24
De capaciteit en de levensduur van de batterij nemen af wanneer
u deze op hete of koude plaatsen bewaart (zoals in een afgesloten
auto in de zomer of in winterse omstandigheden). Probeer de
batterij altijd te bewaren op een temperatuur tussen 15°C en
25°C (59°F en 77°F). Een apparaat met een warme of koude
batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs
wanneer de batterij volledig opgeladen is. De batterijprestaties
zijn met name beperkt in temperaturen beduidend onder het
vriespunt.
Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan
ontploffen. Batterijen kunnen ook ontploffen als deze beschadigd
zijn. Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale
regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling.
Gooi batterijen niet weg met het huishoudelijk afval.
Ontmantel of sloop de geheugencellen of batterijen niet. Als een
batterij lekt, moet u ervoor zorgen dat de vloeistof niet in contact
komt met de huid of ogen. Als dat toch gebeurt, moet u uw huid
en ogen onmiddellijk met water uitspoelen of medische hulp
zoeken.