1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ...........................................................................................65
2. IN GEBRUIK NEMEN .........................................................................................................66
2.1. Voorbereiden ...............................................................................................................66
2.2. De belangrijkste bedieningselementen ...........................................................................67
2.3. Water en bonen vullen ..................................................................................................67
2.4. Apparaat inschakelen en ingebruikname uitvoeren ..........................................................67
2.5. Apparaat inschakelen in lopend bedrijf ..........................................................................69
2.6. Kopjes voorverwarmen (model 858) ...............................................................................70
2.7. ECO-modus .................................................................................................................70
3. BASISINSTELLINGEN INSTELLEN/WIJZIGEN ......................................................................70
3.1. Gebruik met of zonder lter instellen .............................................................................70
3.2. Waterhardheid instellen ................................................................................................70
3.3. Temperatuur instellen ..................................................................................................71
3.4. Taal instellen...............................................................................................................71
3.5. Tijden instellen ............................................................................................................71
3.6. Automatische kopjesverwarming instellen (model 858) ...................................................72
3.7. Uitschakelspoeling instellen .........................................................................................72
3.8. Fabrieksinstelling terugzetten .......................................................................................73
3.9. Statistiek opvragen ......................................................................................................73
4. KOFFIESPECIALITEITEN BEREIDEN ...................................................................................73
4.1. Dranken bij elke bereiding individueel bereiden ..............................................................74
4.2. Standaardinstelling voor dranken zonder melk veranderen
(ESPRESSO, CAFE CREME, CAFE LUNGO) ...................................................................75
4.3. Standaardinstelling voor dranken met melk veranderen
(CAPPUCCINO, LATTE MACCHIATO, WARME MELK) .....................................................76
4.4. Standaardinstelling voor heet water veranderen (bijv. voor thee) .......................................78
4.5. “Mijn kofe” voor mij en anderen naar smaak instellen ...................................................79
4.6. Malingsgraad instellen .................................................................................................79
4.7. Gemalen kofe bereiden (bijv. voor cafeïnevrije kofe) ....................................................80
5. REINIGING EN ONDERHOUD ..............................................................................................80
5.1. Opschuimer spoelen ....................................................................................................80
5.2. Systeem spoelen .........................................................................................................81
5.3. Opschuimer reinigen ....................................................................................................81
5.4. Systeem reinigen .........................................................................................................81
5.5. Systeem ontkalken .......................................................................................................82
5.6. Regelmatig met de hand reinigen ..................................................................................83
5.7. Reinigen van de zetgroep .............................................................................................84
5.8. Filter vervangen ...........................................................................................................84
5.9. Onderhoudsstatus ........................................................................................................85
6. SYSTEEMMELDINGEN .......................................................................................................86
7. PROBLEMEN ZELF OPLOSSEN ...........................................................................................87
8. RESERVEONDERDELEN/TOEBEHOREN ...............................................................................88
9. KLANTENSERVICE, GARANTIE, MILIEUBESCHERMING .......................................................88
10. TECHNISCHE SPECIFICATIES ...........................................................................................89
1. Veiligheidsvoorschriften
• Het apparaat mag alleen voor het beoogde doel worden gebruikt (alleen voor
huishoudelijk gebruik) en is niet bestemd voor commercieel gebruik (zie garan-
tievoorwaarden). Bij niet-inachtneming vervalt de garantie.
• De bedrijfsspanning en netspanning moeten in elk geval met elkaar overeenko-
men. Zie hiervoor het typeplaatje/de sticker op het apparaat (zie afb. 1/S).
• Gebruik het apparaat niet, als de voedingskabel of de behuizing beschadigd zijn.
Laat de voedingskabel nooit met hete delen in aanraking komen.
• Trek de netstekker niet aan de voedingskabel uit het stopcontact.
• Neem in elk geval de reinigings- en ontkalkingsvoorschriften in acht! Bij niet-
inachtneming vervalt de garantie.
• Tijdens onderhouds- en reinigingswerkzaamheden moet het apparaat uitgescha-
keld zijn en dient de netstekker te zijn losgekoppeld.
• Plaats het apparaat op een vlak, stabiel oppervlak en gebruik het alleen bin-
nenshuis. Plaats het apparaat nooit op hete oppervlakken of in de buurt van
open vuur.
• Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar en ouder en door personen met ver-
minderde fysieke, sensorische of mentale vaardigheden of gebrek aan ervaring
en kennis worden gebruikt, wanneer deze onder toezicht staan of zijn geïnstru-
eerd over het veilige gebruik van het apparaat en de hiermee gepaard gaande
risico’s begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden mogen niet door kinderen worden uitgevoerd,
behalve als ze 8 jaar of ouder zijn en er toezicht gehouden wordt.
• Het apparaat en de voedingskabel dienen uit de buurt van kinderen jonger dan 8
jaar te worden gehouden.
• Bij langere afwezigheid gedurende meerdere dagen, dient u altijd de netstekker
uit het stopcontact te trekken.
• Laat het apparaat niet onnodig ingeschakeld. Dompel het apparaat nooit onder
in water.
• Reinig het apparaat of afzonderlijke onderdelen ervan nooit in de vaatwasser. Bij
niet-inachtneming vervalt de garantie.
• Koppel bij een defect onmiddellijk de netstekker los (trek nooit aan de voedings-
kabel of aan het apparaat zelf).
64 65
Inhoudsopgave 1. Veiligheidsvoorschriften