23
Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze bestemd
is. Gebruik nooit een beschadigde lader of batterij.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren wanneer een metalen voorwerp zoals een
munt, paperclip of pen direct contact maakt met de positieve (+)
en negatieve (-) poolklemmen van de batterij. Deze klemmen zien
eruit als metalen strips. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer
u een reservebatterij in uw zak of tas hebt. Kortsluiting van de
poolklemmen kan schade veroorzaken aan de batterij of aan
het voorwerp waarop deze is aangesloten.
De capaciteit en de levensduur van de batterij nemen af wanneer
u deze op hete of koude plaatsen bewaart (zoals in een afgesloten
auto in de zomer of in winterse omstandigheden). Probeer de
batterij altijd te bewaren op een temperatuur tussen 15°C en
25°C (59°F en 77°F). Een apparaat met een warme of koude
batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs
wanneer de batterij volledig opgeladen is. De batterijprestaties
zijn met name beperkt in temperaturen beduidend onder het
vriespunt.
Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan
ontploffen. Batterijen kunnen ook ontploffen als deze beschadigd
zijn. Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale
regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling.
Gooi batterijen niet weg met het huishoudelijk afval.