297315
45
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/164
Next page
Uitgebreide
gebruikershandleiding
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION Ltd verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product
NHL-8 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad:
1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/
Copyright © 2003 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van
Nokia is verboden.
Nokia, Nokia Connecting People en Xpress-on zijn gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken
of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune een geluidsmerk van Nokia Corporation.
This product includes software licensed from Symbian Ltd © 1998-2002.
© 1998-2002 Symbian Ltd. All rights reserved. Symbian and Symbian OS are trademarks of Symbian Ltd. All rights reserved.
Java™ and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.
GEBRUIK VAN DIT PRODUCT OP ENIGE WIJZE DAT OVEREENSTEMT MET DE VISUELE NORM MPEG-4 IS VERBODEN, BEHALVE VOOR GEBRUIK DAT RECHTSTREEKS BETREKKING
HEEFT OP (A) GEGEVENS OF INFORMATIE (i) GEGENEREERD DOOR EN KOSTENLOOS VERKREGEN VAN EEN KLANT BUITEN HET KADER VAN ENIGE BEDRIJFSACTIVITEIT, EN (ii)
UITSLUITEND BESTEMD VOOR PERSOONLIJK GEBRUIK; EN (B) ANDER GEBRUIK DAT SPECIFIEK EN AFZONDERLIJK ONDER LICENTIE IS TOEGESTAAN DOOR MPEG LA, L.L.C
Stac ®, LZS ®, ©1996, Stac, Inc., ©1994-1996 Microsoft Corporation. Includes one or more U.S. Patents: No. 4701745, 5016009, 5126739, 5146221, and 5414425. Other
patents pending.
Hi/fn ®, LZS ®,©1988-98, Hi/fn. Includes one or more U.S. Patents: No. 4701745, 5016009, 5126739, 5146221, and 5414425. Other patents pending.
Part of the software in this product is © Copyright ANT Ltd. 1998. All rights reserved.
m-Router Connectivity Components © 2000-2002 Intuwave Limited. All rights reserved. (www.intuwave.com)
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright (C) 1997-2003. Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te
brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven
betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot
impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande
kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
9362437
Issue 2 NL
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid.....................................6
Algemene informatie.................................8
Standby-modus ......................................................................8
Menu ...................................................................................... 10
Optielijstjes........................................................................... 12
Online Help........................................................................... 12
Navigatiebalk - horizontaal navigeren......................... 12
Acties voor alle toepassingen.......................................... 12
Volumeregeling.................................................................... 14
De telefoon.............................................. 16
Bellen...................................................................................... 16
Een oproep beantwoorden ............................................... 18
Logboek - Lijst met oproepen en algemeen logboek 21
SIM-map................................................................................ 25
Instellingen.............................................. 26
Algemene instellingen wijzigen...................................... 26
Telefooninstellingen........................................................... 26
Oproepinstellingen ............................................................. 28
Verbinding............................................................................. 30
Datum en tijd....................................................................... 37
Beveiliging ............................................................................ 37
Oproepblokk. (netwerkdienst) ......................................... 42
Netwerk..................................................................................43
Instellingen accessoires.....................................................43
Contacten .................................................44
Contactkaarten maken.......................................................44
Contactgegevens kopiëren tussen de SIM-kaart en het
telefoongeheugen................................................................45
Contactkaarten bewerken.................................................45
Een contactkaart bekijken.................................................47
Contactgroepen beheren...................................................51
Camera en Afbeeldingen.........................53
Fotos maken.........................................................................53
Afbeeldingen - Fotos opslaan.........................................57
Videorecorder...........................................61
Videoclips opnemen............................................................61
Een videoclip bekijken........................................................62
Zenden van videoclips........................................................62
RealOne Player™ ......................................63
Media Guide..........................................................................64
Mediabestanden afspelen.................................................64
Mediabestanden verzenden..............................................67
Instellingen wijzigen...........................................................67
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten ..................................................69
Berichten - Algemene informatie .................................. 70
Tekst intoetsen..................................................................... 72
Nieuwe berichten maken en verzenden ....................... 76
Inbox - berichten ontvangen........................................... 82
Mijn mappen ....................................................................... 87
Remote mailbox .................................................................. 87
Outbox.................................................................................... 92
Berichten op een SIM-kaart bekijken ........................... 93
Infodienst (netwerkdienst) ............................................... 93
Editor voor dienstopdrachten.......................................... 94
Berichtinstellingen..............................................................94
Profielen ................................................ 101
Het profiel wijzigen..........................................................101
Profielen aanpassen .........................................................101
Favorieten.............................................. 103
Snelkoppelingen toevoegen ...........................................103
Agenda en Actiepunten ....................... 105
Agenda-items maken.......................................................105
Agendasignalen instellen................................................108
Actiepunten........................................................................109
Gegevens importeren van andere
Nokia-telefoons.................................................................110
Extra ...................................................... 111
Rekenmachine....................................................................111
Componist ...........................................................................112
Omrekenen..........................................................................113
Notities ................................................................................115
Klok .......................................................................................115
Opname-eenheid...............................................................116
Spelletjes .............................................................................117
Geheugenkaart...................................................................117
Diensten (XHTML) ................................ 121
Basisprocedure voor toegang tot webdiensten........121
De telefoon configureren voor browserdiensten......122
Verbinding maken.............................................................122
De beveiliging van de verbinding .................................123
Bookmarks weergeven.....................................................124
Browsen ...............................................................................125
Opgeslagen paginas weergeven...................................127
Downloaden........................................................................127
Een verbinding verbreken ...............................................129
Browserinstellingen..........................................................129
Toepassingen (Java)........................... 130
Java-toepassing installeren ...........................................131
Instellingen voor Java-toepassingen...........................133
Beheer - programmas en software
installeren.............................................. 134
Software installeren.........................................................135
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Software verwijderen.......................................................136
Het geheugengebruik weergeven.................................137
Connectiviteit........................................ 138
Bluetooth-verbinding ......................................................138
Infraroodverbinding .........................................................143
De telefoon aansluiten op een computer ..................144
Gegevens bijwerken - remote synchronisatie...........145
Problemen oplossen .............................. 148
Vraag en antwoord........................................................... 149
Informatie over de batterij.................. 152
Verzorging en onderhoud..................... 153
Belangrijke veiligheidsinformatie........ 154
Index ...................................................... 158
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
6
Voor uw veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het overtreden van de
regels kan gevaarlijk of onwettig zijn. Meer informatie
vindt u in deze handleiding.
In Aan de slag vindt u uitgebreide instructies voor
de bediening en het onderhoud van de telefoon,
alsook belangrijke veiligheidsinformatie.
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van
mobiele telefoons verboden is of als dit storing
of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Gebruik geen telefoon terwijl u een auto
bestuurt. Parkeer de auto eerst.
STORING Alle draadloze telefoons zijn
gevoelig voor storing. Dit kan de werking van
de telefoon beïnvloeden.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN
ZIEKENHUIZEN Volg alle regels en
aanwijzingen op. Schakel de telefoon uit in de
nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN
VLIEGTUIGEN Draadloze telefoons kunnen
storingen veroorzaken.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT TIJDENS HET
TANKEN Gebruik de telefoon niet in een
benzinestation. Gebruik de telefoon niet in de
nabijheid van benzine of chemicaliën.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN DE BUURT
VAN EXPLOSIEVEN Gebruik de telefoon niet
waar explosieven worden gebruikt. Houd u aan
beperkende maatregelen en volg eventuele
voorschriften of regels op.
GEBRUIK DE TELEFOON VERSTANDIG
Gebruik de telefoon alleen zoals het is bedoeld.
Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD Laat alleen bevoegd
personeel het apparaat installeren of
repareren.
ACCESSOIRES EN BATTERIJEN Gebruik alleen
goedgekeurde accessoires en batterijen. Sluit
geen ongeschikte producten aan.
WATERBESTENDIGHEID De telefoon is niet
waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS Vergeet niet om een back-
up te maken van alle belangrijke gegevens.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
7
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat
aansluit, moet u de gebruikershandleiding van
dat apparaat lezen voor gedetailleerde
veiligheidsinstructies. Sluit geen ongeschikte
producten aan.
BELLEN Controleer of de telefoon is
ingeschakeld. Toets het net- en
abonneenummer in en druk op . Als u een
gesprek wilt beëindigen, drukt u op . Als u
een oproep wilt beantwoorden, drukt u op .
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de
telefoon is ingeschakeld. Druk zo vaak als nodig is
op om het scherm leeg te maken
(bijvoorbeeld om een gesprek te beëindigen, een
menu af te sluiten, enzovoort). Toets het
alarmnummer in en druk op . Geef op waar u
zich bevindt. Beëindig het gesprek niet voordat u
daarvoor toestemming hebt gekregen.
Netwerkdiensten
De draadloze telefoon zoals beschreven in deze
handleiding is goedgekeurd voor gebruik op het EGSM 900
en GSM 1800- en 1900-netwerk.
Sommige functies die in deze handleiding worden
beschreven zijn netwerkdiensten. Dit zijn speciale diensten
waarop u zich via uw netwerkexploitant kunt abonneren.
U kunt pas gebruik maken van deze diensten nadat u zich
via de exploitant van uw thuisnet op de gewenste diensten
hebt geabonneerd en u de gebruiksinstructies hebt
ontvangen.
Opmerking: Het is mogelijk dat sommige
netwerken geen ondersteuning bieden voor
bepaalde taalafhankelijke tekens en/of diensten.
Opladers en accessoires
Opmerking: Controleer voor gebruik altijd het
modelnummer van een oplader. Deze apparatuur is
bedoeld voor gebruik met de volgende
voedingsbronnen: ACP-8, ACP-12, LCH-9 en
LCH-12.
WAARSCHUWING! Gebruik alleen batterijen,
laders en accessoires die door de fabrikant van de
telefoon zijn goedgekeurd voor gebruik met dit
type telefoon. Het gebruik van andere types kan de
goedkeuring en garantie doen vervallen en kan
bovendien gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbare goedgekeurde
accessoires.
Als u de stekker van een accessoire uit het stopcontact
verwijdert, moet u aan de stekker trekken, niet aan het snoer.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat,
aan alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme
rechten van anderen.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Algemene informatie
8
1. Algemene informatie
Nokia 3660 biedt verschillende handige functies, zoals Camera, Videorecorder, Berichten,
E-mail, Klok, Signaalklok, Rekenmachine en Agenda.
De stickers in het pakket
De stickers in het pakket bevatten belangrijke informatie voor service en
klantenondersteuning. Het pakket bevat tevens instructies over het gebruik van deze
stickers.
Standby-modus
De volgende symbolen worden weergegeven als de telefoon gebruiksklaar is en er geen
tekens zijn ingetoetst. Dit is de standby-modus. In fig. 1
geldt:
A Toont de signaalsterkte van het mobiele netwerk op de huidige locatie. Hoe hoger de balk,
des te sterker het signaal. Het antennesymbool wordt vervangen door het GPRS-symbool
als GPRS-verbinding is ingesteld op Autom. bij signaal en er een verbinding beschikbaar is
op het netwerk of in de huidige cel. Zie Pakketdata (General Packet Radio Service, GPRS)
op pag. 31
en GPRS op pag. 36.
Tip! U kunt de
snelkoppelingen voor de
selectietoetsen en de
achtergrondafbeelding
wijzigen. Zie de
instellingen voor
Standby-modus
op
pag. 27
.
B Toont een analoge of digitale klok. Zie ook de instellingen voor Datum en tijd
op pag. 37
en Standby-modus Achtergrondafbeelding op pag. 27
.
C Geeft aan in welk mobiel netwerk de telefoon momenteel wordt gebruikt.
D Toont de batterijcapaciteit. Hoe hoger de balk, des te hoger de batterijcapaciteit.
E Navigatiebalk: toont het actieve profiel. Als het geselecteerde profiel Algemeen is,
verschijnt de huidige datum in plaats van de profielnaam. Zie Navigatiebalk - horizontaal
navigeren op pag. 12 en Profielen op pag. 101 voor meer informatie.
F Toont de huidige snelkoppelingen die aan de selectietoetsen en zijn
toegewezen.
Figuur 1 Standby-
modus met
achtergrondafbeelding
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Algemene informatie
9
Opmerking: Uw telefoon heeft een screensaver. Het scherm wordt leeggemaakt en
de screensaver verschijnt als de telefoon vijf minuten niet is gebruikt. Zie pag. 28
.
Druk op een toets om de screensaver te deactiveren.
Symbolen die acties aangeven
Als de telefoon in standby-modus staat, kunnen een of meer van de volgende symbolen
worden weergegeven:
- Geeft aan dat u nieuwe berichten hebt ontvangen in de Inbox. Als het symbool
knippert, is er onvoldoende geheugen en moet u gegevens verwijderen. Zie Geheugen vol
op pag. 148
voor meer informatie.
- Geeft aan dat u nieuwe e-mail hebt ontvangen.
- Geeft aan dat u een of meer spraakberichten hebt ontvangen. Zie Uw voicemailbox
bellen op pag. 17.
- Geeft aan dat de Outbox berichten bevat die nog niet zijn verzonden. Zie pag. 70
.
- Wordt weergegeven als Oproepsignaal is ingesteld op Stil en Berichtensignaaltoon is
ingesteld op Uit in het actieve profiel. Zie Profielen
op pag. 101.
- Geeft aan dat het toetsenblok is geblokkeerd. Zie Aan de slag.
- Geeft aan dat er een alarm actief is. Zie Klok
op pag. 115.
- Geeft aan dat Bluetooth actief is. Bij datatransmissie via Bluetooth wordt
weergegeven.
- Geeft aan dat alle oproepen worden doorgeschakeld. - Geeft aan dat alle
oproepen worden doorgeschakeld naar een voicemailbox. Zie Instellingen voor het
doorschakelen van oproepen op pag. 20. Als u twee telefoonlijnen hebt, is het
doorschakelsymbool voor de eerste lijn en voor de tweede. Zie Lijn in gebruik
(netwerkdienst) op pag. 29.
- Geeft aan dat u alleen kunt bellen via telefoonlijn 2 (netwerkdienst). Zie Lijn in gebruik
(netwerkdienst) op pag. 29.
Figuur 2 Het
hoofdmenu
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Algemene informatie
10
Symbolen voor dataverbindingen
Opties in het menu:
Openen, Lijstweergave /
Roosterweergave,
Verwijderen, Verplaatsen,
Verplaats naar map,
Nieuwe map, Naam
wijzigen, Help en Afsluiten.
Als een toepassing een dataverbinding tot stand brengt, knippert een van de volgende
symbolen in de standby-modus.
Als het symbool continu wordt weergegeven, is de verbinding actief.
voor een data-oproep, voor een data-oproep met hoge snelheid,
verschijnt in plaats van het antennesymbool wanneer er een actieve GPRS-verbinding
is. verschijnt wanneer de GPRS-verbinding in de wacht staat tijdens spraakoproepen.
voor een faxoproep,
voor een Bluetooth-verbinding en
voor een infraroodverbinding.
Menu
Druk op (Menu) om het hoofdmenu te openen. Via dit menu kunt u alle
toepassingen openen. Zie fig. 2
op pag. 9.
Navigeren in het menu
Druk bovenaan , onderaan , links of rechts op de bladertoets (zie
blauwe pijlen 1 t/m 4 in figuur 3
, pag. 10) om door het menu te navigeren.
Toepassingen of mappen openen
Ga naar een toepassing of een map en druk op de bladertoets in het midden
(weergegeven met blauwe pijl 5 in figuur 3
, pag. 10) om deze te openen.
Figuur 3 De bladertoets
gebruiken om te
verplaatsen.
1
2
3
4
5
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Algemene informatie
11
Toepassingen sluiten
Druk herhaaldelijk op Terug totdat u in de standby-modus komt of selecteer Opties
Afsluiten.
Tip! Selecteer
Opties Lijstweergave
als u de toepassingen in
een lijst wilt bekijken.
Als u ingedrukt houdt, keert u terug naar de standby-modus en blijft de toepassing op
de achtergrond geopend.
Opmerking: Als u op drukt, wordt een gesprek altijd beëindigd, ook als een
andere toepassing actief is en op de display wordt weergegeven.
Als u de telefoon uitzet, worden de toepassingen gesloten en niet opgeslagen gegevens
automatisch opgeslagen.
Het menu herschikken
U kunt de menu-items naar eigen inzicht herschikken. Weinig gebruikte toepassingen kunt
u in mappen zetten en veelgebruikte toepassingen kunt u van een map naar het menu
verplaatsen. U kunt ook nieuwe mappen maken.
1 Ga naar het item dat u wilt verwijderen en selecteer Opties Verplaatsen. Er verschijnt
een vinkje naast de toepassing.
2 Verplaats de selectie naar de gewenste locatie en druk op OK.
Tussen toepassingen schakelen
Zo schakelt u tussen meerdere geopende toepassingen: Houd (Menu) ingedrukt. Er
wordt een lijst weergegeven met geopende toepassingen. Zie fig. 4
op pag. 11. Ga naar een
toepassing en druk op om deze te openen.
Opmerking: Als er onvoldoende geheugen is, kan het zijn dat toepassingen
automatisch worden gesloten. Voordat een toepassing wordt gesloten, worden niet-
opgeslagen gegevens opgeslagen.
Figuur 4 Het venster
met toepassingen
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Algemene informatie
12
Optielijstjes
Opties
In deze gebruikershandleiding worden in de marge lijstjes met opties weergegeven. Hierin
vindt u de opdrachten die in verschillende weergaven en situaties beschikbaar zijn.
Opmerking: Welke opdrachten beschikbaar zijn, verschilt per weergave.
Tip! Als u op de bladertoets drukt, verschijnt er soms een kortere lijst met opties.
Deze bevat de belangrijkste opdrachten voor de weergave.
Online Help
Uw Nokia 3660 beschikt over een Help-functie die vanuit elke toepassing met Opties te
benaderen is met de -toets. Zie fig. 5
op pag. 12.
Navigatiebalk - horizontaal navigeren
De navigatiebalk bevat de volgende elementen:
pijltjes of tabs die aangeven of er meer weergaven, mappen of bestanden zijn waar u
naartoe kunt gaan. Zie fig. 6
op pag. 12.
bewerkingssymbolen (zie Tekst intoetsen
op pag. 72).
overige informatie. Zo betekent 2/14 in fig. 6
dat de huidige foto de tweede is van 14
foto's in de map. Druk op om de volgende foto te bekijken.
Acties voor alle toepassingen
Items openen en bekijken - In een lijst met bestanden of mappen kunt u een item
openen door erheen te gaan en op de bladertoets te drukken, of door Opties Openen
te selecteren.
Items bewerken - Als u een item wilt bewerken, moet u het item soms eerst weergeven
en vervolgens Opties Bewerken selecteren om de inhoud te kunnen wijzigen.
Figuur 5 Online Help-
onderwerp
Figuur 6 Pijltjes en tabs
op de navigatiebalk
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Algemene informatie
13
De naam van items wijzigen - Als u een bestand of een map een nieuwe naam wilt
geven, gaat u erheen en selecteert u Opties Naam wijzigen.
Items verwijderen - Ga naar het item en selecteer Opties Verwijderen of druk op .
Als u meerdere items tegelijk wilt verwijderen, moet u deze eerst markeren. Zie de
volgende alinea: Een item markeren.
Een item markeren - U kunt items in een lijst op diverse manieren markeren.
Als u één item tegelijk wilt selecteren, gaat u ernaartoe en selecteert u Opties
Markeringen aan/uit Markeren of drukt u tegelijk op en de bladertoets. Er
verschijnt een vinkje naast het item.
Als u alle items in de lijst wilt selecteren, kiest u Opties Markeringen aan/uit
Alle markeren.
Tip! Zie Tekst
intoetsen op pag. 72 voor
meer informatie over het
invoegen van tekst.
Meerdere items markeren - Houd ingedrukt en beweeg de bladertoets
tegelijkertijd naar boven of naar beneden. Zolang u door de lijst schuift, verschijnt
naast alle items in het selectiekader een vinkje. Als u de selectie wilt beëindigen,
stopt u met schuiven en laat u los.
Na het markeren van de gewenste items kunt u deze verplaatsen of verwijderen via
Opties Verplaats naar map of Verwijderen.
Als u de markering van een item wilt opheffen, gaat u ernaartoe en selecteert u Opties
Markeringen aan/uit Markering opheffen of drukt u tegelijkertijd op en de
bladertoets.
Mappen maken - Als u een nieuwe map wilt maken, selecteert u Opties Nieuwe map.
U moet een naam voor de map opgeven (max. 35 letters).
Items naar een map verplaatsen - Als u items naar een map wilt verplaatsen,
selecteert u Opties Verplaats naar map (niet beschikbaar als er geen mappen zijn). Als
u Verplaats naar map kiest, verschijnt er een lijst met beschikbare mappen. Ook kunt u
het hoofdniveau van de toepassing zien (om een item uit een map te verplaatsen).
Selecteer de locatie waarheen u het item wilt verplaatsen en druk op OK.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Algemene informatie
14
Items zoeken
Via het zoekveld kunt u een naam, bestand, map of snelkoppeling zoeken. Soms verschijnt
het zoekveld niet automatisch. U kunt het veld dan activeren door Opties Zoeken te
kiezen of door letters in te toetsen.
1 Typ tekst in het zoekveld om een item te zoeken. Er wordt meteen met zoeken
begonnen. Het meest overeenkomende item wordt weergegeven. Zie fig. 7
op pag. 14.
Hoe meer letters u intoetst, hoe nauwkeuriger de zoekresultaten.
2 Als het juiste item is gevonden, drukt u op om het te openen.
Volumeregeling
Het geluidsvolume van de telefoon regelt u door op (harder) of (zachter) te
drukken.
Luidspreker
Spraakvolumesymbolen:
- voor oorstuk,
- voor luidspreker.
Zie ook fig. 8
op pag. 15.
De telefoon heeft een luidspreker voor handsfree bellen. Deze luidspreker maakt het
mogelijk vanaf een korte afstand te spreken en luisteren zonder dat u de telefoon bij uw
oor hoeft te houden. U kunt de luidspreker gebruiken voor gesprekken, geluidstoepassingen
en multimediaberichten. De RealOne Player maakt standaard gebruik van de luidspreker
als u een video bekijkt. Dankzij de luidspreker kunt u tijdens een gesprek gemakkelijker
andere toepassingen gebruiken.
De luidspreker activeren
Als u tijdens een actieve oproep de luidspreker wilt gebruiken, selecteert u Opties
Luidspreker insch.. U hoort een toon, verschijnt op de navigatiebalk en de volume-
indicator verandert. Zie fig. 8
op pag. 15.
Figuur 7 Zoekveld in
Contacten
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Algemene informatie
15
Opmerking: Als er een hoofdtelefoon is aangesloten, kunt u de luidspreker niet
activeren.
Belangrijk: Houd de telefoon niet dicht bij uw oor wanneer u de luidspreker hebt
ingeschakeld. Mogelijk is het geluidsvolume erg hoog.
U moet de luidspreker voor elk gesprek opnieuw activeren. Voor geluidstoepassingen zoals
Componist en Opname-eenheid wordt de luidspreker standaard gebruikt.
De luidspreker uitschakelen
Selecteer tijdens een actieve oproep Opties Telefoon insch..
Hoofdtelefoon
Als u het volume wilt aanpassen als er een hoofdtelefoon is aangesloten, drukt u op
of , of gebruikt u de toetsen op de hoofdtelefoon (indien beschikbaar).
Gedeeld geheugen
De volgende functies in de telefoon maken gebruik van het gedeeld geheugen: contacten,
tekst- of SMS-berichten, multimediaberichten, afbeeldingen en beltonen, Videorecorder,
RealOne Player, agenda en actiepunten en gedownloade toepassingen. Wanneer u een
van deze functies gebruikt, is er minder geheugen voor de andere functies. Dit geldt met
name als u een van deze functies intensief gebruikt. Als u bijvoorbeeld veel afbeeldingen
opslaat, kan dit al het geheugen in de telefoon in beslag nemen en wordt een bericht
weergegeven dat het geheugen vol is. In dat geval verwijdert u een aantal items uit het
gedeeld geheugen om plaats vrij te maken.
Figuur 8 Het volume
voor het oorstuk en de
luidspreker op de
navigatiebalk
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
De telefoon
16
2. De telefoon
Bellen
Tip! Druk op
om het volume tijdens een
gesprek harder te zetten
en op om het zachter
te zetten.
1 Typ het telefoonnummer, inclusief het netnummer, in de standby-modus. Druk op
of om de cursor te verplaatsen. Druk op om een nummer te verwijderen.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op voor het internationale
prefix (het teken + duidt de internationale toegangscode aan), kiest u vervolgens het
landnummer, het netnummer zonder 0 en het abonneenummer.
Opmerking: Oproepen die hier internationaal worden genoemd, kunnen
soms ook plaatsvinden tussen regios binnen hetzelfde land.
2 Druk op om het nummer te bellen.
3 Druk op om het gesprek te beëindigen (of de oproep te annuleren).
Normale positie: Houd de telefoon net zo vast als elke andere telefoon.
Opmerking: Als u op drukt, wordt een gesprek altijd beëindigd, ook als een
andere toepassing actief is en wordt weergegeven.
Zie Bellen via een spraaknummer
, pag. 49, voor meer informatie over het gebruik van
spraaknummers.
Bellen via de map Contacten
1 U opent de map Contacten door te gaan naar Menu Contacten.
2 Ga met de bladertoets naar de gewenste naam. U kunt ook de eerste letters van de
naam intoetsen. Het zoekveld verschijnt en de gevonden namen worden getoond.
3 Druk op om het nummer te kiezen.
Als de persoon meerdere telefoonnummers heeft, gaat u naar het gewenste nummer en
drukt u op om het te kiezen.
Figuur 1 Een gesprek
tot stand brengen
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
De telefoon
17
Uw voicemailbox bellen
Tip! Als u voor het
beluisteren van
voicemailberichten steeds
een wachtwoord moet
invoeren, is het een goed
idee om na het
voicemailboxnummer een
DTMF-nummer in te
toetsen. Dit wachtwoord
wordt automatisch
doorgegeven wanneer u
de voicemail belt. U kiest
dan bijvoorbeeld +44123
4567p1234#, waarbij
1234 het wachtwoord is
en p een pauze.
De voicemailbox (netwerkdienst) werkt als een antwoordapparaat waar bellers een bericht
kunnen achterlaten als u niet bereikbaar bent.
Druk op en in de standby-modus om uw voicemailbox te bellen.
Als het nummer van uw voicemailbox wordt gevraagd, toetst u dit in en drukt u op OK.
Dit nummer wordt verstrekt door de aanbieder van de dienst.
Zie ook Instellingen voor het doorschakelen van oproepen
op pag. 20.
Elke telefoonlijn kan een apart voicemailboxnummer hebben (zie Lijn in gebruik
(netwerkdienst) op pag. 29).
Het nummer van de voicemailbox wijzigen
Als u het nummer van uw voicemailbox wilt wijzigen, gaat u naar Menu Instrum.
Voicemailbox en selecteert u Opties Nummer wijzigen. Toets het nummer in (dit krijgt
u van de aanbieder) en druk op OK.
Een telefoonnummer bellen met een snelkeuzetoets
U geeft het
snelkeuzerooster weer
door te gaan naar Menu
Instrum.
Snelkeuze.
1 Wijs een telefoonnummer toe aan een van de snelkeuzetoetsen ( - ) (zie
Snelkeuzetoetsen toewijzen
op pag. 50).
2 Zo belt u het nummer: Druk in de standby-modus op de gewenste snelkeuzetoets en
druk op . Als de functie Snelkeuze is ingeschakeld (Aan), houdt u de snelkeuzetoets
ingedrukt totdat het nummer wordt gekozen.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
De telefoon
18
Een conferentiegesprek voeren
Aan conferentiegesprekken kunt u met maximaal zes personen (inclusief uzelf) deelnemen.
Dit is een netwerkdienst.
1 Bel de eerste deelnemer.
2 Als u de volgende deelnemer wilt bellen, kiest u Opties Nieuwe oproep. Toets het
telefoonnummer van de deelnemer in of vraag het nummer op en druk op OK. Het eerste
gesprek wordt automatisch in de wachtstand geplaatst.
3 Als de nieuwe oproep is beantwoord, kunt u de eerste deelnemer in het
conferentiegesprek opnemen. Selecteer Opties Conferentie.
4 Herhaal stap 2 om de volgende deelnemer in het gesprek te betrekken en kies Opties
Conferentie Toev. aan confer..
Zo kunt u een privé-gesprek met een van de deelnemers voeren: Selecteer Opties
Conferentie Privé. Ga naar de gewenste deelnemer en druk op Privé. Het
conferentiegesprek wordt in de wachtstand geplaatst en de andere deelnemers
kunnen met elkaar doorpraten terwijl u een privé-gesprek voert met één deelnemer.
Als u het privé-gesprek hebt beëindigd, selecteert u Opties Toev. aan confer. om
terug te keren naar het conferentiegesprek.
Als u een deelnemer uit het conferentiegesprek wilt verwijderen, selecteert u Opties
Conferentie Deelnemer verwijd.. Ga vervolgens naar de deelnemer en kies
Verwijd..
Tip! U kunt het
snelst een nieuwe oproep
starten door het nummer
te kiezen en op te
drukken. Het eerste
gesprek wordt
automatisch in de
wachtstand geplaatst.
5 Druk op om het actieve conferentiegesprek te beëindigen.
Een oproep beantwoorden
Zo beantwoordt u een inkomende oproep:
Druk op om het gesprek te beëindigen.
Als u een oproep niet wilt beantwoorden, drukt u op . De beller hoort een bezettoon.
Tip! Als u oproepen doorschakelt met de functie Opr. doors. Indien bezet,
bijvoorbeeld naar uw voicemailbox, worden geweigerde oproepen ook
doorgeschakeld. Zie Instellingen voor het doorschakelen van oproepen
op pag. 20.
Figuur 2 Een
conferentiegesprek met
twee deelnemers
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
De telefoon
19
Bij een inkomende oproep kunt u de beltoon uitschakelen door op Micr. uit te drukken.
Tip! Zie Profielen
op pag. 101
voor meer
informatie over het
aanpassen van beltonen
aan omstandigheden en
gebeurtenissen.
Opmerking: Het is mogelijk dat aan een telefoonnummer een onjuiste naam wordt
toegewezen. Dit gebeurt als het telefoonnummer niet is opgeslagen in Contacten en
de zeven laatste cijfers van het nummer overeenkomen met een nummer dat wel is
opgeslagen. Dit leidt fouten bij de nummerherkenning.
Oproep in wachtrij (netwerkdienst)
Tip! Als u beide
oproepen tegelijk wilt
beëindigen, kiest u Opties
Alle oproep. beëind. en
drukt u op OK.
Als u de dienst Oproep in wachtrij hebt geactiveerd, wordt u gewaarschuwd als er een
nieuwe oproep binnenkomt terwijl u een gesprek voert. Zie Oproep in wachtrij:
(netwerkdienst) op pag. 28.
1 Druk tijdens een gesprek op om een wachtende oproep te beantwoorden. Het
eerste gesprek wordt dan in de wachtstand geplaatst.
Als u tussen de twee gesprekken wilt schakelen, kiest u Verwiss..
2 Druk op om het actieve gesprek te beëindigen.
Opties tijdens gesprek
Veel van de tijdens een gesprek beschikbare opties zijn netwerkdiensten. Via Opties kunt u
tijdens een gesprek de volgende functies activeren:
Microfoons uit of Micr. aan, Actieve opr. beëind., Alle oproep. beëind., Standby of Oproep
activeren, Nieuwe oproep, Conferentie, Privé, Deelnemer verwijd., Aannemen en Weigeren.
Verwisselen gebruikt u om tussen het actieve gesprek en het gesprek in de wachtstand te
wisselen.
Doorverbinden gebruikt u om het actieve gesprek en het wachtende gesprek met elkaar te
verbinden en zelf de verbinding te verbreken.
DTMF verzenden gebruikt u voor het verzenden van DTMF-tonen zoals wachtwoorden of
bankrekeningnummers.
Figuur 3 Opties tijdens
een gesprek
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
De telefoon
20
Uitleg: DTMF-tonen zijn de tonen die u hoort als u op de cijfertoetsen op het
toetsenblok drukt. Via DTMF-tonen kunt u bijvoorbeeld met voicemailboxen en
geautomatiseerde telefoonsystemen communiceren.
1 Toets de cijfers in met - . Iedere toetsaanslag produceert een DTMF-toon die
wordt verzonden tijdens het gesprek. Druk herhaaldelijk op voor: *, p (voegt een
pauze van ca. twee seconden in voor of tussen DTMF-tonen) en w (zorgt ervoor dat de
resterende reeks tonen pas wordt verzonden als u tijdens het gesprek weer op Zenden
drukt. Druk op voor het teken #.
2 Kies OK om de toon te verzenden.
Tip! U kunt ook een reeks DTMF-tonen opslaan voor een contactkaart. Als u de
bewuste persoon belt, kunt u de tonenreeks ophalen. U kunt DTMF-tonen toevoegen
aan het telefoonnummer of ze invoeren in de velden voor DTMF op een contactkaart.
Instellingen voor het doorschakelen van oproepen
Als deze netwerkdienst actief is, kunt u inkomende oproepen doorschakelen naar een ander
nummer, bijvoorbeeld dat van uw voicemailbox. Raadpleeg uw aanbieder voor meer
informatie.
Ga naar Menu
Instrum. Opr. doors..
Selecteer een van de doorschakelopties. Zo kunt u met Indien bezet spraakoproepen
doorschakelen als uw nummer bezet is of als u inkomende oproepen weigert.
Selecteer Opties Activeren om doorschakeling te activeren, Annuleer om
doorschakeling te deactiveren of Controleer status om na te gaan of doorschakeling
actief is.
Kies Opties Alle doors. ann. om alle actieve doorschakelingen te annuleren.
Zie Symbolen die acties aangeven
op pag. 9 voor meer informatie over de symbolen voor
doorschakelen.
Opmerking: U kunt inkomende oproepen niet blokkeren als er actieve
doorschakelingen zijn. Zie Oproepblokk. (netwerkdienst)
op pag. 42.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
De telefoon
21
Logboek - Lijst met oproepen en
algemeen logboek
Ga naar Menu
Logboek.
In het logboek kunt u door de telefoon geregistreerde spraak-, fax- & data-, SMS- en
GPRS-oproepen controleren. Via een filter kunt u specifieke gegevens bekijken en op basis
van de logboekgegevens nieuwe contactkaarten maken.
Tip! Ga naar
Berichten Verzonden
om een lijst met
verstuurde berichten te
bekijken
Opmerking: Verbindingen met een remote mailbox, multimediaberichtendienst of
browserpaginas worden weergegeven als data- of GPRS-oproepen in het algemene
logboek.
De lijst met recente oproepen
Ga naar Menu
Logboek Recente opr..
Op de telefoon worden de nummers bijgehouden van gedane, gemiste en ontvangen
oproepen, alsook gegevens als de gespreksduur en -kosten. Gemiste en ontvangen
oproepen worden alleen geregistreerd als het netwerk deze functies ondersteunt, de
telefoon aan staat en zich binnen het bereik van de netwerkdienst bevindt.
Opties in de weergaven
Gemiste oproepen,
Ontvangen oproepen en
Gebelde nummers: Bellen,
Gebruik nr., Verwijderen,
Lijst wissen, Toev. aan
Contact., Help, en Afsluiten.
Gemiste oproepen en ontvangen oproepen
U kunt een lijst van de laatste 20 vergeefse oproepen (netwerkdienst) weergeven door te
gaan naar Logboek Recente opr. Gemiste opr..
Tip! Als in de standby-modus wordt gemeld dat u oproepen hebt gemist, kiest u
Tonen om de gemiste oproepen weer te geven. U kunt de bewuste persoon
terugbellen door naar het nummer of de naam te gaan en op te drukken.
U kunt een lijst met de laatste 20 aangenomen oproepen (netwerkdienst) weergeven door
te gaan naar Logboek Recente opr. Ontvangen opr..
Gebelde nummers
Tip! Druk in de standby-modus op als u de gebelde nummers wilt zien. Zie fig.
4
op pag. 23.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
De telefoon
22
Symbolen: voor
gemiste oproepen,
voor ontvangen
oproepen en
voor gebelde
nummers.
U kunt een lijst met de 20 laatst gekozen telefoonnummers weergeven door te gaan naar
Logboek Recente opr. Gebelde nrs..
Lijsten met recente oproepen wissen
Kies in de weergave Recente oproepen Opties Wis recente oproep. om alle lijsten met
recente oproepen te wissen.
Als u een van de lijsten wilt met oproepen wilt wissen, opent u de lijst in kwestie en
kiest u Opties Lijst wissen.
Als u een afzonderlijk item wilt wissen, opent u de lijst, gaat u naar het item en drukt
u op .
Duur oproep
Ga naar Menu
Logboek Duur oproep.
Hiermee kunt u de duur van inkomende en uitgaande oproepen bekijken.
Tip! Als u de duur
van een actief gesprek
wilt bekijken, kiest u
Opties Instellingen
Duur oproep tonen Ja.
Opmerking: De definitieve gespreksduur die in rekening wordt gebracht door de
netwerkexploitant kan variëren afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen,
belastingen, enzovoort.
Gespreksduurgegevens wissen - Kies Opties Timers op nul. Hiervoor hebt u de
blokkeringscode nodig (zie Beveiliging
op pag. 37). U wist een afzonderlijk item door
erheen te gaan en op te drukken.
Kosten oproep (netwerkdienst)
Ga naar Logboek
Kosten oproep.
Via Kosten oproep kunt u de kosten bekijken van de laatste oproep of van alle oproepen.
De kosten worden voor elke SIM-kaart apart weergegeven.
Opmerking: De gespreksduur die door de netwerkexploitant in rekening wordt
gebracht voor oproepen en diensten kan variëren afhankelijk van de
netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
De telefoon
23
Beperking van gesprekskosten door een aanbieder
Uw aanbieder kan de kosten van uw oproepen beperken tot een bepaald aantal kosten- of
valuta-eenheden. Als deze modus actief is, kunt u bellen totdat het ingestelde beltegoed
op is (op voorwaarde dat u zich in een netwerk bevindt dat deze functie ondersteunt). Het
aantal resterende eenheden wordt weergegeven tijdens een gesprek en in de standby-
modus. Als de kosteneenheden op zijn, verschijnt de tekst Limiet kosten oproepen bereikt.
Informeer bij uw aanbieder naar de manier waarop kosten worden beperkt en in rekening
worden gebracht.
Kosten weergeven als kosten- of valuta-eenheden
U kunt de resterende gesprekstijd laten weergeven in kosten- of valuta-eenheden.
Hiervoor hebt u mogelijk de PIN2-code nodig (zie pag. 38
).
1 Kies Opties Instellingen Toon kosten in. Beschikbare opties zijn Valuta en
Eenheden.
2 Als u Valuta kiest, moet u de prijs per eenheid opgeven. Typ de prijs per kosteneenheid
van uw eigen netwerkexploitant en kies OK.
3 Geef een naam op voor de valuta. Gebruik een afkorting van drie letters, bijvoorbeeld
NLG.
Opmerking: Als er geen kosteneenheden of valutaeenheden meer resteren, kunt u
soms wel bellen naar het geprogrammeerde alarmnummer (911, 112 of een ander
officieel alarmnummer).
Een gesprekslimiet instellen voor uzelf
1 Kies Opties Instellingen Beperk. kosten opr. Aan.
2 U moet de limiet in eenheden opgeven. Hiervoor hebt u mogelijk de PIN2-code nodig.
Afhankelijk van uw keuze bij Toon kosten in voert u het aantal kosten- of valuta-
eenheden in.
Als de ingestelde gesprekslimiet is bereikt, stopt de teller op de maximumwaarde en
verschijnt de tekst Teller Kosten oproepen op nul. U kunt deze limiet uitschakelen door Opties
Figuur 4 De weergave
Gebelde nummers
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
De telefoon
24
Instellingen Beperk. kosten opr. Uit te kiezen. Hiervoor hebt u de PIN2-code nodig
(zie pag. 38
).
Tellergegevens wissen - Select Opties Tellers op nul. Hiervoor hebt u de PIN2-code nodig
(zie pag. 38
). U wist een afzonderlijk item door erheen te gaan en op te drukken.
GPRS-gegevensteller
Ga naar Logboek
GPRS-teller.
Hiermee kunt u kijken hoeveel pakketdata tijdens GPRS-verbindingen zijn verzonden en
ontvangen. De kosten van GPRS-verbindingen worden mogelijk op de hoeveelheid
verzonden/ontvangen data gebaseerd.
Het algemeen logboek weergeven
Ga naar Menu
Logboek en druk op .
In het algemene logboek kunt u per oproep de afzender of ontvanger, het telefoonnummer,
de aanbieder of het toegangspunt bekijken. Zie fig. 5
op pag. 25.
Symbolen:
voor inkomende,
voor uitgaande en
voor gemiste
communicatie-
gebeurtenissen.
Opmerking: Een subgebeurtenis, zoals een kort bericht dat in delen wordt
verzonden via een GPRS-dataverbinding, geldt als één communicatiegebeurtenis.
Het logboek filteren
1 Kies Opties Filter. Er verschijnt een lijst met filters.
2 Ga naar een filter en kies Selecteer.
De inhoud van het logboek wissen
Als u de volledige inhoud van het logboek, de lijst met recente oproepen en de
leveringsrapporten permanent wilt wissen, kiest u Opties Logboek wissen. Bevestig
uw keuze met Ja.
Pakketdatateller en timer voor verbinding
Als u wilt weten hoeveel data (in kilobytes) zijn verzonden en hoe lang een GPRS-
verbinding heeft geduurd, gaat u naar een inkomende of uitgaande gebeurtenis via het
toegangspuntsymbool en selecteert u Opties Gegevens bekijken.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
De telefoon
25
Instellingen voor het logboek
Selecteer Opties Instellingen. De lijst met instellingen verschijnt.
Duur vermelding log - De gebeurtenissen worden een aantal dagen bewaard, waarna
ze automatisch worden gewist.
Opmerking: Als u Geen logboek selecteert, wordt de volledige inhoud van het
logboek, de lijst met recente oproepen en de leveringsrapporten van berichten
permanent verwijderd.
Zie de secties Duur oproep
en Kosten oproep (netwerkdienst) elders in dit
hoofdstuk voor een beschrijving van Duur oproep, Toon kosten in en Beperk. kosten opr..
SIM-map
Ga naar Menu
SIM.
Uw SIM-kaart biedt mogelijk aanvullende diensten die u via deze map kunt starten. Zie ook
Contactgegevens kopiëren tussen de SIM-kaart en het telefoongeheugen
op pag. 45,
SIM-diensten bevestigen op pag. 39
, Vaste nummers op pag. 39 en Berichten op een
SIM-kaart bekijken op pag. 93.
Opties in het SIM-
telefoonboek: Openen,
Bellen, Nieuw SIM-contact,
Bewerken, Verwijderen,
Markeringen aan/uit, Kopie
naar Contact., Mijn
nummers, SIM-gegevens,
Help, en Afsluiten.
Opmerking: Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart (bijvoorbeeld uw
netwerkexploitant, dienstenprovider of andere leverancier) voor informatie over de
beschikbare SIM-diensten, de tarieven en het gebruik van deze SIM-diensten.
In het SIM-telefoonboek kunt u de namen en nummers op de SIM-kaart bekijken,
bewerken en toevoegen. U kunt deze personen ook bellen.
Figuur 5 Het algemene
logboek.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Instellingen
26
3. Instellingen
Algemene instellingen wijzigen
Ga naar Menu
Instrum. Instellingen.
1 Ga naar een instellingengroep en druk op om deze te openen.
2 Ga naar de instelling die u wilt wijzigen en druk op om
te schakelen tussen twee opties (Aan/Uit).
een optielijst of een editor te openen.
Open een schuifregelaar en druk op om de waarde te verhogen of op om de
waarde te verlagen. Zie fig. 1
, pag. 26.
Opmerking: Het kan zijn dat bepaalde instellingen u per SMS worden toegestuurd
door uw aanbieder. Zie Smart-berichten ontvangen
op pag. 85.
Telefooninstellingen
Algemeen
Displaytaal - U kunt de taal van de displayteksten op de telefoon wijzigen. Deze
instelling is van invloed op de indeling van de datum en tijd en de scheidingstekens,
bijvoorbeeld in berekeningen. Op de telefoon zijn drie talen geïnstalleerd. Als u
Automatisch selecteert, wordt de taal gebruikt die op de SIM-kaart wordt aangegeven.
Wanneer u de displaytaal wijzigt, moet u de telefoon opnieuw starten.
Opmerking: De instellingen voor Displaytaal en Invoertaal beïnvloeden elke
toepassing op de telefoon en blijven actief totdat u deze (opnieuw) wijzigt.
Invoertaal - U kunt de invoertaal van de telefoon permanent wijzigen. De taalinstellingen
hebben invloed op
de tekens die beschikbaar zijn als u op een toets drukt ( - ),
Figuur 1 Een
schuifregelaar.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Instellingen
27
de gebruikte woordenlijst voor tekstinvoer, en
Tip! U kunt deze
instelling ook wijzigen in
sommige editors. Druk op
en selecteer
Invoertaal:.
de speciale tekens die beschikbaar zijn als u op de toetsen en drukt.
Voorbeeld: U gebruikt een telefoon met Engelse displayteksten, maar u wilt al uw
berichten schrijven in het Frans. Wanneer u de taal wijzigt, wordt bij tekstinvoer
met woordenlijst gezocht naar Franse woorden en zijn de meeste speciale tekens
van het Frans beschikbaar als u op de toetsen en drukt.
Woordenboek - Hiermee zet u tekstinvoer met woordenlijst Aan of Uit voor alle editors
op de telefoon. U kunt deze instelling ook vanuit een editor wijzigen. Druk op en
selecteer Woordenboek Woordenboek open of Uit.
Opmerking: Tekstinvoer met woordenlijst is niet voor alle talen beschikbaar.
Welkomstnotitie/logo - Druk op om de instelling te openen. Telkens als u de telefoon
aanzet, wordt de welkomstnotitie of het logo kort weergegeven. Selecteer Standaard als
u de standaardafbeelding of -animatie wilt gebruiken. Selecteer Tekst als u een
welkomstnotitie wilt schrijven (max. 50 letters). Selecteer Afbeelding als u een foto of
afbeelding wilt selecteren in Afbeeldingen.
Fabrieksinstellingen - Hiermee kunt u voor bepaalde instellingen de oorspronkelijke
waarden herstellen. Daarvoor hebt u de blokkeringscode nodig. Zie pag. 38
. Wanneer u
de fabrieksinstellingen herstelt, kan het aanzetten van de telefoon langer duren.
Opmerking: Alle documenten en bestanden die u hebt gemaakt, blijven
ongewijzigd.
Standby-modus
Achtergrondafbeeld. - U kunt een willekeurige afbeelding selecteren voor gebruik als
achtergrond in de standby-modus. Selecteer Ja als u een afbeelding wilt selecteren in
Afbeeldingen.
Linkerselectietoets en Rechterselectietoets - U kunt de sneltoetsen wijzigen die worden
weergegeven boven de toetsen en in de standby-modus. U kunt
sneltoetsen niet alleen aan toepassingen, maar ook aan functies toewijzen, bijvoorbeeld
Nieuw bericht.
Opmerking: U kunt geen sneltoetsen instellen voor toepassingen die u zelf hebt
geïnstalleerd.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Instellingen
28
Weergave
Contrast - Hiermee stelt u het weergavecontrast in (lichter of donkerder). Zie fig. 1
op
pag. 26
.
Kleurenpalet - Hiermee wijzigt u het kleurenpalet van de display.
Timeout screensaver - De screensaver wordt geactiveerd wanneer de timeout is
verstreken. Wanneer de screensaver actief is, wordt de screensaverbalk weergegeven.
Zie fig. 2
op pag. 28.
Druk op een toets om de screensaver te deactiveren.
Screensaver - Hiermee bepaalt u wat er op de screensaverbalk wordt weergegeven:
datum en tijd of de tekst die u zelf hebt getypt. Zie fig. 2
op pag. 28. De plaats en de
achtergrondkleur van de screensaverbalk worden om de minuut gewijzigd. De
screensaver geeft ook het aantal nieuwe berichten of gemiste oproepen weer.
Oproepinstellingen
Opmerking: Als u de instellingen voor doorschakelen wilt wijzigen, gaat u naar
Menu Instrum. Opr. doors.. Zie Instellingen voor het doorschakelen van
oproepen op pag. 20.
Identificatie verz.
Met deze netwerkdienst kunt u bepalen of uw eigen telefoonnummer wordt
weergegeven (Ja) of verborgen (Nee) op het telefoontoestel van degene die u belt. Deze
optie kan ook zijn ingesteld door uw netwerkexploitant of aanbieder (Ingst. door netw.).
Oproep in wachtrij: (netwerkdienst)
U wordt gewaarschuwd als er een oproep wordt ontvangen terwijl u aan het bellen
bent. Selecteer: Activeren als u de functie Oproep in wachtrij wilt activeren, Annuleer als
u deze functie wilt uitschakelen of Controleer status als u wilt nagaan of de functie
actief is.
Figuur 2 De screensaver
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Instellingen
29
Autom. opn. bellen
Als deze instelling actief is, wordt maximaal tien keer geprobeerd de verbinding tot
stand te brengen. Druk op om deze instelling uit te schakelen.
Samenvatting na opr.
Activeer deze instelling als u wilt dat na het gesprek even de duur en de kosten van het
gesprek worden weergegeven. Als u de kosten wilt weergeven, activeert u Beperk. kosten
opr. op de SIM-kaart (zie pag. 23
).
Snelkeuze
Selecteer Aan als u nummers wilt kunnen kiezen via de snelkeuzetoetsen ( - ).
Zie ook Snelkeuzetoetsen toewijzen
op pag. 50.
Aannem. willek. toets
Selecteer Aan, als u inkomende oproepen wilt kunnen beantwoorden door op een
willekeurige toets te drukken, behalve , , en .
Symbolen voor
spraakberichten: ,
of wordt
weergegeven, afhankelijk
van het aantal ontvangen
spraakberichten.
Lijn in gebruik (netwerkdienst)
Deze instelling wordt alleen weergegeven als de SIM-kaart 2 telefoonlijnen (2
abonneenummers) ondersteunt. Selecteer de telefoonlijn (Lijn 1 of Lijn 2) die u wilt
gebruiken voor het bellen en voor het versturen van SMS-berichten. Oproepen op beide
lijnen kunnen altijd worden beantwoord, ongeacht de geselecteerde lijn.
Opmerking: Als u Lijn 2 selecteert, maar niet op deze netwerkdienst bent
geabonneerd, kunt u niet bellen.
Tip! U kunt
schakelen tussen de
telefoonlijnen door
ingedrukt te houden in de
standby-modus.
U kunt lijnselectie voorkomen door Lijn wijzigen Uitschakelen te selecteren, als de SIM-
kaart dit toelaat. U hebt hiervoor de PIN2-code nodig.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Instellingen
30
Verbinding
Algemene informatie over dataverbindingen en
toegangspunten
Uitleg:
Toegangspunt - Het punt
waarlangs data- of GPRS-
oproepen vanaf uw
telefoon het Internet
bereiken. Zon
toegangspunt kan
bijvoorbeeld worden
verschaft door een
commerciële Internet-
aanbieder (ISP), een
aanbieder van mobiele
diensten of een
netwerkexploitant.
Als u instellingen wilt opgeven voor toegangspunten, gaat u naar Instellingen
Verbinding Toegangspunten.
Een verbinding met een toegangspunt wordt tot stand gebracht via een dataverbinding. De
telefoon ondersteunt drie soorten dataverbindingen:
GSM-data-oproepen ( ),
GSM-data-oproepen met hoge snelheid ( ), of
GPRS -verbindingen (pakketdata) ( ).
U kunt drie verschillende soorten toegangspunten definiëren: MMS, browser en Internet
(IAP). Vraag uw aanbieder welk type toegangspunt u nodig hebt voor de dienst waarvan u
gebruik wilt maken. Voor de volgende bewerkingen moet u toegangspuntinstellingen
opgeven:
multimediaberichten versturen en ontvangen,
e-mail versturen en ontvangen,
pagina's opvragen,
Java-toepassingen downloaden,
afbeeldingen uploaden of
de telefoon als modem gebruiken.
Zie ook Symbolen voor dataverbindingen
op pag. 10.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Instellingen
31
GSM-data-oproepen
Via een GSM-data-oproep is een overdrachtssnelheid van maximaal 14,4 kbps mogelijk.
Raadpleeg uw netwerkexploitant of aanbieder voor informatie over de beschikbaarheid van
datadiensten.
Minimaal vereiste instellingen voor data-oproepen
Als u een minimale configuratie wilt instellen voor GSM-data-oproepen gaat u naar
Instellingen Verbinding Toegangspunten en selecteert u Opties Nieuw
toegangspunt. Vul het volgende in: Drager gegevens: GSM-gegevens, Inbelnummer,
Sessiemodus: Doorlopend, Data-oproep: Analoog en Max. snelheid gegev.: Automatisch.
Data-oproep met hoge snelheid (High Speed Circuit Switched Data, HSCSD)
Uitleg: Via een data-oproep met hoge snelheid is een overdrachtssnelheid van
maximaal 43,2 kbps mogelijk. Dit is drie keer zo snel als de standaardsnelheid van
het GSM-netwerk. De snelheid van HSCSD is vergelijkbaar met die van veel
computermodems die communiceren met het vaste telefoonnet.
Raadpleeg uw netwerkexploitant of aanbieder voor informatie over de beschikbaarheid van
dataservices met hoge snelheid.
Tip! De wizard
Instellingen in PC Suite
voor Nokia 3660 kan u
helpen bij de configuratie
van instellingen voor
toegangspunten en de
mailbox. U kunt
bestaande instellingen
ook kopiëren, bijvoorbeeld
van de computer naar de
telefoon. Zie de cd-rom in
het pakket.
Opmerking: Bij het versturen van gegevens via HSCSD kan de batterij sneller
leegraken dan bij normale spraak- of data-oproepen, omdat er vaker gegevens naar
het netwerk worden gestuurd.
Pakketdata (General Packet Radio Service, GPRS)
Uitleg: Bij General Packet Radio Service (GPRS) worden pakketdata in korte pulsen
(bursts) verstuurd via het mobiele netwerk. Het voordeel hiervan is dat het netwerk
alleen in gebruik is bij het versturen of ontvangen van gegevens. Bij GPRS wordt het
netwerk efficiënt gebruikt, waardoor dataverbindingen snel tot stand komen en een
hoge overdrachtssnelheid mogelijk is.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Instellingen
32
Minimaal vereiste instellingen voor het maken van een pakketdataverbinding
U moet zijn geabonneerd op de GPRS-dienst. Raadpleeg uw netwerkexploitant of
aanbieder voor informatie over de beschikbaarheid van GPRS.
Ga naar Instellingen Verbinding Toegangspunten en selecteer Opties Nieuw
toegangspunt. Vul het volgende in: Drager gegevens: GPRS en Naam toegangspunt: de
naam die de aanbieder van de dienst u heeft verstrekt. Zie Een toegangspunt maken
op pag. 32
voor meer informatie.
Opties in de lijst
Toegangspunten:
Bewerken, Nieuw
toegangspunt, Verwijderen,
Help, en Afsluiten.
Tarieven voor GPRS en toepassingen
Zowel voor de actieve GPRS-verbinding als voor de GPRS-toepassingen moet worden
betaald, bijvoorbeeld voor het gebruik van diensten, gegevensverkeer en SMS. Neem
contact op met de netwerkexploitant of aanbieder voor details over de tarieven. Zie ook
Pakketdatateller en timer voor verbinding
op pag. 24.
Een toegangspunt maken
Mogelijk zijn er vooraf toegangspunten op uw Nokia 3660 mobiele telefoon ingesteld. Het
kan ook zijn dat uw aanbieder de bewuste instellingen per SMS aan u toestuurt. Zie Smart-
berichten ontvangen op pag. 85.
Als u geen toegangspunten aantreft als u Toegangspunten opent, wordt u gevraagd of u er
een wilt maken.
Als er al toegangspunten zijn en u een nieuw toegangspunt wilt maken, selecteert u Opties
Nieuw toegangspunt en vervolgens:
Standaardinst. gebr. als u de standaardinstellingen wilt gebruiken. Breng zo nodig
wijzigingen aan en druk op Terug om de instellingen op te slaan.
Huidige inst. gebruik. als u bestaande instellingen wilt gebruiken als basis voor de nieuwe
toegangspuntinstellingen. Er verschijnt een lijst met bestaande toegangspunten.
Selecteer er een en druk op OK. De instellingen worden geopend. Sommige velden zijn
al ingevuld.
Figuur 3 Een lijst met
toegangspunten via
verschillende
dataverbindingen
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Instellingen
33
Een toegangspunt bewerken
Als u Toegangspunten opent, verschijnt er een lijst met beschikbare toegangspunten (zie
fig. 3
op pag. 32). Ga naar het toegangspunt dat u wilt bewerken en druk op .
Een toegangspunt verwijderen
Ga in de lijst met toegangspunten naar het toegangspunt dat u wilt verwijderen en
selecteer Opties Verwijderen.
Toegangspunten
Opties bij het bewerken
van toegangspunt-
instellingen: Wijzigen,
Geavanc. instell., Help, en
Afsluiten.
Hier volgt een korte beschrijving van de diverse instellingen die u kunt opgeven voor
dataverbindingen en toegangspunten.
Opmerking: Begin bovenaan met het invullen van de instellingen. Welke velden
beschikbaar zijn, is afhankelijk van de gekozen dataverbinding (Drager gegevens) en
van de vraag of u al dan niet een IP-adres gateway moet opgeven.
Opmerking: Voer de aanwijzingen van uw aanbieder zorgvuldig uit.
Naam verbinding - Een beschrijvende naam voor de verbinding.
Tip! Zie ook
Vereiste instellingen voor
multimediaberichten op
pag. 78
, Vereiste
instellingen voor e-
mailberichten op pag. 81
en De telefoon
configureren voor
browserdiensten op
pag. 122
.
Drager gegevens - Beschikbare opties zijn GSM-gegevens, GSM hoge snelh. en GPRS.
Afhankelijk van de geselecteerde dataverbinding zijn alleen bepaalde velden
beschikbaar. Vul alle velden in die zijn voorzien van een rood sterretje of de aanduiding
Te definiëren. De overige velden hoeft u alleen in te vullen als uw aanbieder dat
aangeeft.
Opmerking: Als u een dataverbinding wilt gebruiken, moet de aanbieder van de
netwerkdienst deze functie ondersteunen en deze zo nodig activeren op uw SIM-
kaart.
Naam toegangspunt (alleen voor GPRS) - Deze naam is nodig om verbinding met het
GPRS-netwerk te kunnen maken. De naam van het toegangspunt wordt u verstrekt door
de netwerkexploitant of aanbieder.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Instellingen
34
Tip! Tijdens het
typen kunt u met de
tabel met speciale tekens
oproepen. Druk op
om een spatie te typen.
Inbelnummer (alleen voor GSM-gegevens/hoge overdrachtssnelheid) - Het
telefoonnummer van de modem van het toegangspunt.
Gebruikersnaam - Bij sommige aanbieders moet u een gebruikersnaam opgeven. Deze
kan nodig zijn bij het maken van een dataverbinding en wordt doorgaans door de
aanbieder verstrekt. De gebruikersnaam is vaak hoofdlettergevoelig.
Vraag om wachtw. - Als u bij aanmelding op de server telkens een nieuw wachtwoord
moet typen of als u het wachtwoord niet op de telefoon wilt opslaan, kiest u Ja.
Wachtwoord - Een wachtwoord kan nodig zijn bij het maken van een dataverbinding en
wordt doorgaans door de aanbieder verstrekt. Wachtwoorden zijn vaak
hoofdlettergevoelig. Terwijl u het wachtwoord typt, worden de tekens kort leesbaar en
vervolgens als sterretjes (*) weergegeven. Cijfers kunt u het beste typen door op te
drukken en dan Nummer invoegen te selecteren, waarna u verder kunt gaan met het
typen van letters.
Verificatie - Normaal / Beveiligd.
Uitleg: Via ISDN
kunt u een
dataverbinding tot stand
brengen tussen de
telefoon en het
toegangspunt. ISDN-
verbindingen zijn van
begin tot eind digitaal en
zijn daardoor sneller dan
analoge verbindingen. U
kunt een ISDN-verbinding
alleen gebruiken als
zowel de Internet-
aanbieder als de
netwerkexploitant ISDN
ondersteunen.
IP-adres gateway - Het IP-adres van de vereiste browsergateway.
Homepage - Afhankelijk van de configuratie typt u hier:
het adres van de dienst of
het adres van de multimediaberichtendienst.
Beveiliging verb. - Geef aan of TLS (Transport Layer Security) wordt gebruikt voor de
verbinding. Volg de aanwijzingen van de aanbieder van de dienst.
Sessiemodus - Doorlopend / Tijdelijk.
Data-oproep (alleen voor GSM-gegevens/hoge overdrachtssnelheid) - Analoog, ISDN
v.110 of ISDN v.120 geeft aan of er een analoge of digitale telefoonverbinding wordt
gebruikt. Welke instelling u hier opgeeft, hangt af van uw GSM-netwerkexploitant en
Internet-aanbieder (ISP); sommige GSM-netwerken ondersteunen alleen bepaalde
typen ISDN-verbindingen. Raadpleeg uw Internet-aanbieder voor meer informatie. Via
ISDN kunt u sneller verbindingen tot stand brengen dan via analoge lijnen.
Max. snelheid gegev. (alleen voor GSM-gegevens/hoge overdrachtssnelheid) - De opties
zijn Automatisch / 9600 / 14400 / 19200 / 28800 / 38400 / 43200, afhankelijk van de
gekozen optie in Sessiemodus en Data-oproep. Met deze optie kunt u de maximale
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Instellingen
35
verbindingssnelheid beperken voor snelle gegevensoverdracht. Bij hogere
gegevenssnelheden kunnen andere tarieven gelden, afhankelijk van de Internet-
aanbieder.
Opmerking: De genoemde verbindingssnelheden zijn de maximaal haalbare
snelheden. De werkelijke verbindingssnelheid kan lager liggen, afhankelijk van
omstandigheden op het netwerk.
Uitleg: DNS -
Domain Name Service.
Een Internet-dienst die
ervoor zorgt dat
domeinnamen, zoals
www.nokia.com, worden
omgezet in IP-adressen,
zoals 192.100.124.195.
Opties Geavanceerde instellingen
IP-adres telefoon - Het IP-adres van uw telefoon.
Primaire naamserver: - Het IP-adres van de primaire DNS-server.
Secund. naamserver: - Het IP-adres van de secundaire DNS-server.
Opmerking: Als u iets moet opgeven bij IP-adres telefoon, Primaire naamserver of
Secund. naamserver:, neemt u contact op met uw Internet-aanbieder.
De volgende instellingen worden weergegeven als u een data-oproep met hoge snelheid
hebt ingesteld als verbindingstype:
Terugbellen gebruik. - Deze optie zorgt ervoor dat de server u terugbelt na de eerste
oproep, zodat u niet voor de verbindingskosten hoeft te betalen. Neem contact op met
uw aanbieder als u zich op deze dienst wilt abonneren.
Opmerking: Voor bepaalde diensten worden mogelijk kosten in rekening
gebracht, zoals oproepen vanaf roaming-apparaten of data-oproepen met hoge
snelheid. Neem contact op met de exploitant van het GSM-netwerk voor meer
informatie.
Opmerking: Voor de terugbeloproep moeten dezelfde instellingen worden
gebruikt als voor het terugbelverzoek. Het netwerk moet dit type oproep in beide
richtingen ondersteunen, zowel naar als van de telefoon.
Terugbellen - Beschikbare opties zijn Gebruik servernr. / Gebruik ander nr.. Informeer bij de
aanbieder van de dienst naar de juiste instelling. Deze hangt af van de configuratie van
de dienst.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Instellingen
36
Terugbelnummer - Typ het telefoonnummer dat de terugbelserver moet bellen. Dit is
doorgaans het telefoonnummer voor data-oproepen van uw telefoon.
Uitleg: PPP
(Point-to-Point Protocol)
- Een veelgebruikt
netwerksoftwareprotocol,
waarmee via een
computer met een
modem en een
telefoonlijn een directe
verbinding met het
Internet kan worden
gemaakt.
Gbrk PPP-compressie - Als u Ja kiest, wordt de gegevensoverdracht versneld (als dit wordt
ondersteund door de remote PPP-server). Als u problemen ondervindt bij het maken van
verbinding, kiest u hier Nee. Neem contact op met de aanbieder van de dienst voor
advies.
Login-script gebruik. - Beschikbare opties zijn Ja / Nee.
Login-script - Voeg hier het login-script in.
Initialisatie modem (Tekenreeks voor modeminitialisatie)- Eventuele AT-opdrachten voor
modembesturing. Geef zo nodig de tekens op die de exploitant van het GSM-netwerk
of de Internet-aanbieder aangeven.
GPRS
Ga naar Instellingen
Verbinding GPRS.
De GPRS-instellingen gelden voor alle toegangspunten waarvoor een
pakketdataverbinding wordt gebruikt.
GPRS-verbinding - Als u Autom. bij signaal kiest en het netwerk pakketdata ondersteunt,
wordt de telefoon automatisch bij het GPRS-netwerk aangemeld en worden SMS-
berichten verstuurd via GPRS. Ook het starten van een actieve pakketdataverbinding
verloopt sneller, bijvoorbeeld voor het versturen en ontvangen van e-mail. Als u Wanneer
nodig kiest, wordt GPRS alleen gebruikt als u een toepassing of bewerking start waarvoor
een pakketdataverbinding nodig is. De GPRS-verbinding wordt na gebruik automatisch
gesloten.
Opmerking: Als er geen GPRS-dekking is en u Autom. bij signaal hebt gekozen, wordt
regelmatig geprobeerd een pakketdataverbinding tot stand te brengen.
Toegangspunt - U moet de naam van het toegangspunt invullen als u de telefoon wilt
gebruiken als pakketdatamodem voor de computer. Zie pag. 145
voor meer informatie over
modemverbindingen.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Instellingen
37
Data-oproep
Ga naar Instellingen
Verbinding Data-
oproep.
De instellingen voor data-oproepen gelden voor alle toegangspunten waarvoor een
dataverbinding met hoge snelheid wordt gebruikt.
Tijd online - Als de verbinding een tijd niet wordt gebruikt, wordt de data-oproep
automatisch beëindigd. Beschikbare opties zijn Door gebr. gedef. (u kunt zelf een timeout
opgeven) en Onbeperkt.
Datum en tijd
Tip! Zie ook de
taalinstellingen op
pag. 26
.
Met de instellingen voor datum en tijd kunt u de datum, de tijd, en de indeling en
scheidingstekens voor datum en tijd wijzigen. Kies Type klok Analoog of Digitaal om
de tijdaanduiding in de standby-modus te wijzigen. Kies Autom. tijd aanp. als u wilt dat
de tijd, de datum en de tijdzone van de telefoon automatisch worden bijgewerkt via het
mobiele netwerk (dit is een netwerkdienst).
Opmerking: De instelling Autom. tijd aanp. is pas actief als de telefoon opnieuw
is ingeschakeld.
Beveiliging
Telefoon en SIM
Hier worden de diverse beveiligingscodes beschreven die u in bepaalde gevallen moet
opgeven:
PIN-code (4 tot 8 cijfers) - De PIN-code (Personal Identification Number) beschermt
de SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik. De PIN-code wordt gewoonlijk bij de SIM-
kaart verstrekt.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Instellingen
38
Na drie opeenvolgende foutieve pogingen wordt de PIN-code geblokkeerd. Als de PIN-
code geblokkeerd is, kunt u de SIM-kaart pas weer gebruiken nadat u deze blokkering
hebt opgeheven. Zie de informatie over PUK-code.
PIN2-code (4 tot 8 cijfers) - De PIN2-code, die bij sommige SIM-kaarten wordt
verstrekt, verschaft u toegang tot bepaalde functies, zoals de registratie van de
gesprekskosten.
Blokkeringscode (5 cijfers) - Met de blokkeringscode kunt u de telefoon en het
toetsenblok vergrendelen ter voorkoming van ongeoorloofd gebruik.
Opmerking: De fabrieksinstelling voor de blokkeringscode is 12345. Voorkom
ongeoorloofd gebruik van uw telefoon door de blokkeringscode te wijzigen.
Houd de nieuwe code geheim en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij de
telefoon).
PUK- en PUK2-code (8 cijfers) - De PUK-code (Personal Unblocking Key) is vereist
voor het wijzigen van een geblokkeerde PIN-code. De PUK2-code is vereist voor het
wijzigen van een geblokkeerde PIN2-code. Als de codes niet bij de SIM-kaart worden
verstrekt, informeert u bij de exploitant van uw SIM-kaart naar de juiste codes.
U kunt de volgende codes wijzigen: de blokkeringscode, de PIN-code en de PIN2-code. Deze
codes kunnen alleen bestaan uit cijfers van 0 t/m 9.
Opmerking: Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken van de
alarmnummers, zoals 112, om te voorkomen dat u per ongeluk het alarmnummer
kiest.
Tip! U kunt de
telefoon handmatig
vergrendelen door op
te drukken. Er
verschijnt een lijst met
opdrachten. Selecteer
Blokkeer telefoon.
PIN-code vragen - Als deze optie actief is, moet u bij inschakeling van de telefoon altijd eerst
de PIN-code opgeven. Het kan zijn dat u deze optie bij sommige SIM-kaarten niet kunt
uitschakelen.
PIN-code / PIN2-code / Blokkeringscode - Met deze instelling kunt u de code wijzigen.
Periode autom. blok. - U kunt een timeout instellen waarna de telefoon automatisch wordt
vergrendeld. Met de juiste blokkeringscode kunt u de blokkering opheffen. Geef het aantal
minuten op voor de timeout of kies Geen als u de automatische blokkering wilt uitzetten.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Instellingen
39
Geef de blokkeringscode op om de telefoon te ontgrendelen.
Opmerking: Wanneer de telefoon is vergrendeld, kunt u soms nog wel het
alarmnummer kiezen dat in het geheugen van uw telefoon is geprogrammeerd
(bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer).
Blok. als SIM gewijz. - Kies Ja als u wilt dat om de blokkeringscode wordt gevraagd als er een
onbekende SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst. Op de telefoon wordt een lijst van
SIM-kaarten bijgehouden die worden herkend als kaarten van de eigenaar.
Als u de lijst met
vaste nummers wilt
bekijken, gaat u naar
Menu SIM Vaste
nummers.
Vaste nummers - Als deze functie door de SIM-kaart wordt ondersteund, kunt u uitgaande
oproepen beperken tot bepaalde telefoonnummers. Hiervoor hebt u de PIN2-code nodig.
Als deze functie actief is, kunt u alleen de telefoonnummers bellen uit de lijst met vaste
nummers of die beginnen met dezelfde cijfers als een telefoonnummer uit de lijst.
Opmerking: Wanneer de functie Vaste nummers is ingeschakeld, kunnen in
sommige netwerken mogelijk nog wel bepaalde alarmnummers worden gekozen
(bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer).
Opties in de weergave
Vaste nummers: Openen,
Bellen, Nieuw contact,
Bewerken, Verwijderen,
Toev. aan Contact., Toev. uit
Contacten, Help, en
Afsluiten.
Als u nieuwe vaste nummers wilt opgeven, selecteert u Opties Nieuw contact of Toev.
uit Contacten.
CUG (Closed User Group) (netwerkdienst) - U kunt een groep mensen opgeven die u kunt
bellen of die u kunnen bellen. Neem contact op met de netwerkexploitant of aanbieder
voor meer informatie. Selecteer: Standaard als u de standaardgroep wilt activeren die u met
de netwerkexploitant bent overeengekomen, Aan als u een andere groep wilt gebruiken (u
moet het groepsindexnummer weten), of Uit.
Opmerking: Wanneer gesprekken zijn beperkt tot besloten gebruikersgroepen,
kunnen in sommige netwerken nog wel bepaalde alarmnummers gekozen worden
(bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer).
SIM-diensten bevest. (netwerkdienst) - Deze optie zorgt ervoor dat er een
bevestigingsbericht verschijnt wanneer u een SIM-kaartdienst gebruikt.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Instellingen
40
Certificaatbeheer
Opties in de
beginweergave van
Certificaatbeheer:
Certificaatgegevens,
Verwijderen, Inst.
Vertrouwen, Markeringen
aan/uit, Help en Afsluiten.
In de beginweergave van Certificaatbeheer ziet u een lijst van de autoriteitscertificaten die
op de telefoon zijn opgeslagen. Druk op om een lijst met gebruikerscertificaten weer
te geven, indien beschikbaar.
Uitleg: Via digitale certificaten wordt de oorsprong van browserpaginas en
geïnstalleerde software geverifieerd. Een certificaat kan echter alleen worden
vertrouwd als zeker is dat het authentiek is.
In de volgende gevallen hebt u digitale certificaten nodig:
Uitleg:
Autoriteitscertificaten
worden gebruikt door
sommige diensten, zoals
bankdiensten, ter
controle van
handtekeningen of
servercertificaten of
andere
autoriteitscertificaten.
U wilt verbinding maken met een online bank of een andere site of remote server voor
acties waarbij vertrouwelijke informatie wordt uitgewisseld, of
U wilt virussen of andere kwaadaardige software zoveel mogelijk buiten de deur houden
en er zeker van kunnen zijn dat de software die u downloadt en installeert te
vertrouwen is.
Belangrijk: Hoewel certificaten de risico's van remote verbindingen en software-
installatie aanzienlijk verminderen, moet u deze wel op de juiste manier gebruiken
om profijt te hebben van de verhoogde beveiliging. Het bestaan van een certificaat
op zich biedt geen enkele bescherming. Het gebruik van certificaten heeft alleen zin
als de certificaatmanager correcte, authentieke of vertrouwde certificaten bevat.
Uitleg:
Gebruikerscertificaten
worden verstrekt door
een certificatieautoriteit.
De authenticiteit van certificaten controleren
U kunt alleen van de identiteit van een browsergateway of een server op aan als de
handtekening en de geldigheidsduur van het desbetreffende certificaat kloppen.
In de volgende gevallen verschijnt er een waarschuwing op de display:
De identiteit van de browserserver of -gateway klopt niet, of
U beschikt niet over het juiste beveiligingscertificaat.
Als u de details van een certificaat wilt controleren, gaat u naar een certificaat en
selecteert u Opties Certificaatgegevens. Wanneer u de certificaatgegevens weergeeft,
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Instellingen
41
wordt de geldigheid van het certificaat gecontroleerd en kan een van de volgende
berichten verschijnen:
Certificaat niet vertrouwd - U hebt nog geen toepassing ingesteld voor het certificaat. Zie
de volgende sectie De vertrouwensinstellingen van een autoriteitscertificaat wijzigen
voor meer informatie.
Geldigheid certificaat verstreken - De geldigheidsperiode voor het geselecteerde
certificaat is ten einde.
Certificaat nog niet geldig - De geldigheidsperiode voor het geselecteerde certificaat is
nog niet ingegaan.
Certificaat verminkt - Het certificaat is onbruikbaar. Neem contact op met de uitgever
van het certificaat.
Belangrijk: Certificaten hebben een beperkte levensduur. Als Geldigheid certificaat
verstreken of Certificaat nog niet geldig verschijnt terwijl u zeker weet dat het
certificaat geldig is, controleert u of de ingestelde datum en tijd op de telefoon
juist zijn.
De vertrouwensinstellingen van een autoriteitscertificaat wijzigen
Ga naar een autoriteitscertificaat en selecteer Opties Inst. Vertrouwen. Afhankelijk
van het certificaat, verschijnt er een lijst van de toepassingen die met dat certificaat
kunnen worden gebruikt. Voorbeeld:
Diensten / Ja - Het certificaat kan aangeven of sites betrouwbaar zijn.
Toepassingsbeheer / Ja - Het certificaat kan aangeven of de oorsprong van nieuwe
software betrouwbaar is.
Internet / Ja - Het certificaat kan aangeven of e-mail- en afbeeldingsservers
betrouwbaar zijn.
Belangrijk: Voordat u deze instellingen wijzigt, moet u zeker weten dat de eigenaar
van het certificaat te vertrouwen is en dat het certificaat werkelijk toebehoort aan
de vermelde eigenaar.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Instellingen
42
Oproepblokk. (netwerkdienst)
Door oproepen te blokkeren kunt u het tot stand brengen en ontvangen van oproepen met
de telefoon beperken. Voor deze functie hebt u het blokkeringswachtwoord nodig, dat u
kunt aanvragen bij de aanbieder van de dienst.
1 Ga naar een van de blokkeringsopties.
2 Selecteer Opties Activeren als u bepaalde nummers wilt blokkeren, Annuleer als u
nummerblokkering wilt uitzetten of Controleer status als u wilt controleren of bepaalde
nummers zijn geblokkeerd.
Kies Opties Blokk. wachtw. wijz. als u het wachtwoord voor nummerblokkering wilt
wijzigen.
Selecteer Opties Alle blokk. annul. als u alle actieve nummerblokkeringen wilt
opheffen.
Opmerking: Wanneer oproepen zijn geblokkeerd, kunnen in sommige netwerken
mogelijk nog wel bepaalde alarmnummers worden gekozen (bijvoorbeeld 112 of een
ander officieel alarmnummer).
Opmerking: Nummerblokkering is van invloed op alle oproepen, met inbegrip van
data-oproepen.
Opmerking: U kunt inkomende oproepen niet blokkeren als er vaste nummers actief
zijn of nummers zijn doorgeschakeld. Zie Instellingen voor het doorschakelen van
oproepen op pag. 20 of Vaste nummers op pag. 39.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Instellingen
43
Netwerk
Netwerkselectie
Kies Automatisch als u wilt dat de telefoon automatisch op zoek gaat naar een mobiel
netwerk in uw gebied, of
Uitleg: Roaming-
overeenkomst - Een
overeenkomst tussen
meerdere
netwerkexploitanten die
gebruikers van
verschillende netwerken
in staat stelt van de
diensten van andere
exploitanten gebruik te
maken.
Kies Handmatig als u zelf het gewenste netwerk wilt selecteren in een lijst met
netwerken. Als de verbinding met het handmatig geselecteerde netwerk verloren gaat,
hoort u een fouttoon en wordt u gevraagd opnieuw een netwerk te selecteren. Tussen
het geselecteerde netwerk en uw eigen netwerk moet een roaming-overeenkomst
bestaan.
Weergave info dienst
Selecteer Aan als u wilt dat wordt aangegeven wanneer de telefoon gebruikmaakt van
een mobiel netwerk op basis van de MCN-technologie (Micro Cellular Network) en de
ontvangst van relevante informatie wilt activeren.
Instellingen accessoires
Symbolen die in de
standby-modus worden
weergegeven:
- Er is een
hoofdtelefoon
aangesloten.
- Er is een
hoorapparaat
aangesloten.
Ga naar een accessoiremap en open de instellingen:
Selecteer Standaard profiel om het profiel te selecteren dat moet worden geactiveerd
wanneer u een bepaald accessoire op de telefoon aansluit. Zie Profielen
op pag. 101.
Selecteer Autom. antwoord als u wilt dat inkomende oproepen na vijf seconden
automatisch worden beantwoord. Als het oproepsignaal is ingesteld op Eén piep of Stil,
kunt u Automatisch aannemen niet gebruiken.
Opmerking: Als u een hoorapparaat gebruikt, moet u dat afzonderlijk activeren.
Open de map Hoorapparaat en selecteer Hoorapparaat gebr. Ja. Als u een
hoorapparaat hebt geactiveerd, worden voor de hoofdtelefoon dezelfde instellingen
gebruikt als voor het hoorapparaat.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Contacten
44
4. Contacten
U opent de map
Contacten door te
kiezen in de standby-
modus of door naar Menu
Contacten te gaan.
In Contacten kunt u contactgegevens, zoals namen, telefoonnummers en adressen, opslaan
en beheren. Zie fig. 1
op pag. 44.
Voor Contacten wordt een gedeeld geheugen gebruikt. Zie Gedeeld geheugen
op pag. 15.
U kunt hier ook een persoonlijke beltoon, spraaknummer of thumbnailafbeelding aan een
contactkaart toevoegen en contactgroepen maken, zodat u een SMS of e-mail kunt
versturen aan meerdere ontvangers tegelijk.
Uitleg: Een spraaknummer is een telefoonnummer waaraan u een woord (woorden)
hebt toegewezen, bijvoorbeeld de naam van de persoon in kwestie. U kunt het
telefoonnummer bellen door het woord (de woorden) hardop te zeggen.
Contactkaarten maken
1 Open Contacten en selecteer Opties Nieuw contact. Er verschijnt een blanco
contactkaart.
2 Vul de gewenste velden in en druk op Gereed. De contactkaart wordt in het
telefoongeheugen opgeslagen en vervolgens gesloten. Hierna kunt u de kaart bekijken
in de map Contacten.
Figuur 1 De map
Contacten
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Contacten
45
Contactgegevens kopiëren tussen de SIM-
kaart en het telefoongeheugen
Als u namen en nummers van een SIM-kaart naar de telefoon wilt kopiëren, kiest u
Menu SIM SIM-telefoonboek. Selecteer de namen die u wilt kopiëren en
selecteer Opties Kopie naar Contact..
Als u een telefoon-, fax- of semafoonnummer vanuit Contacten wilt kopiëren naar de
SIM-kaart, gaat u naar Contacten. Open een contactkaart, ga naar het nummer en kies
Opties Kopieer naar SIM
Contactkaarten bewerken
Opties in de map
Contacten: Openen, Bellen,
Bericht maken, Nieuw
contact, Bewerken,
Verwijderen, Dupliceren,
Toev. aan groep, Hoort bij
groepen, Markeringen aan/
uit, Zenden, Contactinfo,
Help, en Afsluiten.
1 Ga in de map Contacten naar de contactkaart die u wilt bewerken en druk op om
deze te openen.
2 Als u de informatie op de kaart wilt wijzigen, selecteert u Opties Bewerken.
3 Druk op Gereed om de wijzigingen op te slaan en terug te keren naar de beginweergave.
Contactkaarten verwijderen
Ga in de map Contacten naar de contactkaart die u wilt verwijderen en selecteer Opties
Verwijderen.
Zo verwijdert u meerdere contactkaarten tegelijk
1 Markeer de kaarten die u wilt verwijderen. Ga naar de contactkaart die u wilt
verwijderen en kies Opties Markeren. Er verschijnt een vinkje naast de contactkaart.
Opties bij het bewerken
van een contactkaart:
Thumbnail toevoeg. /
Thumbnail verwijd.,
Gegeven toevoegen,
Gegeven verwijd., Label
bewerken, Help, en
Afsluiten.
2 Nadat u alle contactkaarten hebt gemarkeerd die u wilt verwijderen, selecteert u Opties
Verwijderen.
Tip! U kunt meerdere items ook markeren door ingedrukt te houden en
tegelijkertijd op te drukken. Zie ook Acties voor alle toepassingen
op
pag. 12
.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Contacten
46
Velden op contactkaarten toevoegen of verwijderen
1 Open een contactkaart en selecteer Opties Bewerken.
2 U voegt een veld toe door Opties Gegeven toevoegen te selecteren.
U verwijdert een overbodig veld door Opties Gegeven verwijd. te selecteren.
U wijzigt de naam van een veld op een contactkaart door Opties Label bewerken te
selecteren.
Een foto opnemen op een contactkaart
U kunt twee soorten fotos aan een contactkaart toevoegen. Zie Camera en Afbeeldingen
op pag. 53
voor meer informatie over het maken en opslaan van foto's.
Als u een thumbnailafbeelding aan een contactkaart wilt toevoegen, opent u een
contactkaart en selecteert u Opties Bewerken. Vervolgens selecteert u Opties
Thumbnail toevoeg.. Zie fig. 2
op pag. 46. Deze thumbnailafbeelding verschijnt ook als de
persoon in kwestie u belt.
Opmerking: Als u een thumbnailafbeelding aan een contactkaart hebt
toegevoegd, kunt u de afbeelding vervangen door Thumbnail toevoeg. te kiezen. U
kunt de afbeelding uit de contactkaart verwijderen door Thumbnail verwijd. te
kiezen.
Als u een afbeelding aan een contactkaart wilt toevoegen, opent u een contactkaart en
opent u de weergave Afbeeldingen ( ) door op te drukken. Als u een afbeelding
wilt bijvoegen, selecteert u Opties Afbeelding toevoeg..
Figuur 2 De weergave
Contactinfo
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Contacten
47
Een contactkaart bekijken
In de weergave Contactinfo ( ) worden alle gegevens op de contactkaart weergegeven.
Druk op om de weergave Afbeeldingen ( ) te openen.
Opmerking: Alleen velden die gegevens bevatten verschijnen in de weergave
Contactinfo. Selecteer Opties Bewerken als u alle velden wilt zien en gegevens
aan de kaart wilt toevoegen.
Opties bij het bekijken van
een contactkaart wanneer
een telefoonnummer is
geselecteerd: Bellen,
Bericht maken, Bewerken,
Verwijderen,
Standaardnummers,
Spraaklabel toev. /
Spraaklabels, Snelkeuze
toewijz. / Snelkeuze
verwijd., Beltoon, Kopieer
naar SIM, Visitekaartje verz.,
Help en Afsluiten.
Standaardnummers en -adressen toewijzen
Voor contactpersonen met meerdere telefoonnummers of e-mailadressen kunt u
standaardnummers en -adressen toewijzen om het bellen of het versturen van berichten te
vergemakkelijken.
Open een contactkaart en selecteer Opties Standaardnummers. Er verschijnt een
pop-upvenster met de beschikbare opties.
Voorbeeld: Ga naar Telefoonnummer en druk op Toewijz.. Er verschijnt een lijst met
de telefoonnummers voor de geselecteerde contactkaart. Ga naar het nummer dat
u wilt instellen als standaardnummer en druk op . Bij terugkeer naar de
weergave Contactkaart ziet u dat het standaardnummer onderstreept is. Zie fig. 2
op pag. 46
.
Voicedialling
U kunt bellen via een spraaknummer dat u aan een contactkaart hebt toegevoegd. U kunt
hiervoor een woord of combinatie van woorden gebruiken. Let bij het gebruik van
voicedialling op het volgende:
Voice tags zijn niet taalgevoelig. Ze zijn afhankelijk van de stem van de spreker.
Voice tags zijn gevoelig voor achtergrondgeluiden. Neem de voice tags op en speel ze af
in een rustige omgeving.
Zeer korte namen worden niet geaccepteerd. Gebruik lange namen en vermijd
gelijkvormige namen voor verschillende nummers.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Contacten
48
Voorbeeld: U kunt
iemands naam gebruiken,
bijvoorbeeld Jans
mobieltje.
Opmerking: U moet de voice tag exact zo uitspreken als u deze hebt opgenomen.
Dit kan in bepaalde omstandigheden moeilijkheden opleveren, bijvoorbeeld in een
drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Zorg dus dat u niet uitsluitend van voice
tags afhankelijk bent.
Een spraaknummer aan een telefoonnummer toevoegen
Opmerking: U kunt alleen spraaknummers opgeven voor telefoonnummers in het
geheugen van de telefoon. Zie Contactgegevens kopiëren tussen de SIM-kaart en
het telefoongeheugen op pag. 45.
1 Ga in de map Contacten naar de contactkaart waaraan u een spraaknummer wilt
toevoegen en druk op om de kaart te openen.
2 Ga naar het nummer waaraan u het spraaknummer wilt toevoegen en selecteer Opties
Spraaklabel toev..
Opmerking: Per contactkaart kunt u maar één spraaknummer instellen.
3 De tekst Druk op Start en spreek na de toon verschijnt.
Tip! U kunt een
lijst met gedefinieerde
spraaknummers
weergeven door Opties
Contactinfo
Spraaklabels te selecteren
in de map Contacten.
Houd tijdens het opnemen de telefoon op een korte afstand van uw mond. De starttoon
klinkt. Spreek de woorden die u voor het spraaknummer wilt gebruiken duidelijk in.
Druk op Start om een spraaknummer op te nemen. U hoort een starttoon. De tekst
Spreek nu verschijnt.
4 Na de opname wordt het opgenomen spraaknummer afgespeeld en verschijnt de tekst
Spraaklabel wordt afgespeeld. Als u de opname niet wilt opslaan, drukt u op Stoppen.
5 Wanneer u het spraaknummer opslaat, verschijnt de tekst Spraaklabel opgeslagen en
hoort u een pieptoon. Naast het nummer op de contactkaart verschijnt een symbool .
Opmerking: Uw telefoon biedt plaats aan maximaal 25 telefoonnummers met
spraaknummer. Als het geheugen vol raakt, moet u spraaknummers verwijderen.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Contacten
49
Bellen via een spraaknummer
Opmerking: U moet het spraaknummer precies zo uitspreken als u het hebt
opgenomen.
1 Houd ingedrukt in de standby-modus. U hoort een korte toon en de tekst
Spreek nu verschijnt.
2 Als u belt via een spraaknummer, wordt de luidspreker gebruikt. Houd de telefoon op
een korte afstand van uw mond en spreek het spraaklabel duidelijk in.
3 Het spraaknummer wordt herhaald, de naam en het nummer worden weergegeven en
na 1,5 seconde wordt het nummer in kwestie gekozen.
Als het spraaknummer niet wordt herkend of als het verkeerde wordt afgespeeld, drukt
u op Nogmaals.
Opmerking: Als er een data-oproep actief is of via een GPRS-verbinding gegevens
worden verzonden/ontvangen, kunt u spraaknummers niet gebruiken. Als u wilt
bellen via een spraaknummer, moet u eerst alle actieve dataverbindingen
beëindigen.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Contacten
50
Een spraaknummer opnieuw afspelen, wissen of wijzigen
Als u een spraaknummer wilt afspelen, wissen of wijzigen, opent u een contactkaart en
gaat u naar het telefoonnummer in kwestie (aangeduid met ) en selecteert u Opties
Spraaklabels . Vervolgens selecteert u
Afspelen - het spraaknummer beluisteren, of
Verwijderen - het spraaknummer wissen, of
Wijzigen - een nieuw spraaknummer opnemen over het oude heen. Druk op Start om
met opnemen te beginnen.
Snelkeuzetoetsen toewijzen
Via snelkeuzetoetsen kunt u snel veelgebruikte nummers bellen. U kunt aan acht
telefoonnummers een snelkeuzetoets toewijzen. Nummer 1 is gereserveerd voor de
voicemailbox.
1 Open de contactkaart waarvoor u een snelkeuzetoets wilt instellen en selecteer Opties
Snelkeuze toewijz.. Er verschijnt een overzicht van toegewezen snelkeuzetoetsen, met
de nummers 1 t/m 9. Zie fig. 3
op pag. 50.
2 Ga naar een nummer en druk op Toewijz.. Bij terugkeer naar de weergave Contactinfo
ziet u het snelkeuzesymbool bij het nummer. Zie fig. 2
op pag. 46.
U kunt het telefoonnummer nu bellen door in de standby-modus te drukken op de
snelkeuzetoets en .
Een beltoon toevoegen voor een contactkaart of -groep
U kunt voor elke contactkaart en -groep een beltoon instellen. Als de persoon of het
groepslid in kwestie u belt, wordt de beltoon weergegeven (als het nummer van de beller
wordt meegestuurd met de oproep en uw telefoon dit herkent).
1 Druk op om een contactkaart te openen of ga naar de groepenlijst en selecteer een
contactgroep.
2 Selecteer Opties Beltoon. Er verschijnt een lijst met beltonen.
Figuur 3 Toegewezen
snelkeuzetoetsen
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Contacten
51
3 Selecteer met de bladertoets de beltoon die u wilt gebruiken voor de contactkaart of -
groep en druk op Selecteer.
U verwijdert de beltoon door Standaard beltoon te selecteren in de lijst met beltonen.
Opmerking: Voor individuele groepsleden wordt altijd de beltoon gebruikt die als
laatste is ingesteld. Dus als u eerst de groepsbeltoon wijzigt en dan de beltoon voor
een lid van die groep, wordt deze laatste beltoon gebruikt wanneer de persoon in
kwestie u de volgende keer belt.
Contactgegevens versturen
Uitleg: Als u
contactgegevens
verstuurt of ontvangt,
wordt de term
visitekaartje' gebruikt.
Een visitekaartje is een
contactkaart die qua
indeling (doorgaans
vCard) geschikt is voor
verzending via SMS.
1 Ga in de map Contacten naar de kaart die u wilt versturen.
2 Selecteer Opties Zenden en selecteer een van de volgende de methoden: Via SMS, Via
e-mail (alleen beschikbaar als de e-mailtoepassing goed geconfigureerd is), Via
Infrarood, of Via Bluetooth. De contactkaart die u wilt versturen is nu een visitekaartje
geworden. Zie Gegevens verzenden en ontvangen via infrarood
op pag. 143 en
Gegevens verzenden via Bluetooth
op pag. 140 van het hoofdstuk Berichten.
U kunt ontvangen visitekaartjes opslaan in de map Contacten. Zie Smart-berichten
ontvangen op pag. 85 voor meer informatie.
Contactgroepen beheren
Opties in de weergave
Groepenlijst: Openen,
Nieuwe groep, Verwijderen,
Naam wijzigen, Beltoon,
Contactinfo, Help, en
Afsluiten.
U kunt contactgroepen maken, die u bijvoorbeeld kunt gebruikt als distributielijsten voor
het sturen van SMS- en e-mailberichten. Zie ook pag. 50
voor informatie over het
toevoegen van beltonen voor groepen.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Contacten
52
Contactgroepen maken
1 Druk op op in de map Contacten om de groepenlijst te openen.
2 Selecteer Opties Nieuwe groep. Zie fig. 4
op pag. 52.
3 U kunt de standaardnaam Groepgebruiken of zelf een naam typen. Druk vervolgens op
OK.
Leden aan een groep toevoegen
1 Ga in de map Contacten naar de persoon die u aan een contactgroep wilt toevoegen en
selecteer Opties Toev. aan groep:. Er verschijnt een lijst met groepen.
2 Ga naar de groep waaraan u de persoon wilt toevoegen en druk op .
Meerdere leden tegelijk toevoegen
1 Open een groep in de groepenlijst en selecteer Opties Leden toevoegen.
2 Ga naar een functie en druk op om deze te selecteren. Herhaal deze actie voor alle
leden die u wilt toevoegen en druk op OK om deze aan de geselecteerde groep toe te
voegen.
Leden uit een groep verwijderen
1 Ga naar de groepenlijst, markeer de groep die u wilt wijzigen en druk op .
2 Ga naar het groepslid dat u wilt verwijderen en selecteer Opties Verwijder uit groep.
3 Druk op Ja om het lid uit de groep te verwijderen.
Gegevens van andere Nokia-telefoons importeren
U kunt de gegevens van agenda, contacten en taken uit allerlei verschillende Nokia-
telefoons verplaatsen naar uw Nokia 3660 met de toepassing voor gegevensimport van PC
Suite voor Nokia 3660. Instructies voor het gebruik van deze toepassing vindt u in de online
Help bij PC Suite op de cd-rom.
Figuur 4 Een
contactgroep maken.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Camera en Afbeeldingen
53
5. Camera en Afbeeldingen
Druk op Camera in de
standby-modus of ga naar
Menu Camera.
Met deze camera kunt u fotos maken terwijl u onderweg bent. De fotos worden
automatisch opgeslagen in Afbeeldingen. Met deze toepassing kunt u de namen van de
fotos wijzigen en de fotos onderbrengen in mappen. U kunt fotos ook versturen via een
multimediabericht, als e-mailbijlage of via een Bluetooth- of infraroodverbinding. Fotos
worden opgeslagen als JPEG-bestand.
Opties vóór het maken van
een foto: Vastleggen, Ga
naar Afbeelding.,
Instellingen, Help, en
Afsluiten.
Uitleg: JPEG is een gestandardiseerde indeling voor de compressie van afbeeldingen.
JPEG-bestanden kunnen worden bekeken met de meeste viewers, afbeeldingseditors
en Internet-browsers. U herkent dit type bestanden aan de extensie JPG.
Fotos maken
Opmerking: Houd u aan de geldende regelgeving inzake het maken van fotos.
Gebruik deze functie niet op onrechtmatige wijze.
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld.
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als
dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
1 Druk op Camera in de standby-modus. De toepassing Camera wordt gestart, waarin u
het onderwerp kunt bekijken.
In fig. 1
op pag. 53 ziet u de zoeker en het zoekerkader, die u helpen bij het inkaderen
van de foto. Verder ziet u een teller die aangeeft hoeveel afbeeldingen in het geheugen
van de telefoon passen, afhankelijk van de geselecteerde opnamekwaliteit.
2 Druk op om een foto te maken.
Opmerking: Houd de telefoon stil totdat de foto wordt opgeslagen. De fotos
worden automatisch opgeslagen in de toepassing Afbeeldingen.
Figuur 1 Een onderwerp
zoeken
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Camera en Afbeeldingen
54
Na het opslaan kunt u het volgende doen:
Als u de foto in de toepassing Afbeeldingen niet wilt bewaren, selecteert u Opties
Verwijd..
Als u een nieuwe foto wilt maken, drukt u op om terug te gaan naar de zoeker.
Opties na het maken van
een foto: Nieuwe
afbeelding, Verwijd.,
Zenden, Naam afbeeld.
wijz., Ga naar Afbeelding.,
Instellingen, Help, en
Afsluiten.
U kunt een afbeelding op een contactkaart zetten. Zie Een foto opnemen op een
contactkaart, pag. 46.
Opmerking: Als u niet binnen een minuut op een toets drukt, wordt de
batterijspaarstand geactiveerd. Druk op als u nog een foto wilt maken.
Instellingen
In de toepassing Camera kunt u instellingen als de kwaliteit en de standaardnaam voor
afbeeldingen aanpassen.
1 Selecteer Opties Instellingen.
Voorbeeld: Als u
Strand instelt als
standaardnaam, wordt
die voor alle gemaakte
fotos gebruikt (Strand,
Strand(01), Strand(02),
enzovoort) totdat u deze
weer wijzigt.
2 Ga naar de instelling die u wilt wijzigen:
Kwaliteit afbeelding - Hoog, Normaal en Gering. Hoe hoger de kwaliteit, hoe meer
geheugenruimte de afbeelding inneemt. Zie ook Afbeeldingen en geheugengebruik
op pag. 56
.
Stand.naam afb. - Standaard wordt de notatie Afbeelding.jpg gebruikt. Met
Stand.naam afb. kunt u een standaardnaam opgeven voor fotos. Zie het voorbeeld in
de marge.
Gebruikt geheugen - Geef op of u uw fotos in het telefoongeheugen of eventueel op
de geheugenkaart wilt opslaan.
De invloed van de cameramodus op formaat en stand
Tip! Probeer de
diverse cameramodi om
te zien wat voor effect ze
hebben op de foto.
Door een andere cameramodus te gebruiken, kunt het formaat en de stand van de
gemaakte foto wijzigen. Zie fig. 2
op pag. 55. U kunt een andere modus kiezen door op
of te drukken. Kies:
Standaard als u normale horizontale fotos wilt maken,
Portret als u kleinere verticale fotos ter grootte van een pictogram wilt maken,
bijvoorbeeld voor op een relatiekaart, of
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Camera en Afbeeldingen
55
Nacht als er weinig licht is en een langere belichtingstijd nodig is om goede fotos te
kunnen maken. Bij weinig licht kan de geringste camerabeweging tot een onscherpe
foto leiden. Voor Standaard en Nacht zijn formaat en stand gelijk.
Uitleg: Resolutie -
Een maatstaf voor de
scherpte en helderheid
van een afbeelding. De
term verwijst naar het
aantal stippen (pixels) op
een afbeelding of
beeldscherm. Hoe meer
pixels, hoe gedetailleerder
het beeld. De resolutie
wordt meestal gemeten in
pixels, bijvoorbeeld
640x480=300 kilopixels
(kpix)=0,3 megapixels
(Mpix).
Figuur 2 De modi Standaard, Portret en Nacht
Als u een foto maakt in de modus Standaard of Nacht, bedraagt de zoekerresolutie
160x120 pixels, in de modus Portret 80x96.
Fotos gemaakt in de modus Standaard of Nacht worden opgeslagen met de resolutie
640x480 pixels (VGA) en fotos gemaakt in de modus Portret met de resolutie 80x96
pixels.
Bij weergave op de display (176x208 pixels) wordt het formaat van afbeeldingen
verkleind. Hierdoor lijken fotos die zijn gemaakt met de modus Standaard of Nacht
meer details te bevatten bij weergave op een scherm met hogere resolutie (bijvoorbeeld
op de pc) of bij inzoomen in Afbeeldingen.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Camera en Afbeeldingen
56
Afbeeldingen en geheugengebruik
Uw telefoon bevat 3 MB (megabyte) vrij geheugen voor afbeeldingen, contactgegevens,
agenda, berichten, enzovoort. Zie Gedeeld geheugen
op pag. 15. Portret-afbeeldingen
(gemaakt met de kwaliteitsinstelling Hoog) zijn erg klein en nemen weinig geheugen in.
Afbeeldingen die zijn gemaakt met de kwaliteitsinstelling Hoog of met de modus Nacht
nemen het meeste geheugen in.
In 1 MB geheugen passen ca. 22 afbeeldingen die zijn gemaakt met de kwaliteitsinstelling
Normaal en de modus Standaard. In de volgende tabel ziet u hoeveel afbeeldingen er
ongeveer passen in 1 MB geheugen.
Tip! Als u een geheugenkaart bij uw telefoon gebruikt, kunt u meer afbeeldingen
opslaan.
Kwaliteit afbeelding
Type afbeelding
Gering Normaal Hoog
Standaard 55 22 15
Nacht 50 25 18
Portret - - >300
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Camera en Afbeeldingen
57
Afbeeldingen - Fotos opslaan
Ga naar Menu
Afbeeldingen.
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld.
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als
dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Met Afbeeldingen kunt u fotos die op de telefoon zijn opgeslagen bekijken, ordenen,
wissen en verzenden. U kunt afbeeldingen ordenen die:
Opties in Afbeeldingen:
Openen, Zenden,
Afb.uploader,Verwijderen,
Verplaats naar map, Nieuwe
map, Markeringen aan/uit,
Naam wijzigen, Ontv. via
infrarood (alleen bij
digitale camera die het
IrTran-P-protocol
ondersteunt; anders
gebruikt u de
Infraroodverbinding
, zie
pag. 143
), Gegevens
bekijken, Toev. aan Favoriet.,
Thumbn. bijwerken, Help,
en Afsluiten.
u hebt gemaakt met de camera,
u hebt ontvangen in de Inbox als multimedia- of afbeeldingsbericht, als e-mailbijlage
of via een infrarood- of Bluetooth-verbinding. Na ontvangst in de Inbox moet u de
afbeelding opslaan in Afbeeldingen.
In fig. 3
op pag. 58 ziet u de beginweergave van Afbeeldingen, met een lijst van fotos en
mappen. In de lijst wordt het volgende aangegeven:
de datum en tijd waarop de foto is gemaakt of opgeslagen,
een thumbnailafbeelding, een miniatuurweergave van de foto,
het aantal items in de map en
een tab waarop te zien is of de fotos of mappen zich in het geheugen van de telefoon
of op een eventuele geheugenkaart bevinden.
Afbeeldingen weergeven
Opmerking: Als u Afbeeldingen opent en u gebruikmaakt van een geheugenkaart,
wordt de eerste tab bepaald door het type geheugen dat is geselecteerd als het
Gebruikt geheugen.
1 Druk op of om tussen de geheugentabs te wisselen.
2 Druk op en om door de afbeeldingen te bladeren.
3 Druk op om een afbeelding te openen. Boven aan de display worden nu de naam
van de afbeelding en het aantal afbeeldingen in de map weergegeven.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Camera en Afbeeldingen
58
Opties tijdens het
bekijken van een
afbeelding: Zenden,
Roteren, Inzoomen,
Uitzoomen, Volledig scherm
(wanneer op een
afbeelding is ingezoomd),
Verwijderen, Naam
wijzigen, Gegevens
bekijken, Toev. aan
Favoriet., Help, en
Afsluiten.
Wanneer u een afbeelding bekijkt, kunt u naar de volgende of vorige foto in de map gaan
door op of te drukken.
Bewegende GIF-bestanden kunt u op dezelfde manier bekijken als andere afbeeldingen.
Animaties worden maar eenmaal afgespeeld. Wanneer de animatie stopt, wordt een
statische afbeelding weergegeven. U moet de animatie opnieuw sluiten en openen als u
deze nog eens wilt bekijken.
Zoomen
1 Kies Opties Inzoomen of Uitzoomen. De zoomfactor wordt boven aan de display
weergegeven (zie fig. 4, pag. 59
). Zie ook de sectie Sneltoetsen verderop in dit
hoofdstuk.
2 Druk op Terug om terug te gaan naar de beginweergave.
Opmerking: De zoomfactor wordt niet permanent opgeslagen.
Opmerking: U kunt niet inzoomen op GIF-animaties die worden afgespeeld.
Volledig scherm
Als u Opties Volledig scherm kiest, vallen de randen rond de afbeelding weg en ziet u meer
van de afbeelding. Druk op om terug te gaan naar de beginweergave.
De focus verplaatsen
Tijdens het zoomen op of bekijken van een afbeelding in de modus Volledig scherm kunt u
met de bladertoets de focus naar links, rechts, boven of beneden verplaatsen. Zo kunt u een
gedeelte van de foto aan een nadere inspectie onderwerpen, bijv. de rechterbovenhoek (zie
fig. 4 op pag. 59
).
Roteren
Kies Opties Roteren Naar links om een afbeelding 90 graden linksom te draaien of Naar
rechts om deze rechtsom te draaien. De rotatiestatus wordt niet permanent opgeslagen.
Figuur 3 De
beginweergave van
Afbeeldingen
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Camera en Afbeeldingen
59
Sneltoetsen
Roteren: - linksom, - rechtsom
Navigeren: - omhoog, - omlaag, - naar links, - naar rechts
- inzoomen, - uitzoomen, ingedrukt houden - normale weergave
- schakelen tussen volledig scherm en normale weergave.
De weergave Afbeeldingsgegevens
Als u meer informatie wenst over een afbeelding, gaat u naar de afbeelding en kiest u
Opties Gegevens bekijken. Er verschijnt een lijst met informatie:
Indeling - JPEG, GIF, PNG, TIFF, MBM, BMP, WBMP, OTA, WMF, Niet onderst. of Onbekend.
Datum en Tijd - wanneer is de afbeelding gemaakt/opgeslagen,
Resolutie - het formaat in pixels (zie de uitleg bij de term op pag. 55
),
Grootte - in bytes of kilobytes (kb),
Kleur - True colour, 65536 kleuren, 4096 kleuren, 256 kleuren, 16 kleuren, Grijsschaal of
Zwart/wit.
Afbeeldingen en mappen ordenen
Als u een afbeelding of map wilt verwijderen, selecteert u die en kiest u Opties
Verwijderen.
Als u de naam van een afbeelding of map wilt wijzigen, selecteert u die en kiest u Opties
Naam wijzigen. Typ de nieuwe naam en druk op .
Zie Acties voor alle toepassingen
op pag. 12 voor meer informatie over het maken van
mappen en het markeren en verplaatsen van items.
Figuur 4 Inzoomen en
de focus verplaatsen
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Camera en Afbeeldingen
60
Tip! Via infrarood
of Bluetooth kunt u
meerdere afbeeldingen
tegelijkertijd verzenden.
U moet de afbeeldingen
die u wilt verzenden, eerst
markeren. U kunt
meerdere afbeeldingen
tegelijkertijd markeren
via Opties Markeringen
aan/uit of door
ingedrukt te houden en
tegelijkertijd op of
te drukken. Zolang u
door de lijst schuift,
verschijnt naast alle
afbeeldingen in het
selectiekader een vinkje.
Als u de selectie wilt
beëindigen, stopt u met
schuiven en laat u
los.
Afbeeldingen versturen
U kunt fotos of afbeeldingen via diverse berichtenservices versturen.
1 Ga naar de afbeelding die u wilt versturen en kies Opties Zenden.
2 Selecteer de gewenste methode. Beschikbare opties zijn Via multimedia, Via e-mail, Via
infrarood en Via Bluetooth.
Als u Via e-mail of Via multimedia kiest, wordt er een editor geopend. Druk op
om de ontvanger(s) te selecteren in de map Contacten of typ het telefoonnummer of
e-mailadres van de ontvanger in het veld Naar: . Voeg tekst of geluid toe en kies
Opties Zenden. Zie Nieuwe berichten maken en verzenden
op pag. 76 voor meer
informatie.
Als u de afbeelding via infrarood of Bluetooth wilt versturen, raadpleegt u Gegevens
verzenden via Bluetooth op pag. 140 en Gegevens verzenden en ontvangen via
infrarood op pag. 143 voor meer informatie.
De map Beeldberichten
In de map Beeldberichten vindt u de afbeeldingen die u via beeldberichten hebt ontvangen.
Als u een afbeelding uit een beeldbericht wilt opslaan, gaat u naar Berichten Inbox,
opent u het bericht en kiest u Opties Beeld opslaan.
Opties in de map
Beeldberichten: Openen,
Zenden, Verwijderen,
Markeringen aan/uit, Naam
wijzigen, Gegevens
bekijken, Help, en Afsluiten.
Afbeeldingen bekijken
1 Ga naar de afbeelding die u wilt bekijken en druk op . De afbeelding wordt geopend.
Druk op om de volgende foto in de map te bekijken.
2 Druk op Terug om terug te keren naar beginweergave.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Videorecorder
61
6. Videorecorder
Ga naar Menu
Videorecorder.
Opmerking: Houd u aan de geldende regelgeving inzake het maken van
videobeelden. Gebruik deze functie niet op onrechtmatige wijze.
Opmerking: U kunt de Videorecorder alleen gebruiken als de telefoon is
ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons
verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Met de Videorecorder kunt u videoclips opnemen en videoclips afspelen die op de telefoon
of een geheugenkaart zijn opgeslagen. In de Videorecorder zijn berichtfuncties
geïntegreerd, waardoor het verzenden van zelfgemaakte clips uitermate eenvoudig is.
Voor Videorecorder wordt een gedeeld geheugen gebruikt. Zie Gedeeld geheugen
op
pag. 15
.
Videoclips opnemen
Opgenomen videoclips mogen maximaal 95 kB groot zijn, of ca. 10 seconden duren. De
videoclips hebben de indeling .3gp.
Uitleg: De bestandsindeling 3GPP (.3gp) is de standaardindeling voor
videobestanden in multimediaberichten.
1 Om de opname te starten opent u de Videorecorder en selecteert u Opties Opname,
waarna het onderwerp van de opname wordt weergegeven. Zie fig. 1
op pag. 61.
2 Druk op om de opname te starten.
Op de voortgangsbalk onder in het scherm wordt de resterende opnametijd
weergegeven. U kunt de opname op elk gewenst moment onderbreken door op
te drukken.
Figuur 1 Videoclips
opnemen
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Videorecorder
62
Als u op drukt, kunt u de zojuist opgenomen videoclip direct afspelen.
De videoclip wordt opgeslagen in het telefoongeheugen of op de geheugenkaart,
afhankelijk van de isntelling bij Gebruikt geheugen. Zie Videorecorder instellen
op pag. 62.
Opties in de weergave
Videoclip of Videospeler:
Spelen, Opname,
Verzenden, Verwijderen,
Naam wijzigen,
Instellingen, Over product,
Help en Afsluiten.
Een videoclip bekijken
Zo bekijkt u een videoclip vanuit de lijst met videoclips in Videorecorder:
1 Open de Videorecorder.
2 Ga naar een videoclip en kies Opties Spelen. Zie fig. 2
op pag. 62.
De beschikbare opties bij het afspelen van een videoclip in Videorecorder komen
grotendeels overeen met de opties in RealOne Player™’
. Zie RealOne Player™’ op pag. 63.
Zenden van videoclips
U kunt videoclips verzenden met de optie Verzenden in de Lijst videoclips.
1 Ga naar de videoclip die u wilt verzenden en kies Opties Verzenden.
2 Kies een van de vier manieren waarop u een videoclip kunt verzenden: Via multimedia,
Via e-mail, Via Bluetooth of Via infrarood.
Videorecorder instellen
U kunt aangeven of u de videoclips in het telefoongeheugen of op de geheugenkaart
(indien aanwezig) wilt opslaan en u kunt de videoclips een naam geven. Kies Opties
Instellingen om het volgende in te stellen:
Gebruikt geheugen - Kies Telef.geheugen of Geheugenkaart.
Stndrd videonaam - Geef de standaardnaam van de videoclips op.
Voorbeeld: Als u Vakantie instelt als standaardnaam voor videoclips, wordt die
voor alle gemaakte videoclips gebruikt (Vakantie', Vakantie(01), Vakantie(02),
enzovoort) totdat u deze weer wijzigt.
Figuur 2 Lijst videoclips
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
RealOne Player™
63
7. RealOne Player™
Ga naar Menu
RealOne Player
®.
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld.
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als
dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Met de RealOne Player™ kunt u mediabestanden afspelen die zijn opgeslagen in het
geheugen van de telefoon of op een geheugenkaart. U kunt ook muziek- en videobestanden
en live streaming-inhoud van het Internet afspelen.
Uitleg: Mediabestanden zijn video-, muziek- of audioclips die u kunt afspelen op een
mediaspeler zoals de RealOne Player. Bestanden met de extensies .3gp, .amr, .mp4,
.rm, .ram, .ra en .rv. worden ondersteund door de RealOne Player.
RealOne Player ondersteunt niet alle variaties van de ondersteunde bestandsindelingen.
RealOne Player probeert alle .mp4-bestanden te openen. Sommige .mp4-bestanden kunnen
echter inhoud bevatten die niet voldoet aan de 3GPP-standaarden. Die inhoud wordt niet
ondersteund door de Nokia 3660. In dit geval mislukt de bewerking en wordt het bestand
mogelijk slechts gedeeltelijk afgespeeld of verschijnt er een foutbericht.
RealOne Player maakt gebruik van gedeeld geheugen. Zie
Gedeeld geheugen op pag. 15.
Opties: zie de lijst
hiernaast.
Het menu Opties ziet er, afhankelijk van de situatie, als volgt uit:
Wanneer de lijst geen bestanden, koppelingen of mappen bevat: Openen, Nieuwe map,
Instellingen,Over product, Help en Afsluiten.
Wanneer het geselecteerde item een lokaal bestand is: Afspelen, Openen, Naam wijzigen
(als geen items zijn gemarkeerd), Verwijderen, Nieuwe map, Verplaats naar map,
Markeringen aan/uit, Zenden, Toev. aan Favoriet., Instellingen, Over product, Help en Afsluiten.
Wanneer het geselecteerde item een netwerkkoppeling is: Afspelen (als geen items zijn
gemarkeerd), Openen, Naam wijzigen, Link bewerken, Verwijderen, Nieuwe map, Verplaats
naar map, Markeringen aan/uit, Zenden, Toev. aan Favoriet., Instellingen, Over product, Help
en Afsluiten.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
RealOne Player™
64
Wanneer een map is gemarkeerd: Map openen(als geen items zijn gemarkeerd), Openen,
Naam wijzigen (als geen items zijn gemarkeerd), Verwijderen, Nieuwe map, Markeringen
aan/uit, Instellingen, Over product, Help en Afsluiten.
Wanneer veel items zijn geselecteerd: Openen, Verwijderen, Nieuwe map, Verplaats naar
map, Markeringen aan/uit, Zenden, Toev. aan Favoriet., Instellingen, Over product, Help en
Afsluiten.
Media Guide
Vanuit de RealOne Player kunt u een browserpagina openen die een Media Guide bevat met
koppelingen naar sites met streaming-media en -bestanden. Zie
Streaming vanaf het
Internet op pag. 65.
Mediabestanden afspelen
U kunt muziek- of videobestanden afspelen die in de lijst staan als u de RealOne Player
start of u kunt bestanden rechtstreeks vanaf het Internet afspelen.
Figuur 2 Een lokaal mediabestand afspelen
Figuur 1 Lijst met
muziek- en videoclips
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
RealOne Player
65
Om een mediabestand af te spelen dat is opgeslagen in het geheugen van uw telefoon
of op een geheugenkaart, opent u RealOne Player, gaat u naar het bestand en kiest u
Opties Afspelen. Zie fig. 1
op pag. 64 en fig. 2 op pag. 64.
Uitleg: Streaming
is het rechtstreeks
afspelen van geluid- of
videoclips terwijl ze
worden gedownload van
het Internet, zonder dat
de clip eerst wordt
opgeslagen in een lokaal
bestand.
Zo kunt u een mediabestand rechtstreeks vanaf het Internet afspelen:
1 Kies Opties Openen URL.
2 Geef de URL op van de site waarvan u inhoud wilt afspelen of streamen.
Opmerking: U kunt pas verbinding maken met een site als u een toegangspunt hebt
ingesteld. Zie de instelling Stand. toegangspunt op pag. 67
. Bij veel aanbieders moet
u een Internet-toegangspunt (Internet Access Point of IAP) gebruiken als
standaardtoegangspunt. Er zijn echter ook aanbieders die een WAP-toegangspunt
toestaan. Uw aanbieder kan u informeren over de mogelijkheden.
Opmerking: In RealOne Player kunt u alleen URL-adressen van het type rtsp://
openen. URL-adressen van het type http:// kunnen niet worden geopend. In RealOne
Player wordt een http-koppeling naar een .ram-bestand echter wel herkend, omdat
een .ram-bestand een tekstbestand is met een rtsp-koppeling.
Streaming vanaf het Internet
Als u live streaming-inhoud van het Internet (netwerkdienst) wilt afspelen, moet u eerst
een standaardtoegangspunt instellen. Zie Opmerking op pag. 65
. Hierna gaat u als volgt
te werk:
1 Open RealOne Player en kies Opties Openen Gids. Open de Media Guide om een
koppeling te zoeken naar een interessante streaming-site.
2 Selecteer de koppeling. U wordt gevraagd de verbinding met het WAP-toegangspunt
te verbreken.
Als u (met toestemming van uw aanbieder) een Internet-toegangspunt als
standaardtoegangspunt hebt ingesteld in RealOne Player, gaat u akkoord.
Als u (met toestemming van uw aanbieder) een WAP-toegangspunt als
standaardtoegangspunt hebt ingesteld in RealOne Player, gaat u niet akkoord.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
RealOne Player
66
De streaming-sessie wordt nu gestart.
Voordat het bestand of de stream wordt afgespeeld, maakt de telefoon verbinding met de
site en wordt het bestand geladen. Zie fig. 3
op pag. 66.
Ga naar http://www.nokia.com/phones/3660/support voor meer informatie over het
installeren van streaming met RealOne Player op uw Nokia 3660.
Uitleg: Opslaan in
buffer houdt in dat een
deel van de streaming-
inhoud tijdelijk in het
geheugen van de telefoon
wordt opgeslagen
voordat de inhoud wordt
afgespeeld.
Figuur 3 Streaming van een bestand vanaf het Internet: verbinding maken, opslaan in buffer
en afspelen
Volumeregeling
Om het volume harder te zetten, drukt u op ; om het volume zachter te zetten, drukt
u op .
Om het geluid te dempen, drukt u op en houdt u deze knop ingedrukt totdat het
symbool wordt weergegeven.
Om het geluid in te schakelen, drukt u op totdat het symbool verschijnt. Zie fig.
2
op pag. 64.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
RealOne Player
67
Mediabestanden verzenden
U kunt mediabestanden verzenden met de optie Zenden vanuit de lijst met videoclips.
1 Ga naar het bestand dat u wilt versturen en kies Opties Zenden.
2 Kies een van de vier verzendmethoden: Via infrarood, Via Bluetooth, Via multimedia of Via
e-mail.
Instellingen wijzigen
Tip! Als u een van
de instellingen kiest,
wordt een tabweergave
geopend. Druk op of
om te bladeren
tussen de verschillende
instellingentabs. De
volgende symbolen geven
aan welke instellingen
worden weergegeven:
voor Video
voor Afspelen
voor Netwerk en
voor Proxy.
Als u de instellingen voor Video wilt wijzigen, kiest u Opties Instellingen Video om de
volgende lijst met instellingen te openen:
Videokwaliteit - Kies Scherp beeld voor een betere beeldkwaliteit, maar een lagere
beeldfrequentie, of Hoge beeldfreq. voor een hogere beeldfrequentie maar een lagere
beeldkwaliteit.
Autom. aanp. grootte - Kies Aan om de grootte van het videobeeld automatisch aan te
passen.
Als u de instellingen voor Afspelen wilt wijzigen, kiest u Opties Instellingen Afspelen
om de volgende instelling te openen:
Herhalen - Kies Aan om ervoor te zorgen dat het video- of audiobestand nadat het is
afgespeeld automatisch opnieuw wordt gestart.
Als u de instellingen voor Netwerk wilt wijzigen, kiest u Opties Instellingen Netwerk
om de volgende lijst met instellingen te openen:
Stand. toegangspunt - Zoals gedefinieerd in Instellingen verbinding, zie
Toegangspunten
op pag. 33
. Zie ook de instructies onder Stap 2 op pag. 65.
Bandbreedte - Kies Automatisch voor de beste beschikbare leveringssnelheid.
Max. bandbreedte - Kies de maximale bandbreedte voor streaming-inhoud.
Verbindings-timeout - Open een regelaar om de wachttijd te wijzigen voor de eerste
serververbinding bij een streamingsessie.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
RealOne Player
68
Server-timeout - Open een regelaar om de tijd te wijzigen die is toegestaan zonder
respons van de server.
Hoogste poort en Laagste poort - Voer de poortnummers in voor streaming. Als u niet
zeker weet welk nummer u moet gebruiken, neemt u contact op met de aanbieder van
de dienst.
Als u de instellingen voor Proxy wilt wijzigen, kiest u Opties Instellingen Proxy om de
volgende lijst met instellingen te openen:
Proxy gebruiken / Hostadres / Poort - Geef aan of een proxy wordt gebruikt.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
69
8. Berichten
Ga naar Menu
Berichten.
Opmerking: U kunt de functies in de map Berichten alleen gebruiken als de
telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele
telefoons verboden is, of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Opties in de
beginweergave van
Berichten: Bericht maken,
Verbinden (beschikbaar als
u mailboxinstellingen
hebt opgegeven), of
Verbind. verbreken
(beschikbaar als er een
actieve verbinding met de
mailbox is), SIM-berichten,
Infodienst,
Dienstopdrachten,
Instellingen, Help, en
Afsluiten.
In de weergave Berichten kunt u de volgende items maken, versturen, ontvangen, bekijken,
bewerken en ordenen:
SMS-berichten,
multimediaberichten,
e-mailberichten en
smart-berichten, speciale SMS-berichten die gegevens bevatten.
Ook kunt u berichten en gegevens ontvangen via een infrarood- of Bluetooth-verbinding,
dienstberichten en infodienstberichten ontvangen, en dienstopdrachten versturen.
Voor SMS- en multimediaberichten wordt een gedeeld geheugen gebruikt. Zie Gedeeld
geheugen op pag. 15.
In de weergave Berichten ziet u de optie Bericht maken en een lijst met standaardmappen:
Inbox - bevat alle ontvangen berichten behalve infodienst- en e-mailberichten. E-
mailberichten worden opgeslagen in de Mailbox. Kies Opties Infodienst om
infodienstberichten te lezen.
Mijn mappen - hierin kunt u berichten onderbrengen.
Tip! Orden uw
berichten door nieuwe
mappen toe te voegen
onder Mijn mappen.
Mailbox - als u deze map opent, kunt u eerder opgehaalde e-mailberichten offline
bekijken of verbinding maken met de remote mailbox om nieuwe e-mailberichten op te
halen. Zie pag. 88
voor meer informatie over online en offline werken. Als u instellingen
voor een nieuwe mailbox hebt opgegeven, vervangt de naam van die mailbox Mailbox in de
beginweergave. Zie Instellingen voor e-mailberichten
op pag. 98.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
70
Ontwerpen - bevat conceptberichten die nog niet zijn verzonden.
Outbox - tijdelijke opslagplaats voor voltooide berichten die nog niet zijn verzonden.
Verzonden - bevat de laatste 15 verzonden berichten. Zie Instellingen voor de map
Overige op pag. 100 als u meer of minder verzonden berichten wilt opslaan.
Rapporten - u kunt bij het netwerk een leveringsrapport aanvragen voor SMS-
berichten, smart-berichten en multimediaberichten die u hebt verzonden. Als u
leveringsrapporten wilt ontvangen, kiest u Opties Instellingen SMS of Multimediabericht.
Ga naar Rapport ontvangen en kies Ja.
Tip! Als u een van
de standaardmappen,
bijvoorbeeld Verzonden,
hebt geopend, kunt u
gemakkelijk tussen
mappen navigeren door
op te drukken om de
volgende map (Outbox)
te openen, of door op
te drukken om een vorige
map (Ontwerpen) te
openen.
Opmerking: Mogelijk kunt u geen leveringsrapport ontvangen voor
multimediaberichten die naar een e-mailadres zijn verzonden.
Opmerking: De verbinding moet goed zijn ingesteld voordat u multimedia- of e-
mailberichten kunt opstellen of verbinding kunt maken met de remote mailbox. Zie
Vereiste instellingen voor e-mailberichten
op pag. 81 en Vereiste instellingen voor
multimediaberichten op pag. 78.
Berichten - Algemene informatie
De berichtstatus is altijd Ontwerp, Verzonden of Ontvangen. Conceptberichten worden in
de map Ontwerpen opgeslagen. Vóór verzending worden voltooide berichten tijdelijk in de
Outbox opgeslagen. Na verzending van een bericht, wordt een kopie ervan opgeslagen in
de map Verzonden. Ontvangen en verzonden berichten kunt u alleen bewerken als u
Antwoorden of Doorsturen kiest. Het bericht wordt dan naar een editor gekopieerd. E-
mailberichten die u zelf hebt verzonden, kunt u niet doorsturen.
Opmerking: Berichten of gegevens die zijn verzonden via een infrarood- of
Bluetooth-verbinding, worden niet opgeslagen in de map Ontwerpen of Verzonden.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
71
Een ontvangen bericht openen
Als u een bericht ontvangt en de tekst 1 nieuw bericht verschijnt in de standby-
modus, kiest u Tonen om het bericht te openen.
Bij meerdere nieuwe berichten kiest u Tonen om de Inbox te openen en de
berichtkoppen te bekijken. Ga naar een bericht in de Inbox en druk op om het te
openen.
Een ontvanger aan een bericht toevoegen
Als u een bericht maakt, kunt u op diverse manieren ontvangers toevoegen:
door ontvangers toe te voegen uit de map Contacten. De map Contacten opent u door
op of te drukken in het veld Aan: of Cc:, of door Opties Ontvanger toevoeg.
te kiezen. Ga naar de naaam van degene die u wilt toevoegen en druk op om deze
te selecteren. U kunt meerdere ontvangers tegelijkertijd markeren. Druk op OK om terug
te gaan naar het bericht. De ontvangers staan in het vak Aan:, met een puntkomma (;)
als scheidingsteken.
Voorbeeld: +44
123 456; 050 456 876
door het telefoonnummer of e-mailadres van de ontvanger te typen in het vak Aan: of
door de gegevens van de ontvanger uit een andere toepassing te kopiëren en in het vak
Aan: te plakken. Zie Tekst kopiëren
op pag. 75.
Druk op om een ontvanger links van de cursor te verwijderen.
Opmerking: Als u meerdere telefoonnummers of e-mailadressen typt in het vak Aan:
moet u deze scheiden met een puntkomma (;). Als u ontvangers uit de map
Contacten ophaalt, wordt de puntkomma automatisch toegevoegd.
Zendopties
Als u de wijze wilt wijzigen waarop een bericht wordt verzonden, kiest u Opties
Zendopties wanneer u een bericht bewerkt. Als u het bericht opslaat, worden de
verzendinstellingen ook opgeslagen.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
72
Tekst intoetsen
Tip! Druk twee
keer kort op om
invoer met woordenlijst
in- of uit te schakelen.
U kunt tekst op twee manieren invoeren: via gewone tekstinvoer en via tekstinvoer met
woordenlijst.
Werken met gewone tekstinvoer
Het symbool verschijnt rechtsboven op de display als u de gewone tekstinvoer
gebruikt.
Druk op een cijfertoets ( - ) totdat het gewenste teken verschijnt. Op de
cijfertoetsen staan niet alle tekens afgebeeld die onder een toets beschikbaar zijn.
Symbolen:
en geven de
modus aan.
betekent dat de eerste
letter van het volgende
woord een hoofdletter is
en dat alle andere letters
automatisch kleine letters
zijn. geeft de
cijfermodus aan.
Houd de cijfertoets ingedrukt om een cijfer in te voegen.
Houd ingedrukt om te schakelen tussen letters en cijfers.
Als de volgende letter onder dezelfde toets zit als de huidige, wacht u tot de cursor weer
verschijnt (of drukt u op ) en toetst u de letter in.
Als u een verkeerd teken hebt getypt, wist u dat met . Houd ingedrukt om
meerdere tekens te wissen.
De meestgebruikte leestekens zijn beschikbaar onder . Druk op totdat het
gewenste leesteken verschijnt.
Als u op drukt, verschijnt er een lijst met speciale tekens. Ga met de bladertoets naar
het gewenste teken en kies Selecteer om het te selecteren.
Druk op om een spatie in te voegen. Druk drie keer op om de cursor naar de
volgende regel te verplaatsen.
Als u wilt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters, drukt u op .
Werken met tekstinvoer met woordenlijst
U schakelt tekstinvoer met woordenlijst in door op te drukken en Woordenboek open te
kiezen. Deze wijze van tekstinvoer wordt dan ingeschakeld voor alle editors op de telefoon.
Het symbool verschijnt boven in de display.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
73
1 Toets het gewenste woord in door op de toetsen - te drukken. Druk eenmaal
op een toets voor één letter. Het woord verandert bij elke toetsaanslag.
Opmerking: Let niet te veel op wat er op de display verschijnt. Het woord wordt
gevormd. Toets eerst het hele woord in voordat u het resultaat bekijkt.
Als u bijvoorbeeld Nokia wilt intoetsen en de Engelse woordenlijst is geselecteerd,
drukt u op:
voor N, voor o, voor k, voor i, and voor a.
Zoals u in fig. 1
op pag. 73 ziet, verandert het gevormde woord na elke toetsaanslag.
2 Controleer na het typen of het woord juist is.
Als het woord juist is, bevestigt u dit door op of te drukken om een spatie
in te voegen. De onderstreping verdwijnt en u kunt met het volgende woord
beginnen.
Als het woord niet juist is, kunt u het volgende doen:
Druk meermaals op om de woorden uit de woordenlijst een voor een te
bekijken.
Druk op en kies Woordenboek Mogelijkheden voor een lijst met
overeenkomende woorden. Ga naar het gewenste woord en druk op om het te
selecteren.
Als er een ? achter het woord wordt weergegeven, staat het gewenste woord niet in
de woordenlijst. Als u een woord aan de woordenlijst wilt toevoegen, kiest u Spellen.
Toets het woord in (max. 32 letters) via gewone tekstinvoer en kies OK. Het woord
wordt toegevoegd. Als de woordenlijst vol is, vervangt het nieuwe woord het oudste
woord in de lijst.
Als u de ? wilt verwijderen en tekens uit het woord wilt wissen, drukt u op .
Figuur 1 Tekstinvoer
met woordenlijst
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
74
Tips bij het gebruik van tekstinvoer met woordenlijst
Druk op om één teken te wissen. Houd ingedrukt om meerdere tekens te wissen.
Druk op om over te schakelen naar de tekenmodus Abc, abc of ABC. Als u twee keer
kort op drukt, wordt tekstinvoer met woordenlijst uitgeschakeld.
Als u in de lettermodus een cijfer wilt invoegen, houdt u de toets met het gewenste cijfer
ingedrukt.
U kunt ook drukken op , Nummer invoegen kiezen, de gewenste cijfers typen en OK
kiezen.
Houd ingedrukt om te schakelen tussen letters en cijfers.
De meestgebruikte leestekens zijn beschikbaar onder . Druk op en vervolgens
op totdat het gewenste leesteken verschijnt.
Houd ingedrukt om een lijst met speciale tekens weer te geven. Ga met de
bladertoets naar het gewenste teken en kies Selecteer om het te selecteren. Of druk op
en kies Symbool invoegen.
Tip! De functie
voor tekstinvoer met
woordenlijst probeert te
raden welk veelgebruikt
leesteken (.,?!) u nodig
hebt. De volgorde en
beschikbaarheid van
leestekens zijn afhankelijk
van de taal van de
woordenlijst.
Druk meermaals op om de woorden uit de woordenlijst een voor een te bekijken.
U kunt ook op drukken, Woordenboek kiezen en een van de volgende opties kiezen:
Mogelijkheden - om een lijst met woorden weer te geven die met uw toetsaanslagen
overeenkomen. Ga naar het gewenste woord en druk op .
Woord invoegen - om een woord (max. 32 letters) aan de woordenlijst toe te voegen via
gewone tekstinvoer. Als de woordenlijst vol is, vervangt het nieuwe woord het oudste
woord in de lijst.
Woord bewerken - om het woord te bewerken. Deze optie is alleen beschikbaar als het
woord actief (onderstreept) is.
Samengestelde woorden intoetsen
Toets het eerste deel van een samenstelling in en bevestig het door op te drukken.
Toets het laatste deel van het woord in en voltooi het woord door op te drukken
om een spatie toe te voegen.
Tekstinvoer met woordenlijst uitschakelen
Druk op en kies Woordenboek Uit om tekstinvoer met woordenlijst uit te
schakelen voor alle editors op de telefoon.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
75
Tekst kopiëren
Als u tekst naar het klembord wilt kopiëren, zijn dit de eenvoudigste methoden:
1 Houd ingedrukt om letters en woorden te selecteren. Druk tegelijkertijd op of
. Alle tekst die u zo selecteert, wordt gemarkeerd.
Houd ingedrukt om hele regels te selecteren. Druk tegelijkertijd op of .
2 Als u het einde van de selectie wilt aangeven, laat u de bladertoets los. (Blijf echter
ingedrukt houden.)
3 Houd ingedrukt en kies Kopiëren om de tekst naar het klembord te kopiëren.
U kunt ook loslaten en er eenmaal op drukken om een lijst met opdrachten voor
tekstbewerking te openen, bijvoorbeeld Kopiëren of Knippen.
Druk op als u de geselecteerde tekst uit het document wilt verwijderen.
4 Houd ingedrukt en kies Plakken om de tekst in een document in te voegen.
U kunt ook eenmaal op drukken en Plakken kiezen.
Bewerkingsopties
Als u op drukt, verschijnen de volgende opties (afhankelijk van de modus en situatie):
Woordenboek (tekstinvoer met woordenlijst), Alfabetische modus (gewone tekstinvoer),
Numerieke modus
Knippen, Kopiëren - alleen beschikbaar als u eerst tekst hebt geselecteerd.
Plakken - alleen beschikbaar als tekst is geknipt of gekopieerd naar het klembord.
Nummer invoegen, Symbool invoegen en
Invoertaal: - hiermee wijzigt u de invoertaal voor alle editors op de telefoon. Zie
Telefooninstellingen
op pag. 26.
Figuur 2 Verschillende
typen berichten maken
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
76
Nieuwe berichten maken en verzenden
Opmerking: Wanneer u berichten verzendt, wordt mogelijk het woord Verzonden op
het scherm weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat het bericht is verzonden
naar het nummer van de berichtencentrale dat in de telefoon is geprogrammeerd.
Dit wil dus niet zeggen dat het bericht is aangekomen op de doellocatie. Uw
netwerkexploitant kan u meer vertellen over SMS-diensten.
U kunt op twee manieren een nieuw bericht maken:
Kies Nieuw bericht Maken: SMS, Multimediabericht, of E-mail in de beginweergave
van Berichten, of
Kies de optie Zenden in een toepassing (indien beschikbaar). In dit geval wordt het
geselecteerde bestand (zoals een afbeelding of tekst) aan het bericht toegevoegd.
SMS-berichten intoetsen en verzenden
1 Kies Nieuw bericht. Er verschijnt een lijst met berichtopties. Zie fig. 2 op pag. 75.
2 Kies Maken: SMS. De editor wordt geopend met de cursor in het vak Aan:. Druk op
om een of meer ontvangers in de map Contacten te selecteren of toets het
telefoonnummer van de ontvanger in.
Druk op om een puntkomma (;) toe te voegen als scheidingsteken tussen de
ontvangers. Druk op om naar het berichtvak te gaan.
Opties in de editor voor
SMS-berichten: Zenden,
Ontvanger toevoeg.,
Invoegen, Verwijderen,
Berichtgegevens,
Zendopties, Help, en
Afsluiten.
3 Toets het bericht in.
Opmerking: Met uw telefoon kunt u meerdere SMS-berichten tegelijk
verzenden. De gewoonlijke limiet van 160 tekens voor een SMS-bericht kan dus
worden overschreden. Als uw tekst langer is dan 160 tekens, wordt deze in twee
of meer berichten verzonden. Dit kan meer kosten.
Op de navigatiebalk wordt de resterende berichtlengte weergegeven. Er wordt
teruggeteld vanaf 160. Als er bijvoorbeeld 10 (2) staat, betekent dit dat u nog 10 tekens
kunt toevoegen als u de tekst in twee berichten verzendt.
4 Kies Opties Zenden of druk op om het bericht te verzenden.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
77
Smart-berichten verzenden
Tip! U kunt ook
beltonen, logos of
instellingen van
aanbieders ontvangen (zie
pag. 85
).
Smart-berichten zijn speciale SMS-berichten die gegevens kunnen bevatten. U kunt de
volgende soorten smart-berichten versturen:
beeldberichten,
visitekaartjes met contactgegevens in vCard-indeling,
agendanotities in vCalendar-indeling.
Zie Contactgegevens versturen
op pag. 51, Agenda-items verzenden op pag. 109 en
Bookmarks versturen
op pag. 125 voor meer informatie.
Beeldberichten maken en verzenden
Met uw telefoon kunt u beeldberichten verzenden en ontvangen. Beeldberichten zijn SMS-
berichten die kleine zwartwitafbeeldingen bevatten. De map Beeldberichten in
afbeeldingen bevat diverse standaardafbeeldingen.
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als deze wordt ondersteund door
uw netwerkexploitant. U kunt alleen afbeeldingsberichten ontvangen en weergeven
op toestellen die deze functie ondersteunen.
Zo verzendt u een beeldbericht:
1 Er zijn twee mogelijkheden:
Ga naar Afbeeldingen Beeldberichten en selecteer de afbeelding die u wilt
verzenden. Kies Opties Zenden, of
Kies Berichten Nieuw bericht Maken: SMS en kies Invoegen Beeld.
Opties in de editor voor
beeldberichten: Zenden,
Beeld verwijderen,
Ontvanger toevoeg.,
Verwijderen, Invoegen,
Berichtgegevens, Help, en
Afsluiten.
2 Voer de gegevens van de ontvanger in en voeg tekst toe. Zie fig. 3
op pag. 77.
3 Kies Opties Zenden of druk op .
Opmerking: Een beeldbericht is samengesteld uit diverse SMS-berichten. Het
verzenden van een beeldbericht kan dus meer kosten dan het verzenden van een
SMS-bericht.
Figuur 3 Een
beeldbericht bewerken
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
78
Multimediaberichten
Een multimediabericht kan een combinatie bevatten van tekst en videoclips, of van tekst,
afbeeldingen en soundclips, maar geen combinatie van afbeeldingen en videoclips.
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als deze wordt ondersteund door
uw netwerkexploitant of aanbieder. Alleen apparaten met functionaliteit voor
multimediaberichten of e-mail kunnen multimediaberichten ontvangen en
weergeven. Voor apparaten die niet met deze functionaliteit zijn uitgerust, wordt
mogelijk een koppeling naar een webpagina gegeven.
Vereiste instellingen voor multimediaberichten
U kunt de instellingen ontvangen in een smart-bericht van uw netwerkexploitant of
aanbieder. Zie Smart-berichten ontvangen
op pag. 85.
Voorbeeld:
Domeinnamen zoals
www.nokia.com kunnen
worden omgezet in IP-
adressen, zoals
192.100.124.195.
Informeer bij de netwerkexploitant of aanbieder naar de beschikbaarheid van datadiensten.
1 Ga naar Menu Instrum. Instellingen Instellingen verbinding Toegangspunten
om de instellingen voor een toegangspunt voor multimediaberichten op te geven:
Naam verbinding - een beschrijvende naam voor de verbinding.
Sessiemodus - een dataverbindingstype: GSM-gegevens, GSM hoge snelh. of GPRS.
Opties in de editor voor
multimediaberichten:
Zenden, Ontvanger
toevoeg., Invoegen,
Voorbeeld bericht,
Objecten, Bijlage
verwijderen, Verwijderen,
Berichtgegevens,
Zendopties, Help, en
Afsluiten.
IP-adres gateway - het adres (zie het voorbeeld in de marge).
Homepage - het adres van de multimediaberichtendienst.
Als u GSM-gegevens of GSM hoge snelh. hebt geselecteerd, geeft u het volgende op:
Inbelnummer - een telefoonnummer voor de data-oproep.
Als u GPRS hebt geselecteerd, geeft u het volgende op: Naam toegangspunt - de naam
die de aanbieder van de dienst u heeft verstrekt.
Zie Verbinding
op pag. 30 voor meer informatie over de verschillende
dataverbindingen.
2 Ga naar Berichten Opties Instellingen Multimediabericht. Open
Voorkeursverbinding en selecteer het toegangspunt dat u als voorkeursverbinding hebt
opgegeven. Zie ook Instellingen voor multimediaberichten
op pag. 95.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
79
Het te gebruiken geheugen instellen
In Gebruikt geheugen wordt vastgelegd of standaard gebruik wordt gemaakt van het
telefoongeheugen of van de geheugenkaart. Zo stelt u het te gebruiken geheugen in:
Ga naar Berichten en selecteer Opties Instellingen Overige Gebruikt geheugen
en selecteer het telefoongeheugen of de geheugenkaart (indien aanwezig).
Multimediaberichten maken
Opmerking: Wanneer u een multimediabericht wilt versturen naar een andere
telefoon dan de Nokia 3650, Nokia 3660 of de Nokia 7650, is het raadzaam hiervoor
een kleiner afbeeldingsformaat en een soundclip met een lengte van ten hoogste 15
seconden te gebruiken. De standaardinstelling is Grootte afbeelding: Klein. Als u de
instelling voor het afbeeldingsformaat wilt controleren, gaat u naar Berichten
Opties Instellingen Multimediabericht of selecteert u Opties Zendopties
wanneer u een multimediabericht maakt. Wanneer u een multimediabericht wilt
versturen naar een e-mailadres of een andere Nokia 3650, Nokia 3660 of een Nokia
7650, kiest u zo mogelijk het grootste afbeeldingsformaat (netwerkafhankelijk). U
kunt deze instelling wijzigen door Opties Zendopties Grootte afbeelding
Groot te selecteren wanneer u een multimediabericht maakt.
1 Kies in Berichten Nieuw bericht Maken: Multimediabericht en druk op .
2 Druk op om de ontvanger(s) te selecteren in de map Contacten of typ het
telefoonnummer of e-mailadres van de ontvanger in het veld Aan: . U kunt een
puntkomma (;) toevoegen als scheidingsteken tussen de ontvangers. Druk op om
naar het volgende vak te gaan.
3 U kunt de multimediaberichtobjecten in elke gewenste volgorde toevoegen.
Kies Opties Invoegen Afbeelding of Nieuwe afbeelding om een afbeelding toe te
voegen.
Tip! Als u een multimediabericht naar een e-mailadres verstuurt, is het
raadzaam de afbeelding te vergroten. Kies Opties Zendopties Grootte
afbeelding Groot. Als u een multimediabericht naar een andere telefoon
verstuurt, gebruikt u de standaardgrootte Klein.
Figuur 4 Een
multimediabericht
maken
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
80
Kies Opties Invoegen Soundclip of Nieuwe soundclip om een geluidsfragment toe
te voegen. Als een geluidsfragment is toegevoegd, verschijnt het symbool op de
navigatiebalk. Zie fig. 4
op pag. 79.
Als u video wilt toevoegen, kiest u Opties Invoegen Videoclip.
Druk op om tekst in te toetsen.
Als u Invoegen Afbeelding, Soundclip, Videoclip, of Sjabloon kiest, verschijnt er een
lijst met items. Ga naar het item dat u wilt toevoegen en kies Selecteer.
Opmerking: Als u Afbeelding kiest, moet u eerst opgeven of de afbeelding in
het telefoongeheugen of (indien aanwezig) op de geheugenkaart is
opgeslagen.
Als u Invoegen Nieuwe afbeelding kiest, wordt de toepassing Camera gestart en
kunt u een nieuwe foto maken. Kies Bijlage verwijderen om de foto te verwijderen
en een andere foto te maken.
Als u Invoegen Nieuwe soundclip kiest, wordt de toepassing Opname-eenheid
geopend en kunt u een nieuw geluidsfragment opnemen. De nieuwe foto of het
nieuwe geluidsfragment wordt automatisch opgeslagen en een kopie ervan wordt in
het bericht ingevoegd.
Opmerking: Een multimediabericht kan maximaal één foto en één
geluidsfragment of videoclip bevatten.
4 Kies Opties Zenden of druk op om het bericht te verzenden.
Een voorbeeld van een multimediabericht bekijken
Als u wilt weten hoe het multimediabericht eruit zal zien, kiest u Opties Voorbeeld
bericht.
Een object uit een multimediabericht verwijderen
Kies Opties Bijlage verwijderen Afbeelding Videoclip of Soundclip om een
multimediaobject te verwijderen. Druk op om tekst te verwijderen.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
81
Werken met verschillende mediaobjecten
Als u de mediaobjecten in een multimediabericht wilt bekijken, opent u het bericht en kiest
u Opties Objecten om de weergave Objecten te openen.
In de weergave Objecten kunt u de volgorde van de objecten wijzigen, objecten verwijderen
of een object openen in de bijbehorende toepassing.
In fig. 5
op pag. 81 ziet u een lijst met objecten en de bijbehorende bestandsgrootte.
E-mail
Vereiste instellingen voor e-mailberichten
Voordat u e-mailberichten kunt verzenden, ontvangen, ophalen, beantwoorden en
doorsturen, moet u het volgende doen:
Opties in de weergave
Objecten: Openen,
Invoegen, Plaats eerst afb. /
Plaats eerst tekst, Bijlage
verwijderen, Help, en
Afsluiten.
Een Internet-toegangspunt configureren. Zie Verbinding
op pag. 30.
E-mailinstellingen definiëren. Zie Instellingen voor e-mailberichten
op pag. 98.
Opmerking: Volg de instructies van de aanbieder van uw remote mailbox en van de
Internet-aanbieder.
E-mailberichten opstellen en versturen
1 Kies Nieuw bericht Maken: E-mail. De editor wordt geopend.
Opties in de editor voor e-
mailberichten: Zenden,
Ontvanger toevoeg.,
Invoegen, Bijlagen,
Verwijderen,
Berichtgegevens,
Zendopties, Help, en
Afsluiten.
2 Druk op om de ontvanger(s) te selecteren in de map Contacten of typ het e-
mailadres van de ontvanger in het veld Aan:. U kunt een puntkomma (;) toevoegen als
scheidingsteken tussen de ontvangers. Als u iemand een kopie van uw e-mailbericht
wilt sturen, typt u het adres van die persoon in het vak Cc:. Druk op om naar het
volgende vak te gaan.
3 Toets het bericht in. Als u een bijlage aan het e-mailbericht wilt toevoegen, kiest u
Opties Invoegen Afbeelding, Soundclip, Videoclip of Notitie. Het symbool
verschijnt op de navigatiebalk om aan te geven dat het e-mailbericht een bijlage bevat.
Via Sjabloon kunt u eerder opgestelde tekst invoegen in het bericht.
Figuur 5 De weergave
Multimediaobjecten
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
82
Als u een bijlage aan een e-mailbericht wilt toevoegen, kiest u Opties Bijlagen in een
geopend bericht. De weergave Bijlagen wordt geopend. Hierin kunt u bijlagen
toevoegen, bekijken en verwijderen.
Opmerking: Als u Afbeelding kiest, moet u eerst opgeven of de afbeelding in het
telefoongeheugen of (indien aanwezig) op de geheugenkaart is opgeslagen.
Tip! Als u andere
bestanden dan fotos,
geluiden en notities als
bijlage wilt versturen,
opent u de bijbehorende
toepassing en kiest u
Zenden Via e-mail
(indien beschikbaar).
4 Als u een bijlage wilt verwijderen, selecteert u die en kiest u Opties Verwijderen.
5 Kies Opties Zenden of druk op om het e-mailbericht te verzenden.
Opmerking: E-mailberichten worden vóór verzending automatisch in de Outbox
geplaatst. Als er iets fout gaat bij het verzenden, blijft het e-mailbericht in de
Outbox staan met de status Mislukt.
Inbox - berichten ontvangen
Opties in de Inbox:
Openen, Bericht maken,
Verwijderen,
Berichtgegevens, Verplaats
naar map, Markeringen
aan/uit, Help, en Afsluiten.
U kunt berichten en gegevens ontvangen via SMS-berichten of een multimediadienst, via
een infrarood- of een Bluetooth-verbinding. Als de Inbox ongelezen berichten bevat,
verandert het symbool in .
In de Inbox herkent u het type bericht aan de symbolen. Aan de symbolen herkent u het
type bericht. Dit zijn enkele van de symbolen die u mogelijk te zien krijgt:
voor een ongelezen SMS-bericht en voor een ongelezen smart-bericht,
voor een ongelezen multimediabericht,
voor een ongelezen dienstbericht,
voor gegevens die via een infraroodverbinding zijn ontvangen,
voor gegevens die via een Bluetooth-verbinding zijn ontvangen en
voor onbekende berichttypen.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
83
Berichten in de Inbox bekijken
Ga naar een bericht en druk op om het te openen.
Met de bladertoets kunt u door het bericht bladeren. Druk op of om naar het
vorige of volgende bericht in de map te gaan.
Opties in verschillende berichtviewers
Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van het type bericht dat u hebt geopend:
Beeld opslaan - afbeelding opslaan in Afbeelding. Beeldberichten.
Antwoorden - adres van de afzender kopiëren naar het veld Aan: . Kies Antwoorden
Allen om de adressen van de afzender en de ontvangers in het vak Cc te kopiëren naar
het nieuwe bericht.
Doorsturen - de berichtinhoud naar een editor kopiëren.
Bellen - bellen via .
Afbeelding bekijken - afbeelding bekijken en opslaan.
Soundclip afspelen - de soundclip in het bericht beluisteren.
Objecten - alle multimediaobjecten in een multimediabericht bekijken.
Bijlagen - de lijst met bestanden weergeven die als e-mailbijlage zijn verstuurd.
Berichtgegevens - detailgegevens van een bericht weergeven.
Verplaats naar map / Naar map kopiëren - bericht(en) verplaatsen of kopiëren naar Mijn
mappen, Inbox of andere mappen die u hebt gemaakt. Zie Items naar een map
verplaatsen op pag. 13
.
Toev. aan Contact. - het telefoonnummer of e-mailadres van de afzender naar de map
Contacten kopiëren. Maak een nieuwe contactkaart of voeg de gegevens toe aan een
bestaande contactkaart.
Zoeken - zoeken naar telefoonnummers, e-mailadressen en Internet-adressen in het
bericht. U kunt het gevonden nummer bellen of een bericht sturen naar het gevonden
e-mailadres. Ook kunt u de gegevens opslaan in de map Contacten of als
browserbookmark.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
84
Multimediaberichten in de Inbox bekijken
U kunt multimediaberichten herkennen aan het symbool :
Ga naar een multimediabericht en druk op om het te openen. U kunt tegelijkertijd
een afbeelding bekijken, een bericht lezen en een geluidsfragment beluisteren.
Als er een geluidsfragment wordt afgespeeld, kunt u het volume aanpassen door op of
te drukken. Kies Stop om het geluid te dempen.
Multimediaberichtobjecten
Opties in de weergave
Objecten: Openen,
Opslaan, Zenden, Help, en
Afsluiten.
Als u de mediaobjecten in een multimediabericht wilt bekijken, opent u het bericht en
kiest u Opties Objecten. In de weergave Objecten kunt u bestanden bekijken die aan
het multimediabericht zijn toegevoegd. U kunt de bestanden opslaan op de telefoon of
naar een ander apparaat versturen, bijvoorbeeld via een infraroodverbinding.
Voorbeeld: U kunt
een vCard-bestand
openen en de
contactgegevens uit het
bestand opslaan in
Contacten.
Ga naar een bestand en druk op om het te openen.
Belangrijk: Objecten in multimediaberichten kunnen virussen bevatten of
anderszins schadelijk zijn voor uw telefoon of pc. Open nooit bijlagen van
onbetrouwbare afzenders. Zie Certificaatbeheer
op pag. 40 voor meer informatie.
Geluidsfragmenten in een multimediabericht
Als een multimediabericht geluidsobjecten bevat, verschijnt het symbool op de
navigatiebalk. Geluidsfragmenten worden standaard afgespeeld via de luidspreker. Als u
het afspelen van een geluidsfragment wilt beëindigen, kiest u Stop. Druk op of
om het volumeniveau te wijzigen.
Kies Opties Soundclip afspelen om een geluidsfragment nogmaals te beluisteren.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
85
Smart-berichten ontvangen
Tip! Als u een
vCard-bestand ontvangt
met een afbeelding als
bijlage, wordt de
afbeelding ook in de map
Contacten opgeslagen.
Met uw telefoon kunt u smart-berichten ontvangen. Dit zijn SMS-berichten die gegevens
bevatten (ook wel OTA-berichten (Over-The-Air) genoemd). U opent een ontvangen smart-
bericht door de Inbox te openen, het smart-bericht ( ) te selecteren en op te
drukken.
Beeldbericht - om de afbeelding voor later gebruik op te slaan in de map Beeldberichten
in Afbeeldingen kiest u Opties Beeld opslaan.
Visitekaartje - als u contactgegevens wilt opslaan, kiest u Opties Visitekaartje opsl..
Opmerking: Certificaten of geluidsbestanden die als bijlage aan visitekaartjes
zijn toegevoegd, worden niet opgeslagen.
Beltoon - kies Opties Opslaan om een beltoon in Componist op te slaan.
Operatorlogo - kies Opties Opslaan om een logo op te slaan. In de standby-modus
wordt nu het logo weergegeven in plaats van het kenmerk van de netwerkexploitant.
Tip! Als u het
standaardtoegangspunt
voor browserdiensten of
multimediaberichten wilt
wijzigen, gaat u naar
Diensten Opties
Instellingen Stand.
toegangspunt of
Berichten Opties
Instellingen
Multimediabericht
Voorkeursverbinding.
Agenda-item - kies Opties Opslaan in Agenda om een uitnodiging op te slaan in de
Agenda.
WAP-bericht - kies Opties Opsl. in bookmarks om een bookmark op te slaan. De
bookmark wordt toegevoegd aan de lijst met bookmarks in browserdiensten.
Als het bericht zowel instellingen voor een browsertoegangspunt als bookmarks bevat,
kiest u Opties Alle opslaan om de gegevens op te slaan. U kunt ook Opties
Gegevens bekijken kiezen om de bookmark- en toegangspuntgegevens afzonderlijk te
bekijken. Als u niet alle gegevens wilt opslaan, selecteert u een instelling of bookmark
en bekijkt u de details. Kies, afhankelijk van uw selectie, Opties Opsl. in Instellingen
of Opsl. in bookmarks.
U heeft nieuwe E-mail - geeft het aantal nieuwe e-mailberichten in uw remote mailbox
aan. Uitgebreidere meldingen bevatten meer details, zoals onderwerp, afzender,
bijlagen, enzovoort.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
86
Verder kunt u de volgende gegevens ontvangen: dienstnummer voor SMS-berichten,
voicemailboxnummer, profielinstellingen voor remote synchronisatie, e-
mailinstellingen, inlogscriptinstellingen voor toegangspunten of
toegangspuntinstellingen voor browsers, multimediaberichten of e-mail.
Kies Opties Opsl. in SMS-instell., Opslaan in Voicemail, Opslaan in instell., Opsl. in
Instellingen of Opsl. in e-mailinst. om de instellingen op te slaan.
Dienstberichten
Opties bij het bekijken
van een dienstbericht:
Bericht downloaden,
Verplaats naar map,
Berichtgegevens, Help, en
Afsluiten.
U kunt dienstberichten (push messages) aanvragen. Dienstberichten maken bijvoorbeeld
melding van nieuwsberichten en kunnen een tekstbericht of een adres van een
browserdienst bevatten. Informeer bij uw webaanbieder naar de beschikbaarheid van
dergelijke diensten.
Aanbieders kunnen in een bestaand dienstbericht steeds nieuwe informatie verwerken.
Zelfs als u berichten al uit de Inbox hebt verplaatst, kunnen deze nog worden bijgewerkt.
Zodra dienstberichten zijn verstreken, worden deze automatisch verwijderd.
Dienstberichten in de Inbox bekijken
1 Ga in de Inbox naar een dienstbericht ( ) en druk op .
2 Kies Bericht downloaden om het bericht te downloaden of te bekijken. De tekst Bericht
wordt gedownload verschijnt. Zo nodig wordt een dataverbinding tot stand gebracht.
3 Kies Terug om terug te keren naar de Inbox.
Dienstberichten in de browser bekijken
Kies tijdens het browsen Opties Dienstber. lezen om nieuwe dienstberichten te
downloaden en te bekijken.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
87
Mijn mappen
Opties in Mijn mappen:
Openen, Nieuw bericht,
Verwijderen,
Berichtgegevens, Verplaats
naar map, Nieuwe map,
Naam wijzigen, Help, en
Afsluiten.
In Mijn mappen kunt u berichten in mappen onderbrengen, nieuwe mappen maken, de
naam van mappen wijzigen en mappen verwijderen. Kies Opties Verplaats naar map,
Nieuwe map of Naam map wijzigen. Zie Items naar een map verplaatsen op pag. 13
voor
meer informatie.
De map Sjablonen
Met tekstsjablonen voorkomt u dat u dezelfde tekst steeds opnieuw moet typen. Kies
Opties Nieuw sjabloon om een nieuw sjabloon te maken.
Remote mailbox
Als u deze map opent, kunt u het volgende doen:
verbinding maken met de remote mailbox om nieuwe e-mailberichten of berichtkoppen
op te halen of
de eerder opgehaalde e-mailberichten en berichtkoppen offline bekijken.
Als u Nieuw bericht Maken: E-mail of Mailbox kiest in de beginweergave van Berichten
en u hebt nog geen e-mailaccount ingesteld, wordt u gevraagd dat alsnog te doen. Zie
Vereiste instellingen voor e-mailberichten
op pag. 81.
Als u een nieuwe mailbox maakt, vervangt de naam van de mailbox automatisch Mailbox
in de beginweergave van Berichten. U kunt meerdere mailboxen hebben (max. zes).
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
88
Tip! De wizard
Instellingen in PC Suite
voor Nokia 3660 kan u
helpen bij de configuratie
van instellingen voor
toegangspunten en de
mailbox. U kunt
bestaande instellingen
ook kopiëren,
bijvoorbeeld van de
computer naar de
telefoon. Zie de cd-rom in
het pakket.
Mailbox openen
Als u de mailbox opent, kunt u kiezen of u de eerder opgehaalde e-mailberichten en
berichtkoppen offline wilt bekijken of verbinding wilt maken met de e-mailserver.
Als u naar de mailbox gaat en op drukt, verschijnt de vraag Verbinden met mailbox?
Kies Ja om verbinding te maken met uw mailbox of Nee om eerder opgehaalde e-
mailberichten offline te bekijken.
U kunt ook verbinding te maken door Opties Verbinden te kiezen.
E-mailberichten online bekijken
Als u online bent, hebt u onafgebroken verbinding met een remote mailbox via een data-
oproep of een pakketdataverbinding. Zie ook Symbolen voor dataverbindingen
op pag. 10,
GSM-data-oproepen
op pag. 31 en Pakketdata (General Packet Radio Service, GPRS) op
pag. 31
.
Opmerking: Als u het POP3-protocol gebruikt, worden e-mailberichten niet
automatisch bijgewerkt in de online modus. Verbreek de verbinding en maak
opnieuw verbinding met de mailbox als u de nieuwste e-mailberichten wilt zien.
Opties bij het bekijken
van e-mailberichtkoppen:
Openen, Nieuw bericht,
Verbinden / Verbind.
verbreken, Ophalen,
Verwijderen,
Berichtgegevens, Kopiëren,
Markeringen aan/uit, en
Help, Afsluiten.
E-mailberichten offline bekijken
Als u e-mailberichten offline bekijkt, heeft uw telefoon geen verbinding met de remote
mailbox. Deze modus bespaart u verbindingskosten. Zie pag. 31
voor meer informatie.
Als u e-mailberichten offline wilt bekijken, moet u deze eerst uit uw mailbox ophalen (zie
de volgende sectie). Nadat u e-mailberichten hebt opgehaald, verbreekt u de verbinding via
Opties Verbind. verbreken.
Vervolgens kunt u de opgehaalde e-mailberichtkoppen en/of berichten offline lezen. U kunt
nieuwe e-mailberichten maken, opgehaalde e-mailberichten beantwoorden en e-
mailberichten doorsturen. U kunt e-mailberichten laten verzenden zodra u weer verbinding
maakt met de mailbox. Wanneer u de Mailbox weer opent en de e-mailberichten offline wilt
bekijken, beantwoordt u de vraag Verbinden met mailbox? met Nee.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
89
E-mailberichten ophalen uit de mailbox
Als u offline bent, kiest u Opties Verbinden om verbinding te maken met een remote
mailbox.
De weergave remote mailbox lijkt op de Inbox in Berichten. U navigeert door de lijst door
op of te drukken. De volgende symbolen geven de status van het e-mailbericht
aan:
- nieuwe e-mailberichten (in de offline of online modus). De inhoud is niet uit de
mailbox opgehaald (het pijltje in het symbool wijst naar buiten).
- nieuw e-mailbericht. Ook de inhoud is uit de mailbox opgehaald (pijltje wijst naar
binnen).
- gelezen e-mailberichten.
- gelezen berichtkop waarvan de bijbehorende berichtinhoud is verwijderd.
1 Als u verbinding hebt met een remote mailbox, kiest u Opties Ophalen
Nieuw - om alle nieuwe e-mailberichten op te halen.
Geselecteerd - om alleen de gemarkeerde e-mailberichten op te halen. Via
Markeringen aan/uit Markeren / Markering opheffen kunt u berichten een voor een
selecteren. Zie pag. 13
voor informatie over het selecteren van meerdere items
tegelijkertijd.
Alle - om alle berichten uit de mailbox op te halen.
Kies Annuleer om het ophalen af te breken.
2 Als u de e-mailberichten hebt opgehaald, kunt u deze online blijven bekijken. Kies
Opties Verbind. verbreken om de verbinding te verbreken en de e-mailberichten
offline te bekijken.
E-mailberichten naar een andere map kopiëren
Als u een e-mailbericht uit de remote mailbox naar een map in Mijn mappen wilt kopiëren,
kiest u Opties Kopiëren. Selecteer een map in de lijst en kies OK.
Figuur 6
E-mailberichten
bekijken.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
90
Opties bij het bekijken
van e-mailberichten:
Antwoorden, Doorsturen,
Verwijderen, Bijlagen,
Berichtgegevens, Verplaats
naar map, Toev. aan
Contact., Zoeken, Help, en
Afsluiten.
E-mailberichten openen
Ga naar het bericht dat u (online of offline) wilt bekijken en druk op om het te
openen. Als het e-mailbericht niet is opgehaald (het pijltje in het symbool wijst naar
buiten) en u in de offline modus Openen kiest, wordt u gevraagd of u dit bericht uit de
mailbox wilt ophalen. Nadat de e-mail is opgehaald blijft de dataverbinding geopend.
Kies Opties Verbind. verbreken om de verbinding te verbreken.
De verbinding met de mailbox verbreken
In de online modus kiest u Opties Verbind. verbreken om de data-oproep of GPRS-
verbinding met de remote mailbox te beëindigen. Zie ook Symbolen voor
dataverbindingen op pag. 10.
Opties in de weergave
Bijlagen: Openen, Ophalen,
Opslaan, Zenden,
Verwijderen, Help, en
Afsluiten.
E-mailbijlagen bekijken
Open een bericht met een bijlage en kies Opties Bijlagen om de weergave Bijlagen
te openen. In de weergave Bijlagen kunt u bijlagen bekijken, ophalen, openen of
opslaan. U kunt ook bijlagen verzenden via infrarood of Bluetooth.
Tip! U kunt
geheugen besparen door
bijlagen uit e-
mailberichten te
verwijderen en deze op de
e-mailserver te bewaren.
Kies Opties
Verwijderen in de
weergave Bijlagen.
Belangrijk: E-mailbijlagen kunnen virussen bevatten of anderszins schadelijk zijn
voor uw telefoon of pc. Open nooit bijlagen van onbetrouwbare afzenders. Zie
Certificaatbeheer
op pag. 40 voor meer informatie.
Bijlagen ophalen
Als het symbool bij een bijlage licht gekleurd is, is deze nog niet opgehaald. Als u een
bijlage wilt ophalen, selecteert u deze en kiest u Opties Ophalen.
Opmerking: Als uw mailbox het IMAP 4-protocol gebruikt, kunt u kiezen of u
alleen berichtkoppen, alleen berichten of zowel berichten als bijlagen ophaalt.
Met het POP3-protocol kunt u alleen berichtkoppen ophalen of zowel berichten
als bijlagen. Zie pag. 98
voor meer informatie.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
91
Een bijlage openen
1 Ga in de weergave Bijlagen naar een bijlage en druk op om deze te openen.
Tip! Een overzicht
van ondersteunde
formaten voor
afbeeldingen vindt u op
pag. 59
. Raadpleeg de
productinformatie op
www.nokia.com voor
overige door de Nokia
3660 ondersteunde
bestandsformaten.
Als u online bent, wordt de bijlage direct van de server opgehaald en geopend in de
bijbehorende toepassing.
Als u offline bent, wordt u gevraagd of u de bijlage wilt ophalen. Als uw antwoord Ja
is, wordt verbinding gemaakt met de remote mailbox.
2 Kies Terug om terug te keren naar de e-mailweergave.
Bijlagen afzonderlijk opslaan
Kies Opties Opslaan in de weergave Bijlagen om een bijlage op te slaan. De bijlage wordt
in de bijbehorende toepassing opgeslagen. Geluidsfragmenten worden bijvoorbeeld
opgeslagen in Opname-eenheid en tekstbestanden (.TXT) in Notities.
Opmerking: Bijlagen zoals afbeeldingen kunnen worden opgeslagen op de
geheugenkaart (indien aanwezig).
E-mailberichten verwijderen
E-mailberichten van de telefoon verwijderen, maar deze wel bewaren in de remote
mailbox.
Kies Opties Verwijderen Alleen telefoon.
Opmerking: Op de telefoon worden dezelfde e-mailberichtkoppen weergegeven
als in de remote mailbox. De berichtkop blijft dus zichtbaar in uw telefoon nadat
u de berichtinhoud hebt gewist. Als u ook de berichtkop wilt verwijderen, moet
u eerst het bericht uit uw remote mailbox verwijderen en opnieuw een
verbinding maken om de mailboxweergave in de telefoon bij te werken.
E-mailberichten verwijderen van de telefoon en uit de remote mailbox.
Kies Opties Verwijderen Telefoon en server.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
92
Opmerking: Als u offline bent, wordt de e-mail eerst van de telefoon verwijderd.
De eerstvolgende keer dat u verbinding maakt met de remote mailbox, wordt de
e-mail automatisch uit de remote mailbox verwijderd.
Als u het POP3-protocol gebruikt, worden berichten die zijn gemarkeerd voor
verwijderen, pas verwijderd als de verbinding met de remote mailbox is
verbroken.
Het verwijderen van e-mailberichten ongedaan maken in de offline
modus
Als u een e-mailbericht hebt gemarkeerd voor verwijdering op de telefoon en de server, en
u dit ongedaan wilt maken, selecteert u het e-mailbericht in kwestie ( ) en kiest u
Opties Verwijd. onged. mkn.
Outbox
Voorbeeld:
Berichten worden
bijvoorbeeld in de Outbox
geplaatst als uw telefoon
zich buiten het
dekkingsgebied bevindt.
U kunt ook aangeven dat
e-mail moet worden
verzonden zodra u weer
verbinding maakt met de
remote mailbox.
De Outbox is een tijdelijke opslagplaats voor berichten die nog niet zijn verzonden.
De status van de berichten in de Outbox
Bezig met verzenden - Er wordt verbinding gemaakt en het bericht wordt verzonden.
Wacht / In wachtrij - Als de Outbox bijvoorbeeld twee berichten van hetzelfde type
bevat, worden deze berichten na elkaar verzonden.
Opnieuw zenden om (tijdstip) - Het verzenden is mislukt. Na een timeoutperiode wordt
opnieuw geprobeerd het bericht te verzenden. Kies Zenden om het direct opnieuw te
proberen.
Uitgesteld - U kunt de verzending van documenten in de Outbox uitstellen. Ga naar een
bericht dat wordt verzonden en kies Opties Zenden uitstellen.
Mislukt - Het maximum aantal verzendpogingen is bereikt. Het verzenden is mislukt. Als
het een SMS-bericht betreft, opent u het bericht en controleert u de
verzendinstellingen.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
93
Berichten op een SIM-kaart bekijken
Voordat u SIM-berichten kunt bekijken, moet u deze naar een map op uw telefoon
kopiëren.
1 Kies Opties SIM-berichten in de beginweergave van Berichten.
2 Kies Opties Markeringen aan/uit Markeren of Alle markeren om berichten te
markeren.
3 Kies Opties Kopiëren. Er verschijnt een lijst met mappen.
4 Selecteer een map en kies OK. Ga naar de map om de berichten te bekijken.
Infodienst (netwerkdienst)
Kies Opties
Infodienst in de
beginweergave van
Berichten.
U kunt berichten ontvangen over verschillende onderwerpen (zoals het weer of het
verkeer). Informeer bij de aanbieder van deze dienst naar de beschikbare items en hun
nummers. In de beginweergave ziet u het volgende:
Opties in Infodienst:
Openen, Abonnement /
Abonnem. opzeggen, Direct
melden / Direct melden
oph., Item, Instellingen,
Help, en Afsluiten.
de status van het item: - voor nieuwe berichten waarop u bent geabonneerd -
voor nieuwe berichten waarop u niet bent geabonneerd.
het nummer en de naam van het item en of het item is gemarkeerd ( ) voor opvolgen.
U ontvangt een melding zodra er berichten binnenkomen voor een gemarkeerd item.
Opmerking: Bij een GPRS-verbinding kunt u mogelijk geen infodienstberichten
ontvangen. Neem contact op met de netwerkexploitant voor de juiste GPRS-
instellingen. Zie Pakketdata (General Packet Radio Service, GPRS)
op pag. 31 voor
meer informatie over de GPRS-instellingen.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
94
Editor voor dienstopdrachten
Kies Opties
Dienstopdrachten in de
beginweergave van
Berichten.
U kunt uw aanbieder bepaalde aanvragen sturen, bijvoorbeeld activeringsopdrachten voor
netwerkdiensten (ook wel USSD-opdrachten genoemd). Neem contact op met uw
aanbieder voor meer informatie. Zo verzendt u een aanvraag:
Typ in de standby-modus of bij een actieve oproep een of meer opdrachtnummers in en
kies Zenden, of
Kies Berichten Opties Dienstopdrachten als u zowel letters als cijfers wilt
invoeren.
Berichtinstellingen
De berichtinstellingen zijn gegroepeerd per berichttype. Ga naar de instellingen die u wilt
wijzigen en druk op .
Instellingen voor SMS-berichten
Opties bij het bewerken
van instellingen voor
SMS-berichtencentrales:
Nwe berichtencentr.,
Bewerken, Verwijderen,
Help, en Afsluiten.
Ga naar Berichten en kies Opties Instellingen SMS om de volgende lijst met
instellingen te openen:
Berichtencentrales - Hier vindt u een overzicht van alle gedefinieerde SMS-
berichtencentrales. Zie Een nieuwe SMS-berichtencentrale toevoegen
op pag. 95.
Ber.centrale in gebr. - Hiermee geeft u aan welke berichtencentrale moet worden
gebruikt voor het verzenden van SMS-berichten en smart-berichten zoals
beeldberichten.
Rapport ontvangen (leveringsrapport) - Als deze netwerkdienst op Ja is ingesteld,
verschijnt de status van het verzonden bericht (Onderweg, Mislukt, Afgeleverd) in het
logboek. Zie pag. 21
.
Geldigheid bericht - Als een berichtontvanger niet binnen de opslagduur kan worden
bereikt, wordt het bericht van de SMS-berichtencentrale verwijderd. Deze functie werkt
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
95
alleen als deze wordt ondersteund door het netwerk. Maximale duur is de maximumtijd
die binnen het netwerk is toegestaan.
Ber. verzonden als - De opties zijn Tekst, Fax, Semafoonbericht en E-mail. Neem contact op
met uw netwerkexploitant voor meer informatie.
Opmerking: Wijzig deze optie alleen als u zeker weet dat uw berichtencentrale
SMS-berichten in deze andere formaten kan omzetten.
Voorkeursverbinding - U kunt SMS-berichten versturen via het normale GSM-netwerk of
via GPRS, als dit door het netwerk wordt ondersteund. Zie Pakketdata (General Packet
Radio Service, GPRS) op pag. 31.
Ant. via zelfde centr. (netwerkdienst) - Als deze optie op Ja is ingesteld en de ontvanger
uw bericht beantwoordt, wordt het antwoord verstuurd via hetzelfde nummer van de
SMS-berichtencentrale. Dit werkt niet bij alle aanbieders.
Een nieuwe SMS-berichtencentrale toevoegen
1 Open Berichtencentrales en kies Opties Nwe berichtencentr..
2 Druk op , typ een naam voor de berichtencentrale en kies OK.
3 Druk op , druk vervolgens op en vul het nummer van de SMS-berichtencentrale
in (Te definiëren). Druk op OK. U moet het nummer van de berichtencentrale weten als
u SMS- en beeldberichten wilt verzenden. U krijgt dit nummer van uw aanbieder.
Ga terug naar de weergave Instellingen om de nieuwe instellingen te activeren. Ga
naar Ber.centrale in gebr., druk op en selecteer de nieuwe berichtencentrale.
Instellingen voor multimediaberichten
Ga naar Berichten en kies Opties Instellingen Multimediabericht om de volgende lijst
met instellingen te openen:
Voorkeursverbinding (Te definiëren) - Kies het toegangspunt voor de
voorkeursverbinding voor de multimediaberichtencentrale. Zie Vereiste instellingen
voor multimediaberichten op pag. 78.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
96
Opmerking: Als u in een smart-bericht multimediaberichtinstellingen ontvangt
en u deze opslaat, worden de ontvangen instellingen automatisch gebruikt voor
de voorkeursverbinding. Zie Smart-berichten ontvangen
op pag. 85.
Secundaire verbind.- Selecteer het toegangspunt voor de secundaire verbinding voor de
multimediaberichtencentrale.
Opmerking: Zowel voor de Voorkeursverbinding als voor de Secundaire verbind.
moet dezelfde Homepage zijn opgegeven voor dezelfde
multimediaberichtencentrale. Alleen de gebruikte dataverbinding verschilt.
Voorbeeld: Als voor uw voorkeursverbinding een pakketdataverbinding wordt
gebruikt, is het raadzaam een dataverbinding met hoge snelheid of een data-
oproep te gebruiken voor de secundaire verbinding. U kunt dan
multimediaberichten verzenden en ontvangen zonder dat u zich in een netwerk
bevindt dat pakketdata ondersteunt. Informeer bij de netwerkexploitant of
aanbieder naar de beschikbaarheid van datadiensten. Zie ook Algemene
informatie over dataverbindingen en toegangspunten op pag. 30.
Ontvangst multimedia - Kies:
Uitsl. eigen netw. - als u alleen in uw eigen netwerk multimediaberichten wilt ontvangen.
Als u zich buiten uw eigen netwerk bevindt, kunt u geen multimediaberichten
ontvangen.
Altijd aan - als u altijd multimediaberichten wilt ontvangen.
Uit - als u geen multimediaberichten of advertenties wilt ontvangen.
Belangrijk:
Als u zich buiten uw eigen netwerk bevindt, is het verzenden en ontvangen
van multimediaberichten mogelijk duurder.
Als Uitsl. eigen netw. of Altijd aan is geselecteerd, kan er een data-oproep of
GPRS-verbinding tot stand worden gebracht zonder dat u het weet.
Bij ontvangst bericht - Kies:
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
97
Meteen ophalen - als multimediaberichten direct moeten worden opgehaald. Als er
berichten zijn met de status Uitgesteld, worden die ook opgehaald.
Ophalen uitstellen - als u het bericht in de multimediaberichtencentrale wilt opslaan om
het later op te halen. Als u het bericht meteen wilt ophalen, stelt u Bij ontvangst bericht
in op Meteen ophalen.
Bericht weigeren - als u multimediaberichten wilt weigeren. De berichten worden
verwijderd door de multimediaberichtencentrale.
Anonieme ber. toest. - Kies Nee als u berichten van een anonieme afzender wilt weigeren.
Advertent. ontvang. - Geef aan of u advertenties in multimediaberichten wilt ontvangen.
Rapporten - Stel deze optie in op Ja als u de status van het verzonden bericht (Onderweg,
Mislukt, Afgeleverd) in het Logboek wilt weergeven. Zie pag. 21
.
Opmerking: Mogelijk kunt u geen leveringsrapport ontvangen voor
multimediaberichten die naar een e-mailadres zijn verzonden.
Rapportz. weigeren - Kies Ja als u geen leveringsrapporten voor ontvangen
multimediaberichten wilt verzenden.
Geldigheid bericht - Als een berichtontvanger niet binnen de opslagduur kan worden
bereikt, wordt het bericht van de multimediaberichtencentrale verwijderd. Deze functie
werkt alleen als deze wordt ondersteund door het netwerk. Maximale duur is de
maximumtijd die binnen het netwerk is toegestaan.
Grootte afbeelding - Definieer de grootte van de afbeelding in een multimediabericht.
Beschikbare opties zijn: Klein (max. 160*120 pixels) en Groot (max. 640*480 pixels).
Stand. luidspreker - Kies Luidspreker of Telefoon als u de geluidsfragmenten in een
multimediabericht via de luidspreker of het oorstuk wilt afspelen. Zie Luidspreker
op
pag. 14
voor meer informatie.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
98
Instellingen voor e-mailberichten
Ga naar Berichten en kies Opties Instellingen E-mail.
Open Mailbox in gebruik om de mailbox te selecteren die u wilt gebruiken.
Instellingen voor mailboxen
Kies Mailboxen om een lijst met gedefinieerde mailboxen te openen. Als er geen mailboxen
zijn gedefinieerd, wordt u gevraagd dit alsnog te doen. De volgende lijst met instellingen
verschijnt:
Mailboxnaam - Geef een beschrijvende naam op voor de mailbox.
Toegangsp. in gebr. (Te definiëren) - Het gebruikte Internet-toegangspunt voor de
mailbox. Kies een Internet-toegangspunt in de lijst. Zie Verbinding
op pag. 30 voor
meer informatie over het maken van een Internet-toegangspunt.
Opties bij het bewerken
van e-mailinstellingen:
Bewerken, Nieuwe mailbox,
Verwijderen, Help, en
Afsluiten.
Mijn e-mailadres (Te definiëren) - Geef het e-mailadres op dat u van uw aanbieder hebt
gekregen. Het adres moet het teken @ bevatten. Antwoorden op uw e-mailberichten
worden naar dit adres verzonden.
Server uitgaande mail: (Te definiëren) - Geef het IP-adres of de hostnaam op van de
computer die uw e-mail verzendt.
Bericht zenden - Bepaal hoe e-mail op uw telefoon wordt verzonden. Meteen - Zodra u
Zenden kiest, wordt verbinding gemaakt met de mailbox. Bij vlgende verb. - E-mail wordt
verzonden de eerstvolgende keer dat u verbinding maakt met uw remote mailbox.
Kopie naar mij - Kies Ja om een kopie van het e-mailbericht in uw remote mailbox op te
slaan en op het adres dat u hebt opgegeven bij Mijn e-mailadres.
Handtek. opnemen - Kies Ja om een handtekening aan uw e-mailberichten toe te voegen
en de tekst hiervan op te stellen of te bewerken.
Gebruikersnaam: - Geef de gebruikersnaam op die door uw aanbieder is verstrekt.
Wachtwoord: - Geef uw wachtwoord op. Als u dit veld niet invult, moet u een
wachtwoord opgeven wanneer u verbinding maakt met de remote mailbox.
Server inkom. mail: (Te definiëren) - Geef het IP-adres of de hostnaam op van de
computer die uw e-mail ontvangt.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
99
Mailboxtype: - Hier geeft u het e-mailprotocol op dat door de aanbieder van uw remote
mailbox wordt aanbevolen. U kunt kiezen uit POP3 en IMAP4.
Opmerking: U kunt deze optie slechts één keer instellen. De instelling kan niet
worden gewijzigd als u de mailboxinstellingen hebt opgeslagen of hebt
afgesloten.
Beveiliging - Wordt gebruikt met de protocollen POP3, IMAP4 en SMTP om de verbinding
met de remote mailbox te beveiligen.
APOP beveil. inloggen - Wordt gebruikt met het POP3-protocol om wachtwoorden te
coderen bij verzending naar de remote e-mailserver. Deze optie is niet beschikbaar als
u IMAP4 hebt geselecteerd als Mailboxtype:.
Bijlage ophalen (niet beschikbaar als het e-mailprotocol POP3 is) - Voor het ophalen van
e-mail met of zonder bijlagen.
Berichtkop. ophalen - Hiermee bepaalt u hoeveel e-mailberichtkoppen er worden
opgehaald. Beschikbare opties zijn Alles en Door gebr. gedef.. Wordt alleen gebruikt bij
het IMAP4-protocol.
Instellingen voor dienstberichten
Ga naar Berichten en kies Opties Instellingen Dienstbericht om de volgende lijst met
instellingen te openen:
Dienstberichten - Geef aan of u dienstberichten wilt ontvangen.
Verificatie vereist - Geef aan of u alleen dienstberichten wilt ontvangen van geverifieerde
bronnen.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Berichten
100
Instellingen voor Infodienst
Informeer bij uw aanbieder naar de beschikbaarheid van Infodienst, de beschikbare items
en de bijbehorende itemnummers. Ga naar Berichten Opties Instellingen Infodienst
om de instellingen te wijzigen:
Ontvangst - Aan of Uit.,
Taal - Alle, als u deze optie kiest, kunt u infodienstberichten in alle talen ontvangen. Als
u Geselecteerd kiest, kunt u kiezen in welke talen u infodienstberichten wilt ontvangen.
Als de gewenste taal niet in de lijst staat, kiest u Overige.
Itemherkenning - Als u een bericht ontvangt dat niet bij een van de bestaande items
hoort, kunt u het itemnummer automatisch opslaan via Itemherkenning Aan. Het
itemnummer wordt in de lijst met items opgeslagen en zonder naam weergegeven. Kies
Uit als u nieuwe itemnummers niet automatisch wilt opslaan.
Instellingen voor de map Overige
Ga naar Berichten en kies Opties Instellingen Overige om de volgende lijst met
instellingen te openen:
Verzonden ber. opsl. - Kies deze optie als u in de map met verzonden items een kopie wilt
opslaan van elk verzonden SMS-, multimedia- of e-mailbericht.
Aantal opgesl. ber. - Geef aan hoeveel verzonden berichten tegelijk in de map met
verzonden items kunnen worden opgeslagen. De standaardlimiet is 20 berichten.
Wanneer de limiet wordt bereikt, wordt het oudste bericht verwijderd.
Gebruikt geheugen - Geef op welke geheugenopslag u wilt gebruiken. U kunt het
telefoongeheugen kiezen of de geheugenkaart (indien aanwezig).
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Profielen
101
9. Profielen
Ga naar Menu
Profielen.
In Profielen kunt u beltonen instellen voor verschillende gebeurtenissen, omgevingen en
bellergroepen. Er zijn vijf standaardprofielen: Algemeen, Stil, Vergadering, Buiten en
Semafoon, die u naar wens kunt aanpassen.
Tip! Druk in de
standby-modus op
om het profiel te wijzigen.
Ga naar het profiel dat u
wilt activeren en druk op
OK.
Het geselecteerde profiel verschijnt boven aan de display in de standby-modus. Als u het
profiel Algemeen gebruikt, wordt alleen de huidige datum aangegeven.
U kunt standaardbeltonen instellen, tonen die u in Componist hebt gemaakt of tonen die
u via een bericht, een infrarood-, een Bluetooth- of een pc-verbinding hebt ontvangen.
Het profiel wijzigen
1 Ga naar Menu Profielen. Er verschijnt een lijst met profielen. Zie fig. 1 op pag. 101.
2 Ga naar een profiel en kies Opties Activeren.
Profielen aanpassen
1 Ga naar het profiel dat u wilt wijzigen en kies Opties Aanpassen. Er verschijnt een lijst
met profielinstellingen.
2 Ga naar de instelling die u wilt wijzigen en druk op om de opties te openen:
Beltoon - Als u de beltoon voor spraakoproepen wilt instellen, kiest u een beltoon in de
lijst. U kunt elke toon in de lijst beluisteren voordat u een toon kiest. Druk op een toets
om het geluid te stoppen. Als gebruik wordt gemaakt van een geheugenkaart zijn de
tonen te herkennen aan het symbool naast de naam van de toon.
Voor Beltonen wordt een gedeeld geheugen gebruikt. Zie Gedeeld geheugen
op
pag. 15
.
Figuur 1 De lijst met
profielen.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Profielen
102
Opmerking: U kunt beltonen op twee plaatsen wijzigen: in Profielen en in
Contacten. Zie Een beltoon toevoegen voor een contactkaart of -groep
op
pag. 50
.
Oproepsignaal - Als u Oplopend kiest, wordt het volume van de beltoon geleidelijk
verhoogd tot het ingestelde niveau.
Belvolume - Hiermee stelt u het volume van het oproepsignaal en de beltoon voor
berichten in.
Berichtensignaaltoon - Hiermee stelt u de beltoon voor berichten in.
Trilsignaal - Hiermee stelt u de telefoon in op trillen bij inkomende spraakoproepen en
berichten.
Toetsenbordtonen - Hiermee stelt u het volume van toetsenbordtonen in.
Waarschuwingstonen - Hiermee stelt u de waarschuwingstoon in, die bijvoorbeeld wordt
weergegeven als de batterij bijna leeg is.
Waarschuwen bij - Hiermee stelt u in dat de telefoon alleen overgaat bij inkomende
oproepen van een specifieke contactgroep. Bij inkomende oproepen van andere
personen gaat de telefoon niet over. Beschikbare opties zijn: Alle oproepen / (een lijst
met contactgroepen, indien aanwezig). Zie Contactgroepen maken
op pag. 52.
Profielnaam - U kunt de naam van de meeste profielen wijzigen. De naam van het profiel
Algemeen kunt u niet wijzigen.
Figuur 2
Profielinstellingen
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Favorieten
103
10. Favorieten
Ga naar Menu
Favorieten.
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld.
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als
dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
In Favorieten kunt u snelkoppelingen, koppelingen naar uw favoriete fotos, videoclips,
notities, geluidsbestanden, browserbookmarks en opgeslagen browserpaginas bewaren.
Dit zijn de standaardsnelkoppelingen: - Notities openen, - Agenda openen en de
huidige datum selecteren, - Inbox in Berichten openen. Zie fig. 1
op pag. 103.
Snelkoppelingen toevoegen
Een snelkoppeling kan alleen vanuit de toepassing in kwestie worden toegevoegd. Niet alle
toepassingen hebben deze functie.
1 Open de toepassing en ga naar het item dat u als snelkoppeling aan Favorieten wilt
toevoegen.
2 Kies Opties Toev. aan Favoriet. en druk op OK.
Opmerking: Snelkoppelingen in Favorieten worden automatisch bijgewerkt als
het item waarnaar wordt verwezen, wordt verplaatst.
Figuur 1 De
beginweergave van
Favorieten
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Favorieten
104
Opties in de
beginweergave van
Favorieten: Openen, Naam
snelkop. bew., Pictogram
snelkopp., Snelkoppeling
verw., Verplaatsen,
Lijstweergave /
Roosterweergave, Help, en
Afsluiten.
Doe het volgende in Favorieten:
Als u een snelkoppeling wilt openen, selecteert u deze en drukt u op . Het bestand
wordt in de bijbehorende toepassing geopend.
Als u een snelkoppeling wilt verwijderen, selecteert u deze en kiest u Opties
Snelkoppeling verw.. Het bestand waarnaar wordt verwezen, wordt niet verwijderd.
Als u de naam van de snelkoppeling wilt wijzigen, kiest u Opties Naam snelkop. bew..
Geef de nieuwe naam op. De naam van het bijbehorende bestand of item wordt hiermee
niet gewijzigd.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Agenda en Actiepunten
105
11. Agenda en Actiepunten
Ga naar Menu
Agenda
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld.
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als
dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Opties bij het bewerken
van agenda-items:
Verwijderen, Zenden, Help,
en Afsluiten.
In Agenda houdt u uw afspraken, vergaderingen, verjaardagen en andere speciale datums
bij. U kunt voor agenda-items ook een signaal instellen ter herinnering.
Voor Agenda wordt een gedeeld geheugen gebruikt. Zie Gedeeld geheugen
op pag. 15.
Agenda-items maken
1 Kies Opties Nieuw item en selecteer:
Vergadering voor een afspraak op een specifieke datum en tijd.
Memo voor een algemeen item voor een bepaalde dag.
Gedenkdag voor verjaardagen of andere speciale data. Gedenkdagen worden elk jaar
herhaald.
2 Vul de velden in (zie de sectie Velden voor agenda-items
op pag. 106). Zie fig. 1 op
pag. 105
. Met de bladertoets gaat u naar de verschillende velden. Druk op om te
schakelen tussen hoofdletters en kleine letters.
3 Kies Gereed om het item op te slaan.
Agenda-items bewerken
1 Ga in de dagweergave naar het item en druk op om het te openen.
2 Bewerk de itemvelden en kies Gereed.
Als u terugkerende items bewerkt, kunt u kiezen waarvoor de wijzigingen gelden: Alle
vermeldingen - alle vermeldingen van het item worden gewijzigd / Alleen dit item - alleen
het huidige item wordt gewijzigd.
Figuur 1 Een agenda-
item bewerken
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Agenda en Actiepunten
106
Agenda-items verwijderen
Voorbeeld: Uw
wekelijkse cursus gaat
niet door. Voor dit item
krijgt u elke week een
herinnering. Als u Alleen
dit item kiest, krijgt u
volgende week weer een
herinnering.
Ga in de dagweergave naar het item dat u wilt verwijderen en kies Opties Verwijderen
of druk op . Druk op Ja om de bewerking te bevestigen.
Als u terugkerende items verwijdert, kunt u kiezen waarvoor de wijziging geldt: Alle
vermeldingen - alle vermeldingen van het item worden verwijderd / Alleen dit item -
alleen het huidige item wordt verwijderd.
Velden voor agenda-items
Onderwerp / Gelegenheid - Typ een omschrijving.
Locatie - Waar de bijeenkomst plaatsvindt (optioneel).
Begintijd, Eindtijd, Begindatum en Einddatum.
Signaal - Druk op om de velden te activeren voor Tijd signaal en Dag signaal.
Herhalen - Druk op om het item te laten terugkeren. Wordt in de dagweergave
aangegeven met .
Voorbeeld: De herhaalfunctie is handig voor periodieke gebeurtenissen, zoals
een wekelijkse cursus, een tweewekelijkse vergadering of een dagelijkse taak.
Herhalen tot - U kunt een einddatum instellen voor een terugkerend item, bijvoorbeeld
voor een wekelijkse cursus die u volgt. Deze optie verschijnt alleen als u hebt
aangegeven dat het item moet worden herhaald.
Synchronisatie - Als u Privé kiest, kan het agenda-item na synchronisatie alleen door
uzelf worden bekeken en niet door anderen met online toegang tot de agenda. Dit kan
bijvoorbeeld nuttig zijn als u op het werk uw agenda synchroniseert met een agenda op
een compatibele computer. Als u Openbaar kiest, is het agenda-item zichtbaar voor
iedereen met online toegang tot uw agenda. Als u Geen kiest, wordt het agenda-item
bij het synchroniseren niet naar uw pc gekopieerd.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Agenda en Actiepunten
107
Agendaweergaven
Tip! Als u in de
maand-, week- of
dagweergave op
drukt, wordt de huidige
datum automatisch
gemarkeerd.
Maandweergave
In de maandweergave wordt per rij een week weergegeven. De huidige datum wordt daarbij
onderstreept. Datums met agenda-items zijn gemarkeerd met een driehoekje in de
rechterbenedenhoek. De geselecteerde datum is omkaderd. Zie fig. 2
op pag. 107.
Ga naar de gewenste datum en druk op om de dagweergave te openen.
Kies Opties Ga naar datum om naar een bepaalde datum te gaan. Toets de datum in
en kies OK.
Symbolen voor agenda-
items in dag- en
weekweergave:
- Vergadering,
- Memo en
- Gedenkdag.
Figuur 2 Maand-, week- en dagweergave in Agenda
Symbolen voor Gegevens
bijwerken in de
maandweergave:
- Privé,
- Openbaar,
- Geen en
- De dag bevat meer
dan één item.
Weekweergave
In de weekweergave verschijnen de agenda-items in een van de zeven vakken voor
dagdelen. De huidige dag wordt onderstreept. Memo's en gedenkdagen worden vóór 8 uur
geplaatst. De begin- en eindtijden van vergaderingen worden met gekleurde balken
aangegeven. Zie fig. 2
op pag. 107.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Agenda en Actiepunten
108
Als u een item wilt bekijken of bewerken, gaat u naar de cel met het agenda-item en
drukt u op om de dagweergave te openen. Ga naar het item en druk op om het
te openen.
Opties in de verschillende
agendaweergaven:
Openen, Nieuw item,
Weekweergave /
Maandweergave,
Verwijderen, Ga naar
datum, Zenden,
Instellingen, Help, en
Afsluiten.
Dagweergave
In de dagweergave worden de agenda-items voor de geselecteerde dag weergegeven. De
items worden ingedeeld volgens begintijd. Memo's en gedenkdagen worden vóór 8 uur
geplaatst. Zie fig. 2
op pag. 107.
Ga naar een item dat u wilt bewerken en druk op om het te openen.
Druk op om naar de volgende dag te gaan of druk op om naar de vorige dag
te gaan.
Instellingen voor agendaweergaven
Kies Opties Instellingen en kies:
Tip! Als u een
agenda-item wilt maken,
drukt u in een
agendaweergave op een
toets ( - ). Een
item van het type
Vergadering wordt
geopend en de
ingetoetste tekens
worden aan het veld
Onderwerp toegevoegd.
Standaardweergave - om de weergave te selecteren die bij het openen van Agenda het
eerst wordt weergegeven.
Week begint met - om de begindag van de week te wijzigen.
Titel weekweergave - om de titel van de weekweergave te wijzigen in het weeknummer
of de weekdatums.
Agendasignalen instellen
1 Maak een nieuw item van het type Vergadering of Gedenkdag of open een bestaand
item.
2 Ga naar Signaal en druk op om de velden Tijd signaal en Dag signaal te openen.
3 Stel de datum en tijd voor het signaal in.
4 Kies Gereed. Er verschijnt een symbool naast het item in de dagweergave.
Een agendasignaal uitschakelen
Het signaal duurt een minuut. Als het signaal afgaat, kiest u Stop om het uit te zetten.
Als u op een andere toets drukt, wordt het signaal tijdelijk onderbroken.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Agenda en Actiepunten
109
Agenda-items verzenden
Ga in de dagweergave naar het item dat u wilt verzenden en kies Opties Zenden.
Selecteer vervolgens de verzendmethode: Via SMS, Via e-mail (alleen beschikbaar als de
e-mailtoepassing goed geconfigureerd is), Via Bluetooth, of Via infrarood. Zie Gegevens
verzenden en ontvangen via infrarood op pag. 143 en Gegevens verzenden via
Bluetooth op pag. 140 van het hoofdstuk Berichten.
Actiepunten
Ga naar Menu
Taak.
In Actiepunten kunt u bijhouden welke taken u nog moet uitvoeren. Zie fig. 3 op pag. 110.
Voor Actiepunten wordt een gedeeld geheugen gebruikt. Zie Gedeeld geheugen
op
pag. 15
.
1 Druk op een toets ( - ) om een actiepunt te maken. De editor wordt geopend
en de cursor knippert na de letters die u hebt ingetoetst.
2 Geef de taak op in het vak Onderwerp. Druk op om speciale tekens toe te voegen.
In het vak Uiterste datum kunt u de einddatum voor de taak opgeven.
Als u een prioriteit voor het actiepunt wilt instellen, gaat u naar het veld Prioriteit en
drukt u op .
3 Kies Gereed om het actiepunt op te slaan.
Opmerking: Als u alle tekens verwijdert en Gereed kiest, wordt het opgeslagen
actiepunt weer verwijderd.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Agenda en Actiepunten
110
Als u een actiepunt wilt openen, selecteert u dat en drukt u op .
Als u een actiepunt wilt verwijderen, selecteert u dat en kiest u Opties Verwijderen
of drukt u op .
Als u een actiepunt als voltooid wilt markeren, selecteert u dat en kiest u Opties
Markeer: volbracht.
Als u een actiepunt wilt herstellen, kiest u Opties Markeer: niet volbr..
Prioriteitssymbolen: - Hoog, - Laag en (geen symbool) - Normaal.
Statussymbolen: - taak volbracht en - niet volbracht.
Gegevens importeren van andere
Nokia-telefoons
U kunt de gegevens van agenda, contacten en taken uit allerlei verschillende Nokia-
telefoons verplaatsen naar uw Nokia 3660 met de toepassing voor gegevensimport van PC
Suite voor Nokia 3660. Instructies voor het gebruik van deze toepassing vindt u in de online
Help bij PC Suite op de cd-rom.
Figuur 3 De lijst met
actiepunten
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Extra
111
12. Extra
Opmerking: U kunt de functies in de map Extra alleen gebruiken als de telefoon is
ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons
verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Rekenmachine
Ga naar Menu
Extra Rekenm.
1 Voer het eerste getal voor de berekening in. Druk op om foutieve tekens te wissen.
2 Ga naar een functie en druk op om deze te selecteren.
Opties in Rekenmachine:
Laatste resultaat,
Geheugen, Scherm wissen,
Help en Afsluiten.
Gebruik om op te tellen, om af te trekken, om te vermenigvuldigen of
om te delen.
3 Toets het tweede getal in.
4 Ga naar en druk op om de berekening uit te voeren.
Opmerking: De nauwkeurigheid van deze calculator is beperkt en met name in
lange delingen kunnen afrondingsfouten optreden.
Met voegt u een decimaalteken in.
Houd ingedrukt om de resultaten van de vorige berekening te wissen.
Tip! Druk
meermaals op om de
functies te doorlopen. De
selectie verandert per
functie.
Met en kunt u eerdere berekeningen bekijken en door het rekenblad navigeren.
Kies om een getal op te slaan in het geheugen (aangeduid met M). Kies om
het getal uit het geheugen op te halen.
Kies Opties Laatste resultaat om het resultaat van de laatste berekening op te halen.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Extra
112
Componist
Ga naar Menu
Extra Componist.
Met Componist kunt u aangepaste beltonen maken. Standaardbeltonen kunnen niet
worden bewerkt.
1 Kies Opties Nieuwe toon om de editor te openen en een toon te componeren.
Opties in de
beginweergave van
Componist: Openen,
Nieuwe toon, Verwijderen,
Markeringen aan/uit,
Hernoemen, Kopiëren Help
en Afsluiten.
Met de toetsen kunt u noten en rusttekens toevoegen. Zie de tabel.
U kunt ook Opties Symbool invoegen kiezen om een lijst met noten en rusttekens te
openen.
Een noot duurt standaard 1/4 tel.
Kies of selecteer Opties Spelen om de toon te beluisteren. Kies Stop om het
afspelen te beëindigen.
U kunt ook Opties Volume kiezen voordat u de toon afspeelt.
Kies Opties Tempo om het tempo aan te passen. Als u het tempo geleidelijk wilt
aanpassen, drukt u op (hoger) of (lager). Het tempo wordt uitgedrukt in
tellen per minuut. Het maximum is 250 tellen (100%), het standaardtempo voor een
nieuwe toon is 160 tellen en het minimum is 50 tellen.
Opties bij het
componeren: Spelen,
Symbool invoegen, Stijl,
Tempo, Volume, Help en
Afsluiten.
Als u meerdere noten of rusttekens tegelijkertijd wilt selecteren, houdt u
ingedrukt en houdt u tegelijkertijd of ingedrukt.
Als u een andere stijl wenst, selecteert u twee of meer noten en kiest u Opties Stijl
Legato - voor vloeiend gespeelde noten of selecteert u een of meer noten en kiest
u Staccato - voor afzonderlijk gespeelde, korte noten.
Als u noten een halve toon hoger of lager op de notenbalk wilt plaatsen, gaat u naar
de noot en drukt u op of .
Als u bijvoorbeeld samen met ingedrukt houdt, krijgt u een C#.
2 Kies Terug om de tekst op te slaan.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Extra
113
Omrekenen
Ga naar Menu
Extra Omrekenen.
Met de toepassing Omrekenen kunt u maateenheden zoals Lengte omrekenen van de ene
eenheid (Yard) naar een andere (Meter).
Opmerking: De nauwkeurigheid van Omrekenen is beperkt. Er kunnen
afrondingsfouten optreden.
Eenheden omrekenen
Opties in Omrekenen:
Selecteer eenheid / Valuta
wijzigen, Conversietype,
Wisselkoersen, Help en
Afsluiten.
1 Ga naar het veld Type en druk op om een lijst met maateenheden te openen. Ga naar
de maateenheid die u wilt gebruiken en kies OK.
2 Ga naar het eerste veld Eenheid en druk op om een lijst met beschikbare eenheden
te openen. Kies de broneenheid die u wilt omrekenen en kies OK.
Ga naar het volgende veld Eenheid en kies de doeleenheid waarnaar u de broneenheid
wilt omrekenen.
Toets Noot Toets en functie
c Geselecteerde noten/rusttekens stapsgewijs verkorten.
d Geselecteerde noten/rusttekens stapsgewijs verlengen.
e Een rustteken invoegen.
f Als u op drukt, verschijnt er een lijst met noten en rusttekens.
g
Alle geselecteerde noten of rusttekens een octaaf hoger
plaatsen.
a Geselecteerde noten verwijderen.
b
Als u lang op - drukt, worden noten of rusttekens
verlengd of worden verlengde noten verkort.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Extra
114
3 Ga naar het eerste veld Aantal en geef de waarde op die u wilt omrekenen. In het andere
veld Aantal wordt automatisch de omgerekende waarde ingevuld.
Druk op om een decimaalteken in te voegen en druk op voor de symbolen +, -
(voor temperaturen) en E (exponent).
Opmerking: De omrekening wordt omgedraaid als u een waarde invult in het
tweede veld Aantal. Het omrekenresultaat verschijnt dan in het eerste veld Aantal.
Tip! In de
weergave Wisselkoersen
kunt u de naam van een
valuta wijzigen. Ga naar
de valuta en kies Opties
Naam valuta wijzig..
Een basisvaluta en wisselkoersen instellen
Voordat u valutas kunt omrekenen, moet u een basisvaluta (gewoonlijk uw nationale
valuta) kiezen en wisselkoersen toevoegen.
Opmerking: De koers van de basisvaluta is altijd 1. De basisvaluta bepaalt de
wisselkoers van de andere valutas.
Voorbeeld: Als u
de Euro (EUR) als
basisvaluta instelt, is één
Engels pond (GBP)
ongeveer 1,63575 EUR.
De wisselkoers van het
Engelse pond is dus
1,63575.
1 Kies Valuta als maateenheid en kies Opties Wisselkoersen. Er verschijnt een lijst met
valuta's. De huidige basisvaluta staat bovenaan.
2 Als u de basisvaluta wilt wijzigen, selecteert u de valuta (gewoonlijk uw nationale
valuta) en kiest u Opties Basisvaluta.
Belangrijk: Als u de basisvaluta wijzigt, worden alle eerder ingestelde
wisselkoersen ingesteld op 0 en moet u alle koersen opnieuw invoeren.
3 Voeg wisselkoersen toe, ga naar de valuta en voer een nieuwe koers in (het aantal
eenheden van de valuta dat gelijk is aan één eenheid van de geselecteerde basisvaluta).
Zie het voorbeeld in de marge.
4 Nadat u alle benodigde wisselkoersen hebt ingevoerd, kunt u valuta's omrekenen (zie
Eenheden omrekenen
op pag. 113).
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Extra
115
Notities
Ga naar Menu
Extra Notities.
U kunt notities koppelen aan Favorieten en notities naar andere apparaten versturen. Als u
platte-tekstbestanden (TXT-indeling) ontvangt, kunt u deze opslaan in Notities.
Druk op ( - ) om een notitie te maken. Druk op om letters te wissen. Kies
Gereed om de tekst op te slaan.
Klok
Ga naar Menu
Extra Klok.
Klokinstellingen wijzigen
U kunt de tijd en/of datum wijzigen door Opties Instellingen te kiezen in Klok. Als u
de klok wilt wijzigen die in de standby-modus wordt weergegeven , gaat u naar Datum
en tijd en kiest u Type klok Analoog of Digitaal.
Opties in Klok: Alarm
instellen, Alarm opn.
instellen, Alarm
uitschakelen, Instellingen,
Help en Afsluiten.
Een alarm instellen
1 Kies Opties Alarm instellen om een alarm in te stellen.
2 Toets de alarmtijd in en kies OK. Als het alarm actief is, wordt het symbool
weergegeven.
Opmerking: Het alarm werkt ook als de telefoon is uitgeschakeld.
Als u een alarm wilt uitschakelen, gaat u naar Klok en kiest u Opties Alarm
uitschakelen.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Extra
116
Het alarm uitschakelen
Kies Stop om het alarm uit te schakelen.
Als het alarm afgaat, kunt u het voor vijf minuten uitschakelen door op een toets te
drukken of Snooze te kiezen. Daarna wordt het weer geactiveerd. U kunt dit maximaal
vijf keer doen.
Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken terwijl de telefoon is uitgeschakeld,
wordt de telefoon ingeschakeld en wordt er een waarschuwingssignaal afgespeeld. Als u
op Stop drukt, wordt u gevraagd of de telefoon moet worden geactiveerd voor oproepen.
Druk op Nee als u de telefoon wilt uitschakelen of op Ja als u de telefoon wilt gebruiken
om te bellen en gebeld te worden.
Opmerking: Druk niet op Ja als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als
dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Opname-eenheid
Ga naar Menu
Extra Opn.-eenh..
Via spraakopname kunt u telefoongesprekken en spraakmemo's opnemen. Wanneer u een
telefoongesprek opneemt, horen beide partijen elke vijf seconden een toon.
Opties in Opname-
eenheid: Openen,
Soundclip opnemen,
Verwijderen, Verpl. naar
tel.geh., Verpl. nr geh.kaart,
Markeringen aan/uit, Clip
hernoemen, Zenden, Toev.
aan Favoriet., Instellingen,
Help og Afsluiten.
Opmerking: Houd u aan de lokale wetgeving met betrekking tot het opnemen van
gesprekken. Gebruik deze functie niet op onrechtmatige wijze.
Kies Opties Soundclip opnemen ga naar een functie en druk op om deze te
selecteren. Gebruik: - voor opnemen, - voor pauzeren, - voor stoppen,
- voor vooruitspoelen, - voor terugspoelen, of - voor het afspelen van
een geopend geluidsbestand.
Opmerking: Als er een data-oproep of GPRS-verbinding actief is, kan de Opname-
eenheid niet worden gebruikt.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Extra
117
Spelletjes
Ga naar Menu
Spelletjes.
Als u een spelletje wilt starten, drukt u op Menu Spelletjes, gaat u naar het pictogram
van het gewenste spelletje en drukt u op . Druk op Opties Help voor aanwijzingen
voor het spelen van het spelletje.
Geheugenkaart
Ga naar Menu
Extra Geheugenkaart.
Als u gebruikmaakt van een geheugenkaart kunt u daar multimediabestanden zoals
videoclips, geluidsbestanden, fotos, berichteninformatie en informatie uit het geheugen
van uw telefoon op bewaren.
De geheugenkaart die in de verpakking is meegeleverd, bevat mogelijk promotiemateriaal
van andere leveranciers. Dit kunt u eventueel verwijderen.
Opties voor de
geheugenkaart: Reservek.
tel.geh., Herst. vanaf kaart,
Geh.kaart formatt., Naam
geh.kaart, Wachtw.
instellen, Wachtw. wijzigen,
Wachtw. verw., Geh.kaart
deblokk., Gegevens
geheugen, Help en
Afsluiten.
Belangrijk: Houd alle geheugenkaarten buiten bereik van kleine kinderen.
Opmerking: Informatie over het gebruik van de geheugenkaart met andere
voorzieningen en toepassingen van uw Nokia 3660 vindt u in de secties waarin deze
voorzieningen en toepassingen worden beschreven.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Extra
118
De geheugenkaart plaatsen
Figuur 1 Plaatsing en bevestiging van de geheugenkaart
1 Zorg ervoor dat de telefoon is uitgeschakeld. Als de telefoon nog is ingeschakeld, houdt
u ingedrukt om deze uit te schakelen.
2 Schuif de cover aan de achterkant van de telefoon open en verwijder de batterij. Zie
Aan de slag De SIM-kaart en de batterij plaatsen voor instructies over het verwijderen
van de cover.
3 Plaats de geheugenkaart in de sleuf zoals wordt weergegeven in fig. 1
A, pag. 118.
Zorg ervoor dat de goudkleurige contactpunten van de kaart naar beneden zijn gericht.
4 Schuif de zilverkleurige vergrendeling over de SIM-kaart, zodat deze geborgd is.
Zie fig. 1
B, pag. 118.
5 Als u de kaart hebt bevestigd, vervangt u de batterij en schuift u de cover weer op zijn
plaats.
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart nooit als de telefoon in werking is. Sluit
eerst alle toepassingen van de geheugenkaart voordat u deze verwijdert.
AB
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Extra
119
Belangrijk: Als u een toepassing op de geheugenkaart installeert en u de telefoon
aan en uit moet zetten, mag de kaart niet worden verwijderd totdat de telefoon
weer helemaal is opgestart. Als de kaart eerder wordt verwijderd, kunnen er
toepassingsbestanden verloren gaan.
De geheugenkaart formatteren
Voordat de geheugenkaart de eerste keer kan worden gebruikt, moet deze worden
geformatteerd.
Kies Opties Geh.kaart formatt..
U wordt verzocht uw keuze te bevestigen. Vervolgens wordt de kaart geformatteerd.
Zie fig. 2
, pag. 119.
Een back-up maken en de informatie weer herstellen
U kunt een back-up van het telefoongeheugen op de geheugenkaart zetten.
Kies Opties Reservek. tel.geh.
U kunt informatie op de geheugenkaart terugplaatsen in het geheugen van de telefoon.
Kies Opties Herst. vanaf kaart.
Wachtwoord van de geheugenkaart
U kunt een wachtwoord instellen om uw geheugenkaart te blokkeren en tegen
ongeoorloofd gebruik te beschermen.
Opmerking: Het wachtwoord wordt in uw telefoon opgeslagen. Zolang u de
geheugenkaart in dezelfde telefoon gebruikt, hoeft u het wachtwoord niet opnieuw
op te geven. Als u de geheugenkaart in een andere telefoon wilt gebruiken, wordt u
gevraagd het wachtwoord op te geven.
Figuur 2 De
geheugenkaart
formatteren
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Extra
120
Uw wachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen
Kies Opties Wachtw. instellen, Wachtw. wijzigen, of Wachtw. verw..
Voor elke optie wordt u gevraagd uw wachtwoord op te geven en dit te bevestigen. Het
wachtwoord mag een maximale lengte van acht tekens hebben.
Belangrijk: Als het wachtwoord is verwijderd, is de geheugenkaart niet langer
geblokkeerd en kunt u de kaart in een andere telefoon gebruiken zonder
wachtwoord.
Een geheugenkaart deblokkeren
Als u een andere geheugenkaart met wachtwoord in uw telefoon plaatst, wordt u gevraagd
het wachtwoord van de kaart in te voeren. U kunt de kaart als volgt deblokkeren:
Kies Opties Geh.kaart deblokk..
Het geheugengebruik controleren
Met de optie Gegevens geheugen kunt u het gebruik van het geheugen van verschillende
soorten gegevens en de beschikbare geheugenruimte voor het installeren van nieuwe
toepassingen of software op uw geheugenkaart controleren.
Kies Opties Gegevens geheugen.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Diensten (XHTML)
121
13. Diensten (XHTML)
Ga naar Menu
Diensten of houd
ingedrukt in de standby-
modus.
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld.
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als
dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Uitleg:
De XHTML-browser biedt
ondersteuning aan
paginas die zijn
opgemaakt in XHTML
(Extensible Hypertext
Markup Language ) en
WML (Wireless Markup
Language).
Diverse aanbieders van diensten op het Internet verzorgen speciale paginas voor mobiele
telefoons, waarmee u bijvoorbeeld het nieuws, het weerbericht of reisinformatie kunt
opvragen, uw bankzaken kunt regelen of spelletjes kunt spelen. Met de XHTML-browser
kunt u deze diensten bekijken als WAP-pagina's in WML, XHTML-pagina's in XHTML of een
combinatie van beide.
Opmerking: Informeer bij uw netwerkexploitant of aanbieder van webdiensten naar
de beschikbaarheid en tarieven van diensten. De aanbieder kan u ook instructies
geven voor het gebruik van deze diensten.
Basisprocedure voor toegang tot webdiensten
Sla de instellingen op voor de webdienst die u wilt gebruiken. Zie de volgende sectie De
telefoon configureren voor browserdiensten.
Maak verbinding met de webdienst. Zie pag. 122
.
Navigeer naar de gewenste webpagina's. Zie pag. 125
.
Verbreek de verbinding met de webdienst. Zie pag. 129
.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Diensten (XHTML)
122
De telefoon configureren voor
browserdiensten
Instellingen ontvangen via een smart-bericht
Mogelijk ontvangt u de instellingen voor de dienst via een speciaal kort bericht, een
zogenaamd smart-bericht, van de aanbieder van de webdienst of de netwerkexploitant. Zie
Smart-berichten ontvangen
op pag. 85. Neem contact op met uw netwerkexploitant of
aanbieder.
De instellingen handmatig opgeven
Volg de aanwijzingen van de aanbieder van de dienst.
1 Ga naar Instell. Instellingen verbinding Toegangspunten en definieer de instellingen
voor een toegangspunt. Zie Verbinding
op pag. 30.
Tip! Het kan zijn
dat de juiste instellingen
beschikbaar zijn op de
website van de
netwerkexploitant of
aanbieder van de dienst.
2 Ga naar Diensten Opties Bookm. toev.. Typ een naam voor de bookmark en het adres
van de browserpagina die bij het huidige toegangspunt hoort.
Verbinding maken
Tip! U kunt tijdens
het browsen de weergave
Bookmarks openen door
de navigatietoets
ingedrukt te houden
U kunt terugkeren naar de
browserweergave door
Opties Terug naar
pagina te kiezen.
Zodra u de vereiste verbindingsinstellingen hebt opgeslagen, kunt u browserpaginas
openen.
U kunt browserpaginas op drie manieren opvragen:
Selecteer de homepage ( ) van uw aanbieder,
selecteer een bookmark in de weergave Bookmarks, of
druk op een van de toetsen - om het adres van een browserservice in te
toetsen. Het vak Ga naar wordt geactiveerd, waarin u het adres van de dienst kunt
typen.
Figuur 1 De weergave
Bookmarks met
onderaan het vak Ga
naar
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Diensten (XHTML)
123
Nadat u een pagina hebt geselecteerd of het adres hebt getypt, drukt u op om de
pagina te downloaden. Zie ook Symbolen voor dataverbindingen
op pag. 10.
De beveiliging van de verbinding
Tijdens een verbinding wordt het beveiligingssymbool weergegeven ten teken dat de
overdracht van gegevens tussen de telefoon en de browsergateway of -server is gecodeerd
en beveiligd.
Opmerking: Het beveiligingssymbool geeft niet aan dat de overdracht van gegevens
tussen de gateway en de contentserver (waarop de gevraagde informatie is
opgeslagen) beveiligd is. Het is de taak van de aanbieder van de dienst om de
overdracht van gegevens tussen gateway en contentserver te beveiligen.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Diensten (XHTML)
124
Bookmarks weergeven
Opties in de weergave
Bookmarks (bij selectie
van bookmark of map):
Openen, Downloaden,
Terug naar pagina, Zenden,
Ga naar URL-adres /
Bookmark zoeken, Bookm.
toev., Bewerken,
Verwijderen, Dienstber.
lezen, Verbind. verbreken,
Verplaats naar map,
Nieuwe map, Markeringen
aan/uit, Naam wijzigen,
Cache wissen, Gegev., Toev.
aan Favoriet., Instellingen,
Help en Afsluiten.
Uitleg: Een bookmark omvat een Internet-adres (verplicht), een titel, een WAP-
toegangspunt en, als de dienst dat vereist, een gebruiksnaam en wachtwoord.
Opmerking: Het is mogelijk dat uw telefoon al een paar vooraf geïnstalleerde
bookmarks bevat die verwijzen naar websites die geen relatie hebben met Nokia.
Nokia geeft geen garanties of ondersteuning ten aanzien van deze sites. Als u ervoor
kiest een bezoek aan deze sites te brengen, moet u op het gebied van beveiliging of
inhoud dezelfde voorzorgsmaatregelen treffen die u voor alle andere sites treft.
In de weergave Bookmarks ziet u bookmarks die naar verschillende webpaginas verwijzen.
Bookmarks worden aangeduid met de volgende symbolen:
- De startpagina die voor het browsertoegangspunt is gedefinieerd. Als u een ander
webtoegangspunt gebruikt voor het browsen, wordt de startpagina dienovereenkomstig
aangepast.
- De pagina die u het laatst hebt bezocht. Als u de verbinding met de dienst verbreekt,
wordt het adres van de laatst bezochte pagina bewaard in het geheugen totdat u een
andere pagina bezoekt tijdens de volgende sessie.
- Een bookmark met de paginatitel.
Terwijl u door de bookmarks bladert, verschijnt het adres van de geselecteerde bookmark
in het vak Ga naar onder aan de display. Zie fig. 1
op pag. 122.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Diensten (XHTML)
125
Opties bij het browsen:
Openen, Dienstopties,
Bookmarks, Geschiedenis,
Ga naar URL-adres,
Afbeelding bekijken,
Dienstber. lezen, Opsl. als
bookmark, Bookm. verz.,
Opnieuw laden, Verbind.
verbreken, Toon
afbeeldingen, Cache wissen,
Pagina opslaan, Zoeken,
Gegev., Sessie, Beveiliging,
Instellingen, Help en
Afsluiten.
Bookmarks handmatig toevoegen
1 Kies Opties Bookm. toev. in de weergave Bookmarks.
2 Vul de velden in (zie fig. 2
op pag. 125). U hoeft alleen het adres op te geven. Aan de
bookmark wordt het standaardtoegangspunt toegewezen, tenzij u een ander selecteert.
Druk op als u speciale tekens wilt gebruiken zoals /, ., : en @. Druk op om tekens
te wissen.
3 Kies Opties Opslaan om de bookmark op te slaan.
Bookmarks versturen
Als u een bookmark wilt versturen, gaat u erheen en kiest u Opties Zenden Via SMS.
Browsen
Nieuwe koppelingen op een browserpagina zijn blauw onderstreept en bezochte paars.
Afbeeldingen die fungeren als koppeling krijgen een blauwe rand. Zie fig. 3
op pag. 126.
Toetsen en opdrachten voor gebruik bij het browsen
Druk op om een koppeling te openen.
Met de bladertoets kunt u door de weergave schuiven.
Door op de - te drukken kunt u letters en cijfers typen in een vak. Druk op
als u speciale tekens wilt gebruiken zoals /, ., : en @. Druk op om tekens te wissen.
Door op Terug te drukken keert u terug naar de vorige pagina. Als Terug niet
beschikbaar is, kiest u Opties Geschiedenis. Er verschijnt dan een chronologische lijst
van de pagina’s die u tijdens een sessie hebt bezocht. Deze lijst wordt gewist wanneer
u de sessie beëindigt.
U kunt selectievakjes inschakelen en items selecteren door op te drukken.
Figuur 2 Een bookmark
bewerken.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Diensten (XHTML)
126
Door Opties Opnieuw laden te kiezen kunt u de actuele inhoud van de server ophalen.
Door Opties Dienstopties te kiezen opent u een lijst met opdrachten of acties voor de
geopende webpagina.
Houd ingedrukt om de verbinding met een webdienst te verbreken en de browser
te sluiten.
Nieuwe dienstberichten bekijken tijdens het browsen
Zo kunt u nieuwe dienstberichten downloaden en bekijken tijdens het browsen:
1 Kies Opties Dienstber. lezen (wordt alleen weergegeven als er nieuwe berichten zijn).
2 Ga naar het bericht en druk op om het te downloaden en te openen.
Zie Dienstberichten
op pag. 86 voor meer informatie over dienstberichten.
Bookmarks opslaan
Als u tijdens het browsen een bookmark wilt instellen, kiest u Opties Opsl. als
bookmark.
Als u een bookmark wilt opslaan die u via SMS hebt ontvangen, opent u het bericht in
de Inbox in Berichten en kiest u Opties Opsl. in bookmarks. Zie ook Smart-berichten
ontvangen op pag. 85.
Figuur 3 Een
webpagina.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Diensten (XHTML)
127
Opgeslagen paginas weergeven
Opties in de weergave
Opgeslagen paginas:
Openen, Terug naar pagina,
Opnieuw laden,
Verwijderen, Dienstber.
lezen, Verbind. verbreken,
Verplaats naar map, Nieuwe
map, Markeringen aan/uit,
Naam wijzigen, Cache
wissen, Gegev., Toev. aan
Favoriet., Instellingen, Help
en Afsluiten.
Als u regelmatig pagina's bezoekt waarvan de inhoud niet vaak verandert, kunt u deze
pagina's opslaan om ze off line te bekijken.
Als u tijdens het browsen een pagina wilt opslaan, selecteert u Opties Pagina opslaan.
Opgeslagen pagina's worden aangeduid met het volgende symbool:
- De opgeslagen webpagina.
In de weergave voor opgeslagen pagina's kunt u ook mappen maken om opgeslagen
webpagina's in op te slaan.
Mappen worden aangeduid met het volgende symbool:
- Map met de opgeslagen webpagina's.
U kunt de weergave Opgeslagen pagina's openen door op te drukken in de weergave
Bookmarks (zie fig. 4
op pag. 127). Druk in de weergave Opgeslagen pagina's op om
een opgeslagen pagina te openen.
Als u de pagina opnieuw wilt ophalen, maakt u verbinding met de webdienst en kiest u
Opties Opnieuw laden. U kunt de paginas ook onderbrengen in mappen.
Opmerking: Nadat u de pagina opnieuw hebt geladen, blijft de telefoon online.
Downloaden
Via de browser kunt u onder andere beltonen, afbeeldingen, logo's en videoclips
downloaden, gratis of tegen een bepaalde vergoeding.
Gedownloade items worden verder verwerkt door de bijbehorende toepassingen in de
telefoon. Een gedownloade foto wordt bijvoorbeeld opgeslagen in Afbeeldingen.
Opmerking: De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen in de cache
van de telefoon. Een cache is een buffergeheugen waarin gegevens tijdelijk worden
opgeslagen. Als u gebruik hebt gemaakt of geprobeerd hebt gebruik te maken van
vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwoord moet opgeven (bijvoorbeeld
uw bankrekening), kunt u de cache van de telefoon na gebruik beter legen. U maakt
de cache leeg door Opties Cache wissen te kiezen.
Figuur 4 De weegave
Opgeslagen paginas.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Diensten (XHTML)
128
Rechtstreeks vanaf de webpagina downloaden
Zo downloadt u items rechtstreeks vanaf een webpagina:
Ga naar de koppeling en kies Opties Openen.
Items aanschaffen
Uitleg: Digital
Rights Management
(DRM) is een systeem dat
dient ter bescherming van
het copyright op online
digitale informatie.
Opmerking: Vanwege copyrightbescherming kan het voorkomen dat bepaalde
afbeeldingen, beltonen en andere items niet kunnen worden gekopieerd, gewijzigd,
overgebracht of doorgestuurd.
Zo downloadt u een item:
Ga naar de koppeling en kies Opties Openen.
Kies de optie waarmee u het item kunt aanschaffen, bijvoorbeeld: Bestellen.
Itemdetails bekijken vóór downloaden
Voordat u een item downloadt, kunt u de bijbehorende details bekijken, zoals de prijs, een
korte omschrijving en de grootte van het item.
Opmerking: Informeer bij uw aanbieder naar de beschikbaarheid van deze dienst.
Ga naar de koppeling en kies Opties Openen.
De itemdetails worden op de telefoon weergegeven. Zie fig. 5
op pag. 128.
Als u wilt doorgaan met downloaden, drukt u op Accept.. Als u het downloaden wilt
afbreken, drukt u op Annuleer.
Figuur 5 Voorbeeld van
itemdetails voor een
bestand.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Diensten (XHTML)
129
Een verbinding verbreken
•Kies Opties Verbind. verbreken, of
Houd ingedrukt om de browser te sluiten en terug te keren naar de standby-modus.
Browserinstellingen
Stand. toegangspunt - Als u het standaardtoegangspunt wilt wijzigen, drukt u op . Er
verschijnt een lijst met beschikbare toegangspunten. Het huidige
standaardtoegangspunt wordt gemarkeerd. Zie ‘Verbinding’
op pag. 30 voor meer
informatie.
Toon afbeeldingen - Hiermee bepaalt u of er afbeeldingen worden weergegeven tijdens
het browsen. Als u Nee kiest, kunt u afbeeldingen alsnog laden door tijdens het browsen
Opties Toon afbeeldingen te kiezen.
Lettergrootte - U kunt kiezen uit vijf lettergroottes voor de browser: Kleinst, Klein,
Normaal, Groot en Grootst.
Standaardcodering - Selecteer de juiste taal om ervoor te zorgen dat teksttekens op uw
browserpagina’s correct worden weergegeven.
Cookies - Toestaan /Weigeren. U kunt de uitwisseling van cookies in- of uitschakelen.
Bevest. zenden DTMF - Altijd / Alleen 1ste keer. Tijdens het browsen kunt u diverse functies
gebruiken. Zo kunt u een spraakoproep doen terwijl u een browserpagina bekijkt, DTMF-
tonen versturen terwijl u een telefoongesprek voert en een naam en telefoonnummer
van een browserpagina opslaan in Contacten. Geef aan of u het versturen van DTMF-
tonen tijdens een telefoongesprek wilt bevestigen. Zie ook ‘DTMF-tonen’ op pag. 19
.
Tekstterugloop - Kies Uit als u de tekst in een alinea niet automatisch wilt laten
teruglopen. Kies Aan als u dat wel wilt.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Toepassingen (Java)
130
14. Toepassingen (Java)
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld.
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als
dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Ga naar Menu
Toepassingen
In de beginweergave van Toepassingen kunt u geïnstalleerde Java-toepassingen openen of
verwijderen. In de weergave Installeren kunt u nieuwe Java-toepassingen (met de
bestandsextensie .JAD of .JAR) installeren.
Opmerking: Uw telefoon is geschikt voor J2ME Java-toepassingen. Download
geen PersonalJava-toepassingen op uw telefoon, want deze kunnen niet worden
geïnstalleerd.
Wanneer u Programmas opent, ziet u een lijst van de Java-toepassingen die geïnstalleerd
zijn op de telefoon. Zie fig. 1
op pag. 131.
Ga naar een toepassing en kies Opties Gegevens bekijken De volgende informatie
wordt weergegeven:
Opties in de
beginweergave van
Toepassingen: Openen,
Gegevens bekijken,
Instellingen, Verwijderen,
Ga naar URL-adres,
Bijwerken, Help en
Afsluiten.
Status - Geïnstalleerd, Actief, of Gedownload (alleen in de weergave Installeren),
Versie - het versienummer van de toepassing,
Lvrncier - de leverancier of fabrikant van de toepassing,
Grootte - de grootte van het toepassingsbestand in kilobytes,
Type - een korte beschrijving van de toepassing,
URL - het adres van een informatiepagina op het Internet, en
Gegevns - de grootte van toepassingsgegevens, in kilobytes.
Om een dataverbinding te starten en extra informatie over de toepassing weer te geven,
gaat u naar de toepassing en kiest u Opties Ga naar URL-adres.
Om een dataverbinding te starten en te controleren of er een update beschikbaar is voor
de toepassing, gaat u naar de toepassing en kiest u Opties Bijwerken.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Toepassingen (Java)
131
Voor Toepassingen wordt een gedeeld geheugen gebruikt. Zie Gedeeld geheugen op
pag. 15
.
Java-toepassing installeren
Installatiebestanden kunnen naar de telefoon zijn overgebracht vanaf een computer,
gedownload tijdens het browsen of ontvangen in een multimediabericht, als e-mailbijlage,
via Bluetooth of via infrarood. Als u het bestand wilt overbrengen met PC Suite voor Nokia
3660, plaatst u het in de map c:\nokia\installs van de telefoon.
Belangrijk: Installeer alleen software vanaf bronnen die voldoende bescherming
bieden tegen virussen en andere schadelijke software.
1 Druk in de beginweergave van Toepassingen op om de installatiepakketten weer te
geven. De weergave Gedownload verschijnt.
Opties in de weergave
Installeren: Installeren,
Gegevens bekijken,
Verwijderen, Help en
Afsluiten.
Opmerking: In de weergave Installeren kunt u alleen Java-software-
installatiebestanden installeren met de extensie .JAD of .JAR.
2 Als u een toepassing wilt installeren, gaat u naar een installatiebestand en kiest u
Opties Installeren.
U kunt ook zoeken naar het installatiebestand in het geheugen van de telefoon, het
selecteren en op drukken om de installatie te starten. Zie het voorbeeld in de
marge.
3 Druk op Ja om te bevestigen dat u het bestand wilt installeren.
U moet het JAR-bestand hebben voor de installatie. Als dit ontbreekt, kunt u worden
gevraagd het te downloaden. Als er geen toegangspunt is opgegeven voor
Toepassingen, moet u dat alsnog selecteren. Het kan zijn dat u een gebruikersnaam en
wachtwoord moet opgeven om het JAR-bestand van de server te kunnen downloaden.
Informeer hiernaar bij de leverancier of fabrikant van de toepassing.
Figuur 1 De
beginweergave van
Toepassingen
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Toepassingen (Java)
132
Voorbeeld: Als u
het installatiebestand
hebt ontvangen bij een e-
mail, gaat u naar uw
mailbox, opent u de e-
mail, opent u de weergave
Bijlagen, gaat u naar het
installatiebestand en
drukt u op om de
installatie te starten.
Tijdens de installatie wordt ook de integriteit van het installatiepakket gecontroleerd.
Er wordt informatie weergegeven over de controles die worden uitgevoerd. Daarnaast
kunt u aangeven of u wilt doorgaan met de installatie of niet. Als de integriteit van het
softwarepakket eenmaal is gecontroleerd, wordt het programma op de telefoon
geïnstalleerd.
4 Er verschijnt een bericht wanneer de installatie voltooid is.
Als u de zojuist geïnstalleerde Java-toepassing wilt openen, gaat u naar de
beginweergave van Toepassingen.
Tip! Tijdens het bekijken van WAP-of browserpaginas kunt u een
installatiebestand downloaden en dit meteen installeren. De verbinding blijft
tijdens de installatie echter wel actief op de achtergrond.
Een Java-toepassing openen
Ga naar een toepassing in de beginweergave van Toepassingen en open deze door op
te drukken.
Een Java-toepassing verwijderen
Selecteer de toepassing in de beginweergave van Toepassingen en kies Opties
Verwijderen.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Toepassingen (Java)
133
Instellingen voor Java-toepassingen
Om een standaardtoegangspunt op te geven voor het downloaden van ontbrekende
toepassingscomponenten, kiest u Opties Instellingen Standaard toegangsp.. Zie
Toegangspunten
op pag. 33 voor meer informatie over het maken van toegangspunten.
Selecteer een toepassing en kies Opties Instellingen en kies vervolgens:
Toegangspunt - het toegangspunt waarlangs extra gegevens voor de toepassing kunnen
worden gedownload.
Netwerkverbinding - voor sommige Java-toepassingen moet er een dataverbinding
worden gemaakt met een toegangspunt. Als u nog geen toegangspunt hebt
geselecteerd, wordt u gevraagd dat alsnog te doen. Beschikbare opties zijn:
Toegestaan - de verbinding wordt meteen tot stand gebracht (zonder bevestiging).
Eerst vragen - de verbinding wordt pas na bevestiging tot stand gebracht.
Niet toegestaan - verbindingen zijn niet toegestaan.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Beheer - programmas en software installeren
134
15. Beheer - programmas
en software installeren
Ga naar Menu
Instrum. Beheer
Opmerking: U kunt de functies in de map Instrum. alleen gebruiken als de telefoon
is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons
verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Opties in de
beginweergave van
Beheer: Gegevens bekijken,
Certificaat bekijken,
Installeren, Verwijderen,
Logboek bekijken, Logboek
zenden, Gegevens
geheugen, Help en
Afsluiten.
In Beheer kunt u nieuwe programmas en softwarepakketten installeren, en bestaande
programmas van de telefoon verwijderen. U kunt er ook het geheugengebruik mee
bekijken.
Als u Beheer opent, verschijnt er een lijst met:
installatiepakketten die in Beheer zijn opgeslagen,
gedeeltelijk geïnstalleerde programmas (aangeduid met ), en
volledig geïnstalleerde programmas die u kunt verwijderen (aangeduid met ).
Opmerking: U kunt in Beheer alleen software-installatiebestanden met de extensie
.SIS gebruiken.
Tip! Als u Java-
toepassingen wilt
installeren
(bestandsextensie .JAD of
.JAR), gaat u naar
Toepassingen. Zie
Toepassingen (Java)
op
pag. 130
voor meer
informatie.
Ga naar een installatiebestand en kies Opties Gegevens bekijken om gegevens als
Naam, Versie, Type, Grootte, Lvrncier en Status van het softwarepakket weer te geven.
Ga naar een softwarepakket en kies Opties Certificaat bekijken om de gegevens van
het beveiligingscertificaat van het softwarepakket te bekijken. Zie Certificaatbeheer
op pag. 40
.
Belangrijk: Installeer alleen software vanaf bronnen die voldoende bescherming
bieden tegen virussen en andere schadelijke software.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Beheer - programmas en software installeren
135
Om u hierbij te helpen worden softwarepakketten voorzien van digitale handtekeningen en
certificaten. Installeer een toepassing niet als er een beveiligingswaarschuwing verschijnt
tijdens de installatie.
Tip! Kies Opties
Logboek bekijken om te
zien welke
softwarepakketten zijn
geïnstalleerd of
verwijderd, en wanneer.
Software installeren
U kunt programmas installeren die speciaal voor de Nokia 3660 zijn geschreven of die
geschikt zijn voor het besturingssysteem Symbian. Een softwarepakket is meestal één groot
gecomprimeerd bestand dat een groot aantal componentbestanden bevat.
Opmerking: Als u een programma installeert dat niet speciaal is bedoeld voor de
Nokia 3660, kan dit qua werking en uiterlijk erg verschillen van de Nokia 3660-
toepassingen die u gewend bent.
Voorbeeld: Als u
het installatiebestand
hebt ontvangen bij een
e-mail, gaat u naar uw
mailbox, opent u de
e-mail, opent u de
weergave Bijlagen, gaat u
naar het
installatiebestand en
drukt u op om de
installatie te starten.
Belangrijk: Als u een bestand installeert dat een update of fix voor een bestaand
programma bevat, kunt u het oorspronkelijke programma alleen herstellen als u over
het oorspronkelijke installatiebestand of een volledige back-up van het verwijderde
softwarepakket beschikt. Als u het oorspronkelijke programma wilt herstellen,
verwijdert u het programma eerst en installeert u dit opnieuw op basis van het
oorspronkelijke installatiebestand of de back-up.
1 Installatiepakketten kunnen naar de telefoon zijn overgebracht vanaf een computer,
gedownload tijdens een sessie of ontvangen in een multimediabericht, als e-
mailbijlage, via Bluetooth of via infrarood. Als u het bestand wilt overbrengen met PC
Suite voor Nokia 3660, plaatst u het in de map c:\nokia\installs van de telefoon.
2 Open Beheer, ga naar het installatiepakket en kies Opties Installeren om de installatie
te starten.
U kunt ook zoeken naar het installatiebestand in het geheugen van de telefoon of op
de geheugenkaart, het bestand selecteren en op drukken om de installatie te
starten. Zie het voorbeeld in de marge.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Beheer - programmas en software installeren
136
Als u software wilt installeren zonder digitale handtekening of certificaat, verschijnt er een
bericht waarin voor de gevaren daarvan wordt gewaarschuwd. Ga alleen verder met de
installatie als u zeker bent van de oorsprong en de inhoud van het softwarepakket.
Tijdens de installatie wordt ook de integriteit van het installatiepakket gecontroleerd. Er
wordt informatie weergegeven over de controles die worden uitgevoerd. Daarnaast kunt u
aangeven of u wilt doorgaan met de installatie of niet. Als de integriteit van het
softwarepakket eenmaal is gecontroleerd, wordt het programma op de telefoon
geïnstalleerd.
Tip! Als u uw
installatielogboek met
het overzicht van
geïnstalleerde en
verwijderde software
naar een helpdesk wilt
sturen, kiest u Opties
Logboek zenden Via
SMS of Via e-mail (alleen
beschikbaar als de e-
mailtoepassing goed
geconfigureerd is).
Software verwijderen
1 Als u een softwarepakket wilt verwijderen, gaat u erheen en kiest u Opties
Verwijderen.
2 Druk op Ja om te bevestigen dat u het pakket wilt verwijderen.
Belangrijk: Als u software verwijdert, kunt u die alleen opnieuw installeren als u
beschikt over het oorspronkelijke softwarepakket of een volledige back-up van het
verwijderde softwarepakket. Als u een softwarepakket verwijdert, kan het zijn dat u
documenten die u daarmee hebt gemaakt, niet meer kunt openen. Als een ander
softwarepakket afhankelijk is van het verwijderde softwarepakket, kan het zijn dat
het andere softwarepakket niet meer werkt. Raadpleeg de documentatie van het
geïnstalleerde softwarepakket voor meer informatie.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Beheer - programmas en software installeren
137
Het geheugengebruik weergeven
U opent de weergave Geheugen door Opties Gegevens geheugen te kiezen.
Opmerking: Als u een geheugenkaart in uw telefoon hebt geïnstalleerd, hebt u
de keuze uit twee geheugenweergaven, een voor de telefoon of het
telefoongeheugen en een voor de geheugenkaart. Zo niet, dan beschikt u alleen
over de weergave Telefoongeheugen.
Als u een van de weergaven opent, wordt berekend hoeveel geheugen beschikbaar is voor
opslag van gegevens en voor installatie van nieuwe software. In de weergave Geheugen
kunt u zien hoeveel geheugen er wordt gebruikt voor de verschillende soorten gegevens:
Kalender, Contacten, Documenten, Berichten, Afbeeldingen, Geluidsbest., Videoclips, Toepass.,
Geh. in gebr. en Vrij geheug..
Tip! Als het telefoongeheugen vol dreigt te raken, kunt u enkele documenten
verwijderen of naar de geheugenkaart verplaatsen. Zie ook het hoofdstuk
Problemen oplossen
, pagina 148.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Connectiviteit
138
16. Connectiviteit
Ga naar Menu
Connectiviteit
Bluetooth
Opmerking: U kunt de functies in de map Connectiviteit alleen gebruiken als de
telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele
telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
U kunt gegevens van uw telefoon overbrengen naar een compatibel apparaat, zoals een
computer, via een Bluetooth- of infraroodverbinding.
Bluetooth-verbinding
Opmerking: De Nokia 3660-telefoon is ontworpen voor compatibiliteit met
Bluetooth-specificatie 1.1. De interoperabiliteit tussen de telefoon en andere producten
met de draadloze Bluetooth-technologie is echter ook afhankelijk van de profielen en
protocollen die worden gebruikt. Raadpleeg uw leverancier voor meer informatie over de
compatibliteit met Bluetooth-appareten.
Bluetooth maakt gratis draadloze verbindingen tussen elektronische apparaten mogelijk
binnen een straal van ca. 10 meter. Via een Bluetooth-verbinding kunt u afbeeldingen,
videos, tekst, visitekaartjes of agendanotities versturen of draadloos verbinding maken met
andere apparaten die Bluetooth ondersteunen, zoals computers.
Aangezien Bluetooth-apparaten communiceren via radiogolven, hoeft er geen direct zicht
te bestaan tussen de telefoon en het andere Bluetooth-apparaat. Zie fig. 1
op pag. 138.
De twee apparaten mogen maximaal 10 meter van elkaar verwijderd zijn, hoewel de
verbinding wel hinder kan ondervinden van obstakels zoals muren of andere elektronische
apparaten.
Bluetooth maakt gebruik van de batterij, wat de werkingstijd van de telefoon bekort. Houd
hier rekening wanneer u de telefoon ook voor andere bewerkingen gebruikt.
Figuur 1 Werken met
Bluetooth
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Connectiviteit
139
Mogelijk gelden er beperkingen op het gebruik van Bluetooth-apparaten. Informeer bij de
gemeente.
De toepassing Bluetooth voor het eerst activeren
Wanneer de toepassing Bluetooth voor het eerst activeert, wordt u gevraagd een
Bluetooth-naam voor de telefoon op te geven.
Opmerking: Zodra u Bluetooth hebt geactiveerd en Waarneembrh. tel. hebt ingesteld
op Waarneembaar, is uw telefoon zichtbaar voor andere Bluetooth-apparaten.
Geef een naam op (max. 30 letters). Als u gegevens verzendt via Bluetooth voordat u een
Bluetooth-naam aan de telefoon hebt toegewezen, wordt de standaardnaam gebruikt.
Bluetooth-instellingen
U kunt de Bluetooth-instellingen wijzigen. Ga naar de instelling die u wilt wijzigen en druk
op .
Bluetooth - Selecteer Aan als u Bluetooth wilt gebruiken. Als u Uit selecteert, worden alle
actieve Bluetooth-verbindingen beëindigd en kunt u via Bluetooth geen gegevens meer
versturen of ontvangen.
Waarneembrh. tel. - Als u Waarneembaar selecteert, kan uw telefoon worden gevonden
door andere Bluetooth-apparaten. Als u Verborgen selecteert, kan uw telefoon niet
worden gevonden door andere apparaten.
Mijn Bluetooth-naam - Geef uw telefoon een Bluetooth-naam. Zodra u Bluetooth hebt
geactiveerd en Waarneembrh. tel. hebt ingesteld op Waarneembaar, is deze naam
zichtbaar op andere Bluetooth-apparaten.
Tip! Als u tekst via
Bluetooth (en niet via
SMS) wilt versturen, gaat
u naar Notities, typt u de
tekst en selecteert u
Opties Zenden Via
Bluetooth.
Tip! Het kan zijn dat bij het zoeken naar Bluetooth-apparaten van sommige
apparaten alleen het unieke Bluetooth-adres wordt weergeven (apparaatadres). Als
u wilt weten wat het unieke Bluetooth-adres van uw telefoon is, geeft u de code
*#2820# op in de standby-modus.
Figuur 2 Bluetooth-
instellingen
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Connectiviteit
140
Gegevens verzenden via Bluetooth
Opmerking: Er kan maar één Bluetooth-verbinding tegelijk actief zijn.
1 Open de toepassing waarin het item is opgeslagen dat u wilt versturen. Als u een foto
wilt versturen naar een ander apparaat, opent u de toepassing Afbeeldingen.
2 Ga naar het item dat u wilt versturen (bijvoorbeeld een foto) en selecteer Opties
Zenden Via Bluetooth.
3 De telefoon begint te zoeken naar apparaten die zich binnen het bereik bevinden. De
Bluetooth-apparaten die binnen bereik zijn, verschijnen een voor een op de display. Zie
fig. 3
op pag. 140. Voor elk apparaat wordt een symbool, de Bluetooth-naam, het type
of een korte naam weergegeven. Gepaarde apparaten worden aangegeven met .
Opmerking: Als u eerder hebt gezocht naar Bluetooth-apparaten, worden eerst
de apparaten weergegeven die eerder zijn gevonden. Als u opnieuw wilt zoeken,
selecteert u Meer apparaten. Als u de telefoon uitzet, wordt de lijst met
apparaten gewist en moet u opnieuw naar apparaten zoeken voordat er
gegevens worden verstuurd.
Als u de zoekopdracht wilt onderbreken, drukt u op Stop. De lijst met apparaten
wordt bevroren en u kunt verbinding maken met een van de gevonden apparaten.
4 Ga naar het apparaat waarmee u verbinding wilt maken en druk op Selecteer. Het item
dat u wilt versturen wordt naar de Outbox gekopieerd en het bericht Legt verbinding
verschijnt.
5 Paring (als dit voor het andere apparaat niet is vereist, gaat u naar stap 6
)
Als paring met het andere apparaat vereist is, hoort u een geluidssignaal en moet u
het wachtwoord opgeven.
Stel uw wachtwoord in (1-16 tekens lang, numeriek) en spreek met de eigenaar van
het andere Bluetooth-apparaat af dat wachtwoord te gebruiken. U hoeft dit
wachtwoord maar één keer op te geven. U hoeft het niet te onthouden.
Vervolgens wordt het apparaat opgeslagen in de weergave Gepaarde apparaten.
Figuur 3 Wanneer u een
afbeelding via
Bluetooth verzendt,
begint de telefoon te
zoeken naar apparaten.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Connectiviteit
141
Uitleg: Paring
impliceert verificatie. De
gebruikers van de
Bluetooth-apparaten
spreken een wachtwoord
af en gebruiken dat om
hun apparaten aan elkaar
te koppelen. Bij apparaten
zonder
gebruikersinterface wordt
het wachtwoord gebruikt
dat in de fabriek is
ingesteld.
6 Als de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt het bericht Gegevens worden
verzonden.
Opmerking: Gegevens die via Bluetooth worden ontvangen, worden opgeslagen in
de map Inbox in Berichten. Zie pag. 82
voor meer informatie.
Opmerking: Als er geen gegevens kunnen worden verstuurd, wordt het bericht (de
gegevens) verwijderd. In de map Ontwerpen in Berichten worden geen berichten
bewaard die via Bluetooth zijn verstuurd.
De status van de Bluetooth-verbinding controleren
Als verschijnt in de standby-modus, is Bluetooth actief.
Als knippert, wordt geprobeerd verbinding te maken met het andere apparaat.
Als continu wordt weergegeven, is de Bluetooth-verbinding actief.
Symbolen voor diverse
Bluetooth-apparaten:
- Computer,
- Telefoon,
- Overige en
- Onbekend.
De weergave Gepaarde apparaten
Het paren van apparaten vergemakkelijkt het vinden van apparaten. Gepaarde apparaten
zijn makkelijk te herkennen aan het symbool in de lijst met zoekresultaten. Druk in de
beginweergave van Bluetooth op om een lijst met gepaarde apparaten ( ) weer
te geven.
Opties in de weergave
Gepaarde apparaten: Nw
gepaard appar., Verbinden /
Verb. verbreken, Korte naam
toewijz., Verwijderen, Alle
verwijderen, Geautoriseerd
/ Niet geautoriseerd, Help
en Afsluiten.
Paren aan een apparaat
1 Selecteer Opties Nw gepaard appar. in de weergave Gepaarde apparaten. De telefoon
begint te zoeken naar apparaten die zich binnen het bereik bevinden. Als u eerder hebt
gezocht naar Bluetooth-apparaten, worden eerst de apparaten weergegeven die eerder
zijn gevonden. Als u opnieuw wilt zoeken, selecteert u Meer apparaten.
2 Ga naar het apparaat waaraan u wilt paren en druk op Selecteer.
3 Wissel wachtwoorden uit (zie stap 5
(Paring) in de sectie hiervoor). Het apparaat wordt
toegevoegd aan de lijst Gepaarde apparaten.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Connectiviteit
142
Paring annuleren
Ga in de weergave Gepaarde apparaten naar het apparaat waarmee u de paring wilt
opheffen en druk op of selecteer Opties Verwijderen. Het apparaat wordt
verwijderd uit de lijst Gepaarde apparaten en de paring wordt geannuleerd.
Tip! U kunt via
Bluetooth ook spelletjes
spelen met andere
telefoonbezitters.
Als u alle paringen wilt annuleren, selecteert u Opties Alle verwijderen.
Opmerking: Als er momenteel een verbinding actief is tussen uw telefoon en een
ander apparaat en u de paring met dat apparaat verwijdert, wordt de paring
onmiddellijk opgeheven maar blijft de verbinding actief.
Korte namen toewijzen aan gepaarde apparaten
Voorbeeld: Geef
een korte naam op voor
het Bluetooth-apparaat
van een vriend of voor uw
eigen computer, zodat u
deze gemakkelijker kunt
herkennen.
U kunt een korte naam (bijnaam, alias) aan een apparaat toewijzen, zodat u het
gemakkelijk herkent. Deze naam wordt opgeslagen in het geheugen van de telefoon en is
niet zichtbaar op andere Bluetooth-apparaten.
Als u een korte naam wilt toewijzen, gaat u naar het apparaat en selecteert u Opties
Korte naam toewijz.. Typ de korte naam en druk op OK.
Opmerking: Kies een gemakkelijk te onthouden en te herkennen naam. Als u later
naar apparaten zoekt of u een verbindingsverzoek van een dergelijk apparaat
ontvangt, wordt het apparaat aangeduid met de toegewezen naam.
Gepaarde apparaten met en zonder bevestiging
Zodra de telefoon aan een appaat is gepaard, kunt u instellen of verbinding met dit
apparaat afzonderlijk moet worden bevestigd:
Zonder bevestiging (standaard) - Verbindingsverzoeken van dit apparaat moeten altijd
afzonderlijk worden bevestigd.
Met bevestiging - Verbindingen tussen uw telefoon en dit apparaat kunnen zonder uw
medeweten worden gemaakt. U hoeft deze niet afzonderlijk te bevestigen. Gebruik deze
optie voor uw eigen apparaten, zoals uw pc, of voor apparaten van mensen die u vertrouwt.
Bij dergelijke apparaten verschijnt het symbool in de weergave Gepaarde apparaten.
Zie fig. 4
op pag. 143.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Connectiviteit
143
Ga in de weergave Gepaarde apparaten naar het apparaat en selecteer Opties
Geautoriseerd / Niet geautoriseerd.
Gegevens ontvangen via Bluetooth
Als u gegevens via Bluetooth ontvangt, hoort u een geluidssignaal en wordt u gevraagd of
u het Bluetooth-bericht wilt ontvangen. Als u bevestigend antwoordt, verschijnt en
wordt het item in de map Inbox in Berichten geplaatst. Bluetooth-berichten worden
aangegeven met . Zie pag. 82
voor meer informatie.
Een Bluetooth-verbinding verbreken
Een Bluetooth-verbinding wordt automatisch verbroken na het verzenden of ontvangen
van gegevens.
Infraroodverbinding
Als u een
infraroodverbinding wilt
starten, gaat u naar Menu
Connectiviteit
Infrarood
Via infrarood kunt u gegevens als visitekaartjes of agendanotities verzenden naar of
ontvangen van compatibele telefoons of gegevensapparaten.
Schijn niet met de infraroodstraal in iemands oog en zorg ervoor dat geen storing met
andere infraroodapparatuur optreedt. Dit apparaat is een Class 1 Laser product.
Gegevens verzenden en ontvangen via infrarood
Opmerking: Alle items die worden ontvangen via infrarood worden in de map Inbox
in Berichten geplaatst. Nieuwe infraroodberichten worden aangeduid met . Zie
pag. 82
voor meer informatie.
Figuur 4 Een verbinding
zonder bevestiging
tussen twee apparaten.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Connectiviteit
144
Tip! U kunt via
infrarood ook spelletjes
spelen met andere
telefoonbezitters.
1 Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van beide apparaten op elkaar gericht zijn en dat
er geen obstakels zijn tussen de apparaten. De afstand tussen de twee apparaten mag
bij voorkeur niet meer dan 1 meter bedragen. Zie Aan de slag voor een afbeelding van
de infraroodpoort.
Voorbeeld: U kunt
een contactkaart als volgt
via infrarood verzenden:
(1) Vraag de ontvanger de
infraroodpoort van zijn/
haar apparaat te
activeren. (2) Ga naar
Contacten, ga naar een
kaart en selecteer Opties
Visitekaartje verz. Via
infrarood.
2 De gebruiker van het ontvangende apparaat activeert de infraroodpoort.
Als u de infraroodpoort van de telefoon wilt activeren om gegevens te ontvangen, gaat
u naar Menu Connectiviteit Infrarood en drukt u op .
3 De gebruiker van het zendende apparaat kiest de gewenste infraroodfunctie om de
overdracht van gegevens te starten.
Als u gegevens via infrarood wilt verzenden, selecteert u Opties Zenden Via
infrarood in een toepassing.
Als de gegevensoverdracht niet binnen één minuut na activering van de infraroodpoort
wordt gestart, wordt de verbinding verbroken en moet u deze opnieuw tot stand brengen.
Opmerking: Windows 2000: Als u infrarood wilt gebruiken om bestanden tussen de
Nokia 3660 en een compatibele computer uit te wisselen, gaat u naar
Configuratiescherm en kiest u Draadloze verbinding. Schakel op het tabblad
Bestandsoverdracht de optie Anderen mogen via infraroodcommunicatie
bestanden naar deze computer verzenden in.
De status van de infraroodverbinding controleren
Als knippert, wordt geprobeerd verbinding te maken met het andere apparaat of
is de infraroodverbinding verbroken.
Als continu wordt weergegeven, is de infraroodverbinding actief en is de telefoon
gereed voor het verzenden/ontvangen van gegevens via de infraroodpoort.
De telefoon aansluiten op een computer
Zie de Installatiehandleiding van PC Suite op de cd-rom in de sectie Installeren voor
aanvullende informatie over het maken infrarood- of Bluetooth-verbindingen met een
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Connectiviteit
145
compatibele pc en het Installeren van PC Suite voor Nokia 3660. Zie de online Help bij PC
Suite voor Nokia 3660 voor extra informatie over het gebruik van de software.
De cd-rom gebruiken
Als het goed is, wordt de cd-rom automatisch gestart wanneer u deze in het cd-rom-
station van een compatibele pc plaatst. Zo niet, dan gaat u als volgt te werk:
1 Klik op de knop Start in Windows en selecteer Programma's Windows Verkenner.
2 Lokaliseer het bestand Nokia3660.exe op de cd-rom en dubbelklik erop. De cd-rom-
interface wordt gestart.
3 U vindt PC Suite voor Nokia 3660 in de sectie Installeren. Dubbelklik op PC Suite voor
Nokia 3660. De installatiewizard loodst u door de installatieprocedure.
De telefoon gebruiken als modem en verbinding
maken met het Internet of faxen versturen/
ontvangen
Raadpleeg de Naslaggids voor Modem Options for Nokia 3660 op de cd-rom die wordt
geleverd bij de telefoon voor gedetailleerde installatie-instructies.
Gegevens bijwerken - remote
synchronisatie
Ga naar Menu
Connectiviteit
Synchron.
Opmerking: Download de toepassing Sync op de website van Nokia
www.nokia.com/phones/3660/support.
Met de toepassing Sync kunt u uw agenda- en contactgegevens synchroniseren met
diverse andere agenda- en adresboektoepassingen op een compatibele computer of het
Internet. De synchronisatie vindt plaats via een GSM-data-oproep of een
pakketdataverbinding.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Connectiviteit
146
De synchronisatietoepassing maakt gebruik van SyncML-technologie voor het
synchroniseren van de gegevens. Neem contact op met de leverancier van de agenda- of
adresboektoepassing waarmee u de gegevens wilt synchroniseren voor informatie over de
compatibiliteit met SyncML.
Uitleg: In een
synchronisatieprofiel
worden de gegevens voor
de remote server
opgeslagen. U kunt
diverse profielen maken
voor het synchroniseren
van uw gegevens met
meerdere servers of
toepassingen.
Een nieuw synchronisatieprofiel maken
1 Als er nog geen profielen zijn gedefinieerd, wordt u gevraagd een nieuw profiel te
maken. Selecteer Ja.
Als u een nieuw profiel aan bestaande profielen wilt toevoegen, selecteert u Opties
Nieuw sync.-profiel. Bepaal of u de standaardinstellingen wilt gebruiken of de
instellingen van een bestaand profiel wilt gebruiken als basis voor het nieuwe profiel.
2 Geef de volgende gegevens op:
Naam synchr. profiel - Geef het profiel een beschrijvende naam.
Type drager / Hostadres / Poort / HTTP-verificatie - Informeer bij uw aanbieder of
systeembeheerder naar de juiste waarden.
Opties in de
beginweergave van
Remote synchronisatie:
Synchroniseren, Nieuw
sync.-profiel, Synchr. prof.
bijw., Verwijderen, Logboek
bekijken, Help en Afsluiten.
Toegangspunt - Selecteer het toegangspunt dat u wilt gebruiken voor de dataverbinding.
Zie Verbinding
op pag. 30 voor meer informatie.
Gebruikersnaam - Uw gebruikers-id voor de synchronisatieserver. Informeer bij uw
aanbieder of systeembeheerder naar de juiste gebruikers-id.
Wachtwoord - Geef uw wachtwoord op. Informeer bij uw aanbieder of
systeembeheerder naar de juiste waarde.
Agenda - Selecteer Ja als u uw agenda wilt synchroniseren.
Agenda op afstand - Geef een geldig pad op naar de remote agenda op de server. U moet
een pad opgeven als u Agenda hebt ingesteld op Ja.
Contacten - Selecteer Ja als u uw contactgegevens wilt synchroniseren.
Contacten op afstand - Geef een geldig pad op naar het remote adresboek op de server.
U moet een pad opgeven als u Contacten hebt ingesteld op Ja.
3 Druk op Gereed om de instellingen op te slaan.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Connectiviteit
147
Gegevens synchroniseren
In de beginweergave van Sync ziet u diverse profielen. Zie fig. 5 op pag. 147. Ook kunt u
zien welk protocol door het profiel wordt gebruikt, http of WAP, en welke
gegevens worden gesynchroniseerd: Agenda, Contacten of beide.
1 Ga in de beginweergave naar een profiel en selecteer Opties Synchroniseren. De
status van het synchronisatieproces wordt onder aan de display weergegeven.
Als u de synchronisatie tussentijds wilt afbreken, drukt u op Annuleer.
2 Wanneer de synchronisatie is voltooid, wordt u daarvan op de hoogte gesteld.
Als de synchronisatie is voltooid, drukt u op Bek. Logb. of selecteert u Opties
Logboek bekijken, waarna er een logboekbestand verschijnt waarin naast de
synchronisatiestatus (Compleet of Incompleet) ook het aantal agenda- of
contactgegevens wordt aangegeven dat is toegevoegd, bijgewerkt, verwijderd of
overgeslagen (niet gesynchroniseerd) op de telefoon of de server.
Figuur 5 De
beginweergave van
Remote synchronisatie
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Problemen oplossen
148
17. Problemen oplossen
Geheugen vol
Als een van de volgende meldingen verschijnt, is het
geheugen vol en moet u gegevens verwijderen: Onvoldoende
geheugen voor bewerking. Wis eerst enkele gegevens. of Geheugen
raakt vol. Verwijder enkele gegevens. Als u wilt zien wat voor
gegevens u hebt opgeslagen en hoeveel geheugenruimte per
categorie in beslag wordt genomen, gaat u naar Beheer en
kiest u Opties Gegevens geheugen. Als u wilt zien wat voor
gegevens u hebt opgeslagen en hoeveel geheugenruimte per
categorie in beslag wordt genomen, gaat u naar Beheer en
kiest u Opties Gegevens geheugen.
Verwijder regelmatig de volgende items uit het geheugen
om ruimte vrij te maken:
berichten in de mappen Inbox, Concepten en Verzonden in
Berichten,
opgehaalde e-mailberichten,
opgeslagen browserpagina's en
afbeeldingen en foto's in Afbeeldingen.
Als u contactgegevens, agendanotities, timers, spelscores of
andere gegevens wilt verwijderen, gaat u naar de
bijbehorende toepassing.
Als u meerdere items verwijdert, wordt mogelijk een van de
volgende berichten weergegeven: Onvoldoende geheugen voor
bewerking. Wis eerst enkele gegevens. of Geheugen raakt vol.
Verwijder enkele gegevens. Probeert u in dit geval items een voor
een te verwijderen (te beginnen met het kleinste item).
Agenda-items wissen - Als u meerdere items tegelijkertijd
wilt wissen, gaat u naar de maandweergave en kiest u Opties
Item verwijderen en ofwel
Items voor: - om alle agenda-items te verwijderen die vóór
een bepaalde datum plaatsvinden. Voer een datum in, of
Alle items - om alle agenda-items te verwijderen.
Logboekgegevens wissen - Als u alle logboekitems, de lijst
met recente oproepen en leveringsrapporten permanent wilt
wissen, gaat u naar Logboek en kiest u Opties Logboek
wissen of u gaat naar Instellingen Duur vermelding log
Geen logboek.
U kunt gegevens op diverse manieren opslaan:
door met PC Suite voor Nokia 3660 een back-up te maken
van alle gegevens op de pc (zie pag.
144),
door afbeeldingen te verzenden naar uw e-mailadres en
deze dan op te slaan op de pc, of
door gegevens via infrarood of Bluetooth te verzenden
naar een ander apparaat.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Problemen oplossen
149
Vraag en antwoord
Telefoondisplay
V: Waarom verschijnen er steeds verkleurde, donkere of
lichte stippen op de display als ik de telefoon aanzet?
A: Dit is typerend voor actieve-matrixdisplays. De display
bevat een groot aantal schakelelementen waarmee de
pixels worden aangestuurd. Een klein aantal daarvan kan
ontbreken of verkleurd zijn.
Camera
V: Waarom wordt is het beeld zo donker wanneer ik een
foto neem of afbeeldingen bekijk?
A: De contrastinstelling voor de display beïnvloedt de
weergave van afbeeldingen. Controleer de
contrastinstelling en pas deze zo nodig aan. Ga naar
Instellingen Telefooninstellingen Weergave
Contrast.
V: Waarom zien de afbeeldingen er zo vlekkerig uit?
A: Zorg ervoor dat het kapje van de cameralens schoon is.
Volg de aanwijzingen in
Verzorging en onderhoud op
pag.
153 om het lenskapje schoon te maken.
Bluetooth
V: Waarom kan ik de Bluetooth-verbinding niet
beëindigen?
A: Als een ander apparaat aan uw telefoon is gepaard,
terwijl er geen data worden verzonden en de verbinding
actief blijft, kunt u deze alleen verbreken door Bluetooth
uit te schakelen. Ga naar Bluetooth en kies Bluetooth
Uit.
V: Waarom wordt het Bluetooth-apparaat van mijn vriend
niet gevonden?
A: Controleer of Bluetooth op beide apparaten is
geactiveerd.
De afstand tussen beide apparaten mag niet groter zijn
dan 10 meter en er mogen zich geen muren of andere
obstakels tussen de apparaten bevinden.
Misschien staat het andere apparaat in de modus
Verborgen.
Multimediaberichten
V: Wat moet ik doen als ik een multimediabericht niet kan
ontvangen omdat het geheugen vol is?
A: Hoeveel geheugen u nodig hebt kunt u lezen in het
foutbericht dat wordt weergegeven: Onvoldoende
geheugen om bericht op te halen. Verwijder eerste enkele
gegevens. Als u wilt zien wat voor gegevens u hebt
opgeslagen en hoeveel geheugenruimte per categorie in
beslag wordt genomen, gaat u naar Beheer en kiest u
Opties Gegevens geheugen. Nadat u geheugen hebt
vrijgemaakt, probeert de multimediaberichtencentrale de
berichten automatisch opnieuw te verzenden.
V: Wat moet ik doen als het volgende bericht verschijnt:
Kan multimediabericht niet ophalen. Netwerkverbinding al in
gebruik.?
A: Verbreek alle dataverbindingen. U kunt geen
multimediaberichten ontvangen als er voor browser o
e-mail nog een dataverbinding actief is via een ander
gatewayadres.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Problemen oplossen
150
V: Hoe kan ik een dataverbinding beëindigen als telkens
opnieuw verbinding wordt gemaakt? De tekst: Bericht
wordt opgehaald of Probeert bericht opnieuw op te halen
verschijnt kort. Wat is er aan de hand?
A: Er wordt geprobeerd een multimediabericht op te halen
van de multimediaberichtencentrale.
Controleer de instellingen voor multimediaberichten en
ga na of de telefoonnummers en adressen juist zijn. Ga
naar Berichten en kies Opties Instellingen
Multimediabericht.
Als u geen verbinding wilt maken, kunt u het volgende
doen. Ga naar Berichten en kies Opties Instellingen
Multimediabericht en vervolgens:
Kies Bij ontvangst bericht Ophalen uitstellen als u het
bericht in de multimediaberichtencentrale wilt opslaan
om het later op te halen, bijvoorbeeld na controle van
de instellingen. Hierna moet er nog steeds informatie
naar het netwerk worden verstuurd. Als u het bericht
nu wilt ophalen, kiest u Meteen ophalen.
Kies Bij ontvangst bericht Bericht weigeren als u alle
inkomende multimediaberichten wilt weigeren. Hierna
wordt er informatie naar het netwerk gestuurd en
worden alle multimediaberichten die nog niet naar u
zijn verzonden uit de wachtrij van de
multimediaberichtencentrale verwijderd.
Kies Ontvangst multimedia Uit als u alle inkomende
multimediaberichten wilt negeren. Hierna wordt er
geen verbinding meer gemaakt met het netwerk voor
multimediaberichten.
Afbeeldingen
V: Wordt de format van de afbeelding die ik probeer te
openen, ondersteund?
A: Zie pag.
59 voor meer informatie over de ondersteunde
formaten voor afbeeldingen.
Berichten
V: Waarom kan ik geen contactpersoon selecteren?
A: Als u in de map Contacten een bepaalde contactpersoon
niet kunt selecteren, bevat de contactkaart geen
telefoonnummer of e-mailadres. Voeg de ontbrekende
gegevens toe aan de contactkaart in de toepassing
Contacten.
Agenda
V: Waarom ontbreken de weeknummers?
A: Als u de agenda zo hebt ingesteld dat de week op een
andere dag dan maandag begint, worden er geen
weeknummers weergegeven.
Browserdiensten
V: Waarom verschijnt de melding Geen geldig toegangspunt
gedefinieerd. Definieer er een in de Dienstinst.?
A: U moet de juiste browserinstellingen opgeven. Neem
contact op met de aanbieder van de dienst voor advies. Zie
De telefoon configureren voor browserdiensten op pag.
122.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Problemen oplossen
151
Logboek
V: Waarom lijkt het logboek leeg?
A: Mogelijk is er een filter actief en zijn er geen
communicatiegebeurtenissen die aan de filtercriteria
voldoen. Als u alle communicatiegebeurtenissen wilt
bekijken, kiest u Opties Filter Volledige communic..
Verbinding met pc
V: Waarom kan ik mijn telefoon niet met de pc verbinden?
A: Zorg ervoor dat PC Suite voor Nokia 3660 op uw pc is
geïnstalleerd en actief is.
Zie de Installatiehandleiding
van PC Suite
op de cd-rom in de sectie Installeren. Zie
de online Help bij PC Suite voor Nokia 3660 voor extra
informatie over het gebruik van de software.
Toegangscodes
V: Wat is mijn wachtwoord voor de blokkeringscode, PIN-
of PUK-code?
A: De standaardblokkeringscode is 12345. Neem contact
op met uw leverancier als u de blokkeringscode niet meer
weet.
Als u de PIN- of PUK-code niet (meer) weet of als u deze
code(s) niet hebt ontvangen, neemt u contact op met de
aanbieder van de netwerkdienst.
Neemt contact op met de leverancier van het
toegangspunt (bijvoorbeeld de Internet-aanbieder,
aanbieder of de netwerkexploitant) voor informatie over
wachtwoorden.
Toepassing reageert niet
V: Hoe sluit ik een toepassing die niet reageert?
A: Houd ingedrukt, zodat de lijst met geopende
toepassingen wordt weergegeven. Ga naar de toepassing
en druk op om de toepassing te sluiten.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Informatie over de batterij
152
18. Informatie over de batterij
Opladen en ontladen
De telefoon werkt op een oplaadbare batterij.
De capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas optimaal
benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is
opgeladen en ontladen!
De batterij kan honderden keren worden opgeladen en
ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op.
Wanneer de gebruiksduur (stand-by- en gesprekstijd)
aanzienlijk korter is dan normaal, kunt u beter een nieuwe
batterij kopen.
Gebruik alleen batterijen die zijn goedgekeurd door de
fabrikant van de telefoon en laad de batterijen alleen op
met de laadapparaten die zijn goedgekeurd door de
fabrikant. Haal de oplader uit het stopcontact wanneer u
deze niet gebruikt. Laat de batterij nooit langer dan een
week in een laadapparaat zitten omdat de gebruiksduur
van de batterij kan afnemen wanneer deze wordt
overladen. Als een volledig opgeladen batterij niet wordt
gebruikt, wordt deze na verloop van tijd automatisch
ontladen.
Extreme temperaturen kunnen van invloed zijn op de
oplaadcapaciteit van de batterij.
Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze
bestemd is.
Gebruik nooit een beschadigde oplader of batterij.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit
kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij
in een tas of jaszak hebt tezamen met een metalen
voorwerp (zoals een munt, paperclip of pen) dat in direct
contact komt met de poolklemmen van de batterij (de
metalen strips op de batterij). Kortsluiting veroorzaakt
schade aan de batterij of aan het item waarop deze is
aangesloten.
De capaciteit en de levensduur van batterijen nemen af
wanneer u deze in extreem warme of koude temperaturen
bewaart (zoals in een afgesloten auto in de zomer of in de
vrieskou). Probeer ervoor te zorgen dat de
omgevingstemperatuur van de batterij tussen de 15°C en
25°C ligt. Een telefoon met een extreem warme of koude
batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs
wanneer de batterij volledig is opgeladen. De prestaties
van batterijen zijn beduidend minder in temperaturen
onder het vriespunt.
Gooi batterijen nooit in vuur!
Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale
wetgeving (bijvoorbeeld recycling). Batterijen mogen nooit
bij het huishoudafval worden gegooid.
Verwijder de batterij alleen als de telefoon is
uitgeschakeld.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Verzorging en onderhoud
153
19. Verzorging en onderhoud
Uw telefoon is een geavanceerd apparaat, dat met zorg is
ontworpen en geproduceerd. Ga er zorgvuldig mee om. De tips
hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden en
vele jaren plezier te hebben van dit product.
Houd de telefoon en alle onderdelen en accessoires buiten
het bereik van kleine kinderen.
Houd de telefoon droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei
soorten vloeistoffen of vocht bevatten mineralen die
corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken.
Gebruik of bewaar de telefoon niet op stoffige of vuile
plaatsen. De bewegende onderdelen kunnen worden
beschadigd.
Bewaar de telefoon niet op plaatsen waar het heet is. Hoge
temperaturen kunnen de levensduur van elektronische
apparaten bekorten, batterijen beschadigen en bepaalde
kunststoffen doen smelten of vervormen.
Bewaar de telefoon niet op plaatsen waar het koud is.
Wanneer het apparaat weer opwarmt (tot de normale
temperatuur), kan binnenin vocht ontstaan, waardoor
elektronische schakelingen beschadigd kunnen raken.
Probeer niet het apparaat open te maken. Ondeskundige
behandeling kan het apparaat beschadigen.
Laat de telefoon niet vallen en probeer stoten en schudden
te voorkomen. Een ruwe behandeling kan de elektronische
schakelingen beschadigen.
Gebruik geen agressieve chemicaliën, oplosmiddelen of
reinigingsmiddelen om de telefoon schoon te maken.
Verf de telefoon niet. Verf kan de bewegende onderdelen
van het apparaat blokkeren en de werking belemmeren.
Maak de cameralens schoon met een schone, zachte,
droge doek.
Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde
vervangingsantenne. Niet-goedgekeurde antennes,
aanpassingen of accessoires kunnen de telefoon
beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regels met
betrekking tot radioapparaten.
Alle bovenstaande tips gelden voor de telefoon, de batterij,
oplader en andere accessoires. Neem contact op met het
dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als een van deze
onderdelen niet goed werkt. Het personeel zal u helpen en
indien nodig zorgen voor onderhoud of reparatie.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Belangrijke veiligheidsinformatie
154
20. Belangrijke
veiligheidsinformatie
Verkeersveiligheid
Gebruik geen handtelefoon terwijl u een auto bestuurt.
Bewaar de telefoon altijd in de houder; leg de telefoon niet op
de passagiersstoel of op een plaats waar de telefoon los kan
raken bij een botsing of wanneer u plotseling moet remmen.
Verkeersveiligheid heeft altijd voorrang!
Gebruiksomgeving
Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied
van kracht zijn en schakel de telefoon altijd uit op plaatsen
waar het verboden is deze te gebruiken of waar het gebruik
ervan storing of gevaar kan veroorzaken.
Maak alleen normaal gebruik van de telefoon.
Zorg ervoor dat u alleen door Nokia goedgekeurde toebehoren
gebruikt, zodat u voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling
aan radiofrequentiesignalen. Gebruik als u de telefoon hebt
ingeschakeld en op het lichaam draagt, altijd een door Nokia
goedgekeurd draagtasje.
Bepaalde delen van de telefoon zijn magnetisch. Metalen
voorwerpen kunnen worden aangetrokken door de telefoon.
Personen met een gehoorapparaat moeten de telefoon niet
tegen het oor met het gehoorapparaat houden. Klik de
telefoon altijd goed vast in de houder. De hoofdtelefoon kan
worden aangetrokken door metalen voorwerpen. Houd
creditcards en andere magnetische opslagmedia uit de buurt
van de telefoon, omdat de gegevens op deze media kunnen
worden gewist.
Elektronische apparaten
De meeste elektronische apparatuur is beschermd tegen
radiofrequentiesignalen (RF-signalen). Het is echter mogelijk
dat bepaalde elektronische apparaten niet beschermd zijn
tegen de RF-signalen van de draadloze telefoon.
Pacemakers Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er
minimaal 20 cm afstand moet worden gehouden tussen een
draadloze handtelefoon en een pacemaker om mogelijke
storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen
komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de
aanbevelingen van Wireless Technology Research. Voor
mensen met een pacemaker geldt het volgende:
Houd de telefoon op meer dan 20 cm afstand van uw
pacemaker als de telefoon is ingeschakeld;
Draag de telefoon niet in een borstzak;
Houd de telefoon bij het oor aan de andere zijde van het
lichaam dan waar de pacemaker zich bevindt om de kans
op storing te minimaliseren.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Belangrijke veiligheidsinformatie
155
Als u denkt dat er storing optreedt, moet u de telefoon
onmiddellijk uitschakelen.
Gehoorapparaten Sommige digitale draadloze telefoons
kunnen storing in bepaalde gehoorapparaten veroorzaken. Als
u last hebt van dergelijke storing, kunt u contact opnemen met
uw netwerkexploitant.
Andere medische apparatuur Het gebruik van
radiozendapparatuur, dus ook van mobiele telefoons, kan
storing veroorzaken bij het functioneren van onvoldoende
beschermde medische apparatuur. Raadpleeg een arts of de
fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of het
apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of
als u vragen hebt. Schakel de telefoon uit in instellingen voor
gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt.
Ziekenhuizen en andere instellingen voor gezondheidszorg
kunnen gebruik maken van apparatuur die gevoelig is voor
externe RF-energie.
Voertuigen RF-signalen kunnen van invloed zijn op
elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die
verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende beschermd zijn
(bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie,
elektronische antislip-remsystemen (of antiblokkeer-
remsystemen), systemen voor elektronische snelheidsregeling,
airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant van uw voertuig of
een vertegenwoordiger van de fabrikant voor meer informatie.
Raadpleeg ook de fabrikant van eventueel in uw auto
geïnstalleerde apparatuur.
Borden Schakel de telefoon uit in gebouwen waar dit door
middel van borden wordt gevraagd.
Explosiegevaarlijke omgevingen
Schakel de telefoon uit als u op een plaats met explosiegevaar
bent en volg alle aanwijzingen en instructies op. Vonken
kunnen op dergelijke plaatsen een explosie of brand
veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden kunnen
vallen.
Gebruikers wordt geadviseerd om de telefoon uit te schakelen
in benzinestations. Gebruikers worden gewezen op de
noodzaak om zich te houden aan de beperkingen van het
gebruik van radioapparatuur in brandstofopslagplaatsen,
chemische fabrieken of op plaatsen waar met explosieven
wordt gewerkt.
Plaatsen met explosiegevaar zijn vaak, maar niet altijd,
duidelijk gemarkeerd. Dergelijke plaatsen zijn onder andere
scheepsruimen, chemische overslag- of opslagplaatsen,
voertuigen die gebruik maken van LPG (onder andere propaan
of butaan), gebieden waar de lucht chemicaliën of fijne
deeltjes van bijvoorbeeld graan, stof of metaaldeeltjes bevat
en andere plaatsen waar u gewoonlijk wordt geadviseerd de
motor van uw auto af te zetten.
Voertuigen
De telefoon mag alleen door bevoegd personeel worden
onderhouden of in een auto worden gemonteerd.
Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en
de garantie die eventueel van toepassing is doen vervallen.
Controleer regelmatig of de draadloze-telefoonapparatuur in
uw auto nog steeds goed is bevestigd en naar behoren
functioneert.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Belangrijke veiligheidsinformatie
156
Zorg ervoor dat de telefoon, onderdelen ervan of bijbehorende
accessoires zich niet in dezelfde ruimte bevinden als
brandbare vloeistoffen, gasvormige materialen of
explosieven.
Voor autos met een airbag geldt dat de airbag met zeer veel
kracht wordt opgeblazen. Zet geen voorwerpen, dus ook geen
geïnstalleerde of draagbare draadloze apparatuur, in de
ruimte boven de airbag of waar de airbag wordt opgeblazen.
Als draadloze apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de auto
kan dit ernstige verwondingen veroorzaken als de airbag
wordt opgeblazen.
Het is verboden de telefoon in een vliegtuig te gebruiken.
Schakel de telefoon uit voordat u een vliegtuig binnengaat.
Het gebruik van draadloze telefoons kan gevaarlijk zijn voor
de werking van het vliegtuig en kan het draadloze
telefoonnetwerk verstoren. Bovendien kan het in strijd met de
wet zijn.
Het negeren van deze voorschriften kan ertoe leiden dat de
overtreder het gebruik van telefoondiensten (tijdelijk) wordt
ontzegd en/of dat gerechtelijke stappen worden ondernomen.
Alarmnummer kiezen
Belangrijk: Zoals alle draadloze telefoons maakt ook
deze telefoon gebruik van radiosignalen, draadloze netwerken
en kabelnetwerken en door de gebruiker geprogrammeerde
functies. Hierdoor kunnen verbindingen niet onder alle
omstandigheden worden gegarandeerd. Het is daarom van
groot belang dat u nooit alleen vertrouwt op een draadloze
telefoon voor het tot stand brengen van essentiële
communicatie (bijvoorbeeld bij medische noodgevallen).
Het is mogelijk dat in sommige draadloze telefoonnetwerken
of wanneer bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties
in gebruik zijn, geen alarmnummers kunnen worden gebeld.
Neem voor meer informatie contact op met uw
netwerkexploitant.
Een alarmnummer kiezen:
1 Schakel de telefoon in als dat nog niet is gebeurd.
Controleer of de ontvangst van het signaal sterk genoeg is.
In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste
SIM-kaart noodzakelijk zijn.
2 Druk zo vaak als nodig is op (bijvoorbeeld om een
gesprek te beëindigen, een menu af te sluiten, enzovoort)
om het scherm leeg te maken en de telefoon gereed te
maken voor een oproep.
3 Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich
bevindt (bijvoorbeeld 112 of een ander officieel
alarmnummer). Alarmnummers verschillen van land tot
land.
4 Druk op de toets .
Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze
functies moet uitschakelen voordat u een alarmnummer kunt
kiezen. Voor meer informatie hierover raadpleegt u deze
handleiding of de exploitant van uw telefoonnetwerk.
Vergeet niet bij het bellen van een alarmnummer alle
noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk te
omschrijven. Uw draadloze telefoon is mogelijk het enige
communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk; verbreek
de verbinding niet voordat u daarvoor toestemming hebt
gekregen.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Belangrijke veiligheidsinformatie
157
Informatie over certificatie (SAR)
DIT TYPE TELEFOON VOLDOET AAN DE EISEN DIE DE EUROPESE
UNIE HANTEERT VOOR BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN.
Dit apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het apparaat is
ontworpen en geproduceerd in overeenstemming met de
limieten voor blootstelling aan radiofrequentiesignalen (RF-
signalen) die worden aanbevolen door de raad van de Europese
Unie. Deze beperkingen maken deel uit van uitgebreide
richtlijnen en definiëren het toegestane niveau van RF-energie
voor de algemene bevolking. Deze richtlijnen zijn ontwikkeld
door onafhankelijke wetenschappelijke organisaties door
middel van periodieke en grondige evaluaties van
wetenschappelijke studies. In deze beperkingen is een grote
veiligheidsmarge ingebouwd om de veiligheid van alle
personen te kunnen waarborgen, ongeacht de leeftijd of de
gezondheidstoestand.
De standaard voor blootstelling aan mobiele telefoons wordt
uitgedrukt in de maateenheid SAR (Specific Absorption Rate).
De raad van de Europese Unie beveelt een SAR-limiet van 2,0
W/kg aan.* Bij tests voor SAR zijn worden de standaardposities
gebruikt. Het apparaat gebruikt tijdens de tests in alle
frequentiebanden het hoogst toegestane energieniveau.
Doordat de SAR wordt bepaald op het hoogst toegestane
energieniveau, kan het werkelijke SAR-niveau van de telefoon
tijdens gebruik sterk lager liggen dan de maximumwaarde. Dit
komt doordat het apparaat is ontworpen voor gebruik bij
verschillende energieniveaus, zodat niet meer energie wordt
gebruikt dan nodig is om verbinding te maken met het
netwerk. Over het algemeen geldt dat hoe dichter u zich bij
een zendmast bevindt, hoe minder energie er wordt gebruikt.
Voordat een telefoon op de markt komt, moet eerst worden
aangetoond dat deze voldoet aan de Europese R&TTE-richtlijn.
Deze richtlijn bevat één essentiële vereiste en dat is de
bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de
gebruiker en alle andere personen. De hoogste SAR-waarde
die dit telefoonmodel tijdens tests voor compatibiliteit met de
standaard heeft bereikt, was 0,75 W/kg. Hoewel er verschillen
kunnen zijn tussen de SAR-niveaus van verschillende
telefoons en bij verschillende posities, voldoen ze allemaal
aan de eisen van de Europese Unie op gebied van blootstelling
aan radiogolven.
Dit product voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan
RF-signalen wanneer het op normale wijze tegen het oor
wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van
minimaal 1,5 cm van het lichaam bevindt. Wanneer het
product op het lichaam wordt gedragen in een etui, riemclip
of houder, moeten deze hulpmiddelen geen metaal bevatten
en moet het product zich op een afstand van minimaal 1,5 cm
van het lichaam bevinden.
* De SAR-limiet die voor mobiele telefoons voor het publiek
wordt gehanteerd, is 2,0 watt/kilogram (W/kg) evenredig
verdeeld over tien gram weefsel. In de limiet is een
aanzienlijke veiligheidsmarge ingebouwd voor extra
bescherming en om eventuele meetvariaties te ondervangen.
SAR-waarden kunnen variëren, afhankelijk van nationale
rapportage-eisen en de netwerkband. Meer informatie over
SAR in andere regio's kunt u vinden onder Product
information op de website van Nokia op www.nokia.com.
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
158
Index
A
Aanbieder van dataverbindingen, uitleg
van term
30
Aannemen van oproep
18
automatisch
43
Accessoires
instellingen
43
Achtergrondafbeelding
Zie Instellingen, algemeen
Actiepunten
109
gegevens importeren
110
Adresboek
zie Contacten
Afbeeldingen
57
afbeeldingsgegevens bekijken
59
focus verplaatsen
58
geheugengebruik
56
indelingen
59
map Beeldberichten
60
ontvangen van digitale camera
57
ordenen
59
roteren
58
sneltoetsen bij bekijken van
afbeeldingen
59
toevoegen aan contactkaart
46
volledig scherm
58
zoomen
58
Afbeeldingsmodi
54
Afspelen van videoclips
62, 64
Agenda
105
alarm
108
gegevens importeren
110
instellingen
108
items verzenden
109
meerdere items tegelijk verwijderen
148
remote synchronisatie
146
signalen uitzetten
108
symbolen
107
velden voor agenda-items
106
weergaven
107
Algemene instellingen
26
Animaties
58
Audiobestanden
zie Mediabestanden
Automatisch aannemen
43
B
Beheer 134
Bekijken
afbeeldingen
57
GIF-animaties
58
Belangrijke veiligheidsinformatie
alarmnummer kiezen
156
elektronische apparaten
154
explosiegevaarlijke omgevingen
155
gebruiksomgeving
154
verkeersveiligheid
154
verzorging en onderhoud
153
voertuigen
155
Bellen
16
Beltonen
101
instellingen
101
ontvangen in een smart-bericht
85
persoonlijke beltoon toevoegen
50
uitschakelen
19
Beluisteren van berichten
17
Beperking van gesprekskosten
23
door aanbieder
23
teller op nul zetten
23
Berichten
afbeeldingen uit beeldberichten
opslaan
60
beeldberichten
77
beginvenster
69
berichten op SIM-kaart
93
e-mail opstellen
81
inbox
82
instellingen
94
instellingen, map Overige
100
leveringsrapporten
70
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
159
mijn mappen 87
multimediaberichten
78
outbox
92
SMS-berichten
76
tekst intoetsen
72
Bestandsindelingen
JAD en JAR
134
ondersteund
91
RealOne Player
63
SIS-bestand
134
Beveiliging
beveiligingscertificaten
40
instellingen
37
toegangscodes
37
Bewerken
agenda-items
105
contactkaarten
45
tekst
72
Bijlagen
bekijken
90
ophalen
90
Blokkeringscode
38
Bluetooth
138
apparaatsymbolen
141
gegevens ontvangen
143
gegevens verzenden
140
in fabriek ingesteld wachtwoord
141
instellingen
139
korte namen voor gepaarde
apparaten
142
paring
140
paring annuleren
142
paringsverzoeken
140
symbolen verbindingsstatus
141
uniek apparaatadres
139
verbinding verbreken
143
verbindingsverzoeken
140
wachtwoord, uitleg van term
141
Bookmark, uitleg van term
124
Browsen
125
Browser
browsertoegangspunten, zie
Toegangspunten
symbolen
124
verbinding maken
122
verbindingen verbreken
129
WAP-paginas
121
XHTML-paginas
121
C
Camera 53
geheugengebruik
56
geheugenkaart
56
instellingen
54
typen afbeeldingen
54
Cd-rom
145
Certificaten
40
vertrouwensinstellingen
41
Clip
Zie Videorecorder
Componist
112
geluidsvolume aanpassen
112
tempo aanpassen
112
tonen beluisteren
112
toonstijl aanpassen
112
Computerverbindingen
144
Conferentiegesprekken
18
Contacten
gegevens importeren
52
Contactgroepen
51
beltonen toevoegen
50
leden verwijderen
52
meerdere leden tegelijk toevoegen
52
Contactkaarten
beltonen toevoegen
50
beltonen verwijderen
51
DTMF-tonen opslaan
20
fotos invoegen
46
remote synchronisatie
146
snelkeuzetoetsen toewijzen
50
spraaknummers
47
spraaknummers beluisteren
50
spraaknummers toevoegen
48
spraaknummers verwijderen
50
spraaknummers wijzigen
50
standaardnummers en -adressen
toewijzen
47
D
Dataverbindingen
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
160
instellingen 30
symbolen
10
Datum, instellingen
37
Dienstberichten
86
instellingen
99
Digital rights management
128
DNS, Domain Name Service, uitleg van
term
35
Doorschakelen van oproepen
18
Doorverbinden van oproepen
19
DRM
128
DTMF-tonen, uitleg van term
20
E
Editor voor dienstopdrachten 94
Eenheden omrekenen
113
E-mail
81
bijlagen
90
bijlagen opslaan
91
instellingen
98
offline
88
online
88
openen
90
ophalen uit mailbox
89
remote mailbox
87
verwijderen
91
F
Favorieten 103
snelkoppeling toevoegen
103
Fotos
bekijken
57
maken
53
G
Gebelde nummers 21
Gedeeld geheugen
15
Gegevens importeren
Agenda en Actiepunten
110
Contacten
52
Geheugen vol
geheugengebruik weergeven
120,
137
problemen oplossen
148
Geheugenkaart
117
back-up
119
camera
56
deblokkeren
120
formatteren
119
geheugengebruik
120
herstellen
119
videoclips
117
wachtwoord
119
Geluidsbestanden
zie Mediabestanden
Geluidsfragmenten
101
persoonlijke beltoon verwijderen
51
Gemiste oproepen
21
Gewone tekstinvoer
72
GIF-animaties
58
GPRS
zie Pakketdata
H
Handenvrij
zie Luidspreker
Hoge overdrachtssnelheid, uitleg van
term
31
Hoofdtelefoon
15
Hoorapparaat
activeren
43
HSCSD
zie Hoge overdrachtssnelheid
I
Importeren van gegevens van andere
Nokia-telefoons
52, 110
Inactieve modus
zie Standby-modus
Infodienst
93
Infodienstberichten
93
Informatie over de batterij
152
Infrarood
143
Installeren van software
135
Instellingen
26
accessoires
43
agenda
108
algemeen
26
apparaatinstellingen
26
berichten
94
berichten, map Overige
100
beveiliging
37
blokkeringscode
38
Bluetooth
139
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
161
camera 54
certificaten
40
datum en tijd
37
dienstberichten
99
e-mail
98
geluidsfragmenten
101
infodienst
100
klok
115
logboek
25
oproepblokkering
42
oproepen doorschakelen
20
PIN-code
37
RealOne Player
67
SMS-berichten
94
toegangscodes
37
toepassingen (Java)
133
vaste nummers
39
verbinding
30
videorecorder
62
weergave
28
Internet-toegangspunten (IAP)
zie Toegangspunten
Intoetsen van tekst
72
gewone tekstinvoer
72
tekstinvoer met woordenlijst
72
tekstinvoer met woordenlijst,
uitschakelen
74
IP-adres, uitleg van term
35
ISDN, uitleg van term
34
ISP
zie Internet-aanbieder
J
JAD- en JAR-bestanden 134
Java
zie Programmas.
JPEG, uitleg van term
53
K
Klok 115
alarm
115
instellingen
115
Knippen
tekst
75
Kopiëren
contactgegevens tussen SIM-kaart
en telefoongeheugen
45
tekst
75
Kosten
pakketdata
32
L
Leveringsrapporten 70
Lijst met oproepen
zie Logboek
Lijst met recente oproepen
21
beperking van gesprekskosten
23
duur oproep
22
gebelde nummers
21
gemiste oproepen
21
gesprekskosten
22
kosteneenheden
23
lijsten wissen
22
ontvangen oproepen
21
Logboek
filteren
24
inhoud wissen
24
instellingen
25
recente oproepen
21
Luidspreker
14
activeren
14
uitschakelen
15
Luidspreker activeren
14
M
Mailbox 87
verbinding verbreken
90
Maken
contactkaarten
44
Maken van fotos
53
Mappen, maken, items in mappen
onderbrengen
13
Mediabestanden
afspelen
64
bestandsindelingen
63
uitleg van term
63
Menu
10
hoofdmenu herschikken
11
menu
10
Mijn mappen
87
Modem
telefoon als modem gebruiken
145
Multimediaberichten
78
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
162
bekijken 84
geluidsfragmenten afspelen
84
maken
79
Muziekbestanden
zie Mediabestanden
N
Notities 115
O
Offline 88
Omrekenen
113
eenheden omrekenen
113
naam van valuta wijzigen
114
valutas omrekenen
114
wisselkoersen toevoegen
114
Online
88
Online Help
12
Ontvangen
beltonen, logos en instellingen, zie
Smart-berichten
gegevens via Bluetooth
143
gegevens via infrarood
143
Ontvangen oproepen
21
Opname-eenheid, geluiden opnemen
116
Opnemen van videoclips
61
Oproepblokkering
42
Oproepen
beantwoorden
18
beperking kosten
23
conferentiegesprekken
18
doorschakelen
18
doorverbinden
19
duur
22
gekozen
21
gemist
21
instellingen
28
instellingen voor doorschakelen
20
internationaal
16
kosteneenheden
23
map Contacten gebruiken
16
ontvangen
21
opties tijdens gesprek
19
snelkeuze
17
weigeren
18
Oproepen blokkeren
42
Opslaan in buffer
uitleg van term
66
Ordenen
menu
11
Outbox
92
P
Pakketdata 31
gegevensteller
24
instellingen
36
tarieven
32
timer voor verbinding
24
uitleg van term
31
Paring, uitleg van term
141
Pc
verbinding maken
144
PC Suite voor Nokia 3660
144
PIN-code
37
blokkering opheffen
38
Plakken
tekst
75
Problemen oplossen
148
Profielen
101
instellingen
101
naam wijzigen
102
R
Rapporten 70
RealOne Player
63
bestandsindelingen
63
Media Guide
64
streaming
65
volumeregeling
66
Rekenmachine
111
Remote mailbox
87
verbinding verbreken
90
Remote synchronisatie
145
Resolutie, uitleg van term
55
S
Schakelen tussen toepassingen 11
Screensaver
instellingen
28
Signaalklok
115
snooze
116
SIM-kaart
berichten
93
berichten bekijken
25
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
163
namen en nummers 25
namen en nummers kopiëren
45
SIS-bestand
134
Smart-berichten
ontvangen
85
versturen
77
SMS-berichten
76
intoetsen en verzenden
76
SMS-berichtencentrale
nieuwe toevoegen
95
Snelkeuze
50
bellen
17
Snelkoppelingen
in Afbeeldingen
59
in Favorieten
103
Snooze
116
Software
een SIS-bestand overbrengen naar
de telefoon
135
installeren
135
verwijderen
136
Spelletjes
117
Spraakberichten
17
Spraaknummers
47
bellen
49
beluisteren
50
toevoegen
48
uitleg van term
44
verwijderen
50
wijzigen
50
Spraaknummers opnemen
48
Spraakopname
116
Standby-modus
8
instellingen
27
symbolen
9
Streaming
uitleg van term
65
Symbolen
9
dataverbindingen
10
Symbolen voor
agenda-items
107
Synchronisatie
zie Remote synchronisatie.
SyncML
zie Remote synchronisatie.
T
Taal
voor invoer
26
Tarieven voor GPRS
32
Tekst invoeren
72
Tekstberichten
zie SMS-berichten
Tekstinvoer met woordenlijst
72
tips
74
uitschakelen
74
Tekstsjablonen
87
Telefoneren
16
met een spraaknummer
49
Thumbnails
op contactkaart
46
Tijd, instellingen
37
Toegangscodes
37
Toegangspunten
30
instellingen
33
instellingen, geavanceerde
35
Toegangspunten, uitleg van term
30
Toepassingen
130
instellingen voor Java-
toepassingen
133
Java-toepassing installeren
131
Java-toepassing openen
132
Java-toepassing verwijderen
132
Tonen
101
U
Uitschakelen
agendasignaal
108
signaalklok
116
USSD-opdrachten
94
V
Vaste nummers 39
vCard-indeling
51
Verbinding verbreken
Bluetooth
143
Verbindingsinstellingen
30
Verbindingssymbolen
Bluetooth
141
dataverbindingen
10
infrarood
144
Versturen
agenda-items
109
Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
164
contactkaarten, visitekaartjes 51
gegevens via Bluetooth
140
gegevens via infrarood
143
Verwijderen
agenda-items
106
contactkaarten
45
Verwijderen van software
136
Videoclips
zie Mediabestanden
Videorecorder
61
geheugenkaart
62
instellingen
62
videoclips
62
videoclips opslaan
62
zenden van videoclips
62
Videospeler
zie RealOne Player
Visitekaartje, uitleg van term
51
versturen
51
Voicedialling
47
Voicemailbox
17
nummer wijzigen
17
oproepen doorschakelen naar
voicemailbox
20
Volumeregeling
14
tijdens gesprek
16
W
Wachtwoord
geheugenkaart
119
WAP-paginas
browser
121
Weergave info dienst
43
Weergave-instellingen
28
Weigeren van oproepen
18
Wissen
kostentellers voor oproepen
24
lijst met recente oproepen
22
logboek
24
Wissen van geheugen
agenda-items
148
logboekgegevens
148
X
XHTML, uitleg van term 121
XHTML-browser
121
XHTML-paginas
browser
121
Z
Zenden
mediabestanden
67
videoclips
62, 67
Zoekveld
14
Zoomen
58
45


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Nokia 3660 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Nokia 3660 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 4,11 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Nokia 3660

Nokia 3660 User Manual - German - 188 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info