80 ã1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.
pacemaker om mogelijke interferentie met de pacemaker te voorkomen.
Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de
aanbevelingen van Wireless Technology Research.
Mensen met pacemakers:
• Moeten de telefoon op meer dan 20 cm afstand houden van hun
pacemaker als de telefoon is ingeschakeld;
• Moeten de telefoon niet in een borstzak dragen;
• Moeten het oor aan de andere zijde van het lichaam dan waar de
pacemaker zich bevindt gebruiken om de mogelijkheid tot interferentie
te minimaliseren.
• Als u denkt dat er interferentie plaatsvindt, moet u de telefoon
onmiddellijk uitschakelen.
Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze telefoons kunnen storing in bepaalde
gehoorapparaten veroorzaken. Als u last hebt van dergelijke interferentie,
kunt u contact opnemen met uw netwerkexploitant.
Andere medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van mobiele telefoons, kan
interferentie veroorzaken bij het functioneren van onvoldoende beschermde
medische apparatuur. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische
apparaat om vast te stellen of het apparaat voldoende is beschermd tegen
externe RF-energie of als u vragen hebt.
Schakel de telefoon uit in instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat
voorgeschreven wordt. Ziekenhuizen en andere instellingen voor
gezondheidszorg kunnen gebruik maken van apparatuur die gevoelig is voor
externe RF-energie.
Voertuigen
RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in
gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende
beschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie,
elektronische antislip-remsystemen (of antiblokkeer-remsystemen),
systemen voor elektronische snelheidsregeling, airbag-systemen).
Raadpleeg de fabrikant van uw voertuig of een vertegenwoordiger van de
fabrikant voor meer informatie. Raadpleeg ook de fabrikant van eventueel in
uw auto geïnstalleerde apparatuur.