57Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
• Homepage: toets het adres in van de homepage van de WAP-dienst die
u wilt gebruiken (druk op 1 voor een punt) en selecteer OK.
• Sessiemodus: selecteer Doorlopend of Tijdelijk.
• Verbinding beveiligen: selecteer Aan of Uit.
Als de verbindingsbeveiliging is ingeschakeld, zoekt de telefoon naar een
beveiligde lijn voor verbinding met de WAP-dienst. Als er geen beveiligde
verbinding beschikbaar is, wordt geen verbinding gemaakt. Als u toch
verbinding wilt maken met een onbeveiligde lijn, stelt u de
verbindingsbeveiliging in op Uit.
• Drager gegevens: controleer of GSM-gegevens is geselecteerd. Neem
contact op met uw netwerkexploitant of serviceprovider voor informatie
over de tarieven, verbindingssnelheid en andere gegevens.
• Inbelnummer: toets het nummer in en selecteer OK.
• IP-adres: toets het adres in (druk op * voor een punt) en selecteer OK.
• Verificatietype: selecteer Normaal of Beveiligd.
• Type data-oproep: selecteer Analoog of ISDN.
• Gebruikersnaam: toets de gebruikersnaam in (druk op 1 voor een punt) en
druk op OK.
• Wachtwoord: toets het wachtwoord in en selecteer OK. Herhaal dit om het
wachtwoord te bevestigen.