1. Veiligheidsvoorschriften
• Het apparaat mag alleen voor het beoogde doel worden gebruikt (alleen voor
huishoudelijk gebruik) en is niet bestemd voor commercieel gebruik (zie garan-
tievoorwaarden). Bij niet-inachtneming vervalt de garantie.
• De bedrijfsspanning en netspanning moeten in elk geval met elkaar overeen-
komen. Zie hiervoor het typeplaatje/de sticker op het apparaat (zie afb. 1/S).
• Gebruik het apparaat niet, als de voedingskabel of de behuizing beschadigd zijn.
Laat de voedingskabel nooit met hete delen in aanraking komen.
• Trek de netstekker niet aan de voedingskabel uit het stopcontact.
• Neem in elk geval de reinigings- en ontkalkingsvoorschriften in acht! Bij niet-
inachtneming vervalt de garantie.
• Tijdens onderhouds- en reinigingswerkzaamheden moet het apparaat uit-
geschakeld zijn en dient de netstekker te zijn losgekoppeld.
• Plaats het apparaat op een vlak, stabiel oppervlak en gebruik het alleen binnen-
shuis. Plaats het apparaat nooit op hete oppervlakken of in de buurt van open vuur.
• Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar en ouder en door personen met
verminderde fysieke, sensorische of mentale vaardigheden of gebrek aan ervar-
ing en kennis worden gebruikt, wanneer deze onder toezicht worden staan of zijn
geïnstrueerd over het veilige gebruik van het apparaat en de hiermee gepaard
gaande risico’s begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reinig-
ings- of onderhoudswerkzaamheden mogen niet door kinderen zonder toezicht
worden uitgevoerd. Het apparaat en de voedingskabel dienen uit de buurt van
kinderen jonger dan 8 jaar te worden gehouden.
• Bij langere afwezigheid gedurende meerdere dagen, dient u altijd de netstekker uit
het stopcontact te trekken.
• Laat het apparaat niet onnodig ingeschakeld. Dompel het apparaat nooit onder
in water.
• Reinig het apparaat of afzonderlijke onderdelen ervan nooit in de vaatwasser. Bij
niet-inachtneming vervalt de garantie.
• Koppel bij een defect onmiddellijk de netstekker los (trek nooit aan de voeding-
skabel of aan het apparaat zelf).
• Ingeval van een foute bediening, ondeskundig gebruik of niet vakkundige repara-
ties kunnen wij voor eventuele schade niet aansprakelijk worden gesteld. De
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ...........................................................................................49
2. IN GEBRUIK NAME ............................................................................................................50
2.1 Voorbereiden ..............................................................................................................50
2.2 De belangrijkste bedieningselementen ..........................................................................51
2.3 Water en bonen vullen ................................................................................................51
2.4 Apparaat inschakelen en systeem vullen .......................................................................51
2.5 Apparaat met lter gebruiken ......................................................................................52
2.6 Apparaat zonder lter gebruiken, waterhardheid instellen ...............................................52
2.7 Automatische uitschakeltijd instellen ...........................................................................53
2.8 Temperatuur instellen ................................................................................................54
2.9 Automatische spoeling na Uit instellen .........................................................................54
2.10 Malingsgraad instellen ................................................................................................54
2.11 Fabrieksinstelling resetten (reset).................................................................................55
3. KOFFIEZETTEN ..................................................................................................................55
3.1 Apparaat inschakelen ..................................................................................................55
3.2 Kofesterkte selecteren ...............................................................................................55
3.3 Hoeveelheid water selecteren.......................................................................................56
3.4 Een kopje kofe zetten ................................................................................................56
3.5 Twee kopjes bereiden ..................................................................................................56
3.6 Gebruik van gemalen kofe .........................................................................................57
3.7 Heet water (bijv. voor thee) bereiden ............................................................................57
3.8 Melk opschuimen en cappuccino bereiden ....................................................................57
4. REINIGING EN ONDERHOUD ..............................................................................................58
4.1 Filter vervangen ..........................................................................................................58
4.2 Systeem reinigen ........................................................................................................59
4.3 Systeem ontkalken .....................................................................................................59
4.4 Regelmatig met de hand reinigen .................................................................................61
4.5 Zetgroep reinigen .......................................................................................................61
5. SYSTEEMMELDINGEN .......................................................................................................62
6. STORINGEN ZELF VERHELPEN ..........................................................................................63
7. RESERVEONDERDELEN/TOEBEHOREN ...............................................................................64
8. KLANTENSERVICE, GARANTIE, MILIEUBESCHERMING .......................................................64
9. TECHNISCHE SPECIFICATIES .............................................................................................65
48 49
Contents 1. Veiligheidsvoorschriften