIM-kaart tegen
onbevoegd gebruik.
11
Algemene informatie
Bij sommige SIM-kaarten wordt een PIN2-code geleverd. Deze is vereist als u
toegang tot bepaalde diensten wilt verkrijgen.
Bij de SIM-kaart worden mogelijk tevens een PUK- en een PUK2-code geleverd.
Wanneer u de PIN- of de PIN2-code drie keer achter elkaar foutief hebt
ingevoerd, moet u de PUK- of de PUK2-code opgeven. Neem contact op met
uw serviceprovider als u deze codes niet meer in uw bezit hebt.
Het blokkeerwachtwoord (4 cijfers) is vereist als u de functie Oproepen
blokkeren wilt gebruiken om inkomende oproepen naar en uitgaande oproepen
vanaf uw telefoon (netwerkdienst) te beperken.
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging > Inst. beveil.module als u de
instellingen van de beveiligingsmodule, indien geïnstalleerd, wilt weergeven of
wijzigen.
Software-updates
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die adequate
beveiliging en bescherming bieden tegen schadelijke software.
Nokia kan software-updates uitbrengen die nieuwe en/of verbeterde functies of een
verbeterde werking bieden. U kunt deze updates aanvragen met de pc-toepassing Nokia
Software Updater. Als u de software voor het apparaat wilt bijwerken, hebt u de toepassing
Nokia Software Updater nodig. Daarnaast zijn een compatibele pc met het
besturingssysteem Microsoft Windows 2000, XP of Vista, internettoegang en een
compatibele gegevenskabel vereist, zodat het apparaat op de pc kan worden aangesloten.
Ga naar www.nokia.com/softwareupdate of naar de lokale Nokia-website voor meer
informatie of om de toepassing Nokia Software Updater te downloaden.
Bij het downloaden van software-updates worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens
via het netwerk van uw serviceprovider overgedragen. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Zorg ervoor dat de batterij van het apparaat voldoende capaciteit heeft of dat de lader is
aangesloten voordat u begint met bijwerken.
Als uw netwerk het draadloos bijwerken van software ondersteunt, kunt u mogelijk ook
updates via het apparaat aanvragen. Zie Telefoon op pagina 41.
Telefoonsoftware-updates
Uw serviceprovider verzendt draadloze software-updates mogelijk rechtstreeks
naar uw apparaat. Mogelijk is deze optie niet beschikbaar op uw telefoon.
12
Aan de slag
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een software-update kunt u
het apparaat niet gebruiken, zelfs niet om een alarmnummer te bellen,
totdat de installatie is voltooid en het apparaat opnieuw is ingeschakeld.
Zorg ervoor dat u een back-up maakt van de gegevens voordat u de
installatie van een update aanvaardt.
My Nokia
Ontvang gratis tips en ondersteuning voor uw Nokia-telefoon, plus gratis
testcontent, interactieve demonstraties, een persoonlijke webpagina en nieuws
over de meest actuele Nokia-producten en -diensten.
Haal het meeste uit uw Nokia-telefoon en registreer u vandaag nog bij My Nokia.
Zie www.nokia.com/mynokia voor meer informatie en beschikbaarheid in uw
regio.
Content downloaden
U kunt mogelijk nieuwe content (zoals thema's) naar de telefoon downloaden
(netwerkdienst).
Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en de tarieven van de
verschillende diensten.
Nokia-ondersteuning
Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale Nokia-website voor de meest
actuele gebruikershandleidingen, aanvullende informatie, downloads en diensten
die te maken hebben met uw Nokia-product.
Op de website staat informatie over het gebruik van Nokia-producten en -
diensten. Zie de lijst met Nokia-centra op www.nokia.com/customerservice als u
contact wilt opnemen met de Nokia Care-diensten.
Zie www.nokia.com/repair voor het dichtstbijzijnde Nokia Care Point als er
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan de telefoon moeten worden verricht.
1. Aan de slag
SIM-kaart, geheugenkaart en batterij plaatsen
De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen door krassen of buigen
gemakkelijk beschadigd raken. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart
vastpakt, plaatst of verwijdert.
13
Aan de slag
De SIM-kaart plaatsen
1. Verwijder de achtercover met de achterkant van de telefoon naar u toe gericht
(1-2).
2. Trek voorzichtig aan de vergrendelingsclip van de kaarthouder om de SIM-
kaarthouder te openen (3-4).
3. Plaats de SIM-kaart (5-6). Zorg dat de SIM-kaart correct is geplaatst met de
goudkleurige contactpunten op de kaart naar beneden gericht.
4. Sluit de SIM-kaarthouder en trek eraan tot deze op zijn plaatst klikt (7).
De geheugenkaart en de batterij plaatsen
1. Druk de geheugenkaart in de sleuf tot de kaart vastklikt (1).
2. Zorg dat de kaart correct is geplaatst met de goudkleurige contactpunten op
de kaart naar beneden gericht (2).
3. Bekijk de batterijcontactpunten en plaats de batterij (3-4).
4. Plaats de achtercover terug (5-6).
14
Aan de slag
De batterij opladen
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Het opladen van een batterij van het type BL-4U met de AC-8-oplader vergt
ongeveer 1 uur en 30 minuten wanneer de telefoon zich in de standby-stand
bevindt.
1. Sluit de lader aan op een gewone
wandcontactdoos.
2. Sluit de stekker van de lader aan op de aansluiting
aan de onderkant van uw telefoon.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele
minuten duren voordat de batterij-indicator op het
scherm wordt weergegeven en u weer met het
apparaat kunt bellen.
microSD-kaart
U kunt gegevens zoals beltonen, thema’s, tonen, afbeeldingen en
videoclips opslaan op een compatibele microSD-kaart.
Het is mogelijk om de microSD-geheugenkaart tijdens het gebruik
van de telefoon te verwijderen of terug te plaatsen zonder dat u daartoe de
telefoon hoeft uit te schakelen.
Uw telefoon ondersteunt microSD-kaarten tot 4 GB.
Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik
met dit apparaat. Nokia maakt gebruik van goedgekeurde industriële normen voor
geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet geheel compatibel met dit
apparaat. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens
op de kaart aantasten.
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het moment dat er een bewerking
wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Als u de kaart tijdens een
dergelijke bewerking verwijdert, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en
het apparaat en kunnen de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen, beschadigd
raken.
15
Aan de slag
De telefoon in- en uitschakelen
1. Houd de aan/uit-toets ingedrukt.
2. Als er om een PIN- of een UPIN-code wordt gevraagd,
toetst u de code in (weergegeven als ****) en vervolgens
selecteert u OK.
Wanneer u de telefoon voor de eerste keer inschakelt en de
telefoon in de standby-stand staat, wordt u gevraagd of u de
configuratie-instellingen wilt ophalen bij uw serviceprovider
(netwerkdienst). Bevestig of weiger de aanvraag.
Zie Configuratie op pagina 42 en Dienst voor configuratie-
instellingen op pagina 15.
Tijd, tijdzone en datum instellen
Wanneer u de telefoon voor de eerste keer inschakelt en de telefoon in de
standby-stand staat, wordt u gevraagd om de datum en de tijd in te stellen. Vul de
velden in en selecteer Opslaan.
Als u Datum en tijd later opnieuw wilt weergeven, selecteert u Menu >
Instellingen > Datum en tijd > Inst. datum en tijd, Datum- en tijdnotatie of
Datum/tijd aut. aanp. (netwerkdienst), zodat de instellingen voor de tijd, de
tijdzone en de datum kunt wijzigen.
Dienst voor configuratie-instellingen
Voor sommige netwerkdiensten, zoals mobiele internetdiensten, MMS, Nokia
Xpress-audioberichten en synchronisatie met een externe internetserver, moet uw
telefoon van de juiste configuratie-instellingen worden voorzien. Neem contact
op met uw netwerkoperator, uw serviceprovider of de dichtstbijzijnde erkende
Nokia-leverancier of zie het supportgedeelte op de website van Nokia
(www.nokia.com/support) voor meer informatie over de beschikbaarheid van
dergelijke diensten.
Wanneer u de instellingen in een configuratiebericht ontvangt, worden de
instellingen niet automatisch opgeslagen en geactiveerd. Configuratie-
instellingen ontvangen wordt weergegeven. Selecteer Tonen > Opslaan. Toets als
dat wordt gevraagd de PIN-code in die u van uw serviceprovider hebt ontvangen.
16
Aan de slag
Antenne
Het apparaat kan met interne en externe antennes zijn
uitgerust. Zoals bij alle radiozendapparatuur, geldt dat u
onnodig contact met het gebied rond de antenne moet
vermijden als de antenne aan het zenden of ontvangen is.
Contact met zo'n antenne kan de kwaliteit van de
communicatie nadelig beïnvloeden en ervoor zorgen dat het
apparaat meer stroom verbruikt dan anders noodzakelijk is en
kan de levensduur van de batterij verkorten.
Polsband
Verwijder de batterijklep van de telefoon.
Bevestig de polsband (1). Plaats de achtercover
terug (2-3).
Toetsen en onderdelen
1. Cameralens aan de voorzijde
2. Luistergedeelte
3. Display
4. Linker selectietoets
5. Rechter selectietoets
6. Beltoets
7. Eindetoets
8. Middelste selectietoets
9. Toetsen
10.Navi™-toets (hierna bladertoets genoemd)
17
Aan de slag
11.Microfoon
12. Aansluiting lader
13. Aansluiting toebehoren
14. USB-aansluiting
15. Cameralens
16. Flitser
17. Aan/uit-toets
18.Luidspreker
19. Volume omhoog/PTT
20. Volume omlaag
Standby-stand
De telefoon bevindt zich in de standby-stand wanneer de telefoon klaar is voor
gebruik en als er geen tekens zijn ingevoerd.
1. 3G-indicator
2. Signaalsterkte van het mobiele netwerk
3. Batterijniveau
4. Indicatoren. Zie Indicatoren op pagina 18.
5. Naam van het netwerk of het operatorlogo
6. Klok
7. Display
8. Linker selectietoets. Standaard is dit Favoriet
waarmee u bij een lijst met snelkoppelingen komt. Zie
Linker en rechter selectietoets op pagina 37
9. Middelste selectietoets, weergegeven als Menu.
10.Rechter selectietoets. Standaard is dit Namen waarmee u bij uw opgeslagen
contacten komt. Zie Linker en rechter selectietoets op pagina 37.
18
Aan de slag
Indicatoren
Er zijn ongelezen berichten.
U hebt een oproep gemist. Zie Logboek op pagina 35.
De toetsen zijn geblokkeerd. Zie Toegangscodes op pagina 10.
De telefoon is stil wanneer er een inkomende oproep of een tekstbericht
wordt ontvangen. Zie Tonen op pagina 35.
De wekker is ingeschakeld.
, De GPRS-stand Altijd online is ingesteld, de GPRS-service is beschikbaar.
, Er is een GPRS- of EGPRS-verbinding tot stand gebracht.
, De GPRS- of EGPRS-verbinding is tijdelijk onderbroken (in de wachtstand
geplaatst).
Bluetooth is geactiveerd. Zie Bluetooth draadloze technologie op
pagina 38.
U hebt een nieuw ongelezen item in uw NFC-inbox. Zie Servicetags delen
of aflezen op pagina 20.
Geeft aan dat een item kan worden gedeeld met behulp van NFC. Zie
Servicetags delen of aflezen op pagina 20.
Vluchtprofiel
Gebruik het vluchtprofiel in omgevingen die gevoelig zijn voor radiosignalen, zoals
in vliegtuigen of in ziekenhuizen, om alle radiofrequentiezenders uit te schakelen.
Wanneer het vluchtprofiel actief is, wordt weergegeven.
Selecteer Menu > Instellingen > Profielen > Vlucht > Activeer of Aanpassen.
Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon > Offlineverzoek > Aan of Uit als u wilt
instellen dat de telefoon na het inschakelen wel of niet vraagt of het vluchtprofiel
moet worden gebruikt.
Selecteer een ander profiel als u het vluchtprofiel wilt deactiveren.
Waarschuwing: In het profiel Vlucht kunt u geen oproepen doen of ontvangen,
ook geen alarmoproepen. Ook overige functies waarvoor netwerkdekking is vereist,
kunnen niet worden gebruikt. Als u wilt bellen, moet u de telefoonfunctie eerst
activeren door een ander profiel te kiezen. Als het apparaat is vergrendeld, moet u de
beveiligingscode invoeren. Als u een alarmnummer wilt kiezen terwijl het apparaat
19
Near Field Communication
vergrendeld is en in het profiel Vlucht staat, kunt u ook het geprogrammeerde alarmnummer
in het veld voor de beveiligingscode invoeren en de toets 'Bellen' selecteren. Op het apparaat
wordt een bevestiging weergegeven dat het profiel Vlucht wordt afgesloten en een
alarmnummer wordt gekozen.
2. Near Field Communication
NFC
Near Field Communication (NFC) is een draadloze verbindingstechnologie
waarmee communicatie tussen elektronische apparaten in twee richtingen
mogelijk is. U kunt contactloze transacties uitvoeren, digitale content openen en
apparaten met een enkele aanraking verbinden.
NFC werkt binnen een afstand van een paar centimeter. NFC-technologie wordt
ondersteund door toonaangevende fabrikanten van mobiele telefoons en is
compatibel met de meeste beschikbare contactloze betalings- en ticketsystemen.
Selecteer Menu > NFC > Naam NFC-app. om uw NFC-apparaatnaam te wijzigen.
De NFC-apparaatnaam wordt gebruikt door andere NFC-apparaten om uw
telefoon te herkennen.
Selecteer Menu > NFC > NFC-inleiding voor meer informatie over NFC.
NFC-detectie
Selecteer Menu > NFC > NFC-instellingen om NFC in of uit te schakelen.
Om energie te besparen, schakelt uw apparaat automatisch het schermlicht uit en
zet NFC op standby-stand. Elke handeling op het apparaat reactiveert het
schermlicht en NFC.
Opmerking: Wanneer vluchtmodus is geactiveerd kunnen alleen NFC-
kaarttoepassingen en diensten worden gebruikt.
20
Near Field Communication
Schakel de telefoon in om NFC te
gebruiken en activeer de NFC-
instelling, indien uitgeschakeld. Raak
de servicetag of een ander NFC-
apparaat aan met het
detectiegebied.
Het afleesbereik is doorgaans 0 tot 3
centimeter.
Wanneer een tag of een apparaat
wordt herkend, wordt bijbehorende informatie weergegeven.
Delen naar apparaat
Selecteer Menu > NFC > Delen met app. en selecteer de gewenste optie.
Als delen is ingeschakeld, kunt u een bladwijzer, visitekaartje, terugbelverzoek,
alarm, agendanotitie, galerij-item, profiel, radiostation, notitie of taaknotitie
verzenden.
Servicetags
Een tag kan een snelkoppeling zoals een
dienst op SMS-basis, een URL of een
dienst op basis van internet, een
visitekaartje of een telefoonnummer
van een telefoondienst bevatten.
Deze Nokia NFC-telefoon is compatibel
met tags zonder batterijen (passief).
Gebruik de volgende tagsoorten:
MIFARE (Standard, Standard 4k,
Ultralight en DESFire), Sony FeliCa (non-secure) en Innovision (Jewel alleen-lezen
en Topaz). Tags zijn verkrijgbaar van deze fabrikanten of van een lokale
leverancier. U kunt ook andere tags of kaarten gebruiken die voldoen aan
ISO14443-4.
De werking van compatibele tags en kaarten kan variëren.
Servicetags delen of aflezen
Selecteer Menu > NFC > Delen met tag. Blader naar de gewenste optie, selecteer
Delen en raak een servicetag aan.
Raak een servicetag met de telefoon aan om een tag af te lezen.
21
Near Field Communication
Raak een servicetag aan met uw apparaat om videostreaming of Bluetooth-
verbinding in te schakelen of om een visitekaartje, SMS-bericht, terugbelverzoek,
bladwijzer, agendanotitie, taaknotitie, alarm, notitie of contentsnelkoppeling te
ontvangen.
Selecteer Menu > NFC > Inbox of Kaarten om met NFC ontvangen items of
kaarttoepassingen te openen.
De hoeveelheid taginformatie die kan worden opgeslagen wordt beperkt door het
geheugen van het apparaat. Verwijder ontvangen items uit de NFC-inbox om
geheugenruimte vrij te maken.
Het is mogelijk om dezelfde informatie herhaaldelijk te delen naar verschillende
serivetags.
Opmerking: Wanneer u naar een servicetag deelt, wordt informatie die
eerder naar de servicetag is geschreven automatisch overschreven.
Als u een item wilt delen, kunt u ook het item op uw apparaat markeren en
Opties > Delen selecteren.
Betalen en tickets
Voor het gebruik van de compatibele betaal- of ticketdiensten van uw
serviceprovider met dit apparaat moet u een service-abonnement hebben bij uw
serviceprovider en moet de toepassing van uw serviceprovider zijn geïnstalleerd.
De serviceprovider kan uw bank zijn, of voor openbaar vervoer, uw lokale openbaar
vervoerbedrijf.
Betaal- en tickettoepassingen en diensten worden door derden geleverd. Nokia
biedt geen garantie of aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor zulke
toepassingen en diensten, inclusief eindgebruikerondersteuning, werking of
geldelijke transacties of verlies van geldwaarde. Vertrouw niet enkel op zulke
toepassingen en diensten als betaalmiddel of voor het kopen van tickets.
Neem contact op met uw serviceprovider voordat u uw apparaat afgeeft voor
reparatie of onderhoud, om zeker te zijn van de beschikbaarheid van betaal- of
ticketdiensten na de reparatie of het onderhoud. Wees met uw apparaat net zo
voorzichtig als met uw betaalkaarten. Bewaar het apparaat op een veilige plek en
neem in geval van verlies of diefstal van het apparaat onmiddellijk contact op met
uw serviceprovider.
Neem contact op met uw serviceprovider als u vragen hebt over betaal- of
tickettoepassingen en -diensten.
22
Gesprekken
Kaartactivering
Wanneer uw telefoon op een externe NFC-lezer wordt geplaatst, wordt de van
toepassing zijnde kaarttoepassing beschikbaar. Afhankelijk van de
beschikbaarheidsinstellingen van de kaart wordt er mogelijk een bevestiging of
een wachtwoord gevraagd voor er toegang wordt verleend.
Selecteer Menu > NFC > NFC-instellingen > Beschikbrhd kaarten om het
activeringsniveau in te stellen. Selecteer Altijd om betaling of het kopen van
tickets met kaarttoepassingen toe te staan zonder bevestiging. Selecteer Met
bevestiging of Met wachtwoord om transacties toe te staan met bevestiging of
pas na het invoeren van een wachtwoord.
Een kaarttoepassing blijft gedurende ongeveer 60 seconden actief na bevestiging
of na het invoeren van het wachtwoord. Raak de externe lezer binnen deze actieve
tijd aan om een transactie uit te voeren.
Selecteer Menu > NFC > NFC-instellingen > Wachtwrd. kaarten om het
wachtwoord van de kaart te wijzigen.
Belangrijk: Als er 10 keer een onjuist wachtwoord wordt ingevoerd, kunt u
kaarttoepassingen en -diensten niet meer gebruiken met dit apparaat. Uw
apparaat moet worden weggebracht voor onderhoud en mogelijk zijn er
bijkomende kosten. Neem voor hulp eerst contact op met uw dichtstbijzijnde
Nokia Care Point.
3. Gesprekken
Een oproep tot stand brengen
Volg een van de volgende procedures:
Voer het netnummer en het abonneenummer in en druk op de beltoets.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het internationale
voorvoegsel (het plusteken vervangt de internationale toegangscode) en voert
u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het
abonneenummer in.
Als u de lijst met eerder gekozen nummers wilt weergeven, drukt u eenmaal op
de beltoets. Als u een nummer wilt kiezen, selecteert u het desbetreffende
nummer en vervolgens drukt u op de beltoets.
Kies een nummer dat is opgeslagen in Contacten. Zie Contacten op pagina 33.
23
Gesprekken
Druk de toets Volume omhoog of de toets Volume omlaag als u tijdens een gesprek
het volume wilt aanpassen.
Een oproep beantwoorden of weigeren
Druk op de beltoets als u een oproep wilt beantwoorden. Druk op de toets Einde
als u een oproep wilt beëindigen.
Druk op de beltoets als u een oproep wilt weigeren.
Selecteer Stil als u de beltoon wilt onderdrukken.
Snelkeuze
U kunt op de volgende wijze een telefoonnummer aan een van de
snelkeuzetoetsen (de toetsen 3 tot en met 9) toewijzen:
1. Selecteer Menu > Contacten > Snelkeuze.
2. Blader naar het gewenste snelkeuzenummer.
3. Selecteer Wijs toe als er nog geen nummer aan de toets is toegewezen of
selecteer Opties > Wijzigen als dit wel het geval is.
4. Selecteer Zoeken en selecteer het contact dat u wilt toewijzen.
Als de snelkeuzefunctie is gedeactiveerd, wordt u gevraagd of u deze functie wilt
activeren.
Selecteer Menu > Instellingen > Oproepen > Snelkeuze > Aan of Uit.
Als u een nummer wilt kiezen, houdt u een van de snelkeuzetoetsen ingedrukt,
totdat het betreffende nummer wordt gekozen.
Spraakgestuurde nummerkeuze
Breng een oproep tot stand door een naam te zeggen die is opgeslagen in
Contacten. Spraakopdrachten zijn taalafhankelijk, dus selecteer Menu >
Instellingen > Telefoon > Spraakherkenning > Taal sprkherkenning en uw taal
voordat u spraakgestuurde nummerkeuze gebruikt. Voer de Spraakherk.training
uit volgens de instructies op het scherm.
Houd rekening met het volgende voordat u spraaklabels gebruikt:
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een
drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle
omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
1. Houd in de standby-stand de rechter selectietoets ingedrukt. Er klinkt een
korte toon en Nu spreken wordt weergegeven.
24
Gesprekken
2. Zeg de naam van het contact dat u wilt bellen. Als de ingesproken tekst wordt
herkend, wordt een lijst met gevonden items weergegeven. De telefoon speelt
de spraakopdracht van het eerste item in de lijst af. Als dit niet het gewenste
nummer is, bladert u naar een andere vermelding.
Opties tijdens een gesprek
Veel opties die u tijdens gesprekken kunt gebruiken, zijn netwerkdiensten. Neem
contact op met uw serviceprovider voor informatie over de beschikbaarheid van
netwerkdiensten.
Mogelijke opties zijn conferentiegesprekken, het delen van video en
wachtfunctieopties.
Wachtfunctieopties
Selecteer Menu > Instellingen > Oproepen > Wachtfunctieopties > Activeer om
een melding te ontvangen van een inkomende oproep terwijl u telefonisch in
gesprek bent (netwerkdienst).
Druk op de beltoets om een wachtend gesprek te beantwoorden tijdens een actief
gesprek. De eerste oproep wordt in de wacht gezet. Druk op de toets Einde als u
een actieve oproep wilt beëindigen.
Een oproep tot stand brengen met NFC
Raak met het NFC-detectiegebied een servicetag aan die een terugbelverzoek
bevat. Zie NFC-detectie op pagina 19. De telefoon geeft het nummer weer dat
moet worden teruggebeld. Selecteer Bellen om het nummer te bellen of Afsluiten
om het te verwijderen. Zie Servicetags delen of aflezen op pagina 20 om een
terugbelverzoek te delen.
Een video-oproep tot stand brengen
Wanneer u een video-oproep tot stand brengt, verzendt u realtime video,
opgenomen door de camera aan de voorkant van uw telefoon, naar de persoon die
de oproep ontvangt.
Om een video-oproep tot stand te kunnen brengen, moet u over een USIM-kaart
beschikken en u moet in een WCDMA-netwerk zijn verbonden. Neem contact op
met uw netwerkoperator of serviceprovider voor informatie over de
beschikbaarheid van deze dienst en voor informatie over abonnementen voor
video-oproepdiensten. Video-oproepen kunnen slechts tussen twee partijen tot
stand worden gebracht. Er kunnen geen video-oproepen tot stand worden
25
Tekst invoeren
gebracht wanneer er een andere gewone oproep, een video-oproep of een
gegevensoproep tot stand is gebracht.
1. Voer een telefoonnummer in of selecteer Contacten en selecteer vervolgens
een contact als u een video-oproep wilt starten in de standby-stand.
2. Druk op de beltoets en houd deze ingedrukt of selecteer Opties > Video-
oproep.
Het tot stand brengen van een video-oproep kan even duren. Als er geen
verbinding tot stand wordt gebracht, wordt u gevraagd of u in plaats daarvan
een oproep tot stand wilt brengen of een bericht wilt sturen.
Druk de toets Volume omhoog of de toets Volume omlaag als u tijdens een
gesprek het volume wilt aanpassen.
3. Druk op de toets Einde als u een oproep wilt beëindigen.
Bij een geavanceerd gebruik, zoals tijdens een actieve video-oproep of een zeer snelle
gegevensverbinding, kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit
normaal. Als u vermoedt dat het apparaat niet naar behoren werkt, brengt u het dan naar
het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
4. Tekst invoeren
U kunt normaal tekst invoeren of met woordenboek. Selecteer Opties en houdt dit
ingedrukt om te schakelen tussen normale tekstinvoer, , en tekstinvoer met
woordenboek, . Niet alle talen worden ondersteund door tekstinvoer met
woordenboek.
De hoofdletters/kleine letters worden aangegeven door , en . Druk op
# om de hoofdletters/kleine letters te wijzigen. Druk op # en houd deze ingedrukt
en selecteer Nummermodus om van letter- naar nummermodus te wijzigen .
Druk op # en houd deze ingedrukt om van de nummer- naar de lettermodus te
wijzigen.
Selecteer Opties > Schrijftaal om de schrijftaal in te stellen.
Normale tekstinvoer
Druk op een cijfertoets, 1 t/m 9, en herhaal tot het gewenste teken verschijnt.
Welke tekens beschikbaar zijn, hangt af van welke taal is geselecteerd. Druk op 0
om een spatie te maken. Druk op 1 om de meest gebruikte leestekens en andere
speciale tekens weer te geven.
26
Berichten
Tekstinvoer met woordenboek
Tekstinvoer met woordenboek is gebaseerd op een ingebouwd woordenboek
waaraan u nieuwe woorden kunt toevoegen.
1. Begin een woord in te voeren met toetsen van 2 t/m 9. De telefoon geeft * weer
of de ingevoerde letters als onderstreepte tekst.
2. Wanneer u klaar bent met het invoeren van een woord en het is correct, drukt u
om te bevestigen op 0 om een spatie toe te voegen.
Druk herhaaldelijk op * als het woord niet correct is en selecteer het woord in
de lijst.
Als ? wordt weergegeven achter het woord, staat het woord dat u wilde
schrijven niet in het woordenboek. Selecteer Spellen om het woord aan het
woordenboek toe te voegen. Voer het woord in met normale tekstinvoer en
selecteer Opslaan.
Voor het schrijven van samengestelde woorden voert u het eerste deel van het
woord in en bladert u naar rechts om het te bevestigen. Schrijf het laatste deel
van het woord en bevestig het woord.
5. Berichten
Tekstberichten invoeren en verzenden
1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Bericht.
2. Voer in het veld Aan: een of meer telefoonnummers in. Selecteer Toevgn om
een telefoonnummer op te halen uit Contacten.
3. Voer het bericht in het veld Tekst: in.
Blader naar beneden en selecteer Invoegen als u een tekstsjabloon wilt
gebruiken.
4. Selecteer Verzenden.
Multimediaberichten invoeren en verzenden
1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Bericht.
2. Voer in het veld Aan: een of meer telefoonnummers of e-mailadressen in.
Selecteer Toevgn als u een telefoonnummer of e-mailadres uit Contacten wilt
ophalen.
27
Berichten
3. Voer het bericht in. Blader naar beneden en selecteer Invoegen om een
bestand toe te voegen.
4. Selecteer Opties > Bekijken als u het bericht wilt weergeven voordat u dit
verzendt.
5. Selecteer Verzenden.
Alleen apparaten met compatibele functies kunnen multimediaberichten ontvangen en
weergeven. De weergave van een bericht kan verschillen afhankelijk van het ontvangende
apparaat.
Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten beperken. Als de omvang van de
ingevoegde afbeelding de limiet overschrijdt, kan de afbeelding door het apparaat worden
verkleind zodat deze via MMS kan worden verzonden.
Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en
abonnementsmogelijkheden voor multimediaberichten (MMS).
Berichten lezen en beantwoorden
1. Selecteer Tonen als u een ontvangen bericht wilt weergeven.
Selecteer Menu > Berichten > Inbox als u het bericht later wilt lezen.
2. Selecteer Beantw. als u een bericht wilt beantwoorden. Voer het
antwoordbericht in en selecteer Verzenden.
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Berichten kunnen
schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor het apparaat of
de pc.
Nokia Xpress-audioberichten
U kunt multimediaberichten (MMS) gebruiken voor het maken en verzenden van
een audiobericht. MMS moet worden geactiveerd voordat u audioberichten kunt
verzenden.
1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Audiobericht. De
opnamefunctie wordt geopend.
2. Spreek uw bericht in.
3. Voer in het veld Aan: een of meer telefoonnummers in of selecteer Toevgn om
een nummer op te halen.
4. Selecteer Verzndn of druk op de beltoets.
Selecteer Spelen om een ontvangen audiobericht te openen. Selecteer
Weergeven > Spelen als u meer dan één bericht hebt ontvangen. Selecteer
Afsluiten om later naar het bericht te luisteren.
28
Berichten
Flitsberichten
Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Flitsbericht. Voer het
telefoonnummer van de ontvanger in en schrijf uw bericht.
Flitsberichten zijn tekstberichten die meteen bij ontvangst worden weergegeven.
Flitsberichten worden niet automatisch opgeslagen.
E-mailtoepassing
Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instllngn > E-mailberichten als u de
e-mailinstellingen wilt activeren.
Als u e-mail op de telefoon wilt gebruiken, moet u over een compatibel
e-mailsysteem beschikken.
Het is mogelijk dat u de e-mail-instellingen ontvangt via een configuratiebericht.
Neem voor meer informatie contact op met uw netwerkoperator of
serviceprovider.
E-mail instellen
De e-mailinstelwizard start automatisch als er geen e-mailinstellingen in de
telefoon zijn gedefinieerd. Selecteer Menu > Berichten en de bestaande
e-mailaccount om het instellen van een extra account te starten. Selecteer
Opties > Mailbox toevoegen. Volg de instructies op het scherm.
Voor de e-mailtoepassing is een internettoegangspunt zonder proxy vereist. WAP-
toegangspunten zijn gewoonlijk van een proxy voorzien en zijn niet geschikt voor
de e-mailtoepassing.
E-mail invoeren en verzenden
U kunt uw e-mailbericht schrijven voordat u een verbinding met de e-mailservice
tot stand brengt. U kunt echter ook eerst een verbinding met de service tot stand
brengen en daarna pas uw e-mailbericht schrijven en verzenden.
1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > E-mail.
Als u meerdere e-mailaccounts hebt ingesteld, selecteert u de account die u
voor het verzenden van het e-mailbericht wilt gebruiken.
2. Voer het e-mailadres van de ontvanger, het onderwerp en het e-mailbericht in.
Selecteer Opties > Invoegen als u een bestand wilt bijvoegen.
3. Selecteer Verzndn.
Selecteer Menu > Berichten > Concepten, het gewenste bericht en Verzndn als u
een e-mailbericht wilt verzenden vanuit een conceptmap.
29
Berichten
E-mail downloaden
1. Selecteer Menu > Berichten als u e-mailberichten wilt downloaden.
Als u meerdere e-mailaccounts hebt ingesteld, selecteert u de account van
waaruit u de e-mail wilt downloaden.
De e-mailtoepassing downloadt eerst de berichtkoppen.
2. Selecteer een e-mail en druk op Openen om het volledige bericht te
downloaden.
E-mailberichten lezen en beantwoorden
1. Selecteer Menu > Berichten, de accountnaam en het gewenste bericht.
2. Selecteer Opties > Beantw. als u een e-mailbericht wilt beantwoorden.
Bevestig of wijzig het e-mailadres en het onderwerp en voer uw antwoord in.
3. Selecteer Verzndn.
Selecteer Opties > Verb. verbreken als u de e-mailsessie wilt beëindigen.
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Berichten
kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor
het apparaat of de pc.
Chatten
Met chatten (instant messaging, IM) kunt u korte tekstberichten sturen naar
gebruikers die online zijn. U moet u abonneren op een dienst en u registreren bij
de IM-dienst die u wilt gebruiken. Neem contact op met uw serviceprovider voor
meer informatie over het aanmelden voor IM-diensten.
Voicemails
Selecteer Menu > Berichten > Voicemails > Luist. naar voicemail als u uw
voicemailbox wil bellen. Selecteer Nr. voicemailbox als u uw voicemailboxnummer
wilt invoeren, zoeken of bewerken.
De voicemailbox is een netwerkdienst en mogelijk moet u u erop abonneren. Neem
voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Indien ondersteund door het netwerk geeft nieuwe voicemailberichten aan.
Selecteer Luister om uw voicemailboxnummer te bellen.
Videoberichten
De videomailbox is een netwerkdienst en mogelijk moet u u erop abonneren.
Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
30
Berichten
Selecteer Menu > Berichten > Videoberichten > Videober. bekijken om uw
videomailbox te bellen of houd 2 ingedrukt. Selecteer Videomailboxnr. als u uw
videomailboxnummer wilt invoeren, zoeken of bewerken.
Infoberichten
Selecteer Menu > Berichten > Infoberichten om berichten van uw serviceprovider
te ontvangen (netwerkdienst). Neem voor meer informatie contact op met uw
serviceprovider.
Dienstopdrachten
Selecteer Menu > Berichten > Dienstopdrachtn om dienstverzoeken (USSD-
opdrachten) te schrijven en naar uw serviceprovider te verzenden, zoals
activeringsopdrachten voor netwerkdiensten.
Berichtinstellingen
Algemene instellingen
Algemene instellingen gelden voor zowel tekstberichten als voor
multimediaberichten.
Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instllngn > Algem. instellingen en kies
vervolgens een van de volgende opties:
Ver. berichten opsl. — als u de verzonden berichten wilt opslaan in de map
Verzonden items.
Verz. items overschr. — als u wilt instellen dat de oude berichten door de nieuwe
berichten worden overschreven als het berichtengeheugen vol is. Deze instelling
wordt alleen weergegeven als u Ver. berichten opsl. hebt geselecteerd.
Favoriete ontvanger — als u voor het versturen van berichten ontvangers of
groepen wilt instellen die gemakkelijk toegankelijk zijn.
Lettergrootte — als u de tekengrootte wilt instellen die voor berichten moet
worden gebruikt.
Grafische smileys — als u tekstsmileys wilt vervangen door grafische smileys.
Tekstberichten
Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instllngn > Tekstberichten en selecteer
vervolgens een van de volgende opties:
Afleveringsrapporten — als u wilt instellen dat u afleveringsrapporten voor uw
berichten wilt ontvangen (netwerkdienst).
31
Berichten
Berichtencentrales — als u het telefoonnummer en de naam wilt instellen van de
berichtencentrale voor het verzenden van tekstberichten. U ontvangt dit nummer
van uw serviceprovider.
Ber.centrale in gebrk — als u de gebruikte berichtencentrale wilt selecteren.
Geldigheid van ber. — als u wilt instellen hoelang het netwerk moet proberen om
uw bericht af te leveren.
Berichten verz. als — als u de indeling van de te verzenden berichten wilt instellen
(netwerkdienst).
Packet-gegev. gebr. — als u tekstberichten via GPRS wilt verzenden, indien
beschikbaar.
Tekenondersteuning — als u wilt instellen op welke wijze tekens in berichten
worden weergegeven. Selecteer Volledig om alle tekens weer te geven. Als u
Beperkt selecteert, worden tekens met accenten en andere symbolen mogelijk
omgezet naar andere tekens.
Antw. via zlfde centr. — als u de ontvanger van uw bericht de mogelijkheid wilt
bieden om u via dezelfde berichtencentrale een antwoord toe te sturen
(netwerkdienst).
Multimediaberichten
Het is mogelijk dat u de instellingen ontvangt als configuratiebericht. Zie Dienst
voor configuratie-instellingen op pagina 15. U kunt de instellingen ook
handmatig invoeren. Zie Configuratie op pagina 42.
Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instllngn > Multimediaberichten en
selecteer vervolgens een van de volgende opties:
Afleveringsrapporten — als u wilt instellen dat u afleveringsrapporten voor uw
berichten wilt ontvangen (netwerkdienst).
MMS-aanmaakmodus — als u toestemming wilt verlenen of als u beperkingen
wilt instellen voor het toevoegen van verschillende soorten multimedia aan
berichten.
Afb.formaat in MMS — als u de afbeeldingsgrootte in multimediaberichten wilt
instellen.
Standrd timing dia's — als u de standaardtijd tussen dia's in multimediaberichten
wilt instellen.
Ontv. m.media toest. — als u multimediaberichten wilt ontvangen of blokkeren. Als
u In eigen netwerk selecteert, kunt u alleen multimediaberichten ontvangen
32
Berichten
wanneer u zich binnen het bereik van uw eigen netwerk bevindt. De
beschikbaarheid van dit menu is afhankelijk van de telefoon.
Ink. m.mediaberichtn — als u wilt instellen op welke wijze multimediaberichten
worden opgehaald.
Advertenties toest. — als u advertenties wilt ontvangen of weigeren.
Configuratie-inst. — selecteer Configuratie om de configuraties te bekijken die
multimediaberichten ondersteunen. Selecteer een serviceprovider, Standaard of
Pers. configuratie voor multimediaberichten. Selecteer Account en een MMS-
account in de actieve configuratie-instellingen.
E-mailberichten
Het is mogelijk dat u de instellingen ontvangt als configuratiebericht. Zie Dienst
voor configuratie-instellingen op pagina 15. U kunt de instellingen ook
handmatig invoeren. Zie Configuratie op pagina 42.
Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instllngn > E-mailberichten en selecteer
vervolgens een van de volgende opties:
Nwe e-mailmelding — als u een melding wilt ontvangen als er een nieuwe e-mail
is.
E-mailontv. toestaan — als u e-mail in een ander netwerk wilt ontvangen of alleen
in het eigen netwerk.
Antw. mt oorspr. ber. — als u het oorspronkelijke bericht in het antwoord op wilt
nemen.
Afb.formaat in e-mail — als u de afbeeldingsgrootte in e-mailberichten wilt
instellen.
Mailboxen bewerken — als u een nieuwe mailbox wilt toevoegen of als u de
bestaande mailbox wilt bewerken.
Dienstberichten
Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instllngn > Dienstberichten om
dienstberichten te activeren en om voorkeuren met betrekking tot dienstberichten
in te stellen.
33
Contacten
6. Contacten
U kunt namen en telefoonnummers (contacten) opslaan in het geheugen van de
telefoon en in het geheugen van de SIM-kaart.
In het telefoongeheugen kunnen contacten met aanvullende gegevens worden
opgeslagen. U kunt ook een afbeelding opslaan voor een beperkt aantal contacten.
In het SIM-kaartgeheugen kan een naam worden opgeslagen met één bijbehorend
telefoonnummer. De contacten die in het SIM-kaartgeheugen zijn opgeslagen
worden aangegeven door .
Zie Connectiviteit op pagina 37 voor het synchroniseren van uw contacten vanaf
een pc.
Namen en telefoonnummers opslaan
Selecteer Menu > Contacten > Namen > Opties > Nieuw contact. Namen en
nummers worden in het telefoongeheugen opgeslagen.
Contactgegevens toevoegen
Zoek het contact waaraan u gegevens wilt toevoegen en selecteer Gegevens >
Opties > Info toevoegen en selecteer een van de beschikbare opties. U kunt in het
telefoongeheugen verschillende typen telefoonnummers, een beltoon of een
videoclip en korte tekstitems voor een contact opslaan.
Selecteer Menu > Contacten > Instellingen en zorg ervoor dat Actief geheugen is
ingesteld op Telefoon of op Telefoon en SIM.
Zoeken naar een contact
Selecteer Menu > Contacten > Namen. Blader door de lijst met contacten of voer
de eerste tekens in van de naam die u zoekt.
Contacten kopiëren of verplaatsen
U kunt contacten tussen het telefoongeheugen en het SIM-kaartgeheugen
verplaatsen en kopiëren. Op de SIM-kaart kunnen alleen contacten worden
opgeslagen met één telefoonnummer.
Selecteer Menu > Contacten > Cont. verplaatsn of Contacten kopiëren als u alle
contacten wilt verplaatsen of kopiëren.
Selecteer Menu > Contacten > Namen als u afzonderlijke contacten wilt
verplaatsen of kopiëren. Blader naar het gewenste contact en selecteer Opties >
Contact verplaatsen of Contact kopiëren.
34
Contacten
Selecteer Menu > Contacten > Namen als u meerdere contacten wilt verplaatsen
of kopiëren. Blader naar een contact en selecteer Opties > Markeer. Markeer de
andere gewenste contacten en selecteer Opties > Gemark. verpltsen of Gemark.
kopiëren.
Contacten bewerken
Selecteer Menu > Contacten > Namen. Blader naar het gewenste contact en
selecteer Opties > Bewerken en blader naar de gegevens die u wilt wijzigen.
Groepen
Selecteer Menu > Contacten > Groepen als u de namen en nummers wilt indelen
in bellergroepen met verschillende beltonen en afbeeldingen.
Visitekaartjes
U kunt de contactgegevens van een persoon als visitekaartje verzenden naar, en
ontvangen van, een compatibel apparaat dat de vCard-standaard ondersteunt.
Voor het verzenden van een visitekaartje zoekt u naar het contact waarvan u de
gegevens wilt verzenden en selecteert u Gegevens > Opties > Visitek. verzenden.
Wanneer u een visitekaartje ontvangt, selecteert u Tonen > Opslaan om het
visitekaartje in het telefoongeheugen op te slaan. Selecteer Afsluiten > Ja om het
visitekaartje te verwijderen.
Contactinstellingen
Selecteer Menu > Contacten > Instellingen en selecteer vervolgens een van de
volgende opties:
Actief geheugen — zie Contactgegevens toevoegen op pagina 33
Weergave Contacten — als u wilt instellen hoe de namen en nummers in de lijst
Contacten moeten worden weergegeven.
Naamweergave — als u wilt instellen of de voor- of achternaam van het contact
als eerste moet worden weergegeven.
Lettergrootte — als u de lettergrootte voor de lijst met contacten wilt instellen.
Geheugenstatus — als u de hoeveelheid gebruikt en vrij geheugen wilt weergeven.
35
Logboek
7. Logboek
Selecteer Menu > Logboek en het gewenste item als u de informatie over uw
oproepen, berichten, gegevens en synchronisatie wilt bekijken.
Opmerking: De uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproepen en
diensten kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen,
belastingen, enzovoort.
8. Instellingen
Profielen
Selecteer Menu > Instellingen > Profielen, selecteer het gewenste profiel en
selecteer vervolgens een van de volgende opties:
Activeer — als u het geselecteerde profiel wilt activeren.
Aanpassen — als u het profiel wilt aanpassen met beltonen, een belvolume,
trillingssignalen, lichteffecten en berichtensignaaltonen.
Tijdelijk — als u wilt instellen dat het profiel gedurende een bepaalde tijd actief is.
Wanneer deze periode is verstreken, wordt het vorige profiel opnieuw actief.
Delen — als u een profiel wilt delen met behulp van NFC.
Thema's
Selecteer Menu > Instellingen > Thema's en selecteer vervolgens een van de
volgende opties:
Thema selecteren — als u een thema wilt instellen. Open de map Thema's en
selecteer een thema.
Themadownloads — als u een lijst met koppelingen voor het downloaden van meer
thema's wilt openen.
Tonen
Selecteer Menu > Instellingen > Tonen om de tooninstellingen van het
geselecteerde profiel te wijzigen.
Als u voor de beltoon het hoogste volumeniveau instelt, wordt dit beltoonvolume na een
paar seconden bereikt.
36
Instellingen
Display
U kunt de displayinstellingen gebruiken als u de weergave van het telefoondisplay
aan uw persoonlijke voorkeuren wilt aanpassen.
Instellingen voor de standby-stand
Selecteer Menu > Instellingen > Weergave en selecteer vervolgens een van de
volgende opties:
Achtergrond — als u een achtergrondafbeelding wilt toevoegen voor de
standystanden.
Startscherm — als u de actieve standby-stand wilt gebruiken.
Letterkl. startscherm — als u de letterkleur in de standby-stand wilt selecteren.
Nav.toetspictogr. — als u de symbolen van de huidige snelkoppelingen voor de
bladertoetsen in de standby-stand wilt weergeven, wanneer de stand actief
standby is gedeactiveerd.
Meldingsdetails — als u details voor gemiste oproepen en berichten wilt
weergeven.
Screensaver — als u een veranderend patroon of een afbeelding wilt weergeven
wanneer er gedurende een bepaalde periode geen functie is gebruikt.
Energiespaarstand — als u batterijenergie wilt besparen. Hierbij wordt er een
digitale klok weergegeven wanneer er gedurende een bepaalde periode geen
functie is gebruikt.
Slaapstand — als u batterijenergie wilt besparen. Hierbij wordt het scherm
uitgeschakeld wanneer er gedurende een bepaalde periode geen functie is
gebruikt.
Lettergrootte — als u de lettergrootte voor berichten, contacten en webpagina’s
wilt instellen.
Operatorlogo — als u het operatorlogo wilt weergeven of verbergen wanneer dit
beschikbaar is.
Celinformatie — als u afhankelijk van welke netwerkcel wordt gebruikt informatie
van de netwerkoperator wilt ontvangen (netwerkdienst).
Datum en tijd
Selecteer Menu > Instellingen > Datum en tijd > Inst. datum en tijd, Datum- en
tijdnotatie of Datum/tijd aut. aanp. (netwerkdienst) als u de instellingen voor de
tijd, de tijdzone en de datum wilt aanpassen.
37
Instellingen
Snelkoppelingen
Snelkoppelingen voorzien u van snelle toegang tot de telefoonfuncties die u het
meest gebruikt.
Linker en rechter selectietoets
Selecteer Menu > Instellingen > Snelkoppelingen > Linkerselectietoets of Rechter
selectietoets en de functie als u de functie wilt wijzigen die aan de linker of de
rechter functietoets is toegewezen.
In de standby-stand, als de linker selectietoets Favoriet is, selecteert u om een
functie te activeren Favoriet > Opties en selecteert u een van de volgende opties:
Selectieopties — als u een functie wilt toevoegen of verwijderen.
Organiseren — als u de functies opnieuw wilt indelen.
Bladertoets
Selecteer Menu > Instellingen > Snelkoppelingen > Navigatietoets als u andere
telefoonfuncties uit een vooraf gedefinieerde lijst wilt toekennen aan de
bladertoets.
Actief standby-toets
Selecteer Menu > Instellingen > Snelkoppelingen > Startschermtoets als u een
functie uit de lijst wilt selecteren.
Synchronisatie en back-up
Selecteer Menu > Instellingen > Sync. en back-up en selecteer vervolgens een van
de volgende opties:
Telefoonoverdr. — synchroniseer of kopieer geselecteerde gegevens tussen twee
telefoons die van Bluetooth-technologie gebruikmaken.
Back-up maken — maak een back-up van geselecteerde content op uw
geheugenkaart of op een extern apparaat.
Back-up terugz. — selecteer een back-upbestand dat is opgeslagen op de
geheugenkaart of op een extern apparaat en zet dit terug op de telefoon.
Serversynchr.— synchroniseer of kopieer gegevens tussen de telefoon en een ander
apparaat, pc of netwerkserver (netwerkdienst).
Connectiviteit
U kunt de telefoon via een draadloze Bluetooth-verbinding of via een USB-
gegevenskabel met een compatibele telefoon verbinden.
38
Instellingen
Bluetooth draadloze technologie
U kunt met behulp van Bluetooth-technologie de telefoon verbinden met een
compatibel Bluetooth-apparaat dat zich binnen een afstand van tien meter van
uw telefoon bevindt.
Dit apparaat voldoet aan de Bluetooth-specificatie 2.0 die de volgende profielen
ondersteunt: geavanceerde audiodistributie, audio/video-afstandsbediening,
inbelnetwerken, bestandsoverdracht, generieke toegang, generieke objectuitwisseling,
generieke audio/video-distributie, handenvrij, hoofdtelefoon, object-push,
telefoonlijsttoegang, seriële poort, serviceherkenning, en SIM-toegang. Gebruik door Nokia
goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met
andere apparatuur die Bluetooth-technologie ondersteunt. Informeer bij de fabrikanten van
andere apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie, vergt dit extra batterijcapaciteit en
neemt de levensduur van de batterij af.
Een Bluetooth-verbinding activeren
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth > Aan.
Selecteer Naam telefoon en voer een naam voor de telefoon in.
geeft aan dat de Bluetooth-functionaliteit actief is. Houd er rekening mee dat
Bluetooth energie verbruikt en de levensduur van de batterij kan bekorten.
Een Bluetooth-apparaat aansluiten
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth > Verb. met audioacc.
en selecteer het apparaat waarmee u verbinding wilt maken.
Een lijst met uw Bluetooth-verbindingen weergeven
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth > Actieve apparaten.
Gegevens naar een Bluetooth-apparaat verzenden
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth > Gekopp. apparaten.
Selecteer het apparaat waarmee u verbinding wilt maken en voer een wachtwoord
in. Als u verbinding met een ander apparaat wilt maken, moet u afspreken welk
wachtwoord (maximaal 16 tekens) u wilt gebruiken. U hoeft het wachtwoord
slechts één keer te gebruiken om de verbinding tot stand te brengen en de
gegevensoverdracht te starten.
Selecteer Nieuw, zodat er een actueel overzicht van de Bluetooth-apparaten
binnen het bereik wordt weergegeven als het apparaat niet in de lijst staat.
39
Instellingen
Uw Bluetooth-apparaat verbergen voor andere apparatuur
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth > Waarnmb.
telefoon. Selecteer Verborgen of deactiveer Bluetooth.
Modeminstellingen
U kunt de telefoon met behulp van draadloze Bluetooth-technologie of een USB-
gegevenskabelverbinding aansluiten op een compatibele pc en de telefoon als een
modem gebruiken voor GPRS-connectiviteit vanaf de pc.
De instellingen voor verbindingen vanaf de pc definiëren:
1. Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Packet-gegevens > Packet-
geg.instllngn > Actief toegangspunt en activeer het toegangspunt dat u wilt
gebruiken.
2. Selecteer Act. toeg.pnt bew., voer een naam in om de toegangspuntinstellingen
te wijzigen en selecteer OK.
3. Selecteer Packet-ggvnstoegpnt, voer de toegangspuntnaam (APN) in om een
verbinding naar een netwerk tot stand te brengen en selecteer OK.
4. Breng een internetverbinding tot stand door uw telefoon als modem te
gebruiken.
Zie de Nokia PC Suite-gebruikershandleiding voor meer informatie. Als u de
instellingen op zowel uw pc als uw telefoon hebt ingesteld, worden de pc-
instellingen gebruikt.
Synchroniseren vanaf een compatibele computer
Als u de gegevens van uw agenda, notities en contacten wilt synchroniseren,
installeert u Nokia PC Suite op een compatibele pc. Gebruik voor de synchronisatie
de draadloze Bluetooth-technologie of een USB-gegevenskabel en start de
synchronisatie vanaf de computer.
Synchroniseren vanaf een server
Als u een externe internetserver wilt gebruiken, moet u zich abonneren op een
synchronisatiedienst. Neem voor meer informatie contact op met uw
serviceprovider.
USB-gegevenskabel
U kunt een USB-gegevenskabel (CA-101) gebruiken voor het overdragen van
gegevens tussen de telefoon en een compatibele pc of een printer die PictBridge
ondersteunt.
40
Instellingen
Om de telefoon voor gegevensoverdracht of voor het afdrukken van een
afbeelding te activeren, sluit u de gegevenskabel aan en selecteert u de modus:
Vragen bij verb. — als u wilt instellen dat er moet worden gevraagd of u verbinding
wilt maken.
PC Suite — als u de gegevenskabel voor Nokia PC Suite wilt gebruiken.
Afdrukken/media — als u de telefoon wilt gebruiken met een printer die
compatibel is met PictBridge of als u de telefoon wilt aansluiten op een
compatibele pc.
Gegevensopslag — als u verbinding wilt maken met een computer zonder Nokia-
software en als u de telefoon voor gegevensopslag wilt gebruiken.
Om de gewenste USB-modus te wijzigen selecteert u Menu > Instellingen >
Connectiviteit > USB-gegevenskabel en de gewenste USB-modus.
Oproepen
Selecteer Menu > Instellingen > Oproepen en selecteer vervolgens een van de
volgende opties:
Doorschakelen — als u inkomende oproepen wilt doorschakelen (netwerkdienst).
Mogelijk kunt u oproepen niet doorschakelen als het blokkeren van oproepen
actief is. Zie Oproepen blokkeren in Toegangscodes op pagina 10.
Opn. met will. toets — als u een oproep wilt beantwoorden door kort op een
willekeurige toets te drukken. U kunt hiertoe geen gebruikmaken van de aan/uit-
toets, de linker en rechter selectietoets en de eindetoets.
Aut. opn. kiezen — als u het nummer opnieuw wilt kiezen als de oproep is mislukt.
De telefoon probeert het nummer maximaal tien keer te bellen.
Aut. video naar sprk — als u wilt selecteren of de telefoon automatisch een
spraakoproep tot stand moet brengen met het nummer waarnaar een video-
oproep is mislukt.
Stemhelderheid — als u de verstaanbaarheid van spraak wilt verbeteren, vooral in
gevallen waarin er sprake is van lawaaiige omstandigheden.
Snelkeuze — zie Snelkeuze op pagina 23.
Wachtfunctieopties — zie Wachtfunctieopties op pagina 24.
Samenv. na oproep — als u de telefoon na elk gesprek kort de duur en de kosten
van het gesprek wilt laten weergeven (netwerkdienst).
Identificatie verz. — als u wilt instellen dat uw telefoonnummer wordt
bekendgemaakt aan degene die u opbelt (netwerkdienst). Selecteer
41
Instellingen
Netwerkinstelling als u de instelling wilt gebruiken die u met uw serviceprovider
bent overeengekomen.
Lijn uitg. oproepen — als u wilt kiezen welke telefoon als standaard wordt
ingesteld. Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor
informatie over beschikbaarheid en kosten en om u te abonneren op de service.
Video delen — als u de live-beelden van uw camera wilt delen met de ontvanger
tijdens een gesprek. Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider
voor informatie over beschikbaarheid en kosten en om u te abonneren op de service.
Telefoon
Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon en selecteer vervolgens een van de
volgende opties:
Taalinstellingen — selecteer Taal display als u de taal voor de telefoon wilt
instellen. Selecteer Automatisch als u wilt instellen dat de taal automatisch wordt
geselecteerd op basis van de informatie op de SIM-kaart. Selecteer SIM-taal als u
de taal van de USIM-kaart wilt gebruiken. Selecteer Taal sprkherkenning als u de
taal voor de spraakopdrachten wilt instellen.
Geheugenstatus — als u de hoeveelheid beschikbaar telefoongeheugen wilt
weergeven.
Aut. toets.blokk. — zie Toegangscodes pagina 10.
Toetsenblokkering — zie Toegangscodes pagina 10.
Spraakherkenning — als u een oproep tot stand wilt brengen door het uitspreken
van een naam die u in Contacten hebt opgeslagen.
Offlineverzoek — zie Vluchtprofiel pagina 18.
Welkomsttekst — als u de tekst wilt invoeren die wordt weergegeven als de
telefoon wordt ingeschakeld.
Telefoonupdates — als u de telefoonsoftware wilt bijwerken.
Netwerkmodus — als u zowel de modus UMTS als GSM wilt selecteren. Deze optie
is niet beschikbaar wanneer u aan het bellen bent.
Operatorselectie — als u automatisch of handmatig een van de mobiele netwerken
die in uw omgeving beschikbaar zijn wilt selecteren.
Automat. Help-tekst — als u wilt instellen of de telefoon wel of geen Help-teksten
moet weergeven.
Starttoon — als u wilt instellen of er wel of geen toon wordt afgespeeld wanneer
de telefoon wordt ingeschakeld.
42
Instellingen
Toebehoren
Dit menu of de volgende opties worden alleen weergegeven als de telefoon is
verbonden met een compatibel mobiel toebehoren.
Selecteer Menu > Instellingen > Accessoires en selecteer een van de toebehoren
en opties.
Configuratie
U kunt uw telefoon configureren met instellingen die nodig zijn voor bepaalde
diensten. Het is ook mogelijk dat u deze instellingen in de vorm van een
tekstbericht van uw serviceprovider ontvangt.
Selecteer Menu > Instellingen > Configuratie en selecteer vervolgens een van de
volgende opties:
Std.configuratie-inst. — als u de serviceproviders wilt weergeven die in de
telefoon zijn opgeslagen en een standaard serviceprovider wilt instellen.
Std. actv. in alle toep. — als u de standaard configuratie-instellingen voor
ondersteunde toepassingen wilt activeren.
Voorkeurstoeg.punt — als u de opgeslagen toegangspunten wilt weergeven.
Blader naar een toegangspunt en selecteer Opties > Details als u de naam van de
serviceprovider, de gegevensdrager en het GPRS-toegangspunt of het
GSM-inbelnummer wilt weergeven.
Verb. mt onderst. — als u de configuratie-instellingen van uw serviceprovider wilt
downloaden.
Pers. config.instell. — als u persoonlijke accounts voor diensten handmatig wilt
toevoegen, activeren of verwijderen. De parameters verschillen per geselecteerd
diensttype.
Fabrieksinstellingen terugzetten
Selecteer Menu > Instellingen > Fabr.inst. terugz. om de fabriekinstellingen terug
te zetten en selecteer een van de volgende opties:
Alleen inst. herstellen — als u alle voorkeursinstellingen wilt terugzetten zonder
persoonlijke gegevens te verwijderen.
Alles herstellen — als u alle voorkeursinstellingen wilt terugzetten en alle
persoonlijke gegevens, zoals contacten, berichten, mediabestanden en
activeringssleutels, wilt verwijderen.
43
Operatormenu
9. Operatormenu
Met dit menu kunt u toegang verkrijgen tot diensten die door uw netwerkoperator
worden geleverd. Neem voor meer informatie contact op met uw
netwerkoperator. De operator kan het menu bijwerken met een dienstbericht.
10. Galerij
Beheer diverse bestanden die in het telefoongeheugen of op een geheugenkaart
zijn opgeslagen.
Uw telefoon ondersteunt een systeem met activeringssleutels ter bescherming
van opgehaalde content. Controleer altijd de leveringsvoorwaarden van alle
content en activeringssleutels voordat u tot aanschaf overgaat, omdat er sprake
kan zijn van een tarief of andere vergoeding.
Selecteer Menu > Galerij om de lijst met mappen te zien.
Om de beschikbare opties van een map te zien, selecteert u een map en Opties.
Om de lijst met bestanden in een map te zien, selecteert u een map en Openen.
Om de beschikbare opties van een bestand te zien, selecteert u een bestand en
Opties.
Beheer van digitale rechten
Content-eigenaren kunnen gebruikmaken van verschillende soorten technologieën voor het
beheer van digitale rechten (DRM) om hun intellectuele eigendom, waaronder
auteursrechten, te beschermen. Dit apparaat maakt gebruik van verschillende typen DRM-
software om toegang te krijgen tot DRM-beveiligde inhoud. Met dit apparaat krijgt u
toegang tot contant die wordt beschermd met WMDRM 10, OMA DRM 2.0, OMA DRM 1.0.
Als bepaalde DRM-software er niet in slaagt de inhoud te beschermen, kunnen content-
eigenaren verlangen dat de mogelijkheid om met die DRM-software toegang te krijgen tot
nieuwe DRM-beveiligde inhoud, wordt ingetrokken. Deze intrekking kan het vernieuwen van
dergelijke DRM-beveiligde inhoud die al in het apparaat is opgeslagen, verhinderen. Het
intrekken van dergelijke DRM-software heeft geen invloed op het gebruik van inhoud die is
beveiligd met andere typen DRM of het gebruik van niet door DRM beveiligde inhoud.
Bij inhoud die is beveiligd met een beheersysteem voor digitale rechten (DRM) wordt een
bijbehorende activeringssleutel geleverd die uw rechten om gebruik te maken van de inhoud
definieert.
Als uw apparaat content heeft die wordt beschermd met OMA DRM, als back-up voor de
activeringssleutels en de content, moet u de back-upfunctie van Nokia PC Suite gebruiken.
44
Media
Andere overdrachtsmethoden kunnen mogelijk de activeringssleutels die samen met de
inhoud moeten worden hersteld, niet overdragen, waardoor u de OMA DRM-beveiligde
inhoud niet meer kunt gebruiken nadat u het apparaatgeheugen hebt geformatteerd. U
moet mogelijk ook de activeringssleutels herstellen als de bestanden op uw apparaat
beschadigd zijn geraakt.
Als uw apparaat WMDRM-beveiligde inhoud bevat, zullen zowel de activeringssleutels als
de inhoud verloren gaan als het apparaatgeheugen wordt geformatteerd. Het is ook mogelijk
dat de activeringssleutels en de inhoud verloren gaan als de bestanden op uw apparaat
beschadigd zijn geraakt. Het verlies van de activeringssleutels of de inhoud kan uw
mogelijkheden beperken om dezelfde inhoud op uw apparaat nogmaals te gebruiken. Neem
voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Afbeeldingen afdrukken
Uw telefoon ondersteunt Nokia Xpress Print om afbeeldingen in
jpg-indeling af te drukken. Gebruik de CA-101 USB-gegevenskabel om uw
telefoon op een compatibele printer aan te sluiten of verzend de afbeelding met
behulp van een Bluetooth-verbinding naar een printer die Bluetooth-technologie
ondersteunt. Zie Connectiviteit op pagina 37.
U kunt de telefoon ook aansluiten op een printer die Bluetooth-technologie
ondersteunt door met het NFC-detectiegebied een servicetag op de printer aan te
raken die de Bluetooth-verbindingsgegevens bevat. Zie Near Field Communication
op pagina 19.
Selecteer de afbeelding die u wilt afdrukken en Opties > Afdrukken.
11. Media
Leg beelden vast of neem videoclips op met de ingebouwde 2.0 megapixel-camera.
Camera
De camera maakt afbeeldingen in een JPG-indeling. U kunt tot acht keer digitaal
inzoomen.
Een beeld vastleggen
Selecteer Menu > Media > Camera > Vastlggn. Selecteer Terug om nog een foto
te maken. Selecteer Verzndn om de foto als multimediabericht te verzenden. De
foto wordt opgeslagen in Galerij > Afbeeldingen.
Druk op de toets Volume omhoog of Volume omlaag als u wilt inzoomen of
uitzoomen.
45
Media
Video
U kunt videoclips in een 3GP-indeling of een MP4-indeling opnemen. De lengte en
de bestandsgrootte van de clips kan verschillen, afhankelijk van de geselecteerde
kwaliteit en het beschikbare geheugen.
Selecteer Menu > Media > Video > Opties > Instellingen > Kwaliteit videoclips >
Hoog, Normaal of Laag als u de kwaliteit van de videoclips wilt instellen.
Selecteer Menu > Media > Video > Opties > Instellingen > Lengte videoclip als u
de limiet voor de bestandsgrootte wilt instellen.
Een videoclip opnemen
Selecteer Menu > Media > Video > Opnemen. Druk op de toets Volume omhoog
of Volume omlaag als u wilt inzoomen of uitzoomen.
Camera- en video-opties
Selecteer Opties > Effecten als u een filter wilt gebruiken.
Selecteer Opties > Witbalans om de camera aan de lichtomstandigheden aan te
passen.
Selecteer Opties > Instellingen om andere camera- en video-instellingen te
wijzigen en om te selecteren waar foto’s en videoclips moeten worden
opgeslagen.
Muziekspeler
Uw telefoon is voorzien van een muziekspeler waarmee u muziek, opnamen of
andere MP3-, MPEG4-, AAC, eAAC+- of WMA-muziekbestanden kunt beluisteren
die u van internet hebt gedownload of naar de telefoon hebt overgebracht met
behulp van Nokia PC Suite.
Selecteer Menu > Media > Muziekspeler als u de muziekspeler wilt openen.
Selecteer Alle tracks > Openen of blader naar rechts.
Selecteer Afspeellijstn > Openen of blader naar rechts om afspeellijsten te maken
of te beheren.
Als u mappen wilt openen met Artiesten, Albums of Genres bladert u naar de map
die u wilt openen en selecteert u Uitvouw. of bladert u naar rechts.
Selecteer Video's > Openen of blader naar rechts om een videoclip te openen die
in uw telefoon is opgeslagen.
46
Media
Selecteer Menu > Media > Muziekspeler > Ga naar Muz.speler > Opties >
Instellingen > Thema vr muz.speler om het thema van de muziekspeler en de
equalizer aan te passen.
Muziekmenu
Open opgeslagen muziek- en videobestanden, download muziek- of videoclips
van internet of bekijk compatibele videostreams vanaf een netwerkserver
(netwerkdienst).
Muziek afspelen
Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume.
Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor
beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker
wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Wanneer u het menu van de Muziekspeler opent, worden de details van de eerste
track op de standaardafspeellijst weergegeven.
Selecteer om af te spelen.
Druk de toets Volume omhoog of de toets Volume omlaag als u het volume wilt
aanpassen.
Selecteer om het afspelen te onderbreken.
Houd de eindetoets ingedrukt om het afspelen te stoppen.
Selecteer om naar het volgende nummer te gaan. Selecteer om naar het
begin van het vorige nummer te gaan.
Selecteer en houd deze ingedrukt om het huidige nummer terug te spoelen.
Selecteer en houd deze ingedrukt om het huidige nummer vooruit te spoelen.
Radio
De FM-radio maakt gebruik van een andere antenne dan de antenne van het
draadloze apparaat. De FM-radio functioneert alleen naar behoren als er een
compatibele hoofdtelefoon op het apparaat is aangesloten.
Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume.
Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor
beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker
wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Selecteer Menu > Media > Radio. Om , , of op het scherm te
gebruiken, bladert u naar de toets die u wilt en selecteert u deze.
47
Media
Afstemmen op radiozenders en deze opslaan
1. Selecteer of en houd deze toets ingedrukt om te beginnen met zoeken.
Druk kort op of als u de radiofrequentie stapsgewijs wilt wijzigen via
stappen van 0,05 MHz.
2. Selecteer Opties > Zender opslaan als u een zender wilt opslaan.
3. Voer de naam van de zender in en selecteer OK.
Naar de radio luisteren
1. Selecteer of of druk op de hoofdtelefoontoets als u naar een radiozender
wilt bladeren.
2. Druk kort op de corresponderende cijfertoetsen als u een radiozenderlocatie
wilt selecteren.
3. Selecteer Opties en selecteer een van de volgende opties:
Zenders — om een opgeslagen zender uit de lijst te selecteren. U kunt de
zenderlijst alleen weergeven als de geselecteerde zender is opgeslagen.
Alle zenders zoeken — als u naar alle radiozenders wilt zoeken die door de telefoon
kunnen worden ontvangen.
Kies frequentie — als u de frequentie van een radiozender wilt invoeren.
Instellingen — als u de RDS-instellingen (Radio Data System) wilt wijzigen.
Wanneer RDS is ingeschakeld, kunt u de Automat. freq. aan selecteren, zodat er
automatisch naar een andere frequentie met dezelfde zender wordt
overgeschakeld in gevallen waarin het radiosignaal te zwak wordt.
Recorder
Neem fragmenten van spraak, geluid of een telefoongesprek op en sla deze op in
Galerij.
De opnamefunctie kan niet worden gebruikt wanneer er een dataoproep of een GPRS-
verbinding actief is.
Selecteer Menu > Media > Recorder. Blader naar links of rechts om , of
op het scherm te gebruiken.
Geluid opnemen
1. Selecteer of selecteer tijdens een oproep Opties > Opnemen. Tijdens het
opnemen van het gesprek horen alle deelnemers een zachte pieptoon.
Selecteer om het opnemen te onderbreken.
48
Push to Talk
2. Selecteer om het opnemen te beëindigen. De opname wordt opgeslagen in
Opnamen in Galerij.
Selecteer Opties om de laatste opname af te spelen of te verzenden, om de lijst
met opnamen te openen of om het geheugen en de map te selecteren waarin de
opnamen moeten worden opgeslagen.
Equalizer
Selecteer Menu > Media > Equalizer.
Blader naar een van de equalizersets en selecteer Activeer om een set te
activeren.
Selecteer Opties > Bewerken of Hernoemen om een geselecteerde set te
bewerken of te hernoemen. Niet alle sets kunnen worden bewerkt of hernoemd.
Stereo-verbreding
Selecteer Menu > Media > Stereo-verbred. > Aan of Uit om het stereogeluid te
verbeteren.
12. Push to Talk
Selecteer Menu > Push to Talk.
Met Push to Talk (PTT) kunt u een gesprek hebben met één persoon of met een
groep mensen (kanaal) die compatibele apparaten hebben. U moet u abonneren
op een dienst en u registreren bij een PTT-dienst. Neem voor meer informatie
contact op met uw serviceprovider.
13. Organizer
Wekker
Selecteer Menu > Organiser > Wekker.
Selecteer Wektijd en voer een tijd in om de wekker te zetten.
Selecteer Alarm herhalen om de wekker af te laten gaan op geselecteerde
weekdagen. Als u de radio als wektoon selecteert, moet u de hoofdtelefoon op de
telefoon aansluiten.
Selecteer Time-out snooze en de tijdsduur om een time-out voor de snooze in te
stellen.
4


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Nokia 6212 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Nokia 6212 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1,15 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info