296691
8
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/121
Next page
CO_5200_120x166.indd 1CO_5200_120x166.indd 1 8/16/06 8:18:31 AM8/16/06 8:18:31 AM
CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het toestel RM-174 in overeenstemming is met
de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG.
Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de Europese
gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden aangeboden aan
het einde van de levensduur van het product. Dit geldt voor het apparaat, maar
ook voor alle toebehoren die van dit symbool zijn voorzien. Bied deze producten
niet aan bij het gewone huisvuil. Zie de Eco-verklaring van het product of
landspecifieke informatie op www.nokia.com voor meer informatie.
Copyright © 2006 Nokia. Alle rechten voorbehouden
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een
gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is
verboden.
Nokia, Visual Radio, Nokia Connecting People, Xpress-on, XpressPrint en Pop-Port zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere
producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke
eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright ©
1997-2006. Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Java is a trademark of Sun Microsystems, Inc.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé-
en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de
visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële
activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een
gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch
impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het
gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar
bij MPEG LA, LLC. Zie <http://www.mpegla.com>.
0434
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé-
en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de
visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële
activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een
gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch
impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het
gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar
bij MPEG LA, LLC. Zie <http://www.mpegla.com>.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht
voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de
producten die in dit document worden beschreven.
Dit apparaat voldoet aan Richtlijn 2002/95/EG inzake de beperking van het gebruik van
bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor
enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist
krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de
nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij
impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende
de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen
tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te
herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact
op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan
wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd met
de wetgeving is verboden.
9249740/uitgave 1
4
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid ................... 6
Algemene informatie............. 10
Toegangscodes....................................... 10
Dienst voor configuratie-
instellingen............................................. 11
Content downloaden ........................... 11
Nokia-ondersteuning........................... 12
1. Aan de slag ........................ 13
SIM-kaart en batterij installeren ..... 13
Een microSD-kaart plaatsen.............. 14
De microSD-kaart verwijderen ........ 15
De batterij opladen .............................. 15
De schuiftelefoon openen .................. 16
De telefoon in- en uitschakelen....... 16
Antenne................................................... 16
Hoofdtelefoon........................................ 17
Telefoonkoord ........................................ 17
2. De telefoon ........................ 18
Toetsen en onderdelen ........................ 18
Standby-modus..................................... 19
Vluchtmodus .......................................... 21
Toetsen blokkeren................................. 21
Functies zonder een SIM-kaart ........ 22
3. Algemene functies............. 23
Oproep plaatsen.................................... 23
Een oproep beantwoorden
of weigeren............................................. 24
Opties tijdens een gesprek ................. 25
4. Tekst invoeren.................... 26
Normale tekstinvoer ............................ 26
Tekstinvoer met woordenboek.......... 26
5. Navigeren
door de menu's ...................... 28
6. Berichten ............................ 29
Tekstbericht............................................ 29
Multimediabericht................................ 30
Kaarten .................................................... 33
Flitsberichten ......................................... 33
Nokia Xpress-audioberichten............ 34
Geheugen vol ......................................... 34
Mappen.................................................... 34
E-mailtoepassing.................................. 35
Chatberichten ........................................ 38
Spraakberichten .................................... 42
Informatieberichten............................. 43
Dienstopdrachten ................................. 43
Berichten verwijderen ......................... 43
SIM-berichten........................................ 43
Berichtinstellingen ............................... 43
7. Contacten ............................ 48
Zoeken naar een contact.....................48
Namen en telefoonnummers
opslaan .....................................................48
Gegevens opslaan..................................48
Contacten kopiëren of verplaatsen ..49
Contactgegevens bewerken................49
Alles synchroniseren .............................49
Contacten verwijderen .........................50
Visitekaartjes...........................................50
Instellingen..............................................50
Groepen....................................................51
Snelkeuze.................................................51
Informatienummers,
dienstnummers en eigen nummers ..51
8. Oproepinfo.......................... 53
Positiegegevens..................................... 53
9. Instellingen......................... 55
Profielen .................................................. 55
Thema's.................................................... 55
Tonen........................................................ 55
Weergave ................................................ 56
Tijd en datum......................................... 57
5
Snelkoppelingen ................................... 57
Connectiviteit........................................ 58
Oproepen ................................................ 64
Telefoon .................................................. 65
Toebehoren............................................. 66
Configuratie........................................... 67
Beveiliging.............................................. 68
Updates van telefoonsoftware ......... 69
Fabrieksinstellingen terugzetten ..... 70
10.Operatormenu................... 71
11.Galerij................................ 72
Afbeeldingen afdrukken ..................... 72
Geheugenkaart...................................... 73
12.Media ................................ 75
Camera en video................................... 75
Mediaspeler ........................................... 76
Muziekspeler.......................................... 77
Radio........................................................ 79
Recorder.................................................. 80
Equalizer ................................................. 81
Stereo-verbreding ................................ 82
13.PTT (Push to Talk) ............ 83
PTT-kanalen ........................................... 83
PTT in- en uitschakelen ...................... 85
Een PTT-oproep plaatsen
en ontvangen ........................................ 85
Terugbelverzoeken ............................... 87
Een één-op-één-contact
toevoegen............................................... 88
PTT-instellingen.................................... 88
Configuratie-instellingen................... 89
Web.......................................................... 89
14.Organizer........................... 90
Wekker .................................................... 90
Agenda .................................................... 91
Takenlijst................................................. 92
Notities.................................................... 92
Rekenmachine....................................... 92
Timer........................................................ 93
Stopwatch.............................................. 93
15.Sensor ................................ 95
16.Toepassingen ..................... 96
Een spelletje starten............................ 96
Een toepassing starten ....................... 96
Toepassingsopties................................. 96
Een toepassing downloaden ............. 97
17.SIM-diensten ................... 98
18.Web.....................................99
Browsen instellen.................................. 99
Verbinding maken met een dienst ... 99
Bladeren door pagina's......................100
Bookmarks.............................................101
Weergave-instellingen.......................101
Beveiligingsinstellingen.....................102
Download-instellingen ......................103
Dienstinbox...........................................103
Cachegeheugen ...................................104
Browserbeveiliging..............................104
19.Pc-verbinding................. 107
Nokia PC Suite .................................... 107
Packet-gegevens, HSCSD en
CSD......................................................... 107
Bluetooth.............................................. 107
Toepassingen voor
datacommunicatie............................. 108
20.Informatie
over de batterij ......................109
De batterij opladen en ontladen.....109
Controle van de echtheid
van Nokia-batterijen..........................110
Verzorging en onderhoud ... 112
Aanvullende
veiligheidsinformatie .......... 114
Index..................................... 118
Voor uw veiligheid
6
Voor uw veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan
gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer
informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons
verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd, terwijl u rijdt, uw handen vrij
om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste
prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze telefoons kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de
werking van de telefoon negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel de
telefoon uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze
apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik de telefoon niet in een benzinestation. Gebruik het apparaat
niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de
telefoon niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de
productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet
onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of
gerepareerd.
Voor uw veiligheid
7
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen
incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke
gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u
eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen
voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele
producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoon ingeschakeld en operationeel is. Druk zo
vaak als nodig is op de toets Einde om het scherm leeg te maken en
terug te keren naar het startscherm. Toets het alarmnummer in en
druk op de beltoets. Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het
gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Informatie over uw apparaat
Het draadloze apparaat zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd
voor gebruik op het EGSM 900-netwerk en het GSM 1800- en 1900-netwerk.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan de geldende
wetgeving en de regelgeving ten aanzien van de privacy en wettelijke rechten
van anderen.
Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt of gebruikt, aan alle
regelgeving en respecteer lokale gewoonten, privacy en legitieme rechten van
anderen met inbegrip van auteursrechten.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken
dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het
apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur
storingen of gevaar kan veroorzaken.
Voor uw veiligheid
8
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder
van draadloze diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van
de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten
zijn mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke
regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de netwerkdiensten
kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw serviceprovider extra instructies voor
het gebruik van de diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij
sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten
negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning
voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te
schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies
niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook speciaal
geconfigureerd zijn voor uw netwerk provider. Deze configuratie kan
menunamen, de menuvolgorde en symbolen betreffen. Neem voor meer
informatie contact op met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met
TCP/IP-protocollen. Voor de technologie van sommige functies van deze telefoon,
zoals MMS (Multimedia Messaging), browsen, e-mailen, chatten, synchroniseren
op afstand en het downloaden van content via een browser of MMS, is
netwerkondersteuning nodig.
Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik van gedeeld
geheugen: de galerij, contacten, tekst-, chat- en multimediaberichten, e-
mailberichten, agenda, takenlijstnotities, Java
TM
-spelletjes en -toepassingen, en
de notitietoepassing. Door het gebruik van een of meer van deze functies is er
mogelijk minder geheugen beschikbaar voor de overige functies die geheugen
delen. Als u bijvoorbeeld veel Java-toepassingen opslaat, kan al het beschikbare
geheugen worden gebruikt. Het is mogelijk dat op uw apparaat een bericht wordt
weergeven dat het geheugen vol is, wanneer u een functie probeert te gebruiken
die gedeeld geheugen gebruikt. Verwijder in dit geval voordat u doorgaat een
gedeelte van de informatie of registraties die in het gedeelde geheugen zijn
opgeslagen. Aan sommige functies, zoals tekstberichten, is mogelijk afzonderlijk
een bepaalde hoeveelheid geheugen toegewezen naast het geheugen dat met
andere functies wordt gedeeld.
Voor uw veiligheid
9
Toebehoren
Een aantal praktische regels voor accessoires en toebehoren
Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
Als u de elektriciteitskabel van een accessoire of toebehoren losmaakt, neem
deze dan bij de stekker en trek aan de stekker, niet aan het snoer
Controleer regelmatig of eventuele toebehoren die in een auto zijn
geïnstalleerd nog steeds goed bevestigd zitten en naar behoren werken
De montage van ingewikkelde autotoebehoren moet alleen door bevoegd
personeel worden uitgevoerd.
Algemene informatie
10
Algemene informatie
Toegangscodes
Beveiligingscode
De beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) beveiligt de telefoon tegen
onbevoegd gebruik. De code is standaard ingesteld op 12345. U kunt de
code wijzigen en de telefoon instellen op het vragen naar de code. Zie
Beveiliging op pagina 68.
PIN-codes
De PIN-code (Persoonlijk IdentificatieNummer) en de UPIN-code
(Universeel Persoonlijk IdentificatieNummer) van 4 tot 8 cijfers
beveiligen de SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Zie Beveiliging op
pagina 68.
Voor bepaalde functies hebt u de PIN2-code van 4 tot 8 cijfers nodig die
bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd.
De module-PIN is vereist voor toegang tot informatie in de
beveiligingsmodule. Zie Beveiligingsmodule op pagina 104.
De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening. Zie
Digitale handtekening op pagina 105.
PUK-codes
De PUK-code (Personal Unblocking Key) en de UPUK-code (Universal
Personal Unblocking Key) van 8 cijfers zijn nodig om respectievelijk een
geblokkeerde PIN-code of UPIN-code te wijzigen. De PUK2-code, die uit
8 cijfers bestaat, is nodig om een geblokkeerde PIN2-code te wijzigen.
Als de codes niet bij de SIM-kaart zijn geleverd, neemt u contact op met
uw serviceprovider om de codes op te vragen.
Algemene informatie
11
Blokkeerwachtwoord
Het blokkeerwachtwoord (4 cijfers) is nodig wanneer u de Oproepen
blokkeren gebruikt. Zie Beveiliging op pagina 68.
Dienst voor configuratie-instellingen
Voor sommige netwerkdiensten, zoals mobiele internetdiensten, MMS,
Nokia Xpress-audioberichten en synchronisatie met een externe
internetserver, moeten de juiste configuratie-instellingen op de
telefoon worden ingesteld. Neem contact op met uw netwerkoperator,
serviceprovider, dichtstbijzijnde bevoegde Nokia-leverancier of bezoek
het supportgedeelte op de website van Nokia op www.nokia.com/
support voor meer informatie over beschikbaarheid.
Als u de verbindingsinstellingen in een configuratiebericht hebt
ontvangen en de instellingen niet automatisch worden opgeslagen en
geactiveerd, wordt Configuratieinst. ontv. weergegeven.
Als u de instellingen wilt opslaan, selecteert u Tonen > Opslaan. Als dit
wordt gevraagd, toetst u de PIN-code in die door uw serviceprovider
werd meegeleverd.
Als u de ontvangen instellingen wilt verwijderen, selecteert u Uit of
Tonen > Wegd..
Content downloaden
U kunt mogelijk nieuwe content (bijvoorbeeld thema's) naar de telefoon
downloaden (netwerkdienst). U kunt mogelijk ook updates van de
telefoonsoftware downloaden (netwerkdienst). Zie Telefoonupdates
Telefoon op pagina 65.
Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van
de verschillende diensten.
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een
adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software
bieden.
Algemene informatie
12
Nokia-ondersteuning
Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale website van Nokia voor de
nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie,
downloads en diensten voor uw Nokia-product.
Op de website vindt u informatie over het gebruik van Nokia-producten
en -diensten. Als u contact wilt opnemen met de klantenservice, kunt u
de lijst met plaatselijke Nokia Care-contactcentra raadplegen op
www.nokia.com/customerservice.
Als de telefoon onderhoud nodig heeft, kunt u op www.nokia.com/repair
de dichtstbijzijnde Nokia-servicevestiging zoeken.
Aan de slag
13
1. Aan de slag
SIM-kaart en batterij installeren
Schakel het apparaat altijd uit en koppel de lader los voordat u de batterij
verwijdert.
Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van
SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere
leverancier zijn.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een BL-5B-batterij. Gebruik
altijd originele Nokia-batterijen. Zie Controle van de echtheid van
Nokia-batterijen op pagina 110.
Als u de achtercover wilt
verwijderen, druk dan op de
vergrendelingsknop (1) van
de achtercover en haal de
achtercover van de telefoon
(2) af. Verwijder de batterij
zoals in de afbeelding wordt
geïllustreerd (3).
Open de SIM-kaarthouder (4)
en plaats de SIM-kaart op de
juiste wijze in de houder (5).
Sluit de SIM-kaarthouder (6).
Aan de slag
14
Plaats de batterij terug (7).
Schuif de achtercover weer op
de juiste plaats (8, 9).
Een microSD-kaart plaatsen
Houd alle microSD-geheugenkaarten buiten het bereik van kleine
kinderen.
1. Verwijder de achtercover van de telefoon.
2. Plaats de kaart met het contactoppervlak naar
beneden gericht in de sleuf voor de microSD-
kaart en druk op de kaart totdat deze op zijn
plaats vergrendeld zit.
3. Sluit de achtercover van de telefoon.
Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten met dit
apparaat. Andere geheugenkaarten, zoals RS-MMC
(Reduced Size MultiMediaCard), passen niet in de
microSD-kaartsleuf en zijn niet compatibel met dit
apparaat. Als u een incompatibele geheugenkaart gebruikt, kan schade ontstaan
aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de
incompatibele kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
Gebruik alleen microSD-kaarten die door Nokia voor gebruik met dit apparaat
zijn goedgekeurd. Nokia hanteert de goedgekeurde industriestandaards voor
geheugenkaarten. Het is echter mogelijk dat niet alle andere merken correct
functioneren of volledig compatibel zijn met dit apparaat.
Aan de slag
15
De microSD-kaart verwijderen
Belangrijk: Verwijder de microSD-kaart niet als er op dat moment een
bewerking wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Wanneer
u de kaart tijdens een dergelijke bewerking verwijdert, kan schade
ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens
die op de kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
1. Zorg ervoor dat geen enkele toepassing gebruikmaakt van de
microSD-geheugenkaart.
2. Verwijder de achtercover van de telefoon.
3. Druk de microSD-kaart een beetje in zodat de vergrendeling wordt
opgeheven, en verwijder de microSD-kaart uit de sleuf.
De batterij opladen
Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een lader. Dit apparaat is
bedoeld voor gebruik met de lader AC-3 of AC-4 als voedingsbron.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die
door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik
van alle andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en
kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren.
Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
Sluit de lader aan op een gewone
wandcontactdoos en steek de stekker
van de lader in de aansluiting op de
onderkant van de telefoon.
Als de batterij volledig ontladen is, kan
het enkele minuten duren voordat de
batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het
apparaat kunt bellen.
De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader. Het opladen van een
batterij van het type BL-5B met de lader AC-3 duurt ongeveer 3 uur
wanneer de telefoon zich in de standby-modus bevindt.
Aan de slag
16
De schuiftelefoon openen
Als u de schuif van de telefoon wilt openen, drukt u het bovenste
gedeelte van de telefoon omhoog.
De telefoon in- en uitschakelen
Waarschuwing: Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele
telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Houd de aan/uit-toets ingedrukt. Zie Toetsen en onderdelen op
pagina 18. Als een PIN- of UPIN-code wordt gevraagd, toetst u de code
in (weergegeven als ****) en selecteert u OK.
De tijd en de datum instellen
Voer de plaatselijke tijd in, selecteer de tijdzone van uw locatie
uitgedrukt in tijdsverschil met GMT (Greenwich Mean Time), en voer de
datum in. Zie Tijd en datum op pagina 57.
Plug-en-play-dienst
Wanneer u de telefoon voor de eerste keer inschakelt en de telefoon in
de standby-modus staat, wordt u mogelijk gevraagd de configuratie-
instellingen op te halen bij uw serviceprovider (netwerkdienst). Bevestig
of weiger de aanvraag. Zie "Verb. mt onderst. serviceprovider" op
pagina 67 en Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 11.
Antenne
Uw apparaat heeft een interne antenne.
Aan de slag
17
Opmerking: Zoals voor alle andere
radiozendapparatuur geldt, dient
onnodig contact met de antenne te
worden vermeden als het apparaat is
ingeschakeld. Het aanraken van de
antenne kan een nadelige invloed
hebben op de gesprekskwaliteit en
kan ervoor zorgen dat het apparaat
meer stroom verbruikt dan
noodzakelijk is. U kunt de prestaties
van de antenne en de levensduur van de batterij optimaliseren door het
antennegebied niet aan te raken wanneer u het apparaat gebruikt.
Hoofdtelefoon
De hoofdtelefoon in de verpakking is door Nokia goedgekeurd om voor
dit apparaat te gebruiken. Luister altijd naar muziek op een gematigd
geluidsvolume. Let altijd bijzonder goed op het geluidsvolume, vooral als
u een andere hoofdtelefoonset op het apparaat aansluit.
Sluit geen producten aan die een outputsignaal produceren aangezien dit het
apparaat kan beschadigen. Sluit geen stroombron aan op deze aansluiting.
Audioadapter
Gebruik voor de telefoon een AD-50 audioadapter om een
hoofdtelefoon met een 3.5-mm plug aan te sluiten. Als de adapter op de
telefoon is aangesloten, dan wordt het luistergedeelte van de telefoon
uitgeschakeld.
De adapter ondersteunt geen microfoonlijn.
Telefoonkoord
Rijg een koord door het oog van de telefoon
zoals op de afbeelding wordt geïllustreerd, en
trek het vast.
De telefoon
18
2. De telefoon
Toetsen en onderdelen
Luistergedeelte (1)
Muziekspeler, afspelen, onderbreken (2)
Aansluiting voor toebehoren (3)
Beltoets (4)
Linker-, midden- en rechterselectietoetsen
(5)
Toets Einde (6)
Bladertoets (7)
Toetsenblok (8)
Aansluiting voor de lader (9)
USB-aansluiting (10)
Aan/uit-toets (11)
Oogje voor telefoonkoord (12)
Cameralens (13)
Volume omhoog/ PTT-toets (14)
Volume omlaag (15)
Cameratoets (16)
Infraroodpoort (17)
Beeldzoeker voor zelfportret (18)
Luidspreker (19)
De telefoon
19
Standby-modus
Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn
ingevoerd, bevindt de telefoon zich in de standby-modus.
Scherm
Signaalsterkte van het mobiele netwerk (1)
Laadstatus van de batterij (2)
Indicatoren (3)
Netwerknaam of operatorlogo (4)
Klok (5)
Hoofdscherm (6)
Functie van linkerselectietoets (7) is Favor. of
een snelkoppeling naar een andere functie.
Zie Linkerselectietoets op pagina 57.
Functie van middelste selectietoets (8) is Menu.
Functie van rechterselectietoets (9) is Namen of een snelkoppeling naar
een andere functie. Zie Rechterselectietoets op pagina 57. Sommige
operators kunnen een eigen benaming hebben.
Actief standby
In de modus actief standby wordt op het scherm een lijst met
geselecteerde telefoonfuncties en informatie weergegeven waartoe u
direct toegang hebt. Als u het aan- of uit wilt schakelen, selecteert u
Menu > Instellingen > Weergave > Actief standby > Actief standby >
Aan of Uit.
Blader in de standby-modus omhoog of omlaag om de navigatie in de
lijst te activeren, en selecteer Select. of Bekijk. De pijltjes naar links en
naar rechts aan het begin of einde van een regel geven aan dat er
aanvullende informatie beschikbaar is door naar links of naar rechts te
schuiven. Selecteer Uit om de actieve standby-modus te beëindigen.
Als u de modus actief standby wilt indelen en wijzigen, activeert u de
navigatiemodus en selecteert u Opties en één van de beschikbare opties.
De telefoon
20
Indicatoren
Er zijn ongelezen berichten.
Er zijn berichten die nog niet zijn verzonden, zijn geannuleerd of
waarvan de verzending is mislukt.
De telefoon heeft een gemiste oproep geregistreerd.
, De telefoon is verbonden met de chatdienst en de
aanwezigheidsstatus is online of offline.
Er zijn één of meer chatberichten.
De toetsen zijn geblokkeerd.
De telefoon gaat niet over wanneer een oproep of tekstbericht
wordt ontvangen.
De wekker is geactiveerd.
De timer is actief.
De stopwatch is actief.
, De telefoon is aangemeld bij het GPRS- of EGPRS-netwerk.
, Er is een GPRS- of EGPRS-verbinding tot stand gebracht.
, De GPRS- of EGPRS-verbinding is tijdelijk onderbroken (in de
wachtstand geplaatst).
Er is een Bluetooth-verbinding actief.
, Er is een PTT-verbinding actief of onderbroken.
Als u over twee telefoonlijnen beschikt, wordt de tweede
telefoonlijn geselecteerd.
Alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een
ander nummer.
De luidspreker is geactiveerd of de muziekstandaard is op de
telefoon aangesloten.
Gesprekken zijn beperkt tot een besloten gebruikersgroep.
De telefoon
21
Het tijdelijke profiel is geselecteerd.
, , of
Er is een hoofdtelefoon, handsfree-eenheid, oortje of
muziekstandaard op de telefoon aangesloten.
Vluchtmodus
U kunt alle activiteiten van de radiofrequentie deactiveren en nog
steeds toegang hebben tot de offline spelletjes, agenda en
telefoonnummers. Gebruik de vluchtmodus in een omgeving die
gevoelig is voor radiosignalen—aan boord van een vliegtuig of in een
ziekenhuis. Wanneer de vluchtmodus actief is, wordt
weergegeven.
Selecteer Menu > Instellingen > Profielen > Vlucht > Activeer of
Aanpassen.
Als u de vluchtmodus wilt deactiveren, dan selecteert u een ander
profiel.
In vluchtmodus kunt u een alarmnummer kiezen. Toets het
alarmnummer in, druk op de beltoets, en selecteer Ja als Vluchtprofiel
afsluiten? wordt gevraagd. De telefoon probeert een alarmnummer te
kiezen.
Toetsen blokkeren
Om te voorkomen dat toetsen per ongeluk worden ingedrukt, selecteert
u Blokkrn binnen 3.5 seconden.
U kunt de toetsblokkering weer opheffen door Vrijgev. > Ok te
selecteren, of de telefoon te openen. Als de toetsenblokkering is
geactiveerd, voert u de beveiligingscode in als hierom wordt gevraagd.
Als u een oproep wilt beantwoorden terwijl de toetsen zijn geblokkeerd,
drukt u op de beltoets of opent u de telefoon. Wanneer u de oproep
beëindigt of niet aanneemt, worden de toetsen weer automatisch
geblokkeerd.
Zie Telefoon op pagina 65 voor meer informatie over Toetsenblokkering.
Wanneer de toetsenvergrendeling is ingeschakeld, kunt u mogelijk nog het
geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
De telefoon
22
Functies zonder een SIM-kaart
U kunt verschillende functies van uw telefoon gebruiken zonder een
SIM-kaart te installeren (bijvoorbeeld gegevensoverdracht met een
compatibele pc of een ander compatibel apparaat). Sommige functies
worden grijs weergegeven en kunnen niet worden gebruikt.
Als u een alarmnummer wilt kiezen, kan in sommige netwerken een geldige,
correct geplaatste SIM-kaart noodzakelijk zijn.
Algemene functies
23
3. Algemene functies
Oproep plaatsen
1. Voer het netnummer en telefoonnummer in.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het
internationale voorvoegsel (het +-teken vervangt de internationale
toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig
de eerste 0 weg) en het abonneenummer in.
2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
Als u het volume harder wilt zetten, drukt u op + en om het zachter
te zetten op -.
3. Druk op de toets Einde of sluit de telefoon om de oproep te
beëindigen of om het kiezen te onderbreken.
Zie Zoeken naar een contact op pagina 48 als u wilt zoeken naar een
naam of telefoonnummer dat u hebt opgeslagen in Contacten. Druk op
de beltoets om het nummer te kiezen.
Als u de lijst met gekozen nummers wilt openen, drukt u eenmaal op de
beltoets in de standby-modus. Selecteer het gewenste nummer of de
gewenste naam en druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
Snelkeuze
U kunt een telefoonnummer toewijzen aan één van de
snelkeuzetoetsen: toets 2 t/m 9. Zie Snelkeuze op pagina 51. U kunt het
nummer op één van de volgende manieren kiezen:
Druk op een snelkeuzetoets en vervolgens op de beltoets.
•Als Snelkeuze is ingesteld op Aan, houdt u de gewenste
snelkeuzetoets ingedrukt totdat het nummer is gekozen. Zie
Snelkeuze in Oproepen op pagina 64.
Uitgebreide spraakgestuurde nummerkeuze
U kunt een oproep plaatsen door de naam uit te spreken van de persoon
die in de lijst met contacten van de telefoon is opgeslagen.
Spraakopdrachten zijn taalgevoelig. Voor informatie over het instellen
van de taal, zie Taal voor spraakherkenning in Telefoon op pagina 65.
Algemene functies
24
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren
in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder
alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk
bent.
1. Houd in de standby-modus de rechterselectietoets of de
volume-omlaagtoets ingedrukt. U hoort een korte toon en de tekst
Nu spreken wordt weergegeven.
2. Spreek de spraakopdracht duidelijk uit. Als de ingesproken tekst
wordt herkend, wordt een lijst met gevonden items weergegeven. De
telefoon speelt de spraakopdracht van het bovenste item in de lijst
af. Als dit niet het gewenste nummer is, bladert u naar een andere
vermelding.
Het gebruik van spraakopdrachten voor het uitvoeren van een
geselecteerde telefoonfunctie is vergelijkbaar met de
spraakgestuurde nummerkeuze. Zie Spraakopdrachten in
Snelkoppelingen op pagina 57.
Een oproep beantwoorden of weigeren
U beantwoordt een inkomende oproep door op de beltoets te drukken of
de telefoon te openen. Druk op de toets Einde of sluit de telefoon om het
gesprek te beëindigen.
U weigert een inkomende oproep door op de toets Einde te drukken. Als
u de beltoon wilt uitschakelen, selecteert u Stil.
Wachtfunctie
Druk tijdens een gesprek op de beltoets om de oproep in de wachtstand
(netwerkdienst) te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de
wachtstand geplaatst. U beëindigt het actieve gesprek door op de toets
Einde te drukken.
Zie Oproepen op pagina 64 voor informatie over het activeren van de
Wachtfunctieopties.
Algemene functies
25
Opties tijdens een gesprek
Veel van de opties die u tijdens gesprekken kunt gebruiken, zijn
netwerkdiensten. Neem contact op met uw serviceprovider voor
informatie over beschikbaarheid van netwerkdiensten.
Selecteer tijdens een gesprek Opties en kies vervolgens één van de
volgende opties:
Gespreksopties zijn Dempen of Dempen uit, Contacten, Menu, Toetsen
blokk., Opnemen, Stemhelderheid, Luidspreker of Telefoon.
Opties voor netwerkdiensten zijn Opnemen of Weigeren, Standby of Uit
standby, Nieuwe oproep, Toev. aan conf., Beëindigen, Alles afsluiten en
de volgende opties:
DTMF verzenden — om toonreeksen te verzenden.
Wisselen — om te schakelen tussen het actieve gesprek en het gesprek in
de wachtstand.
Doorverbinden — om een gesprek in de wachtstand door te verbinden
met het actieve gesprek en zelf de verbinding te verbreken.
Conferentieom een conferentiegesprek te voeren.
Privé-oproep — om tijdens een conferentiegesprek ruggespraak te
houden met één van de deelnemers.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de
luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Tekst invoeren
26
4. Tekst invoeren
U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren, bijvoorbeeld
wanneer u berichten wilt verzenden: via de methode voor normale
tekstinvoer of via de methode voor tekstinvoer met woordenboek. Houd
tijdens het invoeren van tekst Opties ingedrukt om te schakelen tussen
normale tekstinvoer, aangegeven door , en tekstinvoer met
woordenboek, aangegeven door . Niet alle talen worden
ondersteund in de tekstinvoer met woordenboek.
Hoofdletters en kleine letters worden aangegeven door , en .
U kunt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters door op # te
drukken. U kunt naar de nummermodus, aangegeven door ,
overschakelen door # ingedrukt te houden en Nummermodus te
selecteren. U kunt overschakelen naar de nummermodus door #
ingedrukt te houden.
Als u de taal voor het invoeren van tekst wilt instellen, selecteert u
Opties > Schrijftaal.
Normale tekstinvoer
Druk herhaaldelijk op een cijfertoets (1 t/m 9) totdat het gewenste
teken wordt weergegeven. De beschikbare tekens zijn afhankelijk van de
taal die is geselecteerd voor het invoeren van tekst. Als de volgende
letter die u wilt invoeren zich onder dezelfde toets bevindt als de
huidige letter, wacht u tot de cursor verschijnt en voert u de letter in. De
meest gebruikte leestekens en andere speciale tekens zijn beschikbaar
onder cijfertoets 1.
Tekstinvoer met woordenboek
Tekstinvoer met woordenboek is gebaseerd op een ingebouwd
woordenboek waar u zelf ook woorden aan toe kunt voegen.
1. U begint met het invoeren van een woord door de cijfertoetsen 2 t/m
9 te gebruiken. Druk eenmaal op een toets voor één letter.
Tekst invoeren
27
2. Wanneer u het gewenste woord hebt ingevoerd, bevestigt u de
invoer met het toevoegen van een spatie en door op 0 te drukken.
Als het woord niet correct is, druk dan herhaaldelijk op * en selecteer
het woord uit de lijst.
Als er een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven,
bevindt het woord dat u wilt invoeren zich niet in het woordenboek.
Als u het woord aan het woordenboek wilt toevoegen, selecteert u
Spellen. Voer het woord in door normale tekstinvoer te gebruiken en
selecteer Opslaan.
Als u een samengesteld woord wilt invoeren, voert u het eerste
gedeelte van het woord in en bevestigt u dit door op de
rechterbladertoets te drukken. Voer het laatste gedeelte van het
woord in en bevestig het woord.
3. U begint met het invoeren van het volgende woord.
Navigeren door de menu's
28
5. Navigeren door de menu's
De telefoon biedt een uitgebreid scala aan functies, die gegroepeerd zijn
in menu's.
1. Druk op Menu om het menu te openen.
U kunt de menuweergave wijzigen door Opties >
Hoofdmenuweerg. > Lijst, Roosterweergave, Rooster (labels) of Tab
te selecteren.
Als u de menu's anders wilt indelen, bladert u naar het menu dat u
wilt verplaatsen en selecteert u Opties > Indelen > Verpl.. Ga naar de
positie waar u het menu naartoe wilt verplaatsen en selecteer OK.
Selecteer OK > Ja om de wijziging op te slaan.
2. Blader door het menu en selecteer een optie (bijvoorbeeld
Instellingen).
3. Als het geselecteerde menu is onderverdeeld in submenu's, selecteert
u het gewenste submenu, bijvoorbeeld Oproepen).
4. Als het geselecteerde submenu ook weer submenu's bevat, herhaalt
u stap 3.
5. Selecteer de gewenste instelling.
6. Selecteer Terug om terug te keren naar het vorige menuniveau.
Selecteer Uit om het menu te sluiten.
Berichten
29
6. Berichten
U kunt tekstberichten, multimediaberichten en e-mailberichten,
flitsberichten en kaarten lezen, invoeren, verzenden en opslaan. Alle
berichten worden ingedeeld in mappen.
Tekstbericht
Met SMS (Short Message Service) kunt u tekstberichten verzenden en
ontvangen en tevens berichten met afbeeldingen ontvangen
(netwerkdienst).
Voordat u een tekstbericht of e-mailbericht via SMS kunt verzenden,
moet u het nummer van de berichtencentrale opslaan. Zie
Berichtinstellingen op pagina 43.
Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en
abonnementsmogelijkheden van de dienst voor e-mail via SMS. Zie
Gegevens opslaan op pagina 48 voor meer informatie over het opslaan
van e-mailadressen in Contacten.
Met uw apparaat kunnen tekstberichten worden verzonden die langer zijn dan de
tekenlimiet voor één bericht. Langere berichten worden verzonden als twee of
meer berichten. Uw serviceprovider kan hiervoor de desbetreffende kosten in
rekening brengen. Tekens met accenten of andere symbolen en tekens in
sommige taalopties zoals het Chinees, nemen meer ruimte in beslag waardoor
het aantal tekens dat in één bericht kan worden verzonden, wordt beperkt.
Een indicator boven in het scherm geeft het totale aantal resterende
tekens aan en het aantal berichten dat nodig is voor de verzending
ervan. 673/2 betekent bijvoorbeeld dat er 673 tekens resteren en dat het
bericht in twee gedeelten wordt verzonden.
Berichten invoeren en verzenden
1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > SMS-bericht.
2. Voer één of meer telefoonnummers of e-mailadressen in het veld
Aan: in. Als u een telefoonnummer of e-mailadres wilt ophalen uit
het geheugen, selecteert u Toevoeg..
Berichten
30
3. Als u een e-mailbericht via SMS wilt verzenden, voert u een
onderwerp in het veld Onderwerp: in.
4. Typ uw bericht in het veld Bericht:. in.
5. Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden. Zie Berichten
verzenden op pagina 32.
Berichten lezen en beantwoorden
1. Als u het ontvangen bericht wilt bekijken, selecteert u Tonen.
Selecteer Uit als u het bericht later wilt bekijken.
Als u het bericht later wilt lezen, selecteert u Menu > Berichten >
Inbox.
2. Als u een bericht wilt beantwoorden, selecteert u Beantw. en het
berichttype.
3. Voer het antwoord in.
4. Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden. Zie Berichten
verzenden op pagina 32.
Multimediabericht
Opmerking: Alleen compatibele apparaten die deze functie
ondersteunen, kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven.
De manier waarop een bericht wordt weergegeven, kan verschillen,
afhankelijk van het ontvangende apparaat.
Een multimediabericht kan een aantal bijlagen bevatten.
Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en
abonnementsmogelijkheden van multimediaberichten (MMS,
netwerkdienst). Zie Berichtinstellingen op pagina43.
Berichten invoeren en verzenden
Het draadloze netwerk kan de omvang van multimediaberichten limiteren Als de
omvang van de ingevoegde afbeelding de limiet overschrijdt, kan de afbeelding
door het apparaat worden verkleind zodat deze via MMS kan worden verzonden.
1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Multimedia.
Berichten
31
2. Schrijf het bericht. Als u een bestand wilt toevoegen, selecteert u
Invoegn en dan één van de beschikbare opties.
3. U kunt het bericht bekijken voordat u het verzendt door de optie
Opties > Bekijken te selecteren.
4. Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden. Zie Berichten
verzenden op pagina 32.
5. Voer één of meer telefoonnummers of e-mailadressen in het veld
Aan: in. Als u een telefoonnummer of e-mailadres wilt ophalen uit
het geheugen, selecteert u Toevoeg..
6. Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden. Zie Berichten
verzenden op pagina 32.
Multimedia plusberichten invoeren en verzenden
Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten limiteren Als de
omvang van de ingevoegde afbeelding de limiet overschrijdt, kan de afbeelding
door het apparaat worden verkleind zodat deze via MMS kan worden verzonden.
Aan een multimedia plusbericht kan iedere content worden toegevoegd.
Zulke content kan bestaan uit afbeeldingen, videoclips,
geluidsfragmenten, visitekaartjes, agendanotities, thema's, streaming
links of zelfs niet-ondersteunde bestanden (zoals bestanden die via
e-mail zijn ontvangen).
1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Multimedia plus.
2. Voer één of meer telefoonnummers of e-mailadressen in het veld
Aan: in. Als u een telefoonnummer of e-mailadres wilt ophalen uit
het geheugen, selecteert u Toevoeg..
3. Voer een onderwerp en het bericht in.
4. Als u een bestand wilt toevoegen, selecteert u Invoegen en dan één
van de beschikbare opties.
5. U kunt het bericht bekijken voordat u het verzendt door de optie
Opties > Bekijken te selecteren.
6. Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden. Zie Berichten
verzenden op pagina 32.
Berichten
32
Berichten verzenden
Auteursrechtbescherming kan meebrengen dat bepaalde afbeeldingen, muziek
(inclusief beltonen) en andere inhoud niet mogen worden gekopieerd, gewijzigd,
overgedragen of doorgestuurd.
Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden. Het bericht wordt
opgeslagen in de map Outbox en het verzenden wordt gestart.
Opmerking: Wanneer u een bericht verzendt, wordt de
voortgangsindicator weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat
het bericht is verzonden naar het nummer van de berichtencentrale dat
in het apparaat is geprogrammeerd. Dit is geen indicatie dat het bericht
is aangekomen op de doellocatie. Raadpleeg uw serviceprovider voor
meer informatie over berichtdiensten.
Als het verzenden van het bericht wordt onderbroken, probeert de
telefoon de verzending enkele malen te hervatten. Als deze pogingen
mislukken, blijft het bericht in de map Outbox staan. Als u de verzending
van een multimediabericht in de map Outbox wilt annuleren, bladert u
naar het betreffende bericht en selecteert u Opties > Verz. annuleren.
Berichten lezen en beantwoorden
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Objecten
in multimediaberichten kunnen schadelijke software bevatten of
anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC.
1. Als u het ontvangen bericht wilt bekijken, selecteert u Tonen.
Selecteer Uit als u het bericht later wilt bekijken.
2. Als u het hele bericht wilt weergeven als dit een presentatie bevat,
selecteert u Spelen.
Als u de bestanden in de presentatie of de bijlage wilt bekijken,
selecteert u Opties > Objecten of Bijlagen.
3. Als u het bericht wilt beantwoorden, selecteert u Opties >
Antwoorden en het berichttype.
4. Voer het antwoord in.
5. Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden. Zie Berichten
verzenden op pagina 32.
Berichten
33
Kaarten
Met de kaartberichtendienst (netwerkdienst) kunt u kaarten met een
afbeelding en een begroeting maken en verzenden. De kaart wordt naar
de serviceprovider verzonden als multimediabericht. De serviceprovider
drukt de kaart af en stuurt deze afdruk naar het postadres dat in het
bericht is aangegeven. MMS moet zijn geactiveerd om deze dienst te
kunnen gebruiken.
Voordat u de kaartdienst kunt gebruiken, moet u zich op deze dienst abonneren.
Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid,
kosten en abonnementsmogelijkheden voor deze dienst.
Als u een briefkaart wilt verzenden, selecteert u Menu > Berichten >
Bericht maken > Briefkaart. Vul het adres in, velden aangegeven met *
moeten verplicht worden ingevuld. Blader naar het afbeeldingenveld en
selecteer Invoegn en dan een afbeelding van de galerij, of Nieuwe
afbeelding om een nieuwe afbeelding in te voegen. Schrijf vervolgens de
begroeting. Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden.
Flitsberichten
Flitsberichten zijn berichten die direct na ontvangst worden
weergegeven. Flitsberichten worden niet automatisch opgeslagen.
Berichten invoeren
Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Flitsbericht. Voer het
telefoonnummer van de ontvanger in en voer dan het bericht in. Als u
knipperende tekst wilt hebben, selecteert u Opties > Voeg flitsteken in.
De tekst na de markering knippert. Als u het gedeelte knipperende tekst
wilt afsluiten, voegt u een tweede markering in.
Berichten ontvangen
Een ontvangen flitsbericht kunt u herkennen aan de tekst Bericht: gevolgd
door de eerste woorden van het bericht. Selecteer Lezen om het bericht te
lezen. Als u nummers en adressen uit het huidige bericht wilt overnemen,
selecteert u Opties > Gebruik gegev.. Als u het bericht wilt opslaan,
selecteert u Opslaan en de map waarin u het bericht wilt opslaan.
Berichten
34
Nokia Xpress-audioberichten
U kunt de MMS gebruiken om op een eenvoudige manier een
audiobericht te maken en te verzenden. MMS moet zijn geactiveerd
voordat u audioberichten kunt gebruiken.
Een bericht maken
1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Audiobericht. De
recorder wordt geopend. Zie Recorder op pagina 80 voor informatie
over het gebruiken van de recorder.
2. Spreek uw bericht in.
3. Voer één of meer telefoonnummers in het veld Aan: in, of selecteer
Toevoeg. om een nummer op te halen.
4. Selecteer Verzend. om het bericht te verzenden.
Een bericht beluisteren
Als u een ontvangen audiobericht wilt beluisteren, selecteert u Spelen;
of als u meerdere berichten hebt ontvangen, selecteert u Tonen >
Spelen. Selecteer Uit als u het bericht later wilt beluisteren.
Geheugen vol
Als een nieuw bericht is binnengekomen terwijl het berichtengeheugen
vol is, wordt de tekst Geheugen vol. Kan geen berichten ontv.
weergegeven. Als u oude berichten wilt verwijderen, selecteert u OK >
Ja en selecteert u de map. Ga naar het gewenste bericht en selecteer
Verwdrn. Als u meerdere berichten wilt verwijderen, selecteert u
Markeer. Markeer alle berichten die u wilt verwijderen en selecteer
Opties > Gemark. verwdrn.
Mappen
Ontvangen berichten worden opgeslagen in de map Inbox.
Berichten die nog niet verzonden zijn, worden opgeslagen in de map
Outbox.
Berichten
35
Zie Verzonden berichten opslaan in Algemene instellingen op pagina 43
voor meer informatie over het instellen dat verzonden berichten moeten
worden opgeslagen in de map Verzonden items.
Als u berichten die u hebt ingevoerd en opgeslagen in de map Concepten
wilt bewerken en verzenden, selecteert u Menu > Berichten >
Concepten.
U kunt uw berichten verplaatsen naar de map Opgeslagen items. Als u
uw Opgeslagen items wilt indelen in submappen, selecteert u Menu >
Berichten > Opgeslagen items. Als u een map wilt toevoegen, selecteert
u Opties > Map toevoegen. Als u een map wilt verwijderen of
hernoemen, gaat u naar de gewenste map en selecteert u Opties > Map
verwijderen of Map hernoemen.
De telefoon beschikt over sjablonen. Als u een nieuwe sjabloon wilt
maken, kunt u een bericht als sjabloon opslaan. Als u de lijst met
sjablonen wilt openen, selecteert u Menu > Berichten > Opgeslagen
items > Sjablonen.
E-mailtoepassing
De e-mailtoepassing maakt gebruik van een GPRS-verbinding
(netwerkdienst) zodat u met de telefoon toegang hebt tot uw
e-mailaccount. Deze e-mailtoepassing is niet hetzelfde als de SMS
e-mailfunctie. Om de e-mailfunctie van de telefoon te kunnen
gebruiken, hebt u een compatibel e-mailsysteem nodig.
U kunt met de telefoon e-mail invoeren, verzenden en lezen. De telefoon
ondersteunt POP3- en IMAP4-e-mailservers.
Voordat u e-mail kunt verzenden en ontvangen, moet u een nieuwe
e-mailaccount aanvragen of gebruik uw huidige account. Neem contact
op met uw e-mailprovider voor informatie over de beschikbaarheid van
uw e-mailaccount.
Controleer uw e-mailinstellingen bij uw e-mailprovider. Het is mogelijk
dat u de configuratie-instellingen voor e-mail ontvangt als een
configuratiebericht. Zie Dienst voor configuratie-instellingen op
pagina 11.
Berichten
36
U kunt de e-mailinstellingen activeren door Menu > Berichten >
Berichtinstellingen > E-mailberichten te selecteren. Zie E-mailberichten
op pagina 46.
Deze toepassing ondersteunt geen toetsgeluiden.
De instellingenwizard
De instellingenwizard wordt automatisch gestart als er in de telefoon
geen e-mailinstellingen zijn ingesteld. Als u de instellingen handmatig
wilt invoeren, selecteert u Menu > Berichten > E-mail > Opties >
Accounts beheren > Opties > Nieuw.
U kunt de optie Accounts beheren gebruiken als u e-mailinstellingen
wilt toevoegen, verwijderen en wijzigen.
E-mail invoeren en verzenden
U kunt uw e-mailbericht schrijven voordat u verbinding met de
e-mailservice maakt. U kunt echter ook eerst verbinding met de service
maken en daarna pas uw e-mailbericht schrijven en verzenden.
1. Selecteer Menu > Berichten > E-mail > Nieuwe e-mail.
2. Als u meer dan één e-mailaccount hebt ingesteld, selecteert u de
account die u voor het verzenden van het e-mailbericht wilt
gebruiken.
3. Voer het e-mailadres van de ontvanger, het onderwerp en het
e-mailbericht in. Als u een bestand van de Galerij wilt toevoegen,
selecteert u Opties > Bestand toev..
4. Als u de e-mail wilt verzenden, selecteert u Verzend. > Nu
verzenden.
Als u de e-mail wilt opslaan in de map Outbox om deze later te
verzenden, selecteert u Verzend. > Later verzenden.
Als u uw e-mailbericht later wilt bewerken of voltooien, selecteert u
Opties > Opsl. als concept. Het e-mailbericht wordt opgeslagen in
Outboxen > Concepten.
Als u het e-mailbericht later wilt verzenden, selecteert u Menu >
Berichten > E-mail > Opties > Nu verzenden of E-mail verz./ontv..
Berichten
37
E-mailberichten downloaden
1. Als u e-mailberichten die naar uw e-mailaccount zijn verzonden, wilt
downloaden, selecteert u Menu > Berichten > E-mail > Controle op
e-mail.
Als u meer dan één e-mailaccount hebt gedefinieerd, selecteert u de
account waarvan u de e-mailberichten wilt downloaden.
De e-mailtoepassing downloadt eerst de berichtkoppen.
2. Selecteer Terug > Inboxen, de accountnaam en het nieuwe bericht
en selecteer vervolgens Ophalen om het volledige e-mailbericht te
downloaden.
Als u nieuwe e-mailberichten wilt downloaden en als u berichten die in
de map Outbox zijn opgeslagen, selecteert u Opties > E-mail verz./ontv..
E-mailberichten lezen en beantwoorden
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Objecten
in e-mailberichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins
schadelijk zijn voor uw apparaat of PC.
1. Selecteer Menu > Berichten > E-mail > Inboxen, de accountnaam
en het gewenste bericht.
2. Als u een e-mailbericht wilt beantwoorden, selecteert u Beantw. >
Oorspr. tekst of Leeg bericht. Als u uw antwoord ook aan de andere
geadresseerden wilt sturen, selecteert u Opties > Allen beantw..
Bevestig of wijzig het e-mailadres en het onderwerp en voer uw
antwoord in.
3. Als u het bericht wilt verzenden, selecteert u Verzend. > Nu
verzenden.
E-mailmappen
De telefoon slaat e-mailberichten die u vanaf uw e-mailaccount hebt
gedownload op in de map Inboxen. De map Inboxen bevat de volgende
mappen: “Accountnaam” voor inkomende e-mailberichten, Archiveren
voor het archiveren van e-mailberichten, Aangepast 1Aangepast 3
voor het sorteren van e-mailberichten, Ongewenst voor het opslaan van
Berichten
38
alle spame-mailberichten, Concepten voor het opslaan van onvoltooide
e-mailberichten, Outbox voor het opslaan van e-mailberichten die niet
zijn verzonden en Verzonden items voor het opslaan van
e-mailberichten die zijn verzonden.
Als u de mappen en hun inhoud wilt beheren, selecteert u Opties zodat
de beschikbare opties voor de afzonderlijke mappen worden
weergegeven.
Spamfilter
Als u een spamfilter wilt inschakelen en instellen, selecteert u Opties >
Spamfilter > Instellingen in het hoofdscherm voor e-mail. Het
spamfilter biedt u de mogelijkheid om specifieke afzenders op een
zwarte lijst of op een witte lijst te plaatsen. Berichten van afzenders die
aan de zwarte lijst zijn toegevoegd, worden uitgefilterd en opgeslagen
in de map Ongewenst. Berichten van onbekende afzenders en van
afzenders die aan de witte lijst zijn toegevoegd, worden gedownload
naar de inbox voor uw account. Als u een afzender aan de zwarte lijst
wilt toevoegen, selecteert u het desbetreffende e-mailbericht in de map
Inboxen en vervolgens selecteert u Opties > Afz. op zwarte lijst.
Chatberichten
Met chatberichten (IM) (netwerkdienst) kunt u korte, simpele teksten
naar online gebruikers verzenden. U moet zich abonneren op een dienst
en zich bij de gewenste chatdienst registreren. Neem voor meer
informatie over het registeren voor een chatdienst contact op met uw
serviceprovider.
Zie Verbindingsinstell. in Toegang op pagina 38 voor informatie over het
definiëren van de juiste instellingen voor de chatdienst. De
pictogrammen en tekst op het scherm zijn afhankelijk van de chatdienst.
Opmerking: Afhankelijk van uw chatdienst hebt u mogelijk niet tot alle
functies toegang die in deze handleiding worden beproken.
Toegang
Selecteer Menu > Berichten > Chatberichten. Chatberichten kan door
een andere term worden vervangen afhankelijk van de serviceprovider.
Berichten
39
Als er meerdere sets met verbindingsinstellingen voor de chatdienst
beschikbaar zijn, kiest u de gewenste set. Maak uw keuze uit de
volgende opties:
Aanmelden — om verbinding te maken met de chatdienst. Als u de
telefoon zo wilt instellen dat er automatisch verbinding wordt gemaakt
met de chatdienst wanneer u de telefoon aanzet, selecteert u tijdens het
aanmelden de optie Autom. aanmldn: >Aan, of u selecteert Menu >
Berichten > Chatberichten, maakt verbinding met de chatdienst en
selecteert Opties > Instellingen > Automatisch aanmelden > Aan.
Opgeslagen conv. — om de chatberichten die u tijdens een sessie hebt
opgeslagen, te bekijken, te verwijderen of een andere naam te geven.
Verbindingsinstell. — om de instellingen voor chatberichten te
bewerken.
Verbinding maken
Als u verbinding wilt maken met de dienst, opent u het menu
Chatberichten, selecteert u de chatdienst als dit nodig is, en selecteert u
Aanmelden.
Selecteer Opties > Afmelden, als u de verbinding met de chatdienst wilt
verbreken.
Sessies
Als u bent verbonden met de dienst, wordt uw status, zoals deze bij
anderen wordt getoond, op een statusregel weergegeven: Status:
Online, Status: Bezet of Stat.: Offl. aang. — Als u uw status wilt wijzigen,
selecteert u Wijzigen.
Onder de statusregel worden drie mappen met contacten en hun status
weergegeven: Convers., Online en Offline. Als u een map wilt uitvouwen,
bladert u naar de desbetreffende map en vervolgens selecteert u
Uitvouw. (of druk op de pijl-rechts). Als u een map wilt samenvouwen,
selecteert u de desbetreffende map en vervolgens selecteert u Samenv.
(of druk op de pijl-links).
Conversaties — toont tijdens de actieve sessie de lijst met nieuwe en
gelezen chatberichten of chatuitnodigingen.
Berichten
40
duidt een nieuw groepsbericht aan.
duidt een gelezen groepsbericht aan.
duidt een nieuw chatbericht aan.
duidt een gelezen chatbericht aan.
duidt een uitnodiging aan.
De pictogrammen en tekst op het scherm zijn afhankelijk van de
chatdienst.
Online — toont het aantal contacten dat online is.
Offline — toont het aantal contacten dat offline is.
Als u een gesprek wilt starten, vouwt u de map Online of de map Offline
uit, vervolgens gaat u naar het contact met wie u wilt chatten en ten
slotte selecteert u Chatten. Als u een uitnodiging of een bericht wilt
beantwoorden, vouwt u de map Conversaties uit, vervolgens gaat u naar
het contact met wie u wilt chatten en ten slotte selecteert u Openen.
Zie Chatcontacten toevoegen op pagina 41 als u contacten wilt
toevoegen.
Groepen > Openbare groepen (wordt niet weergegeven als het netwerk
geen ondersteuning biedt voor groepen) — de lijst met bookmarks voor
openbare groepen weergeven die door de netwerkoperator of
serviceprovider wordt verstrekt. Als u een chatsessie met een groep wilt
starten, selecteert u de gewenste groep en vervolgens selecteert u
Deelnm.. Voer de schermnaam in die u tijdens het gesprek als uw alias
wilt gebruiken. Nadat u zich bij de groep hebt aangemeld, kunt u de
groepschatsessie starten. U kunt ook een privé-groep maken. Zie
Groepen op pagina 42.
Zoeken > Gebruikers of Groepen — om op telefoonnummer,
schermnaam, e-mailadres of naam te zoeken naar andere
chatgebruikers of openbare groepen in het netwerk. Als u Groepen
selecteert, kunt u zoeken naar een groep op de naam van een groepslid,
op groepsnaam, op onderwerp of op ID.
Opties > Chatten of Aanmldn bij groep — het gesprek starten zodra u de
gewenste gebruiker of groep hebt gevonden.
Berichten
41
Een uitnodiging accepteren of afwijzen
Als u een chatuitnodiging ontvangt, selecteert u Lezen om deze te lezen.
Als u meerdere chatuitnodigingen hebt ontvangen, selecteert u een
uitnodiging en dan Openen. Als u wilt deelnemen aan een privé-
groepsgesprek selecteert u Accept. en vervolgens voert u de schermnaam
in die u als uw alias wilt gebruiken. Selecteer Opties > Weigeren of
Verwijderen als u de uitnodiging wilt afwijzen of verwijderen.
Een chatbericht lezen
Als u een nieuw chatbericht ontvangt dat niet behoort tot een actieve
chatsessie, wordt de tekst Nieuw chatbericht weergegeven. Selecteer
Lezen om het bericht te lezen. Als u meerdere chatberichten hebt
ontvangen, selecteert u een bericht en dan Openen.
Nieuwe berichten die u tijdens een actieve chatsessie ontvangt, worden
bewaard in Chatberichten > Conversaties. Als u een bericht ontvangt
van iemand die niet in Chatcontacten is opgenomen, wordt de ID van de
afzender weergegeven. Als u een nieuw contact wilt opslaan dat nog
niet in het telefoongeheugen is opgenomen, selecteert u Opties >
Contact opslaan.
Deelnemen aan een chatsessie
Als u aan een chatsessie wilt deelnemen of er één wilt starten, voer dan
de tekst in, en selecteer Verzend..
Als u tijdens een chatsessie een nieuw bericht ontvangt van iemand die
niet bij de huidige chatsessie is betrokken, wordt weergegeven en
klinkt er een waarschuwingssignaal.
Voer de tekst in en selecteer Verzend.. Uw bericht wordt weergegeven
en het antwoordbericht wordt eronder weergegeven.
Chatcontacten toevoegen
Selecteer als u met de chatdienst bent verbonden, in het hoofdmenu
voor chatberichten Opties > Contact toev. > Op mobiel nummer, ID
handm. opgev., Zoeken op server of Kopiëren van serv. (afhankelijk van de
serviceprovider).
Blader naar een contact. Als u een gesprek wilt starten, selecteert u
Chatten.
Berichten
42
Berichten blokkeren of vrijgeven
Als u tijdens een gesprek berichten wilt blokkeren, selecteert u Opties >
Contact blokkeren.
Als u berichten van een specifiek contact in uw lijst met contacten wilt
blokkeren, bladert u naar het contact in Conversaties, Online, of Offline
en vervolgens selecteert u Opties > Contact blokkeren > OK.
Als u een contact wilt vrijgeven, selecteert u in het hoofdmenu voor
chatberichten Opties > Blokkeerlijst. Blader naar het contact dat u wilt
vrijgeven en selecteer Deblokk. > OK.
Groepen
U kunt de openbare groepen gebruiken die door de serviceprovider zijn
ingesteld of privé-groepen voor een chatsessie instellen.
Openbaar
U kunt bookmarks aanbrengen voor openbare groepen die door uw
serviceprovider worden onderhouden. Maak verbinding met de
chatdienst en selecteer Groepen > Openbare groepen. Selecteer een
groep en dan Deelnm.. Als u geen deel uitmaakt van de groep, voert u
uw schermnaam in als uw alias voor de groep. Als u een groep uit uw
lijst wilt verwijderen, selecteert u Opties > Groep verwijderen.
Als u naar een groep wilt zoeken, selecteert u Groepen > Openbare
groepen > Groepen zoeken.
Besloten
Maak verbinding met de chatdienst en selecteer in het hoofdmenu
Opties > Groep maken. Voer de schermnaam in die u tijdens het gesprek
als uw alias wilt gebruiken. Markeer de leden van de privé-groep in de
lijst met contacten en voer een uitnodiging in.
Spraakberichten
Voicemail is een netwerkdienst, waarop u zich mogelijk eerst moet
abonneren. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer
informatie.
Als u uw voicemail wilt beluisteren, selecteert u Menu > Berichten >
Voicemails > Luisteren naar voicemail. Selecteer Nummer voicemailbox
om het nummer van uw voicemail in te voeren, op te slaan of te wijzigen.
Berichten
43
Als dit door het netwerk wordt ondersteund, geeft het pictogram
aan dat nieuwe voicemailberichten zijn ontvangen. Selecteer Luister om
uw berichten te beluisteren.
Informatieberichten
U kunt berichten over verschillende onderwerpen van uw
serviceprovider ontvangen (netwerkdienst). Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie. Selecteer Menu > Berichten >
Informatieberichten en daarna één van de volgende opties:
Dienstopdrachten
Vanuit dit submenu maakt en verzendt u serviceaanvragen (USSD-
opdrachten) naar de netwerkoperator. Dit kunnen bijvoorbeeld
activeringsopdrachten voor netwerkdiensten zijn. Selecteer Menu >
Berichten > Dienstopdrachten.
Berichten verwijderen
Als u berichten wilt verwijderen, selecteert u Menu > Berichten >
Berichten verwijderen > Per bericht om afzonderlijke berichten te
verwijderen, Per map om alle berichten in een specifieke map te
verwijderen of Alle berichten.
SIM-berichten
SIM-berichten zijn tekstberichten die op uw SIM-kaart worden
opgeslagen. U kunt deze berichten kopiëren of verplaatsen van de SIM
naar het geheugen van de telefoon, maar niet andersom. Als u SIM-
berichten wilt lezen, selecteert u Menu > Berichten > Opties > SIM-
berichten.
Berichtinstellingen
Algemene instellingen
Algemene instellingen gelden voor tekst- en multimediaberichten.
Selecteer Menu > Berichten > Berichtinstellingen > Algem. instellingen
en daarna één van de volgende opties:
Berichten
44
Verzonden berichten opslaan > Ja — als u wilt instellen dat verzonden
berichten moeten worden opgeslagen in de map Verzonden items.
Overschrijven in Verzonden items > Toegestaan — om in te stellen dat
oude berichten worden overschreven door nieuwe berichten wanneer
het berichtengeheugen vol is. Deze instelling wordt alleen weergegeven
als u Verzonden berichten opslaan > Ja instelt.
Lettergrootte — om de lettergrootte in te stellen die voor berichten moet
worden gebruikt.
Grafische smileys > Ja — als u op tekens gebaseerde smileys wilt
vervangen door grafische smileys.
Tekstberichten
De tekstberichtinstellingen hebben invloed op de wijze waarop SMS- en
e-mailberichten worden verzonden, ontvangen en weergegeven.
Selecteer Menu > Berichten > Berichtinstellingen > Tekstberichten en
daarna één van de volgende opties:
Afleveringsrapporten > Ja om het netwerk te vragen
afleveringsrapporten van uw berichten te verzenden (netwerkdienst).
Berichtencentrales > Centrale toevgn — om het telefoonnummer en de
naam in te stellen van de berichtencentrale voor het verzenden van
tekstberichten. Dit nummer krijgt u van uw serviceprovider.
Berichtencentrale in gebruik — om de berichtencentrale te selecteren
die u gebruikt.
E-mailberichtencentrales > Centrale toevgnom het telefoonnummer
en de naam in te stellen van de berichtencentrale voor het verzenden
van e-mailberichten.
E-mailcentrale in gebruik — om de SMS e-mailcentrale te selecteren die
u gebruikt.
Geldigheid van berichten — om in te stellen hoe lang het netwerk moet
proberen uw bericht af te leveren.
Berichten verzenden als — om de indeling van de te verzenden berichten
in te stellen: Tekst, Semafoonoproep of Fax (netwerkdienst).
Berichten
45
Packet-gegevens gebruiken > Ja — om GPRS in te stellen als de
gewenste SMS-drager.
Tekenondersteuning > Volledig — om in te stellen dat alle tekens in de
verstuurde berichten zichtbaar zijn. Als u Beperkt selecteert, worden
tekens met accenten en andere markeringen mogelijk geconverteerd
naar andere tekens.
Antwoord via zelfde centrale > Ja — om de ontvanger van uw bericht de
mogelijkheid te bieden om u via dezelfde berichtencentrale een
antwoord toe te sturen (netwerkdienst).
Multimediaberichten
De berichtinstellingen hebben invloed op de wijze waarop de
multimediaberichten worden verzonden, ontvangen en weergegeven.
Het is mogelijk dat u de configuratie-instellingen voor
multimediaberichten ontvangt als configuratiebericht. Zie Dienst voor
configuratie-instellingen op pagina 11. U kunt de instellingen ook
handmatig invoeren. Zie Configuratie op pagina 67.
Selecteer Menu > Berichten > Berichtinstellingen > Multimediaber. en
daarna één van de volgende opties:
Afleveringsrapporten > Ja — om het netwerk te vragen
afleveringsrapporten van uw berichten te verzenden (netwerkdienst).
Afb.formaat (multimedia plus) — om de afbeeldingsgrootte in
multimedia plusberichten in te stellen.
Afbeeldingsformaat (multimedia) — om de afbeeldingsgrootte in
multimediaberichten in te stellen.
Standaard timing dia's — om de standaardtijd te selecteren tussen dia's
in multimediaberichten.
Ontvangst multimedia toestaan > Ja of Nee — om multimediaberichten
te ontvangen of blokkeren. Als u In eigen netwerk selecteert, kunt u geen
multimediaberichten ontvangen wanneer u zich buiten het bereik van
uw eigen netwerk bevindt. Doorgaans is In eigen netwerk de
standaardinstelling van de multimediaberichtendienst. De
beschikbaarheid van dit menu is afhankelijk van de telefoon.
Berichten
46
Inkomende multimediaberichten — om in te stellen dat
multimediaberichten automatisch of handmatig na bevestiging worden
ontvangen of worden geweigerd. Deze instelling wordt niet
weergegeven als de optie Ontvangst multimedia toestaan is ingesteld op
Nee.
Advertenties toestaan — om advertenties te ontvangen of te weigeren.
Deze instelling wordt niet weergegeven als de optie Ontvangst
multimedia toestaan is ingesteld op Nee of Configuratie-instellingen is
ingesteld op Weigeren.
Configuratie-instellingen > Configuratie — Alleen de configuraties die
streaming ondersteunen, worden weergegeven. Selecteer een
serviceprovider, Standaard of Pers. configuratie voor
multimediaberichten. Selecteer Account en een MMS-account die is
opgenomen in de actieve configuratie-instellingen.
E-mailberichten
De instellingen hebben invloed op de wijze waarop e-mailberichten
worden verzonden, ontvangen en weergegeven. Het is mogelijk dat u de
instellingen ontvangt als configuratiebericht. Zie Dienst voor
configuratie-instellingen op pagina 11. U kunt de instellingen ook
handmatig invoeren. Zie Configuratie op pagina 67.
Selecteer Menu > Berichten > Berichtinstellingen > E-mailberichten en
daarna één van de volgende opties:
Configuratie — selecteer de set die u wilt activeren.
Account — selecteer een account die door de serviceprovider wordt
verstrekt.
Mijn mailnaam — voer uw naam of alias in.
E-mailadres — voer uw e-mailadres in.
Aanmeldingsgegevens — om gegevens in te voeren volgens het
servertype
Inkomende mailinstellingen — om het maximum aantal e-mails in te
stellen dat kan worden ontvangen.
Berichten
47
Instell. uitgaande mail (SMTP) — om SMTP (simple mail transfer
protocol)-gegevens in te voeren en om opties in te stellen die worden
gebruikt bij het verzenden van e-mails.
Terminalvenster tonen > Ja — als u een handmatige
gebruikersverificatie voor intranetverbindingen wilt uitvoeren.
Contacten
48
7. Contacten
U kunt namen en nummers (contacten) opslaan in het
geheugen van de telefoon en het geheugen van de SIM-kaart.
In het telefoongeheugen kunnen contacten worden opgeslagen met
extra details, zoals diverse telefoonnummers en tekstitems. U kunt ook
een afbeelding opslaan voor een beperkt aantal contacten.
In het SIM-kaartgeheugen kunnen namen worden opgeslagen met één
bijbehorend telefoonnummer. De contacten die in het SIM-
kaartgeheugen zijn opgeslagen, worden aangegeven door .
Zoeken naar een contact
Selecteer Menu > Contacten > Namen. Blader door de lijst met
contacten of voer de eerste tekens in van de naam die u zoekt.
Namen en telefoonnummers opslaan
Namen en nummers worden opgeslagen in het actieve geheugen. Als u
een naam en een telefoonnummer wilt opslaan, selecteert u Menu >
Contacten > Namen > Opties > Nieuw contact.
Gegevens opslaan
In het telefoongeheugen kunt u verschillende typen telefoonnummers,
een toon of videoclip en korte tekstitems voor een contact opslaan.
Het eerste nummer dat u opslaat, wordt automatisch ingesteld als het
standaardnummer. Dit nummer wordt aangeduid met een kader om de
nummertype-indicator, bijvoorbeeld . Wanneer u een naam in de
lijst met contacten selecteert, bijvoorbeeld om te bellen, wordt
automatisch het standaardnummer gekozen, tenzij u een ander nummer
selecteert.
Zorg ervoor dat het gebruikte geheugen Telefoon of Telefoon en SIM is.
Zie Instellingen op pagina50.
Contacten
49
Zoek het contact waaraan u een gegeven wilt toevoegen en selecteer
Gegev. > Opties > Info toevoegen. Selecteer één van de beschikbare
opties.
Contacten kopiëren of verplaatsen
Als u contacten van het telefoongeheugen naar het SIM-kaartgeheugen
en omgekeerd wilt kopiëren of verplaatsen, selecteert u Menu >
Contacten > Namen. Selecteer het contact dat u wilt kopiëren of
verplaatsen, en dan Opties > Contact kopiëren of Contact verpltsn.
Als u meerdere contacten wilt kopiëren of verplaatsen, selecteert u het
eerste contact dat u wilt kopiëren of verplaatsen, en dan Opties >
Markeren. Markeer de andere contacten en selecteer dan Opties >
Gemark. kopiëren of Gemark. verpltsen.
Als u alle contacten van het telefoongeheugen naar het SIM-
kaartgeheugen en omgekeerd wilt kopiëren of verplaatsen, selecteert u
Menu > Contacten > Contacten kopiëren of Contacten verplaatsen.
In het SIM-kaartgeheugen kunnen namen worden opgeslagen met één
bijbehorend telefoonnummer.
Contactgegevens bewerken
Zoek het contact en selecteer Gegev.. Als u een naam, nummer, of
tekstitem wilt bewerken of een afbeelding wilt wijzigen, selecteert u
Opties > Bewerken. Als u een ander nummertype wilt gebruiken, gaat u
naar het gewenste nummer en selecteert u Opties > Type wijzigen. Als u
het geselecteerde nummer wilt instellen als standaardnummer,
selecteert u Als standaard.
Alles synchroniseren
Synchroniseer uw agenda, contactgegevens, en notities met een externe
internetserver (netwerkdienst). Zie Synchroniseren vanaf een server
p. 63 voor details.
Contacten
50
Contacten verwijderen
Als u alle contacten en bijbehorende gegevens uit het telefoongeheugen
of het SIM-kaartgeheugen wilt verwijderen, selecteert u Menu >
Contacten > Alle contctn verwijderen > Uit tel.geheugen of Van SIM-
kaart.
Als u een contact wilt verwijderen, gaat u naar het betreffende contact
en selecteert u Opties > Verwijder contact.
Als u een nummer, tekstitem of afbeelding wilt verwijderen dat aan het
contact is gekoppeld, gaat u naar het betreffende contact en selecteert
u Gegev.. Ga naar het gewenste gegevensitem en selecteer Opties >
Verwijderen, en selecteer één van de beschikbare opties.
Visitekaartjes
U kunt contactgegevens van een persoon als visitekaartje verzenden
naar, en ontvangen van, een compatibel apparaat dat de vCard-
standaard ondersteunt.
Als u een visitekaartje wilt verzenden, gaat u naar het contact waarvan
u de gegevens wilt verzenden, en selecteert u Gegev. > Opties > Visitek.
verzenden.
Als u een visitekaartje ontvangt, selecteert u Tonen > Opslaan om het
visitekaartje op te slaan in het telefoongeheugen. Als u het visitekaartje
wilt verwijderen, selecteert u Uit > Ja.
Instellingen
Selecteer Menu > Contacten > Instellingen en daarna één van de
volgende opties:
Actief geheugen om het SIM-kaart- of telefoongeheugen te
selecteren voor uw contacten. Selecteer Telefoon en SIM om namen en
nummers op te halen uit beide geheugens. Wanneer u in dat geval
namen en nummers opslaat, worden deze in het telefoongeheugen
opgeslagen.
Weergave Contacten — om in te stellen hoe de namen en nummers in de
lijst Contacten moeten worden weergegeven.
Contacten
51
Naamweergaveom in te stellen of de voor- of achternaam van het
contact als eerste moet worden weergegeven.
Lettergrootte — om de lettergrootte voor de lijst met contacten in te
stellen.
Geheugenstatus om de hoeveelheid gebruikt en vrij geheugen weer te
geven.
Groepen
Selecteer Menu > Contacten > Groepen om de in het geheugen
opgeslagen namen en nummers in te delen in bellergroepen met
verschillende beltonen en afbeeldingen.
Snelkeuze
Als u een nummer wilt toekennen aan een snelkeuzetoets, selecteert u
Menu > Contacten > Snelkeuze en gaat u naar het gewenste
snelkeuzenummer.
Selecteer Wijs toe als er nog geen nummer aan de toets is toegewezen
of Opties > Wijzigen als dit wel het geval is. Selecteer Zoeken en
vervolgens het contact dat u wilt toewijzen. Als de functie Snelkeuze is
uitgeschakeld, wordt gevraagd of u deze functie wilt activeren. Zie ook
Snelkeuze in Oproepen op pagina 64.
Zie Snelkeuze op pagina 23 voor meer informatie over het bellen met
behulp van snelkeuzetoetsen.
Informatienummers, dienstnummers en eigen
nummers
Selecteer Menu > Contacten en één van de volgende submenu's:
Infonummers om te bellen naar de informatienummers van uw
serviceprovider als deze op de SIM-kaart zijn opgeslagen
(netwerkdienst).
Dienstnummers — om te bellen naar de dienstnummers van uw
serviceprovider als deze op de SIM-kaart zijn opgeslagen
(netwerkdienst).
Contacten
52
Eigen nummers — om de telefoonnummers weer te geven die zijn
toegewezen aan de SIM-kaart, als deze op de SIM-kaart zijn
opgeslagen.
Oproepinfo
53
8. Oproepinfo
Oproepen die u hebt gemist, ontvangen en geplaatst, worden alleen
geregistreerd als het netwerk deze functie ondersteunt, de telefoon is
ingeschakeld en zich binnen het servicegebied van het netwerk bevindt.
Als u de gegevens van uw oproepen wilt bekijken, selecteert u Menu >
Logboek > Gemiste oproepen, Ontvangen oproepen of Gekozen
nummers. Als u de telefoonnummers van recent gemiste en ontvangen
oproepen wilt bekijken, selecteert u Oproeplog. Als u de contacten wilt
bekijken aan wie u recent een bericht hebt gestuurd, selecteert u
Berichtontvangers.
Als u de gegevens van recente oproepen wilt bekijken, selecteert u
Menu > Logboek > Gespreksduur, Packet-gegevensteller of Timer pckt-
gegev.verb..
Als u wilt bekijken hoeveel tekst- en multimediaberichten u hebt
verzonden en ontvangen, selecteert u Menu > Logboek >
Berichtenlogboek.
Opmerking: de uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor
oproepen en diensten kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties,
afrondingen, belastingen, enzovoort.
Sommige tijdmeters worden mogelijk opnieuw ingesteld bij
onderhoudswerkzaamheden of software-upgrades.
Positiegegevens
Het netwerk kan u een positieverzoek toezenden (netwerkdienst).
Informeer bij uw serviceprovider naar abonnementen en naar het
verstrekken van positiegegevens.
U kunt het positieverzoek accepteren of weigeren door Accept. of
Weiger te selecteren. Als u het verzoek misloopt, wordt het verzoek
automatisch geaccepteerd of geweigerd op basis van hetgeen u bent
overeengekomen met uw netwerkoperator of serviceprovider. Op het
scherm wordt 1 gemist positieverzoek weergegeven. U kunt het gemiste
positieverzoek bekijken door Tonen te selecteren.
Oproepinfo
54
Als u informatie over de tien laatste privé-meldingen en verzoeken wilt
weergeven of deze wilt verwijderen, selecteert u Menu > Logboek >
Positie-bepaling > Positielogboek > Map openen of Alles verwijderen.
Instellingen
55
9. Instellingen
Profielen
De telefoon heeft verschillende instellingsgroepen, ofwel profielen,
waarvoor u de telefoongeluiden voor verschillende gebeurtenissen en
omgevingen kunt instellen.
Selecteer Menu > Instellingen > Profielen, het gewenste profiel en
vervolgens één van de volgende opties:
Activeer om het geselecteerde profiel te activeren.
Aanpassen — om het profiel aan te passen. Selecteer de instelling die u
wilt wijzigen en breng de gewenste wijzigingen aan.
Tijdelijk — om het profiel in te stellen om een bepaalde tijd (maximaal
24 uur) actief te zijn, en om de gewenste eindtijd in te stellen. Wanneer
de ingestelde tijd voor het profiel verstrijkt, wordt het vorige profiel
(waarvoor geen tijd was ingesteld) geactiveerd.
Thema's
Een thema bevat elementen voor het aanpassen van uw telefoon.
Selecteer Menu > Instellingen > Thema's en daarna één van de
volgende opties:
Thema selecteren — om een thema in te stellen. Er wordt een lijst met
mappen in de Galerij weergegeven. Open de map Thema's en selecteer
een thema.
Themadownloads — om een lijst te openen met koppelingen voor het
downloaden van meer thema's.
Tonen
U kunt de tooninstellingen van het geselecteerde profiel wijzigen.
Selecteer Menu > Instellingen > Tonen. U vindt dezelfde instellingen
ook in het menu Profielen. Zie Aanpassen in Profielen op pagina 55.
Instellingen
56
Als u de telefoon alleen wilt laten overgaan wanneer oproepen worden
ontvangen van telefoonnummers die behoren tot een geselecteerde
bellergroep, selecteert u Waarschuwen bij. Ga naar de gewenste
bellergroep of naar Elke oproep en selecteer Markeer.
Selecteer Opties > Opslaan om de instellingen op te slaan of Annuleren
om de instellingen ongewijzigd te laten.
Als u het hoogste beltoonvolume selecteert, bereikt de beltoon na een paar
seconden het hoogste volume.
Weergave
Selecteer Menu > Instellingen > Weergave en daarna één van de
volgende opties:
Achtergrond — om de achtergrondafbeelding in standby-modus aan het
scherm toe te voegen.
Actief standby — om de modus actief standby in of uit te schakelen en
de modus actief standby in te delen en naar eigen wens aan te passen.
Lettertypekleur bij standby — om de kleur te selecteren voor de tekst op
het scherm wanneer de standby-modus actief is.
Navigatietoetspictogrammen — om de symbolen af te beelden van de
huidige navigatietoetssnelkoppelingen in de standby-modus wanneer
de modus actief standby is uitgeschakeld.
Animatie (schuiven) — om in te stellen dat een animatie wordt
weergegeven, en dat er een toon wordt afgespeeld als u de telefoon
opent en sluit, afhankelijk van het thema
Screensaver > Aan — om in te stellen dat de telefoon een screensaver
weergeeft. Als u meer screensavers wilt downloaden, selecteert u Graf.
downloads. Selecteer Timeout om de timeout in te stellen voor het
activeren van de screensaver.
Energiespaarstand om de energie van de batterij te sparen. De datum
en de digitale klok worden weergegeven als na een bepaalde tijd geen
enkele functie van de telefoon is gebruikt.
Lettergrootte — om de lettergrootte in te stellen voor het weergeven van
berichten, contacten en webpagina's.
Operatorlogo — om het operatorlogo weer te geven of te verbergen.
Instellingen
57
Celinformatie > Aan — om de celidentiteit weer te geven, indien deze
beschikbaar is in het netwerk.
Tijd en datum
U kunt de tijd, tijdzone en tijdnotatie wijzigen door Menu >
Instellingen > Tijd en datum > Tijd, Datum of Datum en tijd autom.
aanpassen (netwerkdienst) te selecteren.
Wanneer u naar een andere tijdzone reist, selecteert u Menu >
Instellingen > Tijd en datum > Tijd > Tijdzone en de tijdzone van uw
locatie uitgedrukt in tijdsverschil met GMT (Greenwich Mean Time) of
UTC (Universal Time Coordinated). De tijd en de datum worden
aangepast aan de tijdzone zodat de telefoon de juiste verzendtijd van
ontvangen tekst- of multimediaberichten kan weergeven. Zo geeft GMT
-5 de tijdzone aan voor New York (Verenigde Staten), 5 uur ten westen
van Greenwich/Londen (Verenigd Koninkrijk).
Snelkoppelingen
Met behulp van snelkoppelingen kunt u snel toegang krijgen tot de
telefoonfuncties die u het meest gebruikt.
Linkerselectietoets
U kunt in de lijst een functie selecteren door Menu > Instellingen >
Mijn snelkoppelingen > Linkerselect.toets te selecteren.
Wanneer de linkerselectietoets is ingesteld op Favor. en u een functie
wilt activeren, selecteert u in de standby-modus Favor. > Opties en
daarna één van de volgende opties:
Selectieopties — om een functie toe te voegen aan de lijst met
snelkoppelingen of eruit te verwijderen
Organiseren — om de functies voor uw persoonlijke lijst met
snelkoppelingen opnieuw in te delen
Rechterselectietoets
U kunt in de lijst een functie selecteren door Menu > Instellingen >
Mijn snelkoppelingen > Rechter selectietoets te selecteren.
Instellingen
58
Navigatietoets
Als u andere telefoonfuncties uit een voorgedefinieerde lijst wilt
toekennen aan de navigatietoets (bladertoets), selecteert u Menu >
Instellingen > Mijn snelkoppelingen > Navigatietoets.
Spraakopdrachten
U kunt bellen en telefoonfuncties uitvoeren door spraakopdrachten uit
te spreken. Spraakopdrachten zijn taalgevoelig. Voor informatie over het
instellen van de taal, zie Taal voor spraakherkenning in Telefoon op
pagina 65.
U kunt als volgt de telefoonfuncties selecteren die u met een
spraakopdracht wilt activeren: selecteer Menu > Instellingen > Mijn
snelkoppelingen > Spraakopdrachten en selecteer een map. Blader naar
een functie. geeft aan dat het spraaklabel is geactiveerd. Als u het
spraaklabel wilt activeren, selecteert u Toevoeg.. Als u de geactiveerde
spraakopdracht wilt beluisteren, selecteert u Afspelen. Zie Uitgebreide
spraakgestuurde nummerkeuze op pagina 23 voor informatie over het
gebruik van spraakopdrachten.
U kunt de spraakopdrachten beheren door naar een telefoonfunctie te
bladeren en één van de volgende opties te selecteren:
Bewerken of Verwijderen — om de spraakopdracht van de geselecteerde
functie te wijzigen of uit te schakelen.
Alles toevoegen of Alles verwijderen — om de spraakopdrachten voor
alle functies in de lijst met spraakopdrachten in of uit te schakelen.
Connectiviteit
U kunt de telefoon verbinden met een compatibel apparaat via een
draadloze Bluetooth-verbinding, infrarood of via een USB-
gegevenskabel. U kunt ook de instellingen definiëren voor EGPRS-
inbelverbindingen.
Draadloze Bluetooth-technologie
Dit apparaat voldoet aan de Bluetooth-specificatie 2.0 + EDR die de volgende
profielen ondersteunt: generic access, netwerktoegang, generic object exchange,
Instellingen
59
hands-free, headset, object push, file transfer, dial-up networking, SIM access en
serial port. Gebruik door Nokia goedgekeurde toebehoren voor dit model als u
verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met andere apparatuur die Bluetooth-
technologie ondersteunt. Informeer bij de fabrikanten van andere apparatuur
naar de compatibiliteit met dit apparaat.
Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het gebruik van Bluetooth-
technologie. Raadpleeg de lokale autoriteiten of serviceprovider voor meer
informatie.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie of als dergelijke functies
op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit
extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de batterij af.
Met behulp van Bluetooth-technologie kunt u de telefoon verbinden
met een compatibel Bluetooth-apparaat binnen een afstand van tien
meter. Omdat Bluetooth-apparaten gebruikmaken van radiogolven,
hoeven de telefoon en het andere apparaat zich niet in elkaars
gezichtsveld te bevinden, hoewel de verbinding storing kan ondervinden
van obstakels zoals muren of andere elektronische apparatuur.
Een Bluetooth-verbinding instellen
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth en daarna
één van de volgende opties:
Bluetooth > Aan of Uitom de Bluetooth-functie in of uit te
schakelen. geeft een actieve Bluetooth-verbinding aan.
Zoeken naar audiotoebehoren om te zoeken naar compatibele
Bluetooth-audioapparaten. Selecteer het apparaat dat u met de
telefoon wilt verbinden.
Gekoppelde apparaten — om te zoeken naar Bluetooth-apparaten die
binnen bereik zijn. Selecteer Nieuw om alle Bluetooth-apparaten weer
te geven die binnen bereik zijn. Selecteer een apparaat en dan Koppelen.
Voer het overeengekomen Bluetooth-wachtwoord van het apparaat in
(maximaal 16 tekens) om het apparaat af te stemmen op de telefoon. U
hoeft dit wachtwoord alleen op te geven wanneer u het apparaat voor
het eerst afstemt. De telefoon maakt verbinding met het apparaat en u
kunt met de overdracht van gegevens beginnen.
Instellingen
60
Draadloze Bluetooth-verbinding
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth. Selecteer
Actieve apparaten om te controleren welke Bluetooth-verbinding actief
is. Selecteer Gekoppelde apparaten om een lijst weer te geven met
Bluetooth-apparaten die op de telefoon zijn afgestemd.
Bluetooth-instellingen
U kunt instellen hoe uw telefoon kenbaar wordt gemaakt aan andere
Bluetooth-apparaten door Menu > Instellingen > Connectiviteit >
Bluetooth > Waarneembaarheid mijn telefoon of Naam van mijn
telefoon te selecteren.
Als u zich zorgen maakt over de beveiliging, kunt u de Bluetooth-functie
uitschakelen of Waarneembaarheid mijn telefoon op Verborgen instellen.
Accepteer altijd uitsluitend Bluetooth-communicatie van personen met wie
daarover overeenstemming hebt bereikt.
Infrarood
U kunt de telefoon instellen op het verzenden en ontvangen van
gegevens via de infraroodpoort naar of van een IRDA-compatibele
telefoon of IRDA-compatibel gegevensapparaat
Richt de IR-straal niet op andermans ogen en vermijd dat deze stoort met andere
IR-apparaten. Infraroodapparaten zijn Klasse 1 laserproducten.
Wanneer u gegevens verzendt of ontvangt via infrarood, moet u ervoor
zorgen dat de infraroodpoorten van het verzendende en het
ontvangende apparaat op elkaar gericht zijn en dat er zich geen
obstakels tussen deze apparaten bevinden.
Als u de IR-poort van uw telefoon wilt activeren of deactiveren,
selecteert u Menu > Instellingen > Connectiviteit > Infrarood.
Als de datatransmissie niet binnen 2 minuten na het activeren van de
infraroodpoort wordt gestart, wordt de verbinding verbroken en moet u
opnieuw beginnen.
Pictogram infraroodverbinding
Wanneer onafgebroken wordt weergegeven, is de
infraroodverbinding geactiveerd en is de telefoon gereed voor het
verzenden of ontvangen van gegevens via de infraroodpoort.
Instellingen
61
Wanneer knippert, wordt geprobeerd verbinding te maken met het
andere apparaat of is de infraroodverbinding verbroken.
Packet-gegevens
GPRS is een netwerkdienst waarmee mobiele telefoons gegevens
kunnen verzenden en ontvangen via een IP-netwerk (Internet Protocol).
Als u instellingen wilt opgeven voor het gebruik van de dienst, selecteert
u Menu > Instellingen > Connectiviteit > Packet-gegevens > Packet-
gegevensverbinding en daarna één van de volgende opties:
Wanneer nodig — om in te stellen dat de GPRS-verbinding tot stand
wordt gebracht wanneer een toepassing deze nodig heeft. De verbinding
wordt gesloten wanneer de toepassing wordt beëindigd.
Altijd online om de telefoon automatisch verbinding te laten maken
met een GPRS-netwerk wanneer de telefoon wordt ingeschakeld.
Modeminstellingen
U kunt de telefoon via draadloze Bluetooth-technologie of een USB-
kabelverbinding aansluiten op een compatibele pc en de telefoon
gebruiken als modem om een GPRS-verbinding via de pc in te schakelen.
U kunt de instellingen voor EGPRS-verbindingen vanaf uw pc opgeven
door Menu > Instellingen > Connectiviteit > Packet-gegevens >
Packet-gegevensinstellingen > Actief toegangspunt te selecteren en het
gewenste toegangspunt te activeren. Selecteer Actieve toegangspunt
bewerken > Packet-gegevenstoegangspunt, voer een naam in om de
instellingen van het toegangspunt te wijzigen, en selecteer OK.
Selecteer Packet-gegevenstoegangspunt, voer de naam van het
toegangspunt (APN) in om een verbinding met een netwerk tot stand te
brengen en selecteer OK.
U kunt de EGPRS-inbelinstellingen (naam van toegangspunt) ook
definiëren op de pc met behulp van de Nokia Modem Options-software.
Zie Nokia PC Suite op pagina 107. Als u de instellingen op zowel de pc
als de telefoon hebt gedefinieerd, worden de instellingen van de pc
gebruikt.
Instellingen
62
Gegevensoverdracht
U kunt uw agenda, contactgegevens en notities synchroniseren met een
ander compatibel apparaat (bijvoorbeeld een mobiele telefoon), een
compatibele pc of een externe internetserver (netwerkdienst).
Gegevensoverdracht met een compatibele pc of een ander compatibel
apparaat is ook mogelijk als de telefoon zonder SIM-kaart wordt
gebruikt.
Lijst met contacten voor overdracht
U kunt de gegevens van uw telefoon alleen kopiëren of synchroniseren als
de naam en de instellingen van het apparaat zijn opgenomen in de lijst
met contacten voor overdracht. Als u gegevens ontvangt van een ander
apparaat (bijvoorbeeld een compatibele mobiele telefoon), wordt het
bijbehorende overdrachtscontact automatisch aan de lijst toegevoegd, op
basis van de contactgegevens van het andere apparaat. Serversynchr. en
Computersync. zijn de oorspronkelijke items in de lijst.
Als u een nieuw overdrachtscontact (bijvoorbeeld een mobiele telefoon)
aan de lijst wilt toevoegen, selecteert u Menu > Instellingen >
Connectiviteit > Geg.overdracht > Opties > Contact toevgn >
Telefoonsynchr. of Telefoonkopie en geeft u de instellingen voor de
betreffende soort gegevensoverdracht op.
Als u de instellingen voor het kopiëren en synchroniseren van gegevens
wilt bewerken, selecteert u een contact in de lijst met contacten voor
overdracht en vervolgens Opties > Bewerken.
Als u een overdrachtscontact wilt verwijderen, selecteert u het
overdrachtscontact in de lijst en selecteert u Opties > Verwijderen.
Gegevensoverdracht met een compatibel apparaat
Gebruik voor synchronisatie draadloze Bluetooth-technologie of een
kabelverbinding. Het andere apparaat moet zijn geactiveerd voor
ontvangst van gegevens.
U start de gegevensoverdracht door Menu > Instellingen >
Connectiviteit > Geg.overdracht te selecteren. Vervolgens selecteert u
in de lijst het overdrachtscontact (Serversynchr. of Computersync.
kunnen niet worden gekozen). De geselecteerde gegevens worden op
basis van deze instellingen gekopieerd of gesynchroniseerd.
Instellingen
63
Synchroniseren vanaf een compatibele pc
Als u de gegevens van uw agenda, notities en contacten wilt
synchroniseren, moet u de software voor de Nokia PC Suite van uw
telefoon op de PC installeren. Gebruik draadloze Bluetooth-technologie
of een USB-gegevenskabel voor de synchronisatie en start de
synchronisatie vanaf de pc.
Synchroniseren vanaf een server
Als u een externe internetserver wilt gebruiken, moet u zich abonneren
op een synchronisatiedienst. Neem contact op met uw serviceprovider
voor informatie over en de instellingen voor deze dienst. Het is mogelijk
dat u de instellingen ontvangt als configuratiebericht. Zie Dienst voor
configuratie-instellingen op pagina 11 en Configuratie op pagina 67.
Als u de synchronisatie van uw telefoon wilt starten, selecteert u
Menu > Instellingen > Connectiviteit > Gegev.overdracht >
Serversynchr.. Selecteer Synchronisatie gestart of Kopiëren wordt
gestart, afhankelijk van de instellingen.
Het synchroniseren kan bij de eerste keer of na een onderbroken
synchronisatie wel 30 minuten duren voor het voltooid is.
USB-gegevenskabel
U kunt de USB-gegevenskabel gebruiken voor het overdragen van
gegevens tussen de telefoon en een compatibele pc of een printer die
PictBridge ondersteunt. U kunt de USB-kabel ook gebruiken met Nokia
PC Suite.
Als u de telefoon wilt activeren voor het overdragen van gegevens of het
afdrukken van een afbeelding, dan moet u de gegevenskabel aansluiten.
Bevestig USB-kabel aangesloten. Selecteer modus., en selecteer daarna
één van de volgende opties:
Nokia-modus — om de kabel voor PC Suite te gebruiken.
Afdrukken/media — om de telefoon te gebruiken met een printer die
PictBridge-compatibel is, of met uw compatibele PC.
Instellingen
64
Gegevensopslag om verbinding met een PC te maken die geen Nokia-
software heeft, en om de telefoon als een apparaat voor gegevensopslag
te gebruiken.
Als u de USB-modus wilt wijzigen, selecteert u Menu > Instellingen >
Connectiviteit > USB-ggvnskabel > Nokia-modus, Afdrukken/media of
Gegevensopslag.
Oproepen
Selecteer Menu > Instellingen > Oproepen en daarna één van de
volgende opties:
Doorschakelen — om inkomende oproepen door te schakelen
(netwerkdienst). Het is mogelijk dat u geen oproepen kunt
doorschakelen als bepaalde blokkeringsfuncties zijn ingeschakeld. Zie
Oproepen blokkeren in Beveiliging op pagina 68.
Stemhelderheid > Actief — om de verstaanbaarheid van spraak te
verbeteren, vooral in lawaaierige omstandigheden.
Opnemen met willekeurige toets > Aan — om een inkomende oproep te
beantwoorden door kort op een willekeurige toets te drukken, met
uitzondering van de aan/uit-toets, de cameratoets, de linker- en
rechterselectietoets en de toets Einde.
Automatisch opnieuw kiezen > Aan — om maximaal tien pogingen te
doen om de verbinding tot stand te brengen na een mislukte
oproeppoging.
Snelkeuze > Aan — om namen en telefoonnummers te kiezen die aan de
snelkeuzetoetsen 2 t/m 9 zijn toegewezen, door de desbetreffende
cijfertoets ingedrukt te houden.
Wachtfunctieopties > Activeer om het netwerk een melding te laten
genereren als een nieuwe oproep binnenkomt terwijl u een gesprek
voert (netwerkdienst). Zie Wachtfunctie op pagina 24.
Samenvatting na oproep > Aan — om de telefoon na elk gesprek kort de
duur en de kosten van het gesprek te laten weergeven (netwerkdienst).
Identificatie verzenden > Ja om in te stellen dat uw telefoonnummer
wordt weergegeven voor degene naar wie u belt (netwerkdienst).
Instellingen
65
Selecteer Netwerkinstelling als u de instelling wilt gebruiken die u bent
overeengekomen met uw serviceprovider.
Lijn uitgaande oproepen — om telefoonlijn 1 of 2 te selecteren voor
gesprekken, als deze functie wordt ondersteund door uw SIM-kaart
(netwerkdienst).
Oproepen via schuif — om in te stellen dat oproepen worden
beantwoord wanneer u de telefoon opent en worden beëindigd wanneer
u de telefoon sluit.
Telefoon
Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon en daarna één van de
volgende opties:
Taalinstellingen — Selecteer Taal display om de weergavetaal voor de
telefoon in te stellen. Met Automatisch wordt automatisch de taal
geselecteerd op basis van de informatie op de SIM-kaart. Als u de taal
van de USIM-kaart wilt gebruiken, selecteert u SIM-taal. Als u een taal
voor spraakopdrachten wilt instellen, selecteert u Taal voor
spraakherkenning.
Toetsenblokkering — om in te stellen dat de beveiligingscode moet
worden gevraagd wanneer u de toetsen vrijgeeft. Voer de
beveiligingscode en in selecteer Aan.
Automatische toetsenblokkering — om het toetsenblok automatisch te
blokkeren na een ingestelde tijdsperiode waarin de telefoon in standby-
modus is, en geen enkele functie van de telefoon is gebruikt. Selecteer
Aan, en stel de tijdsperiode in.
Welkomsttekstom de tekst in te voeren die wordt weergegeven als de
telefoon wordt ingeschakeld
Offlineverzoek > Aan Telkens als u de telefoon inschakelt, wordt u
gevraagd of u het offlineprofiel wilt gebruiken. Als u dit profiel gebruikt,
worden alle radioverbindingen uitgeschakeld. Dit profiel moet worden
gebruikt in gebieden die gevoelig zijn voor radiosignalen.
Telefoonupdates — updates van de telefoonsoftware die worden
verstrekt door uw serviceprovider (netwerkservice). Of deze optie
Instellingen
66
beschikbaar is, hangt af van uw telefoon. Zie Updates van
telefoonsoftware op pagina 69.
Operatorselectie > Automatisch — om in te stellen dat automatisch één
van de cellulaire netwerken wordt geselecteerd die in uw regio
beschikbaar zijn. Als u Handmatig selecteert, kunt u een netwerk
selecteren dat een registratieovereenkomst met uw eigen
serviceprovider heeft.
SIM-dienstacties bevestigen — Zie SIM-diensten op pagina 98.
Automatische Help-tekst — om in te stellen of de telefoon Help-teksten
moet weergeven.
Starttoon > Aan — Om in te stellen of een toon wordt afgespeeld
wanneer de telefoon wordt ingeschakeld.
Toebehoren
Dit menu of de volgende opties worden alleen weergegeven als de
telefoon is aangesloten of aangesloten is geweest op één van de
compatibele toebehoren.
Selecteer Menu > Instellingen > Toebehoren. Selecteer afhankelijk van
het geselecteerde toebehoren één van de volgende opties.
Standaard profiel — om het profiel te selecteren dat automatisch moet
worden geactiveerd wanneer u het geselecteerde toebehoren aansluit.
Automatisch opnemen — om inkomende gesprekken na vijf seconden
automatisch te beantwoorden. Als Oproepsignaal is ingesteld op 1 x
piepen of Stil, is de automatische beantwoording uitgeschakeld.
Verlichting — om de verlichting permanent in te schakelen (Aan).
Selecteer Automatisch om de verlichting gedurende 15 seconden aan te
laten nadat op een toets is gedrukt.
Teksttelefoon > Teksttelefoon gebruiken > Jaom de
teksttelefooninstellingen te gebruiken in plaats van de hoofdtelefoon-
of oortje-instellingen.
Instellingen
67
Configuratie
U kunt uw telefoon configureren met instellingen die nodig zijn om
bepaalde diensten te kunnen gebruiken. Het is ook mogelijk dat deze
instellingen u worden toegestuurd door uw serviceprovider. Zie Dienst
voor configuratie-instellingen op pagina 11.
Selecteer Menu > Instellingen > Configuratie en daarna één van de
volgende opties:
Standaardconfig.-instellingen — om de serviceproviders weer te geven
die in de telefoon zijn opgeslagen. Als u de configuratie-instellingen van
de serviceprovider wilt instellen als standaardinstellingen, selecteert u
Opties > Als standaard.
Std. activeren in alle toepassingenom de standaardconfiguratie-
instellingen voor ondersteunde toepassingen te activeren.
Voorkeurstoegangspunt om de opgeslagen toegangspunten weer te
geven. Blader naar een toegangspunt en selecteer Opties > Details om
de naam van de serviceprovider, de gegevensdrager en het GPRS-
toegangspunt of-GSM-inbelnummer weer te geven.
Verb. mt onderst. serviceprovider — om de configuratie-instellingen te
downloaden van uw serviceprovider.
Instellingen apparaatbeheer — om al dan niet toe staan dat updates van
telefoonsoftware worden ontvangen. Of deze optie beschikbaar is,
hangt af van uw telefoon. Zie Updates van telefoonsoftware op
pagina 69.
Persoonlijke config.instellingen — om nieuwe persoonlijke accounts voor
diverse diensten toe te voegen en om deze te activeren of te
verwijderen. Als u een nieuwe persoonlijke account wilt toevoegen,
selecteert u Nw tvgn als er nog geen account is toegevoegd. Anders
selecteert u Opties > Voeg nieuwe toe. Selecteer het diensttype,
selecteer de vereiste parameters en voer deze afzonderlijk in. De
parameters verschillen per geselecteerd diensttype. Als u een
persoonlijke account wilt verwijderen of activeren, gaat u naar de
account en selecteert u Opties > Verwijderen of Activeer.
Instellingen
68
Beveiliging
Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee de mogelijke oproepen
worden beperkt (zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen
en vaste nummers), kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde
alarmnummer kiezen.
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging en daarna één van de
volgende opties:
PIN-codeaanvraag en UPIN-codeaanvraag — als u de telefoon wilt
instellen om naar de PIN-code of UPIN-code te vragen wanneer de
telefoon wordt ingeschakeld. Bij sommige SIM-kaarten kan het vragen
naar de PIN2-code niet worden uitgeschakeld.
PIN2-codeaanvraag — om in te stellen of de PIN2-code is vereist
wanneer een bepaalde telefoonfunctie wordt gebruikt die met de PIN2-
code is beveiligd. Bij sommige SIM-kaarten kan het vragen naar de
PIN2-code niet worden uitgeschakeld.
Oproepen blokkeren — om inkomende en uitgaande oproepen te
beperken (netwerkdienst). Hiervoor hebt u het blokkeerwachtwoord
nodig.
Vaste nummers als u uitgaande oproepen wilt beperken tot
geselecteerde telefoonnummers, als dit door uw SIM-kaart wordt
ondersteund. Wanneer de functie Vaste nummers is ingeschakeld, dan
zijn GPRS-verbindingen niet mogelijk, behalve bij het verzenden van
tekstberichten via een GPRS-verbinding. In zo'n geval moeten het
telefoonnummer van de ontvanger en het nummer van de
berichtencentrale in de lijst Vaste nummers zijn opgenomen.
Beperkte groep gebruikers — om een bepaalde groep personen op te
geven die u kunt bellen en die u kunnen bellen (netwerkdienst).
Beveiligingsniveau > Telefoon — als u wilt dat de beveiligingscode
wordt gevraagd wanneer een nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt
geplaatst. Als u Geheugen selecteert, wordt de beveiligingscode
gevraagd wanneer het SIM-kaartgeheugen is geselecteerd en u het
gebruikte geheugen wilt wijzigen.
Toegangscodes — als u de beveiligingscode, de PIN-code, de UPIN-code,
de PIN2-code of het blokkeerwachtwoord wilt wijzigen.
Instellingen
69
Code gebruiken om te selecteren of de PIN-code of de UPIN-code
actief moet zijn.
Autorisatiecertificaten of Gebruikerscertificatenom de lijst met
autorisatiecertificaten of gebruikerscertificaten te bekijken die naar de
telefoon is gedownload. Zie Certificaten op pagina 104.
Instell. beveiligingsmodule — om Gegev. beveiligingsmodule weer te
geven, activeert u Verzoek PIN voor module, of wijzigt u de module-PIN
en de ondertekenings-PIN. Zie ook Toegangscodes op pagina 10.
Updates van telefoonsoftware
Uw serviceprovider kan mogelijk updates van telefoonsoftware
draadloos rechtstreeks naar uw apparaat zenden (netwerkdienst). Of
deze optie beschikbaar is, hangt af van uw telefoon.
Waarschuwing: Wanneer u een software-update installeert, kunt u het
apparaat niet gebruiken (zelfs niet om een alarmnummer te kiezen)
totdat de update is voltooid en het apparaat opnieuw is gestart. Maak
altijd een back-up van gegevens voordat u een software-update
doorvoert.
Instellingen
U kunt updates van telefoonsoftware als volgt toestaan of weigeren:
selecteer Menu > Instellingen > Configuratie > Instellingen
apparaatbeheer > Software-updates serviceprovider en daarna één van
de volgende opties:
Altijd toestaan om alle softwaredownloads en updates automatisch te
laten uitvoeren.
Altijd weigeren — om alle software-updates te weigeren.
Eerst bevestgn — om softwaredownloads en updates alleen uit te voeren
nadat u deze hebt bevestigd (standaardinstelling).
Een software-update aanvragen
Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon > Telefoonupdates om
beschikbare updates van telefoonsoftware aan te vragen bij uw
serviceprovider. Selecteer Details huidige software om de huidige
Instellingen
70
softwareversie weer te geven en te controleren of een update nodig is.
Selecteer Telefoonsoftware downloaden om een update van de
telefoonsoftware te downloaden en installeren. Volg de instructies op
het scherm.
Een software-update installeren
Selecteer Software-update installeren om de installatie te starten, als
de installatie is geannuleerd nadat de update is gedownload.
De installatie van de software-update kan enkele minuten duren. Als
zich problemen voordoen met de installatie, kunt u contact opnemen
met uw serviceprovider.
Fabrieksinstellingen terugzetten
Als u bepaalde menu-instellingen op de oorspronkelijke waarden wilt
terugzetten, selecteert u Menu > Instellingen > Fabrieksins.
terugzetten. Voer de beveiligingscode in. De namen en
telefoonnummers die zijn opgeslagen in Contacten, worden niet
verwijderd.
Operatormenu
71
10. Operatormenu
Dit menu biedt toegang tot een portal met diensten die door uw
netwerkoperator worden aangeboden. De naam en het pictogram
worden bepaald door de netwerkoperator. Neem voor meer informatie
contact op met uw netwerkoperator. De operator kan dit menu
bijwerken met een dienstbericht. Zie Dienstinbox op pagina 103 voor
meer informatie.
Galerij
72
11 . G ale rij
In dit menu kunt u afbeeldingen, videoclips,
muziekbestanden, thema's, foto's, tonen, opnamen en ontvangen
bestanden beheren. Deze bestanden worden opgeslagen in het
telefoongeheugen of op een aangesloten microSD-geheugenkaart en
kunnen in mappen worden ingedeeld.
Uw telefoon ondersteunt een systeem met activeringssleutels ter
bescherming van opgehaalde content. Controleer altijd de
leveringsvoorwaarden van alle content en activeringssleutels voordat u
tot aanschaf overgaat, omdat mogelijk om een vergoeding wordt
gevraagd.
Auteursrechtbescherming kan meebrengen dat bepaalde afbeeldingen, muziek
(inclusief beltonen) en andere inhoud niet mogen worden gekopieerd, gewijzigd,
overgedragen of doorgestuurd.
Selecteer Menu > Galerij om een lijst met mappen te bekijken.
Als u de beschikbare opties van een map wilt bekijken, selecteert u een
map en selecteert u Opties.
Als u een lijst met bestanden in een map wilt bekijken, selecteert u een
map en selecteert u Openen.
Als u de beschikbare opties voor een bestand wilt bekijken, selecteert u
een bestand en selecteert u Opties.
Als u de mappen van een geheugenkaart wilt weergeven tijdens het
verplaatsen van een bestand, dan bladert u naar de geheugenkaart, en
drukt u op de rechterbladertoets.
Afbeeldingen afdrukken
Uw apparaat biedt ondersteuning voor Nokia XPressPrint. Als u een
afbeelding wilt afdrukken, kunt u het apparaat met een gegevenskabel
op een compatibele printer aansluiten. U kunt de afbeelding echter ook
met behulp van de Bluetooth-mogelijkheden verzenden naar een printer
die ondersteuning biedt voor de Bluetooth-technologie. Zie
Connectiviteit op pagina 58.
Galerij
73
U kunt afbeeldingen afdrukken wanneer deze een jpg-indeling hebben.
De foto’s die u met de camera maakt, worden automatisch in de jpg-
indeling opgeslagen.
Selecteer de afbeelding die u wilt afdrukken en selecteer Opties >
Afdrukken.
Geheugenkaart
Houd geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen.
U kunt de microSD-geheugenkaart gebruiken voor het opslaan van
multimediabestanden, zoals videoclips, muziek, geluidsbestanden,
afbeeldingen en berichtgegevens.
Sommige mappen van de Galerij met content die de telefoon gebruikt
(zoals Thema's), kunnen worden opgeslagen op de geheugenkaart.
Zie Een microSD-kaart plaatsen op pagina 14 en De microSD-kaart
verwijderen op pagina 15 voor meer informatie over het plaatsen en
verwijderen van de microSD-geheugenkaart.
De geheugenkaart formatteren
Wanneer een geheugenkaart wordt geformatteerd, gaan alle gegevens
op de kaart permanent verloren. Sommige geheugenkaarten worden
vooraf geformatteerd geleverd en andere moet u zelf formatteren. Neem
contact op met de verkoper om te achterhalen of u de geheugenkaart
moet formatteren voordat u de kaart kunt gebruiken.
Als u een geheugenkaart wilt formatteren, selecteert u Menu >Galerij
of Toepassingen, de map van de geheugenkaart en Opties > Kaart
formatteren > Ja.
Als het formatteren is voltooid, voert u een naam in voor de
geheugenkaart.
De geheugenkaart vergrendelen
Als u een wachtwoord wilt instellen voor het vergrendelen van uw
geheugenkaart om onbevoegd gebruik tegen te gaan, selecteert
Opties > Wachtw. instellen. Het wachtwoord mag maximaal acht
tekens lang zijn.
Galerij
74
Het wachtwoord wordt op uw telefoon opgeslagen en u hoeft het niet
meer in te voeren zolang u de geheugenkaart op dezelfde telefoon
gebruikt. Als u de geheugenkaart op een andere telefoon wilt gebruiken,
wordt u om het wachtwoord gevraagd. Als u het wachtwoord wilt
verwijderen, selecteert u Opties > Wachtwoord verw..
Geheugengebruik controleren
Als u het geheugengebruik van verschillende gegevensgroepen en het
beschikbare geheugen voor het installeren van nieuwe toepassingen of
software op uw geheugenkaart wilt controleren, selecteert u Opties >
Gegevens.
Media
75
12. Media
Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt of gebruikt, aan alle
regelgeving en respecteer lokale gewoonten, privacy en legitieme rechten van
anderen.
Camera en video
Met de ingebouwde camera kunt u foto's maken of videoclips opnemen.
Een foto maken
Als u de functie Foto maken wilt gebruiken, drukt u in de standby-
modus op de cameratoets (1). Als de videofunctie is ingeschakeld,
bladert u naar links of rechts.
Als u een foto in liggende stand wilt
maken, houdt u de telefoon
horizontaal. Als u in of uit wilt
zoomen in de cameramodus,
gebruikt u de volumetoetsen (2).
Selecteer Vastlggn of druk op de
cameratoets om een foto te nemen.
Afbeeldingen worden opgeslagen in Galerij.
Selecteer Opties > Zelfontsp. aan om de zelfontspanner te activeren of
selecteer Afbeeld.reeks aan om snel achter elkaar fotos te nemen. Als de
maximale afbeeldingsgrootte is ingesteld, worden drie foto's achter
elkaar genomen. Bij andere instellingen worden vijf foto's genomen.
Selecteer Opties > Instellingen >Tijd afbeeldingsvoorbeeld en stel een
tijdsduur in om de genomen foto's op het scherm weer te geven.
Wanneer een genomen foto op het scherm wordt weergegeven, kunt u
Terug selecteren om een andere foto te nemen of Verzend. om de foto
als multimediabericht te verzenden.
Dit apparaat ondersteunt een beeldresolutie van 640 x 480 pixels. De
beeldresolutie kan in deze documentatie anders worden weergegeven.
Media
76
Een videoclip opnemen
Als u de videofunctie wilt openen, houdt u in de standby-modus de
cameratoets ingedrukt. Als de camerafunctie is ingeschakeld, bladert u
naar links of rechts. Selecteer Opnem. om de video-opname te starten.
U kunt het opnemen onderbreken door Pauze te selecteren, hervatten
door Activeer te selecteren, en stoppen door Stoppen te selecteren.
Afbeeldingen worden opgeslagen in Galerij.
Camera- en video-opties
Als u een filter wilt gebruiken, selecteert u Opties > Effecten >Onechte
kleuren, Grijsschaal, Sepia, Negatief of Solariseren.
Selecteer Opties > Instellingen om de camera- en video-instellingen te
wijzigen.
Mediaspeler
Met de mediaspeler kunt u bestanden van verschillende bronnen
bekijken, afspelen en downloaden, zoals afbeeldingbestanden,
audiobestanden, videobestanden en bestanden met animaties. U kunt
ook compatibele streamingvideo's van een netwerkserver bekijken
(netwerkdienst).
Selecteer Menu > Media > Mediaspeler > Galerij openen, Bookmarks,
Ga naar adres of Mediadownloads.
Selecteer Menu > Media > Mediaspeler > FF/Rew-interval om de lengte
van een sprong vooruit of achteruit in te stellen.
Configuratie voor een streamingdienst
U kunt de configuratie-instellingen voor streaming ontvangen in een
configuratiebericht van uw serviceprovider. Zie Dienst voor
configuratie-instellingen op pagina 11. U kunt de instellingen ook
handmatig invoeren. Zie Configuratie op pagina 67. Ga als volgt te werk
om de instellingen te activeren:
1. Selecteer Menu > Media > Mediaspeler > Instell. streaming >
Configuratie.
Media
77
2. Selecteer een serviceprovider, Standaard of Pers. configuratie voor
streaming.
3. Selecteer Account en een account voor een streamingdienst die is
opgenomen in de actieve configuratie-instellingen.
Muziekspeler
Uw telefoon is voorzien van een muziekspeler waarmee u muziek,
opnamen of andere MP3- of AAC-geluidsbestanden kunt beluisteren die
u naar de telefoon hebt overgebracht met behulp van de toepassing
Nokia Audio Manager, die deel uitmaakt van Nokia PC Suite. Zie Nokia
PC Suite op pagina 107.
Auteursrechtbescherming kan meebrengen dat bepaalde afbeeldingen, muziek
(inclusief beltonen) en andere inhoud niet mogen worden gekopieerd, gewijzigd,
overgedragen of doorgestuurd.
Muziekbestanden die zijn opgeslagen in de muziekmap van het
telefoongeheugen of op de geheugenkaart, zullen automatisch worden
gedetecteerd en worden toegevoegd aan de muziekbibliotheek tijdens
het opstarten van de telefoon.
U opent de muziekspeler door Menu > Media > Muziekspeler te
selecteren.
Muziek afspelen
Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume.
Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw
gehoor beschadigen.
De muziekspeler kan worden bestuurd met de muziekspelertoets op de
telefoon of met de bladertoetsen als de muziekspeler is geopend.
Druk op om het afspelen te starten.
U kunt het volume aanpassen met de volumetoetsen aan de zijkant van
de telefoon.
Druk op om het afspelen te onderbreken.
Houd de bladertoets ingedrukt om het huidige nummer terug te
spoelen. Houd ingedrukt om het huidige nummer snel vooruit te
Media
78
spoelen. Laat de toets los op de positie waar u de muziek weer wilt laten
beginnen met afspelen.
Druk op de bladertoets om naar het volgende nummer te gaan.
Druk op om naar het begin van het vorige nummer te gaan.
Als u het menu van de muziekspeler wilt sluiten en door wilt gaan met
het afspelen van muziek op de achtergrond, drukt u op de toets Einde.
Als u het afspelen wilt stoppen, houdt u de toets Einde ingedrukt.
Muziekspeleropties
In het menu van de Muziekspeler kunt u uit de volgende opties kiezen:
Tracklijst Geef alle beschikbare nummers van de actieve playlist weer
en speel het gewenste nummer af. Als u een nummer wilt afspelen, gaat
u naar het gewenste nummer en selecteert u Spelen.
Muziekbibliotheek — Geef alle beschikbare nummers weer ingedeeld in
Artiesten, Albums, Genres, Componisten of Tracklijsten. Selecteer
Biblioth. bijwerken om de lijsten te vernieuwen. De tracklijsten die door
de Nokia Music Manager zijn gegenereerd, vindt u onder Tracklijsten >
Mijn tracklijsten.
Afspeelopties — Selecteer Willekeurig om de nummers in de tracklijst in
willekeurige volgorde af te spelen. Selecteer Herhalen om het huidige
nummer of de volledige tracklijst herhaaldelijk af te spelen.
Equalizer media — om een equalizerinstelling te selecteren of te
definiëren.
Toevgn aan Favor.om de huidige opname aan de lijst met favorieten
toe te voegen.
Afsp. (Bluetooth) — om verbinding te maken en de opnames af te spelen
op een audio-accessoire met behulp van Bluetooth-technologie.
Toon gebruiken om het nummer dat nu wordt afgespeeld, bijvoorbeeld
als ringtoon in te stellen. De beschikbaarheid van dit menu is afhankelijk
van de telefoon.
Verzenden — om het huidige nummer te verzenden via een
multimediabericht of met behulp van Bluetooth-technologie.
Media
79
Webpagina — om verbinding te maken met een webpagina die is
gekoppeld aan het huidige nummer.
Muziekdownloads — om verbinding te maken met een Webdienst.
Geheugenstatus om de hoeveelheid gebruikt en vrij geheugen weer te
geven.
Radio
De FM-radio maakt gebruik van een andere antenne dan de antenne van het
draadloze apparaat. De FM-radio functioneert alleen naar behoren als er een
compatibele hoofdtelefoon of een compatibel toebehoren op het apparaat is
aangesloten.
Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume.
Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor
beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de
luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Selecteer Menu > Media > Radio.
U kunt gebruikmaken van de grafische toetsen , , of op het
scherm door met de linker- of rechternavigatietoets naar de gewenste
toets te gaan en deze te selecteren.
Radiofrequenties opslaan
1. Selecteer of en houd deze ingedrukt om naar een frequentie
te zoeken. U kunt de radiofrequentie wijzigen, in stappen van 0,05
MHz, door kort op of te drukken.
2. Als u de frequentie wilt opslaan in een geheugenlocatie van 1 t/m 9,
houdt u de bijbehorende cijfertoets ingedrukt. Als u een frequentie
wilt opslaan in een geheugenlocatie van 10 tot en met 20, drukt u
kort op 1 of 2 en houdt u de gewenste cijfertoets, 0 t/m 9 ingedrukt.
3. Voer de naam van de radiozender in.
Naar de radio luisteren
Selecteer Menu > Media > Radio. Zoek de gewenste frequentie door
of te selecteren of op de hoofdtelefoontoets te drukken. U kunt een
radiozender selecteren door kort op de bijbehorende cijfertoets te
Media
80
drukken. U kunt het volume regelen door op de volumetoetsen te
drukken.
Maak uw keuze uit de volgende opties:
Uitschakelen — om de radio uit te zetten.
Zender opslaan — om een nieuwe zender op te slaan (weergegeven als
een nieuwe zender wordt gedetecteerd).
Luidspreker of Hoofdtelefoon — via de luidspreker of de hoofdtelefoon
naar de radio luisteren.
Mono of Stereo — om in mono of stereo naar de radio te luisteren.
Zenders — om de lijst met opgeslagen zenders te selecteren. Als u een
zender wilt verwijderen of hernoemen, bladert u naar de gewenste
zender en selecteert u Opties > Zender verwijdrn of Naam wijzigen.
Selecteer ID visuele dienst om een ID voor de visuele dienst in te voeren
die door de Visual Radio serviceprovider is verstrekt (netwerkdienst).
Alle zndrs zoeken — om naar nieuwe radiozenders te zoeken.
Kies frequentie — om de frequentie van de gewenste radiozender in te
stellen.
Zenderoverzicht om een website met een lijst van radiozenders te
openen.
Visuele dnst insch. > Automatisch — om in te stellen of de toepassing
Visual Radio (netwerkdienst) automatisch moet worden gebruikt als de
radio wordt ingeschakeld. Sommige radiozenders kunnen informatie in
tekstvorm of grafische vorm verzenden die u kunt bekijken met behulp
van de toepassing Visual Radio. Informeer bij uw serviceprovider naar de
beschikbaarheid en kosten van de dienst.
Wanneer een toepassing die gebruikmaakt van een GPRS- of HSCSD-
verbinding, bezig is met het verzenden of ontvangen van gegevens, kan
dit de radio-ontvangst storen.
Recorder
U kunt stukjes spraak of andere geluiden opnemen en opslaan in de
Galerij. Dit kan handig zijn als u een naam en telefoonnummer wilt
opnemen om ze later te noteren.
Media
81
De opnamefunctie kan niet worden gebruikt wanneer er een dataoproep of een
GPRS-verbinding actief is.
Geluid opnemen
1. Selecteer Menu > Media > Recorder.
U kunt gebruikmaken van de grafische toetsen , of op het
scherm door met de linker- of rechternavigatietoets naar de
gewenste toets te gaan en deze te selecteren.
2. Druk op om het opnemen te starten. Als wilt opnemen tijdens een
gesprek, selecteert u Opties > Opnemen. Terwijl een gesprek wordt
opgenomen, horen beide partijen een zachte pieptoon. Houd de
telefoon tijdens het opnemen in de normale positie tegen het oor.
Selecteer om het opnemen te onderbreken.
3. Selecteer om het opnemen te beëindigen. De opname wordt
opgeslagen in Galerij > Opnamen.
Selecteer Opties > Ltste opn. afspln om de laatste opname te
beluisteren.
Selecteer Opties > Ltste opn. vrzdn om de laatste opname te
verzenden.
Selecteer Opties > Opnamelijst > Opnamen om een lijst met
opnamen in Galerij te bekijken.
Equalizer
U kunt de geluidskwaliteit van de muziekspeler regelen door
frequentiebanden te versterken of te verzwakken.
Selecteer Menu > Media > Equalizer.
U activeert een set door naar de gewenste equalizerset te gaan en
Activeer te selecteren.
Als u een geselecteerde set wilt weergeven, bewerken of een andere
naam wilt geven, selecteert u Opties > Bekijken, Bewerken of
Hernoemen. U kunt niet alle sets bewerken of hernoemen.
Media
82
Stereo-verbreding
Met stereo-verbreding wordt de audio-uitvoer van stereotoebehoren
een ruimtelijk stereogeluidseffect gegeven. Selecteer Menu > Media >
Stereo-verbreding om de instelling te wijzigen.
PTT (Push to Talk)
83
13. PTT (Push to Talk)
Als dit beschikbaar is, selecteert u Menu > Push to Talk.
PTT (Push to Talk) is een tweerichtingsradiodienst die beschikbaar wordt
gesteld via een GPRS-netwerk (netwerkdienst).
U kunt PTT gebruiken om te spreken met één persoon of met een groep
personen (kanaal) die over compatibele apparaten beschikken. Tijdens
een verbinding met de PTT-dienst kunt u de overige functies van de
telefoon gewoon gebruiken.
Informeer bij uw netwerkoperator naar de beschikbaarheid, kosten en
abonnementsmogelijkheden voor deze dienst. Bij het gebruik van
roamingdiensten gelden wellicht meer beperkingen dan bij gewone
oproepen.
Voordat u de PTT-dienst kunt gebruiken, moet u de vereiste instellingen
voor de dienst definiëren. Zie PTT-instellingen op pagina 88 en
Configuratie-instellingen op pagina 89.
PTT-kanalen
Een PTT-kanaal bestaat uit een groep personen (bijvoorbeeld vrienden of
collega's) die deelnemen aan het kanaal nadat ze hiertoe zijn
uitgenodigd. Wanneer u een oproep naar een kanaal verzendt, horen alle
leden van het kanaal tegelijkertijd de oproep.
Er zijn verschillende soorten PTT-kanalen:
Openbaar kanaal — hier kan ieder lid anderen uitnodigen om deel te
nemen.
Privé-kanaal hier kunnen alleen personen deelnemen die een
uitnodiging hebben ontvangen van degene die het kanaal heeft
ingesteld.
Permanent kanaal — een vast kanaal dat door de serviceprovider is
ingesteld.
U kunt de status van elk kanaal instellen op Actief of Niet actief.
Het aantal actieve kanalen en het aantal leden per kanaal is beperkt.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
PTT (Push to Talk)
84
Een kanaal toevoegen
Als u een kanaal wilt toevoegen, selecteert u Menu > Push to Talk >
Kanaal toevoegen en bewerkt u de instellingen in de formuliervelden:
Kanaalnaam: — Geef een naam op voor het nieuwe kanaal.
Status kanaal: — Selecteer Actief om het kanaal in te stellen op actief of
Niet actief om het kanaal uit te schakelen.
Bijnaam in kan.: — Voer uw alias in die in het nieuwe kanaal wordt
weergegeven.
Kanaalbeveil.: > Selecteer Openbaar kanaal of Privé-kanaal.
Afbeelding:Selecteer Wijzigen en een afbeelding uit de Galerij of de
Stand.afbeelding om een afbeelding in te stellen voor het nieuwe
kanaal.
Als u een uitnodiging naar het kanaal wilt verzenden, selecteert u Ja
wanneer daarom wordt gevraagd. De ontvanger van de uitnodiging
wordt toegevoegd aan de ledenlijst van het kanaal wanneer hij of zij de
uitnodiging accepteert. Als u nog meer uitnodigingen wilt verzenden,
selecteert u Menu > Push to Talk > Kanaallijst, selecteert u een kanaal
en vervolgens Opties > Stuur uitnodiging. U kunt de uitnodiging
verzenden als tekstbericht of via infrarood.
Als u een permanent kanaal wilt toevoegen, selecteert u Menu > Push
to Talk > Kanaal toevoegen > Opties > Adr. hndm. bewrkn. Voer het
Kanaaladres: in dat door uw provider is verstrekt.
Een uitnodiging ontvangen
1. Wanneer u een tekstbericht met een uitnodiging voor een kanaal
ontvangt, wordt Kanaaluitnod. ontvangen: weergegeven.
2. Selecteer Bekijk als u de alias van de persoon die de uitnodiging
heeft verzonden en het groepsadres (als het geen privé-kanaal
betreft) wilt weergeven.
3. Selecteer Opslaan om het kanaal aan de telefoon toe te voegen.
4. U kunt de status voor het kanaal instellen door Actief of Niet actief
te selecteren.
U kunt de uitnodiging weigeren door Uit > Ja of Bekijk > Wegd. > Ja te
selecteren.
PTT (Push to Talk)
85
PTT in- en uitschakelen
Als u verbinding met de PTT-dienst wilt maken, selecteert u Menu >
Push to Talk > Push to Talk inschakelen of houdt de PTT-toets (volume
omhoog) ingedrukt. geeft een PTT-verbinding aan. geeft aan dat
de dienst tijdelijk niet beschikbaar is. Als u kanalen hebt toegevoegd,
wordt u automatisch aangemeld bij de actieve kanalen.
U kunt een standaardfunctie toewijzen aan de PTT-toets (volume
omhoog) om de lijst met kanalen of contacten of een enkel kanaal of
contact te openen. Zie PTT-instellingen op pagina 88.
Selecteer Push to Talk uitschakelen als u de verbinding met de PTT-
dienst wilt verbreken.
Een PTT-oproep plaatsen en ontvangen
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de
luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Als u een kanaaloproep, een één-op-één-oproep of een oproep naar
meerdere ontvangers wilt plaatsten, houdt u de PTT-toets (volume
omhoog) ingedrukt tijdens het spreken. U kunt naar het antwoord
luisteren, door de PTT-toets (volume omhoog) los te laten.
U kunt de aanmeldstatus van uw contacten controleren in Menu > Push
to Talk > Contactenlijst. De beschikbaarheid van deze dienst is
afhankelijk van uw netwerkoperator en is alleen beschikbaar voor
geabonneerde contacten. Als u een contact wilt abonneren, selecteert u
Opties >Cont. abonneren of Gemrk. abonneren als al een of meer
contacten zijn gemarkeerd.
of geeft aan dat de persoon niet beschikbaar of onbekend is.
geeft aan dat de persoon niet gestoord wil worden, maar
terugbelverzoeken kan ontvangen. geeft aan dat de persoon PTT
niet heeft ingeschakeld.
Een kanaaloproep plaatsen
Als u een oproep wilt verzenden naar een kanaal, selecteert u Kanaallijst
in het PTT-menu, gaat u naar het gewenste kanaal en houdt u de PTT-
toets (volume omhoog) ingedrukt.
PTT (Push to Talk)
86
Een één-op-één-oproep plaatsen
Als u een één-op-één-oproep wilt plaatsen vanuit de lijst met contacten
waaraan u het PTT-adres hebt toegevoegd, selecteert u Contacten >
Namen of Menu > Push to Talk > Contactenlijst. Ga naar het gewenste
contact en houd de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt.
Als u een één-op-één-oproep wilt starten vanuit de lijst met PTT-
kanalen, selecteert u Kanaallijst, gaat u naar het gewenste kanaal en
selecteert u Leden. Ga naar het gewenste contact en houd de PTT-toets
(volume omhoog) ingedrukt.
Selecteer Terugbelinbox als u een één-op-één-oproep wilt starten
vanuit de lijst met ontvangen terugbelverzoeken. Ga naar het gewenste
alias en houd de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt.
Een PTT-oproep naar meerdere ontvangers sturen
U kunt meerdere PTT-contacten selecteren in de lijst met contacten. De
ontvangers ontvangen een inkomende oproep en moeten deze
accepteren om te kunnen deelnemen. Als dit wordt ondersteund door
uw netwerkoperator, kunt u ook contacten selecteren met een
telefoonnummer maar zonder PTT-nummer. Neem voor meer informatie
contact op met uw netwerkoperator.
1. Selecteer Menu > Push to Talk > Contactenlijst en markeer de
gewenste contacten.
2. Houd de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt om de oproep te
starten. De deelnemende contacten worden op het scherm
weergegeven zodra ze deelnemen aan het gesprek.
3. Houd de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt om te spreken. Laat
de PTT-toets (volume omhoog) los om het antwoord te horen.
4. Druk op de toets Einde om het gesprek te beëindigen.
Een PTT-oproep ontvangen
Een inkomende PTT-oproep wordt gemeld door een kort geluidssignaal.
Informatie zoals de kanaalnaam, het telefoonnummer of de alias
(netwerkdienst) van de beller wordt weergegeven.
PTT (Push to Talk)
87
Als u hebt ingesteld dat u eerst een beltoon te horen krijgt bij ontvangst
van één-op-één-oproepen, kunt u de oproep accepteren of weigeren.
Als u de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt houdt wanneer de beller
spreekt, hoort u een wachttoon en wordt In wachtrij weergegeven. Houd
de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt en wacht totdat de andere
persoon is uitgesproken. Hierna kunt u gaan praten.
Terugbelverzoeken
Als u een één-op-één-oproep start en u ontvangt geen reactie, kunt u de
desbetreffende persoon een verzoek toezenden om u terug te bellen.
Een terugbelverzoek verzenden
U kunt een terugbelverzoek op de volgende manieren verzenden:
Als u een terugbelverzoek wilt verzenden vanuit de lijst met contacten
in het menu Push to Talk, selecteert u Contactenlijst. Ga naar een
contact en selecteer Opties > Terugbelvrz. verz..
Als u een terugbelverzoek wilt verzenden vanuit Contacten, zoekt u het
gewenste contact en selecteert u Gegev.. Ga naar het PTT-adres en
selecteer Opties > Terugbelvrz. verz..
Als u een terugbelverzoek wilt verzenden vanuit de lijst met kanalen in
het PTT-menu, selecteert u Kanaallijst en gaat u naar het gewenste
kanaal. Selecteer Leden, ga naar het gewenste contact en selecteer
Opties > Terugbelvrz. verz..
Als u een terugbelverzoek wilt verzenden vanuit de lijst met
terugbelverzoeken in het menu Push to Talk, selecteert u Terugbelinbox.
Ga naar een contact en selecteer Opties > Terugbelvrz. verz..
Reageren op een terugbelverzoek
Als u een terugbelverzoek ontvangt, wordt Terugbelverzoek ontvangen
weergegeven in de standby-modus.
U opent de Terugbelinbox door Bekijk te selecteren. Er wordt een lijst
weergegeven met de aliassen van de personen die u een terugbelverzoek
hebben toegezonden.
PTT (Push to Talk)
88
Als u een één-op-één-oproep wilt plaatsen, selecteert u het gewenste
verzoek en houdt u de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt.
Als u het terugbelverzoek met een terugbelverzoek wilt beantwoorden,
selecteert u Opties > Terugbelvrz. verz..
Als u het verzoek wilt verwijderen, selecteert u Verwdrn.
Als u een nieuw contact wilt opslaan of het PTT-adres aan een contact
wilt toevoegen die u een terugbelverzoek heeft gezonden, selecteert u
Opties > Opslaan als of Toev. aan contact.
Een één-op-één-contact toevoegen
U kunt de namen van personen naar wie u geregeld één-op-één-
oproepen verzendt, op de volgende manieren opslaan:
Als u een PTT-adres wilt toevoegen aan een naam in Contacten, gaat u
naar het gewenste contact en selecteert u Gegev. > Opties > Info
toevoegen > P2T-adres. Een contact wordt alleen in de lijst met PTT-
contacten weergegeven als het PTT-adres is ingevoerd.
Als u een contact wilt toevoegen aan de lijst met PTT-contacten,
selecteert u Menu > Push to Talk > Contactenlijst > Opties > Contact
toevoeg..
Als u een contact uit de lijst met kanalen wilt toevoegen, maakt u
verbinding met de PTT-dienst, selecteert u Kanaallijst en gaat u naar het
gewenste kanaal. Selecteer Leden, ga naar de persoon wiens
contactgegevens u wilt opslaan en selecteer Opties. Als u een nieuw
contact wilt toevoegen, selecteert u Opslaan als. Als u een PTT-adres
wilt toevoegen aan een naam in Contacten, selecteert u Toev. aan
contact.
PTT-instellingen
Selecteer Menu >Push to Talk > P2T-instellingen.
1-op-1 oproepen > Aan — om de ontvangst van één-op-één-oproepen
toe te staan. Als u één-op-één-oproepen wel zelf wilt plaatsen, maar
niet wilt ontvangen, selecteert u Uit. Het is mogelijk dat uw
serviceprovider bepaalde diensten aanbiedt die deze instellingen
negeren. Als u wilt instellen dat u eerst een beltoon te horen krijgt bij
ontvangst van één-op-één-oproepen, selecteert u Melden.
PTT (Push to Talk)
89
Standaardfunctie P2T-toets — om de volgende functies in te stellen voor
de PTT-toets (volume omhoog): Cont.lijst openen, Kanaallijst openen,
Cont./groep bellen. Selecteer een contact, een groep of de optie P2T-
kanaal bellen en selecteer een kanaal. Wanneer u de PTT-toets (volume
omhoog) ingedrukt houdt, wordt de geselecteerde functie uitgevoerd.
Mijn aanmeldingsstatus weergeven — om het verzenden van de
aanmeldstatus in of uit te schakelen.
P2T-status bij opstarten > Ja of Eerst vragen — om in te stellen dat
automatisch verbinding met de PTT-dienst wordt gemaakt wanneer u de
telefoon inschakelt.
Push to Talk in buitenland — om de PTT-dienst in te schakelen wanneer u
buiten het bereik van uw eigen netwerk bent.
Mijn Push to Talk-adres verzenden > Nee om uw PTT-adres te
verbergen voor kanaaloproepen en één-op-één-oproepen.
Configuratie-instellingen
Mogelijk krijgt u de instellingen voor het maken van een verbinding van
uw serviceprovider. Zie Dienst voor configuratie-instellingen op
pagina 11. U kunt de instellingen handmatig invoeren. Zie Configuratie
op pagina 67.
Als u de verbindingsinstellingen voor de dienst wilt instellen, selecteert
u Menu > Push to Talk > Configuratie-instellingen. Maak uw keuze uit
de volgende opties:
Configuratie — om een serviceprovider te selecteren, Standaard of Pers.
configuratie voor de PTT-dienst. Alleen de configuraties die de PTT-
dienst ondersteunen, worden weergegeven.
Account — om een account voor een PTT-dienst te selecteren in de
actieve configuratie-instellingen.
Andere parameters zijn Push to Talk-gebruikersnaam, Standaard-
nickname, Push to Talk-wachtwoord, Domein en Serveradres.
Web
Selecteer Menu > Push to Talk > Web om toegang te krijgen tot de
website van uw PTT-provider.
Organizer
90
14. Organizer
Wekker
U kunt instellen dat op een bepaald tijdstip een waarschuwingstoon
klinkt. Selecteer Menu > Organiser > Wekker.
Als u de wekker wilt instellen, selecteert u Wektijd en voert u het
gewenste tijdstip in. Als u het alarmtijdstip wilt wijzigen nadat dit is
ingesteld, selecteert u Aan.
Selecteer Alarm herhalen om in te stellen dat op geselecteerde dagen
van de week een alarmtoon moet klinken.
Selecteer Alarmtoon om de alarmtoon te selecteren of een radiozender
als alarmtoon in te stellen. Als u de radio als alarmtoon selecteert, moet
u de hoofdtelefoon op de telefoon aansluiten.
Als u een time-out voor de snoozefunctie wilt instellen, selecteert u
Time-out snoozefunctie en de gewenste tijd.
Het alarm stoppen
Er klinkt een waarschuwingssignaal zelfs als de telefoon uitgeschakeld
is. Als u het alarm wilt stoppen, selecteert u Stoppen. Als u de alarmtoon
een minuut lang laat klinken of Snooze selecteert, wordt de alarmtoon
onderbroken voor de tijd die u hebt ingesteld in Time-out snoozefunctie,
en vervolgens weer hervat.
Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken terwijl het apparaat is
uitgeschakeld, schakelt het apparaat zichzelf in en wordt het
waarschuwingssignaal afgespeeld. Als u Stoppen selecteert, wordt u gevraagd of
het apparaat moet worden geactiveerd voor oproepen. Selecteer Nee als u het
apparaat wilt uitschakelen of Ja als u het apparaat wilt gebruiken om te bellen en
gebeld te worden. Selecteer Ja niet wanneer het gebruik van draadloze telefoons
storingen of gevaar kan opleveren.
Organizer
91
Agenda
Selecteer Menu > Organiser > Agenda.
De huidige dag is gemarkeerd met een kader. Als voor de betreffende
dag notities zijn ingesteld, wordt de dag vetgedrukt weergegeven en
wordt onder de agenda het begin van de notitie weergegeven. U kunt de
notities voor de dag bekijken door Bekijk te selecteren. Als u een week
wilt bekijken, selecteert u Opties > Weekweergave. Als u alle notities in
de agenda wilt verwijderen, selecteert u de maand- of weekweergave en
selecteert u Opties > Verwijder notities.
In Instellingen kunt u de datum, de tijd, de tijdzone, de datum- of
tijdnotatie, het datumscheidingsteken, de standaardweergave of de
eerste dag van de week instellen. Met de optie Notities automatisch
verwijderen kunt u instellen dat oude notities na een bepaalde tijd
automatisch moeten worden verwijderd.
Een agendanotitie maken
Selecteer Menu > Organiser > Agenda. Ga naar de gewenste datum,
selecteer Opties > Notitie maken en vervolgens één van de volgende
notitietypen: Vergadering, Oproep, Verjaardag, Memo of
Herinnering. Vul de velden in.
Waarschuwingstoon voor notitie
De notitie wordt weergegeven en, indien ingesteld, klinkt er een
waarschuwingstoon. Als een oproepnotitie van het type wordt
weergegeven, kunt u het weergegeven nummer kiezen door op de
beltoets te drukken. Als u de waarschuwingstoon wilt uitschakelen en
de notitie wilt bekijken, selecteert u Bekijk. Als u de toon 10 minuten
lang wilt stoppen, selecteert u Snooze.
Als u de waarschuwingstoon wilt uitschakelen zonder de notitie te
bekijken, selecteert u Uit.
Organizer
92
Takenlijst
Als u een notitie wilt opslaan voor een taak die u moet uitvoeren,
selecteert u Menu > Organiser > Takenlijst.
Als er nog geen notities zijn toegevoegd en u wilt een notitie maken,
selecteert u Toevoeg.. Als er al notities bestaan, selecteert u Opties >
Toevoegen. Vul de velden in en selecteer Opslaan.
Als u een notitie wilt bekijken, gaat u naar de gewenste notitie en
selecteert u Bekijk. Wanneer u een notitie bekijkt, kunt u ook een optie
selecteren om de kenmerken van de notitie te wijzigen. U kunt de
geselecteerde notitie ook verwijderen, of alle notities verwijderen die u
als voltooid hebt gemarkeerd.
Notities
U kunt notities invoeren en verzenden door Menu > Organiser >
Notities te selecteren.
Als er nog geen notities zijn toegevoegd en u wilt een notitie maken,
selecteert u Notitie. Als er al notities bestaan, selecteert u Opties >
Notitie maken. Schrijf de notitie en selecteer Opslaan.
Rekenmachine
Met de rekenmachine in uw telefoon kunt u elementaire rekenkundige
en trigonometrische functies uitvoeren, het kwadraat, de wortel en de
inverse waarde van een getal berekenen, en valuta omrekenen.
Opmerking: Deze rekenmachine heeft een beperkte nauwkeurigheid en
is ontworpen voor eenvoudige berekeningen.
Selecteer Menu > Organiser > Rek.machine. Druk op # voor een
decimaalteken. Ga naar de gewenste bewerking of functie, of selecteer
deze uit de Opties.
Als u de wisselkoers wilt opslaan, selecteert u Opties > Wisselkoers. Als
u de valuta wilt omrekenen, voert u het bedrag in en selecteert u
Opties > In eigen valuta of In vreemde valuta.
Organizer
93
Timer
Als u de timer wilt starten, selecteert u Menu > Organiser > Timer >
Normale timer, dan voert u het gewenste tijdstip in, en voert u een tekst
in die wordt weergegeven als het tijdstip is aangebroken. U start de
timer door Starten te selecteren. Selecteer Tijd wijzigen om de tijd van
de timer te wijzigen. Als u de timer wilt stoppen, selecteert u Timer
stoppen.
Als u een intervaltimer met maximaal 10 intervallen wilt starten, voert u
eerst de intervallen in. Selecteer Menu > Organiser > Timer >
Intervaltimer. U start de timer door Timer starten > Starten te
selecteren.
Stopwatch
Met de stopwatch kunt u de tijd, tussentijden of rondetijden opnemen.
Gedurende de tijdsopname kunnen de overige functies van de telefoon
gewoon worden gebruikt. Druk op de toets Einde als u tijdsopname met
de stopwatch in de achtergrond wilt activeren.
Als u de stopwatch gebruikt of deze op de achtergrond loopt wanneer u andere
functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van
de batterij af.
Selecteer Menu > Organiser > Stopwatch en daarna één van de
volgende opties:
Tussentijden — om tussentijden op te nemen. Selecteer Starten om de
tijdsopname te starten. Selecteer Interval elke keer dat u de tussentijd
wilt opnemen. Selecteer Stoppen om de tijdsopname te beëindigen.
Selecteer Opslaan als u de opgenomen tijd wilt opslaan.
Als u de tijdsopname opnieuw wilt starten, selecteert u Opties >
Starten. De nieuwe tijd wordt aan de vorige tijd toegevoegd. Selecteer
Opnieuw instellen om de teller op 0 te zetten zonder de tijd op te slaan.
Rondetijden — om rondetijden op te nemen.
Doorgaan — om de tijdsopname weer te geven die u in de achtergrond
hebt geactiveerd.
Organizer
94
Laatste tonenom de laatste tijdsopname weer te geven als de
stopwatch niet op 0 is gezet.
Tijden bekijken of Tijden verwijder. — om de opgeslagen tijden te
bekijken of te verwijderen.
Sensor
95
15. Sensor
Met de toepassing Sensor kunt u zich presenteren door een portfolio te
maken dat tekst, afbeeldingen, multimedia-items en een gastenboek
kan bevatten. Na het maken van een portfolio kunt u op zoek gaan naar
andere Sensor-gebruikers. Als u gebruikers in de buurt aantreft, kunt u
door hun portfolio’s bladeren en hen Sensor-berichten,
multimediabestanden en lemma’s uit het gastenboek sturen. Sensor
gebruikt Bluetooth-technologie en is gratis.
Opmerking: De meeste communicatiefuncties in Sensor
werken alleen als alle partijen de Sensor-toepassing hebben
geïnstalleerd.
Selecteer Menu > Sensor en daarna één van de volgende opties:
Sensor: inactief of Sensor: actief — om de toepassing in of uit te
schakelen
Nu scannen — om de Sensor-portfolio’s van anderen te vinden en door
te bladeren en om Bluetooth-apparaten binnen bereik te vinden. De
zoektijd en het bereik kunnen variëren, afhankelijk van de omgeving
waarin u zich bevindt en van het aantal Bluetooth-apparaten dat wordt
gevonden.
Mijn folio — om uw portfolio, dat andere gebruikers zullen zien, te
maken, bewerken en bekijken
Mijn collectie — om gedownloade en verzamelde portfolio’s van andere
Sensor-gebruikers te bekijken U kunt controleren of zich momenteel
andere Sensor-gebruikers in de buurt bevinden. In dat geval kunt u hen
berichten sturen of opmerkingen in hun gastenboek schrijven. U kunt
alle communicatie met een gebruiker blokkeren of een blokkade die u
eerder hebt ingesteld, verwijderen.
Berichten — om berichten te bekijken die Sensor-gebruikers u hebben
gestuurd
Toepassingen
96
16. Toepassingen
In dit menu kunt u toepassingen en spelletjes beheren. Deze bestanden
worden opgeslagen in het telefoongeheugen of op een aangesloten
microSD-geheugenkaart en kunnen in mappen worden ingedeeld.
Zie Geheugenkaart op pagina 73 voor meer informatie over het
formatteren of vergrendelen en ontgrendelen van de geheugenkaart.
Een spelletje starten
In uw telefoon zijn enkele spelletjes geïnstalleerd.
Selecteer Menu > Toepassingen > Spelletjes. Ga naar het gewenste
spelletje en selecteer Openen.
Als u geluid, verlichting en een trilsignaal wilt instellen voor het
spelletje, selecteert u Menu > Toepassingen > Opties >
Toep.instellingen. Zie Toepassingsopties op pagina 96 voor meer opties.
Een toepassing starten
In uw telefoon zijn enkele Java-toepassingen opgenomen.
Selecteer Menu > Toepassingen > Verzameling. Ga naar een toepassing
en selecteer Openen.
Toepassingsopties
Versiecontrole — om te controleren of een nieuwe versie van de
toepassing beschikbaar is om van het web te downloaden
(netwerkdienst).
Webpagina — om meer informatie of extra gegevens over de toepassing
op een internetpagina weer te geven, als dit beschikbaar is.
Toegang toep. — om netwerktoegang voor de toepassing te beperken
Toepassingen
97
Een toepassing downloaden
De telefoon ondersteunt J2ME Java-toepassingen. Controleer eerst of
de toepassing compatibel is met de telefoon voordat u de toepassing
downloadt.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen en andere
software van bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden
tegen schadelijke software.
U kunt op verschillende manieren nieuwe Java-toepassingen en
spelletjes downloaden:
Gebruik het installatieprogramma voor Nokia-toepassingen in PC Suite
om de toepassingen naar de telefoon te downloaden of selecteer
Menu > Toepassingen > Opties > Downloads > Toep.downloads. De lijst
met beschikbare bookmarks wordt weergegeven. Zie Bookmarks op
pagina 100.
Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van
de verschillende diensten.
In het apparaat zijn mogelijk vooraf een aantal bookmarks geïnstalleerd voor
sites die niet met Nokia verbonden zijn. Deze sites worden niet door Nokia
gegarandeerd of ondersteund. Als u deze sites wilt bezoeken, moet u op het
gebied van beveiliging of inhoud dezelfde voorzorgsmaatregelen treffen als die u
voor andere sites treft.
SIM-diensten
98
17. SIM-diensten
Mogelijk biedt uw SIM-kaart nog extra diensten. U kunt
dit menu alleen openen als het wordt ondersteund door uw SIM-kaart.
De naam en inhoud van het menu zijn afhankelijk van de beschikbare
diensten.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van
SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere
leverancier zijn.
U kunt de telefoon zo instellen dat de bevestigingsberichten worden
weergegeven die tussen uw telefoon en het netwerk worden
uitgewisseld bij gebruik van de SIM-kaartdiensten. Selecteer Menu >
Instellingen > Telefoon > SIM-dienstacties bevestigen > Vragen.
U moet wellicht een tekstbericht verzenden of een telefoonoproep
plaatsen (waaraan kosten verbonden kunnen zijn) om deze diensten te
activeren.
Web
99
18. Web
Met de browser van de telefoon hebt u toegang tot
verschillende mobiele-internetdiensten.
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die
een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software
bieden.
Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid, tarieven en
instructies met betrekking tot de verschillende diensten.
Met de telefoonbrowser kunt u diensten weergeven die op hun pagina's
gebruikmaken van WML (Wireless Mark-Up Language) of XHTML
(eXtensible HyperText Markup Language). De weergave kan verschillen,
afhankelijk van de schermgrootte. Het is mogelijk dat niet alle gegevens
op de internetpagina's kunnen worden weergegeven.
Browsen instellen
U kunt de configuratie-instellingen voor browsen ontvangen in een
configuratiebericht van de serviceprovider die de gewenste dienst
aanbiedt. Zie Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 11. U kunt
de configuratie-instellingen ook handmatig invoeren. Zie Configuratie
op pagina 67.
Verbinding maken met een dienst
Controleer of de juiste configuratie-instellingen van de dienst zijn
geactiveerd.
1. Als u de verbindingsinstellingen voor de dienst wilt instellen,
selecteert u Menu > Web > Instellingen > Configuratie-instellingen.
2. Selecteer Configuratie. Alleen de configuraties die de browserdienst
ondersteunen, worden weergegeven. Selecteer een serviceprovider,
Standaard of Pers. configuratie voor browsen. Zie Browsen instellen
op pagina 99.
3. Selecteer Account en een account voor een browserdienst die is
opgenomen in de actieve configuratie-instellingen.
Web
100
4. Selecteer Terminalvenster tonen > Ja als u een handmatige
gebruikersverificatie voor intranetverbindingen wilt uitvoeren
Maak op één van de volgende manieren verbinding met de dienst:
Selecteer Menu > Web > Home.
Als u een bookmark voor de dienst wilt instellen, selecteert u Menu >
Web > Bookmarks.
Als u het laatste internetadres (URL) wilt gebruiken, selecteert u
Menu > Web > Laatste webadres.
Als u een adres van de dienst wilt invoeren, selecteert u Menu >
Web > Ga naar adres. Voer het adres van de dienst in en selecteer OK.
Bladeren door pagina's
Nadat u verbinding met de dienst hebt gemaakt, kunt u door de pagina's
van de dienst bladeren. De werking van de telefoontoetsen kan per
dienst verschillen. Volg de instructies op het scherm van de telefoon.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Browsen met telefoontoetsen
Gebruik de navigatietoets om in elke gewenste richting door de pagina's
te browsen.
Als u een item wilt selecteren, drukt u op de beltoets of selecteert u
Select..
Voor het invoeren van letters en cijfers gebruikt u de cijfertoetsen
0 t/m 9. Voor het invoeren van speciale tekens gebruikt u de toets *.
Direct bellen
Tijdens het browsen kunt u telefoneren en een op een pagina vermelde
naam en telefoonnummer opslaan.
Bookmarks
U kunt adressen van pagina's opslaan als bookmark in het
telefoongeheugen.
Web
101
1. Selecteer tijdens het browsen Opties > Bookmarks. Als de telefoon in
de stand-by mode staat, selecteert u Menu > Web > Bookmarks.
2. Ga naar een bookmark en selecteer deze of druk op de beltoets om
verbinding te maken met de pagina die aan de bookmark is
gekoppeld.
3. Selecteer Opties om de bookmark te bekijken, bewerken, verwijderen
of verzenden, om een nieuwe bookmark te maken of om de bookmark
op te slaan in een map.
In het apparaat zijn mogelijk vooraf een aantal bookmarks geïnstalleerd voor
sites die niet met Nokia verbonden zijn. Deze sites worden niet door Nokia
gegarandeerd of ondersteund. Als u deze sites wilt bezoeken, moet u op het
gebied van beveiliging of inhoud dezelfde voorzorgsmaatregelen treffen als die u
voor andere sites treft.
Een bookmark ontvangen
Wanneer u een bookmark (verzonden als bookmark) hebt ontvangen,
wordt 1 bookmark ontvangen weergegeven. Als u de bookmark wilt
bekijken, selecteert u Tonen.
Weergave-instellingen
Selecteer tijdens het browsen Opties > Overige opties > Weergave-
instell.. Als de telefoon in de stand-by mode staat, selecteert u Menu >
Web > Instellingen > Weergaveinstellingen en daarna één van de
volgende opties:
Tekstterugloop — om te selecteren hoe de tekst op het scherm wordt
weergegeven.
Lettergrootte — om de lettergrootte in te stellen.
Afbeeldingen tonen > Nee de afbeeldingen op de pagina verbergen.
Waarschuwingen > Waarsch. voor onbev. verbinding > Ja om in te
stellen dat er een waarschuwingssignaal klinkt wanneer een veilige
verbinding tijdens het browsen verandert in een onveilige verbinding.
Waarschuwingen > Waarsch. voor onbev. items > Ja — om in te stellen
dat een waarschuwingssignaal klinkt wanneer een veilige pagina een
onveilig item bevat. Deze waarschuwingssignalen zijn geen garantie
Web
102
voor een veilige verbinding. Zie Browserbeveiliging op pagina 104 voor
meer informatie.
Tekencodering > Inhoudscodering om de codering voor de content
van de browserpagina te selecteren.
Tekencodering > Unicode (UTF-8)-webadressen > Aan — om de telefoon
zodanig in te stellen dat een URL wordt verzonden als UTF-8-codering.
Schermformaat > Volledig of Klein — om de scherm-layout in te stellen.
JavaScript > Inschakelenom de Java-scripts in te schakelen.
Beveiligingsinstellingen
Cookies
Een cookie bestaat uit gegevens die een site opslaat in het
cachegeheugen van de telefoon. Cookies blijven opgeslagen totdat u het
cachegeheugen leegmaakt. Zie Cachegeheugen op pagina 103.
Selecteer tijdens het browsen Opties > Overige opties > Beveiliging >
Cookie-instell.. Als de telefoon in de stand-by mode staat, selecteert u
Menu > Web > Instellingen > Beveiligingsinstellingen > Cookies.
Selecteer Toestaan om het ontvangen van cookies toe te staan of
Weigeren om cookies te weigeren.
Scripts via een veilige verbinding
U kunt aangeven of u scripts op een beveiligde pagina wilt laten
uitvoeren. De telefoon ondersteunt WML-scripts.
Als u scripts wilt toestaan, selecteert u tijdens het browsen Opties >
Overige opties > Beveiliging > Inst. WMLScript. Als de telefoon in de
stand-by mode staat, selecteert u Menu > Web > Instellingen >
Beveiligingsinstellingen > WMLScripts via beveil. verbndng > Toestaan.
Download-instellingen
Als u alle gedownloade bestanden automatisch wilt opslaan in de
Galerij, selecteert u Menu > Web > Instellingen > Download-
instellingen > Automatisch opslaan > Aan.
Web
103
Dienstinbox
De telefoon kan dienstberichten ontvangen die door de serviceprovider
worden verzonden (netwerkdienst). Dienstberichten zijn
kennisgevingen, bijvoorbeeld in de vorm van nieuwskoppen. Deze
kunnen een tekstbericht of het adres van een dienst bevatten.
Wanneer u een dienstbericht hebt ontvangen, kunt u de Dienstinbox
openen vanuit de stand-by mode door Tonen te selecteren. Als u Uit
selecteert, wordt het bericht verplaatst naar de Dienstinbox. Als u de
Dienstinbox later wilt openen, selecteert u Menu > Web > Dienstinbox.
Als u de Dienstinbox tijdens het browsen wilt openen, selecteert u
Opties > Overige opties > Dienstinbox. Ga naar het gewenste bericht en
selecteer Downldn om de browser te activeren en de gemarkeerde
inhoud van de pagina te downloaden. Als u gedetailleerde informatie
over de dienstkennisgeving wilt weergeven of het bericht wilt
verwijderen, selecteert u Opties > Details of Verwijderen.
Instellingen dienstinbox
Selecteer Menu > Web > Instellingen > Instellingen dienstinbox.
Als u wilt instellen of dienstberichten moeten worden ontvangen,
selecteert u Dienstberichten > Aan of Uit.
Als u wilt instellen dat de telefoon alleen dienstberichten ontvangt van
door de serviceprovider goedgekeurde content-auteurs, selecteert u
Berichtfilter > Aan. Selecteer Vertrwde kanalen om de lijst met
goedgekeurde content-auteurs te bekijken.
Als u wilt dat de browser vanuit de stand-by mode automatisch wordt
geactiveerd wanneer een dienstbericht wordt ontvangen, selecteert u
Automatisch verbinden > Aan. Als u Uit selecteert, wordt de browser
alleen geactiveerd als u Downldn selecteert wanneer een dienstbericht
wordt ontvangen.
Cachegeheugen
Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op te
slaan. Als u toegang hebt gezocht of gehad tot vertrouwelijke informatie
waarvoor u een wachtwoord moet opgeven, kunt u de cache van het apparaat na
Web
104
gebruik beter legen. De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen in
de cache van de telefoon.
Als u de cache tijdens het browsen wilt legen, selecteert u Opties >
Overige opties > Cache wissen. Als de telefoon in de stand-by mode
staat, selecteert u Menu > Web > Cache wissen.
Browserbeveiliging
Voor sommige diensten, zoals on line bankdiensten of on line aankopen,
zijn beveiligingsfuncties vereist. Dergelijke verbindingen vereisen
beveiligingscertificaten en mogelijk een beveiligingsmodule. Deze zijn
mogelijk beschikbaar op uw SIM-kaart. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie.
Beveiligingsmodule
De beveiligingsmodule biedt beveiligingsdiensten voor toepassingen
waarvoor een browserverbinding nodig is en biedt de mogelijkheid een
digitale handtekening te gebruiken. De beveiligingsmodule kan
certificaten en de bijbehorende persoonlijke en publieke sleutels
bevatten. De certificaten worden in de beveiligingsmodule opgeslagen
door de serviceprovider.
Als u de instellingen van de beveiligingsmodule wilt bekijken of
wijzigen, selecteert u Menu > Instellingen > Beveiliging > Instell.
beveiligingsmodule.
Certificaten
Belangrijk: Hoewel het gebruik van certificaten de risico's van externe
verbindingen en de installatie van software aanzienlijk beperkt, moet u
de certificaten wel op de juiste wijze gebruiken om te kunnen
profiteren van een verbeterde beveiliging. De aanwezigheid van een certificaat
biedt op zichzelf geen enkele bescherming. De beveiliging wordt pas verbeterd als
de certificaten correct, authentiek of vertrouwd zijn. Certificaten hebben een
beperkte geldigheid. Als wordt aangegeven dat het certificaat is verlopen of dat
het nog niet geldig is, terwijl het certificaat geldig zou moeten zijn, controleert u
dan of de huidige datum en tijd van het apparaat goed zijn ingesteld. Voordat u
certificaatinstellingen wijzigt, moet u controleren of de eigenaar van het
Web
105
certificaat kan worden vertrouwd en of het certificaat werkelijk van de
opgegeven eigenaar afkomstig is.
Er zijn drie soorten certificaten: servercertificaten,
autorisatiecertificaten en gebruikerscertificaten. Deze certificaten krijgt
u van de serviceprovider. Autorisatiecertificaten en
gebruikerscertificaten kunnen ook door de serviceprovider zijn
opgeslagen in de beveiligingsmodule.
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging > Autorisatiecertificaten
of Gebruikerscertificaten om de lijst met autorisatiecertificaten of
gebruikerscertificaten te bekijken die naar de telefoon is gedownload.
Als de datatransmissie tussen de telefoon en de server gecodeerd is,
wordt tijdens een verbinding het beveiligingspictogram
weergegeven.
Het veiligheidssymbool geeft niet aan dat de gegevensoverdracht tussen de
gateway en de contentaanbieder (of de locatie waar de aangevraagde bron is
opgeslagen) veilig is. De serviceprovider beveiligt de gegevensoverdracht tussen
de gateway en de contentaanbieder.
Digitale handtekening
U kunt gebruikmaken van digitale handtekeningen als uw SIM-kaart is
voorzien van een beveiligingsmodule. Ondertekenen met een digitale
handtekening is vergelijkbaar met het zetten van uw handtekening op
een papieren factuur, overeenkomst of ander document.
Als u gebruik wilt maken van een digitale handtekening, selecteert u een
koppeling op een pagina (bijvoorbeeld de titel van het boek dat u wilt
aanschaffen en de prijs van het boek). De te ondertekenen tekst
(mogelijk inclusief het bedrag en de datum) wordt weergegeven.
Controleer of de koptekst Lezen en het pictogram voor digitale
ondertekening worden weergegeven.
Als het pictogram voor digitale ondertekening niet wordt weergegeven,
wil dit zeggen dat er een beveiligingsprobleem is. Voer dan geen
persoonlijke gegevens, zoals een ondertekenings-PIN, in.
Lees eerst alle informatie, voordat u de tekst ondertekent. Selecteer
vervolgens Tekenen.
Web
106
De tekst past mogelijk niet geheel op het scherm. Neem daarom eerst de
hele tekst door voordat u ondertekent.
Selecteer het gewenste gebruikerscertificaat. Voer de ondertekenings-
PIN in. Het pictogram voor digitale ondertekening verdwijnt en de dienst
geeft mogelijk een bevestiging van uw aankoop weer.
Pc-verbinding
107
19. Pc-verbinding
U kunt e-mailberichten verzenden en ontvangen en verbinding maken
met internet terwijl de telefoon via Bluetooth, infrarood of via een
gegevenskabel verbonden is met een compatibele pc. U kunt de telefoon
gebruiken met verschillende toepassingen voor pc-connectiviteit en
gegevenscommunicatie.
Nokia PC Suite
Met Nokia PC Suite kunt u contactgegevens, agenda’s, notities en
taaknotities synchroniseren tussen de telefoon en de compatibele pc of
een externe internetserver (netwerkdienst). U kunt aanvullende
informatie en PC Suite vinden op de Nokia-website www.nokia.com/
support of op uw lokale website van Nokia.
Packet-gegevens, HSCSD en CSD
U kunt met uw telefoon de gegevensdiensten GPRS (packet-gegevens),
HSCSD (High Speed Circuit Switched Data) en CSM (Circuit Switched
Data, GSM-gegevens) gebruiken. Informeer bij uw netwerkoperator of
serviceprovider naar de beschikbaarheid en abonnementsmogelijkheden
van gegevensdiensten. Zie Modeminstellingen op pagina 61.
Het gebruik van HSCSD-diensten belast de batterij van de telefoon
zwaarder dan gewone spraak- of gegevensoproepen.
Bluetooth
Gebruik Bluetooth-technologie om via uw compatibele laptop
verbinding met het internet te maken. Uw telefoon moet een
serviceprovider hebben geactiveerd die internettoegang ondersteunt, en
uw PC moet Bluetooth PAN (Personal Area Network) ondersteunen.
Nadat u verbinding heeft gemaakt met de dienst van het
netwerktoegangspunt (NAP) voor de telefoon, en na het koppelen met
de PC wordt er door de telefoon automatisch een GPRS-verbinding met
Pc-verbinding
108
het internet gemaakt. Om de NAP-dienst van de telefoon te gebruiken
hoeft u geen software van de PC Suite te installeren.
Zie Draadloze Bluetooth-technologie op pagina 58.
Toepassingen voor datacommunicatie
Raadpleeg de bijbehorende documentatie voor meer informatie over het
gebruik van een toepassing voor datacommunicatie.
Tijdens een pc-verbinding wordt bellen met de telefoon afgeraden,
omdat dit de werking kan verstoren.
De prestaties nemen toe als u de telefoon tijdens datatransmissies met
de toetsen naar beneden op een stabiele ondergrond plaatst. Zorg
ervoor dat de telefoon tijdens een gegevensoproep niet beweegt en
houd de telefoon niet in uw hand.
Informatie over de batterij
109
20. Informatie over de batterij
De batterij opladen en ontladen
Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een
nieuwe batterij wordt pas benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is
opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en
ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en
standby-tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, moet u de batterij vervangen.
Gebruik alleen batterijen die door Nokia zijn goedgekeurd en laad de batterij
alleen opnieuw op met laders die door Nokia zijn goedgekeurd en bestemd zijn
voor dit apparaat.
Als u de nieuwe batterij voor de eerste keer gebruikt of als u de batterij langere
tijd niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat u de lader moet aansluiten,
ontkoppelen en vervolgens opnieuw moet aansluiten om het opladen te starten.
Haal de lader uit het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt. Houd niet een
volledig opgeladen batterij gekoppeld aan de lader omdat de levensduur van de
batterij kan afnemen wanneer deze wordt overladen. Als een volledig opgeladen
batterij niet wordt gebruikt, wordt deze na verloop van tijd automatisch
ontladen.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de
batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat
kunt bellen.
Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze bestemd is. Gebruik nooit
een beschadigde lader of batterij.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit kan bijvoorbeeld
gebeuren wanneer een metalen voorwerp zoals een munt, paperclip of pen direct
contact maakt met de positieve (+) en negatieve (-) poolklemmen van de batterij.
Deze klemmen zien eruit als metalen strips. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren
wanneer u een reservebatterij in uw zak of tas hebt. Kortsluiting van de
poolklemmen kan schade veroorzaken aan de batterij of aan het voorwerp
waarop deze is aangesloten.
De capaciteit en de levensduur van de batterij nemen af wanneer u deze op hete
of koude plaatsen bewaart (zoals in een afgesloten auto in de zomer of in
winterse omstandigheden). Bewaar de batterij altijd bij een temperatuur tussen
15°C en 25°C. Een apparaat met een warme of koude batterij kan gedurende
bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig opgeladen is. De
Informatie over de batterij
110
batterijprestaties zijn met name beperkt in temperaturen beduidend onder het
vriespunt.
Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan ontploffen. Batterijen
kunnen ook ontploffen als deze beschadigd zijn. Verwerk batterijen in
overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in
voor recycling. Gooi batterijen niet weg met het huishoudafval.
Controle van de echtheid van Nokia-batterijen
Gebruik altijd originele Nokia-batterijen voor uw veiligheid. Verzeker u ervan dat
u een originele Nokia-batterij koopt door de batterij bij een officiële Nokia-dealer
te kopen, te kijken of het Nokia Original Enhancements-logo op de verpakking
staat en het hologramlabel volgens de onderstaande stappen te inspecteren.
Een succesvolle uitvoering van de vier stappen biedt geen totale garantie voor de
echtheid van de batterij. Als u reden hebt om aan te nemen dat uw batterij geen
echte originele Nokia-batterij is, gebruik deze dan niet, maar breng de batterij
naar de dichtstbijzijnde officiële Nokia-dealer of Service Point voor assistentie.
De officiële Nokia-dealer of Service Point zal de echtheid van de batterij
controleren. Als de echtheid niet kan worden vastgesteld, breng de batterij dan
terug naar de plaats van aankoop.
De echtheid van het hologram controleren
1. Wanneer u het hologram op het label bekijkt, hoort
u vanuit de ene hoek het Nokia-symbool met de
handen te zien, en vanuit de andere hoek het Nokia
Original Enhancements-logo.
2. Wanneer u het hologram onder een hoek naar links,
rechts, omlaag en omhoog houdt, hoort u op iedere
kant respectievelijk 1, 2, 3 en 4 stippen te zien.
Informatie over de batterij
111
3. Kras aan de zijkant van het label om een 20-cijferige
code zichtbaar te maken, bijvoorbeeld
12345678919876543210. Draai de batterij zo dat
de cijfers rechtop staan. De 20-cijferige code moet
worden gelezen te beginnen bij het cijfer op de
bovenste rij, gevolgd door de onderste rij.
4. Controleer of de 20-cijferige code geldig is door de
instructies op www.nokia.com/batterycheck te
volgen.
Als u een tekstbericht wilt maken, toetst u de
20-cijferige code in (bijvoorbeeld
12345678919876543210) en stuurt u het bericht naar
+44 7786 200276.
Ga als volgt te werk om een tekstbericht te maken:
Voor landen in Azië-Pacific behalve India: Toets de 20-cijferige code in
(bijvoorbeeld 12345678919876543210) en stuur het bericht naar
+61 427151515.
Alleen voor India: Toets ’Battery’ in, gevolgd door de 20-cijferige batterijcode
(bijvoorbeeld Battery 12345678919876543210) en stuur het bericht naar
5555.
Er zijn nationale en internationale operatorkosten van toepassing.
U dient een bericht te ontvangen dat aangeeft of de code is geverifieerd.
Wat als de batterij niet origineel is?
Gebruik de batterij niet, als het u niet gelukt is vast te stellen of de Nokia-batterij
met het hologramlabel een originele Nokia-batterij is. Breng de batterij naar de
dichtstbijzijnde officiële Nokia-dealer of Service Point voor assistentie. Het
gebruik van een batterij die niet door de fabrikant is goedgekeurd, kan gevaarlijk
zijn en kan leiden tot gebrekkige prestaties en beschadiging van het apparaat of
de toebehoren. Het kan ook de goedkeuring of garantie van het apparaat
ongeldig maken.
Kijk voor meer informatie over originele Nokia-batterijen naar www.nokia.com/
battery.
Verzorging en onderhoud
112
Verzorging en onderhoud
Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en
moet met zorg worden behandeld. De tips hieronder kunnen u helpen om de
garantie te behouden.
Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten
vloeistoffen of vocht bevatten mineralen die corrosie van elektronische
schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de
batterij en laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij
terugplaatst.
Gebruik of bewaar het apparaat niet op stoffige, vuile plaatsen. De
bewegende onderdelen en elektronische onderdelen kunnen beschadigd
raken.
Bewaar het apparaat niet op plaatsen waar het heet is. Hoge temperaturen
kunnen de levensduur van elektronische apparaten bekorten, batterijen
beschadigen en bepaalde kunststoffen doen vervormen of smelten.
Bewaar het apparaat niet op plaatsen waar het koud is. Wanneer het
apparaat weer de normale temperatuur krijgt, kan binnen in het apparaat
vocht ontstaan, waardoor elektronische schakelingen beschadigd kunnen
raken.
Probeer het apparaat niet open te maken op een andere manier dan in deze
handleiding wordt voorgeschreven.
Laat het apparaat niet vallen en stoot of schud niet met het apparaat. Een
ruwe behandeling kan de interne elektronische schakelingen en fijne
mechaniek beschadigen.
Gebruik geen agressieve chemicaliën, oplosmiddelen of sterke
reinigingsmiddelen om het apparaat schoon te maken.
Verf het apparaat niet. Verf kan de bewegende onderdelen van het apparaat
blokkeren en de correcte werking belemmeren.
Raak het hoofdscherm niet aan met harde of puntige voorwerpen.
Voorwerpen als oorbellen of sierraden kunnen krassen maken op het scherm.
Maak de lenzen (zoals de cameralens, nabijheidsensor en lichtsensor) schoon
met een zachte, schone, droge doek.
Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde vervangingsantenne.
Niet-goedgekeurde antennes, aanpassingen of toebehoren kunnen het
Verzorging en onderhoud
113
apparaat beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regelgeving met
betrekking tot radioapparaten.
Gebruik laders binnenshuis.
Maak altijd een back-up van alle gegevens die u wilt bewaren (zoals
contactpersonen en agendanotities) voordat u het apparaat naar een
servicepunt brengt.
Alle bovenstaande tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere
toebehoren. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als
enig apparaat niet goed werkt.
Aanvullende veiligheidsinformatie
114
Aanvullende veiligheidsinformatie
Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten
het bereik van kleine kinderen.
Gebruiksomgeving
Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en
schakel het apparaat altijd uit op plaatsen waar het verboden is het apparaat te
gebruiken of waar het gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik
het apparaat alleen in de normale posities. Dit apparaat voldoet aan de
richtlijnen voor blootstelling aan RF-signalen wanneer het op normale wijze
tegen het oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van minimaal
2,2 cm (7/8 inch) van het lichaam bevindt. Wanneer het apparaat op het lichaam
wordt gedragen in een draagtasje, riemclip of houder, moeten deze hulpmiddelen
geen metaal bevatten en moet het apparaat zich op de bovengenoemde afstand
van het lichaam bevinden.
Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet dit apparaat kunnen
beschikken over een goede verbinding met het netwerk. In sommige gevallen kan
het overbrengen van databestanden of berichten vertraging oplopen tot een
dergelijke verbinding beschikbaar is. Houd u aan de bovenstaande
afstandsrichtlijnen tot de gegevensoverdracht is voltooid.
Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen voorwerpen kunnen
worden aangetrokken door het apparaat. Houd creditcards en andere
magnetische opslagmedia uit de buurt van het apparaat, omdat de gegevens die
op deze media zijn opgeslagen, kunnen worden gewist.
Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het
functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig
beïnvloeden. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om
vast te stellen of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie
of als u vragen hebt. Schakel het apparaat uit in instellingen voor
gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt door ter plaatse
aangegeven instructies. Ziekenhuizen en andere instellingen voor
gezondheidszorg kunnen gebruik maken van apparatuur die gevoelig is voor
externe RF-energie.
Aanvullende veiligheidsinformatie
115
Pacemakers
Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 15,3 cm afstand moet
worden gehouden tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke
storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met
het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology
Research. Mensen met een pacemaker moeten:
het apparaat op meer dan 15,3 cm afstand van de pacemaker houden;
het apparaat niet in een borstzak dragen;
het apparaat bij het oor houden aan de andere zijde van het lichaam dan de
zijde waar de pacemaker zich bevindt, om de kans op storingen te
minimaliseren.
Als u vermoedt dat er storing optreedt, moet u het apparaat uitschakelen en uit
de buurt van de pacemaker houden.
Voertuigen
RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in
gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende
afgeschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie,
elektronische antislip- of antiblokkeer-remsystemen, systemen voor
elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant, of
diens vertegenwoordiger, van uw voertuig of van hieraan toegevoegde
apparatuur, voor meer informatie.
Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een
auto worden gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar
opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is op het apparaat doen
vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog
steeds goed bevestigd zit en naar behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen
brandbare vloeistoffen, gassen of explosieve materialen in dezelfde ruimte als die
waarin het apparaat zich bevindt of onderdelen of toebehoren daarvan. Voor
auto's met een airbag geldt dat de airbags met zeer veel kracht worden
opgeblazen. Zet geen voorwerpen, dus ook geen geïnstalleerde of draagbare
draadloze apparatuur, in de ruimte boven de airbag of waar de airbag wordt
opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de auto kan dit
ernstige verwondingen veroorzaken als de airbag wordt opgeblazen.
Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden. Schakel het apparaat
uit voordat u een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze
telecomapparatuur kan gevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig, kan het
draadloze telefoonnetwerk verstoren en kan illegaal zijn.
Aanvullende veiligheidsinformatie
116
Explosiegevaarlijke omgevingen
Schakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle
aanwijzingen en instructies op. Dergelijke plaatsen zijn bijvoorbeeld plaatsen
waar u gewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto af te zetten. Vonken
kunnen op dergelijke plaatsen een explosie of brand veroorzaken, waardoor er
gewonden of zelfs doden kunnen vallen. Schakel het apparaat uit bij
benzinestations. Houd u aan de beperkingen voor het gebruik van
radioapparatuur in brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken of op plaatsen
waar met explosieven wordt gewerkt. Plaatsen met explosiegevaar zijn vaak,
maar niet altijd, duidelijk gemarkeerd. Het gaat onder andere om scheepsruimen,
chemische overslag- of opslagplaatsen, voertuigen die gebruikmaken van LPG
(onder andere propaan of butaan) en gebieden waar de lucht chemicaliën of fijne
deeltjes van bijvoorbeeld graan, stof of metaaldeeltjes bevat.
Alarmnummer kiezen
Belangrijk: Draadloze telefoons zoals dit apparaat, maken gebruik van
radiosignalen, draadloze netwerken, kabelnetwerken en door de
gebruiker geprogrammeerde functies. Hierdoor kunnen verbindingen
niet onder alle omstandigheden worden gegarandeerd. U moet nooit
alleen vertrouwen op een draadloze telefoon voor het tot stand brengen
van essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische noodgevallen.
Een alarmnummer kiezen:
1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd. Controleer of de
signaalontvangst voldoende is.
In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste SIM-kaart
noodzakelijk zijn.
2. Druk zo vaak als nodig is op de toets Einde om het scherm leeg te maken en
het apparaat gereed te maken voor een oproep.
3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt.
Alarmnummers verschillen per locatie.
4. Druk op de beltoets.
Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies eerst moet
uitschakelen voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Als het apparaat in het
profiel Offline of Vlucht staat, moet u het profiel wijzigen om de telefoonfunctie
te activeren voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Raadpleeg deze
handleiding of uw serviceprovider voor meer informatie.
Aanvullende veiligheidsinformatie
117
Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk op, wanneer u een
alarmnummer belt. Uw draadloze apparaat is mogelijk het enige
communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek pas
wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Informatie over certificatie (SAR)
Dit mobiele apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan
radiogolven.
Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het is zo ontworpen dat
de grenzen voor blootstelling aan radiogolven die worden aanbevolen door
internationale richtlijnen niet worden overschreden. Deze richtlijnen zijn
ontwikkeld door de onafhankelijke wetenschappelijke organisatie ICNIRP, en
bevatten veiligheidsmarges om de veiligheid van alle personen te waarborgen,
ongeacht hun leeftijd en gezondheidstoestand.
De blootstellingsrichtlijnen voor mobiele apparatuur wordt uitgedrukt in de
maateenheid SAR (Specific Absorption Rate). De SAR-limiet in de richtlijnen van
het ICNIRP is 2,0 W/kg (watt/kilogram) gemiddeld over tien gram
lichaamsweefsel. Bij tests voor SAR worden de standaardposities gebruikt,
waarbij het apparaat in alle gemeten frequentiebanden het hoogst toegestane
energieniveau gebruikt. Het werkelijke SAR-niveau van een werkend apparaat
kan onder de maximumwaarde liggen, omdat het apparaat zo is ontworpen dat
niet meer energie wordt gebruikt dan nodig is om verbinding te maken met het
netwerk. De hoeveelheid benodigde energie hangt af van een aantal factoren,
zoals de afstand tot een zendmast waarop u zich bevindt. De hoogste SAR-
waarde onder de ICNIRP-richtlijnen voor gebruik van het apparaat bij het oor is
0.90 W/kg.
Het gebruik van accessoires en toebehoren met het apparaat kan resulteren in
andere SAR-waarden. SAR-waarden kunnen variëren, afhankelijk van nationale
rapportage-eisen, testeisen en de netwerkband. Meer informatie over SAR kunt u
vinden onder "product information" op www.nokia.com.
Index
118
Index
A
aan/uit
toets
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
aansluiting
lader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
USB
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
aansluiting lader . . . . . . . . . . . . . . .18
aansluiting voor toebehoren . . . . . .18
accessoires Zie toebehoren.
achtergrond
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .56
actief standby . . . . . . . . . . . . . 19, 56
agenda
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .91
alarmnummer kiezen . . . . . . . . . . 116
antenne . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
audio
adapter
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
berichten . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
B
band . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
batterij
echtheid
. . . . . . . . . . . . . . . . . 110
installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
opladen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
opladen, ontladen . . . . . . . . . 109
batterij opladen . . . . . . . . . . . . . . . .15
beltoets
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
beltonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55
berichten
audiobericht
. . . . . . . . . . . . . . . .34
centralenummer . . . . . . . . . . . .29
dienstopdrachten
. . . . . . . . . . . .43
flitsbericht
. . . . . . . . . . . . . . . . .33
informatieberichten . . . . . . . . . .43
instellingen voor
. . . . . . . . 4347
kaarten
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
lengte-indicator . . . . . . . . . . . . .29
map
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
spraakbericht
. . . . . . . . . . . . . . .42
tekst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . .43
berichten van
de internetdienst
. . . . . . . . . . . . . 103
beveiliging
codes
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . 68
module
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
beveiligingsinformatie . . . . . . . 6, 114
bladeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
bladertoets
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
blokkeerwachtwoord . . . . . . . . . . . 11
Bluetooth . . . . . . . . . . . . . . . . 58, 107
bookmarks
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
browser
beveiliging . . . . . . . . . . . . . . . 102
bookmarks
. . . . . . . . . . . . . . . 101
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
weergave-instellingen . . . . . . 101
C
cachegeheugen . . . . . . . . . . . . . . 104
camera
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75, 76
cameratoets . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
certificaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
chatberichten
. . . . . . . . . . . . . . . . . 38
codes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
configuratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
instellingen
. . . . . . . . . . . . . . . . 16
instellingsdienst . . . . . . . . . . . . 11
contacten
bewerken
. . . . . . . . . . . . . . . . . 49
dienstnummers . . . . . . . . . . . . . 51
eigen nummers . . . . . . . . . . . . . 51
groepen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . 50
kopiëren
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
opslaan
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
snelkeuze . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
verwijderen
. . . . . . . . . . . . . . . . 50
zoeken
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
contactgegevens . . . . . . . . . . . . . . 12
cookies
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102
D
datuminstellingen . . . . . . . . . . . . . 57
dienst
berichten
. . . . . . . . . . . . . . . . . 103
inbox . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
Index
119
nummers . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
opdrachten . . . . . . . . . . . . . . . . 43
diensten . . . . . . . . . . . . . . . . . .99106
digitale handtekening
. . . . . . . . . . 105
downloaden . . . . . . . . . . . . . . .11, 103
E
een foto maken . . . . . . . . . . . . . . . . 75
EGPRS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
einde
oproep
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
e-mailtoepassing
. . . . . . . . . . . . . . 35
energie
spaarstand . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
equalizer
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
explosiegevaarlijke
omgevingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116
F
fabrieksinstellingen . . . . . . . . . . . . 70
flitsberichten
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
FM-radio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
foto . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
G
galerij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
gedeeld geheugen
. . . . . . . . . . . . . . . 8
gegevens
communicatie . . . . . . . . . . . . . 108
kabel
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
overdracht . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
geheugen
kaart
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 15, 73
vol
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
general packet radio
service
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .61, 107
GPRS. Zie general packet
radio service.
H
handsfree. Zie luidspreker.
hoofdletters en kleine letters
. . . . . 26
hoofdtelefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
I
IMAP4 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . 16
indicatoren
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
informatie over certificatie . . . . . 117
informatieberichten . . . . . . . . . . . . 43
infrarood
lens
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
verbinding . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
installatie
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
instellingen
achtergrond . . . . . . . . . . . . . . . . 56
actief standby
. . . . . . . . . . . . . . 56
animatie openen . . . . . . . . . . . . 56
berichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
beveiliging
. . . . . . . . . . . . . . . . . 68
configuratie . . . . . . . . . . . . . . . . 67
connectiviteit . . . . . . . . . . . . . . 58
datum
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
dienstinbox . . . . . . . . . . . . . . . 103
downloaden . . . . . . . . . . . . . . . 103
fabrieksinstellingen
terugzetten
. . . . . . . . . . . . . . . . 70
gegevensoverdracht . . . . . . . . . 62
GPRS, EGPRS
. . . . . . . . . . . . . . . 61
infrarood . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
oproepen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
profielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Push to Talk . . . . . . . . . . . . . . . . 89
Push to Talk.
. . . . . . . . . . . . . . . 88
snelkoppelingen . . . . . . . . . . . . 57
telefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
thema's
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
tijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . 66
tonen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
USB-gegevenskabel
. . . . . . . . . 63
weergave
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Internet
. . . . . . . . . . . . . . . . . 99106
IR. Zie infrarood.
K
kaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
klantenservice
. . . . . . . . . . . . . . . . . 12
klokinstellingen
. . . . . . . . . . . . . . . . 57
Index
120
L
lettergrootte . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56
logboek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
luidspreker
. . . . . . . . . . . . . . . . 18, 25
Luidspreker van de telefoon. Zie
luidspreker.
luistergedeelte
. . . . . . . . . . . . . . . . .18
M
map voor ongewenste
e-mailberichten . . . . . . . . . . . . . . . .38
mediaspeler . . . . . . . . . . . . . . . . . . .76
menu
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
MMS. Zie multimediaberichten.
multimediaberichten . . . . . . . . . . . .30
muziekspeler
. . . . . . . . . . . . . . . . . .77
N
navigatie
menu's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58
netwerk
diensten
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
naam op het scherm . . . . . . . . .19
Nokia-contactgegevens
. . . . . . . . . .12
normale tekstinvoer . . . . . . . . . . . . .26
notities . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91, 92
nummers
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
O
offline modus . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
operatormenu
. . . . . . . . . . . . . . . . . .71
oproep
functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
logboek
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
opties
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
wachtfunctie
. . . . . . . . . . . . . . .24
oproepen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 2325
instellingen
. . . . . . . . . . . . . . . . .64
oproepregister. Zie oproepinfo.
organizer
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90
P
pacemakers . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115
packet-gegevens. Zie general
packet radio service.
PC Suite
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
Pc-verbinding . . . . . . . . . . . . . . . . 107
PictBridge
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
PIN-codes . . . . . . . . . . . . . . . . . 10, 16
plug-en-play-dienst . . . . . . . . . . . . 16
polsband
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
POP3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
positie. Zie positiebepaling.
positiebepaling
. . . . . . . . . . . . . . . . 53
profielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
PTT. Zie Push to Talk.
PUK-codes
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Push to Talk. . . . . . . . . . . . . . . . 8389
R
radio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
recorder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
rekenmachine
. . . . . . . . . . . . . . . . . 92
S
SAR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 117
scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
screensaver . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
selectietoetsen
. . . . . . . . . . . . . . . . 18
sensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
signaalsterkte . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
SIM
berichten
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
diensten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98
kaart
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
kaart installeren
. . . . . . . . . . . . 13
SMS. Zie tekstberichten
snelkeuze
. . . . . . . . . . . . . . . . . 23, 51
snelkoppelingen
. . . . . . . . . . . . . . . 57
software-updates
. . . . . . . . . . . 65, 69
spamfilter
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
spelletjes
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
spraakgestuurde
berichten
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
nummerkeuze . . . . . . . . . . . . . . 23
opdrachten . . . . . . . . . . . . . . . . 58
recorder
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
standby-modus . . . . . . . . . . . . . 19, 57
statusindicatoren . . . . . . . . . . . . . . 19
Index
121
stereo-verbreding . . . . . . . . . . . . . . 82
stopwatch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
streamingdienst . . . . . . . . . . . . . . . 76
swivel
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
synchronisatie . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
T
taalinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . 65
takenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92
tekst
bericht
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
telefoon
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
tekst invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
tekstinvoer met woordenboek . . . . 26
telefoon
configuratie
. . . . . . . . . . . . . . . . 67
instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . 65
openen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
updates . . . . . . . . . . . . . . . . 65, 69
telefoon blokkeren. Zie
toetsen blokkeren.
thema's
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
tijdinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . 57
timer
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 66
toegangscodes . . . . . . . . . . . . . . . . 10
toepassingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
toetsblokkering . . . . . . . . . . . . . . . . 21
toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
toetsenblok
. . . . . . . . . . . . . . . . 18, 21
toetsenblokkering opheffen . . . . . . 21
tonen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
U
UPIN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
USB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
V
videoclip . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
visitekaartjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
visual radio
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
voertuigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115
volume
aanpassen
. . . . . . . . . . 23, 77, 80
toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
W
web . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99106
weergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
wekker
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
wireless markup language . . . . . . . 99
X
XHTML . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
Z
zwarte lijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
8


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Nokia 5200 tempo music at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Nokia 5200 tempo music in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1,83 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Nokia 5200 tempo music

Nokia 5200 tempo music User Manual - English - 97 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info