Instellingen
62
Gegevensopslag — om verbinding met een PC te maken die geen Nokia-
software heeft, en om de telefoon als een apparaat voor gegevensopslag
te gebruiken.
Als u de USB-modus wilt wijzigen, selecteert u Menu > Instellingen >
Connectiviteit > USB-gegevenskabel > Nokia-modus, Afdrukken/media
of Gegevensopslag.
■ Oproepen
Selecteer Menu > Instellingen > Oproepen en daarna één van de
volgende opties:
Doorschakelen — om inkomende oproepen door te schakelen
(netwerkdienst). Het is mogelijk dat u geen oproepen kunt
doorschakelen als bepaalde blokkeringsfuncties zijn ingeschakeld. Zie
Oproepen blokkeren in Beveiliging op pagina 65.
Stemhelderheid > Actief — om de verstaanbaarheid van spraak te
verbeteren, vooral in lawaaierige omstandigheden.
Opn. met will. toets > Aan — om een inkomende oproep te
beantwoorden door kort op een willekeurige toets te drukken, met
uitzondering van de aan/uit-toets, de cameratoets, de linker- en
rechterselectietoets en de toets Einde.
Aut. opn. kiezen > Aan — om maximaal tien pogingen te doen om de
verbinding tot stand te brengen na een mislukte oproeppoging.
Snelkeuze > Aan — om namen en telefoonnummers te kiezen die aan de
snelkeuzetoetsen 2 t/m 9 zijn toegewezen, door de desbetreffende
cijfertoets ingedrukt te houden.
Wachtfunctieopties > Activeer om het netwerk een melding te laten
genereren als een nieuwe oproep binnenkomt terwijl u een gesprek
voert (netwerkdienst). Zie Wachtfunctie op pagina 24.
Samenv. na oproep > Aan — om de telefoon na elk gesprek kort de duur
en de kosten van het gesprek te laten weergeven (netwerkdienst).
Identificatie verz. > Ja — om in te stellen dat uw telefoonnummer wordt
weergegeven voor degene naar wie u belt (netwerkdienst). Selecteer