De Wii-afstandsbediening die bij het Wii-systeem is geleverd is gesynchroniseerd met het systeem. De
vaste synchronisatie wordt gebruikt om extra Wii-afstandsbedieningen aan het systeem toe te voegen
of om de oorspronkelijke afstandsbediening opnieuw te synchroniseren. Deze procedure zorgt ervoor dat
de afstandsbediening met het systeem kan communiceren.
Er zijn twee verschillende manieren om te synchroniseren (syncen)
Vaste synchronisatie – Als de afstandsbediening gesynchroniseerd is met een systeem blijft dit zo, tenzij je
deze instelling overschrijft door de afstandsbediening met een ander systeem te syncen.
Tijdelijke synchronisatie – Hiermee kun je de afstandsbediening tijdelijk op een ander systeem gebruiken
dan je eigen systeem of een afstandsbediening van een vriend op jouw systeem gebruiken. Hiermee wordt
de vaste synchronisatie-instelling van de afstandsbediening niet overschreven. Met dit type synchronisatie
communiceert de afstandsbediening alleen met het systeem, zolang het systeem aan staat. Als het systeem
wordt uitgeschakeld, wordt de synchronisatie met het systeem opgeheven.
• Er kunnen maximaal 16 Wii-afstandsbedieningen tegelijkertijd zijn gesynchroniseerd met een Wii-systeem
– 10 met vaste synchronisatie en 6 met tijdelijke synchronisatie.
• Alleen een Wii-afstandsbediening die is gesynchroniseerd met vaste synchronisatie kan het systeem
aan- of uitzetten.
152
6
De Wii-afstandsbediening synchroniseren
met het Wii-systeem
153
■ Vaste synchronisatie
LET OP: zorg dat er batterijen in de Wii-afstandsbediening zitten.
1. Verwijder het batterijklepje aan de achterzijde
van de afstandsbediening.
2. Open het SD-kaartklepje aan de voorkant
van het Wii-systeem.
3. Druk kort op de SYNC-knop achter het
batterijklepje van de Wii-afstandsbediening
en laat de knop weer los. Druk vervolgens
kort op de SYNC-knop achter het SD-kaart-
klepje en laat de knop weer los.
4. De spelerslampjes knipperen tijdens het synchronisatieproces. Als het knipperen stopt is de synchro-
nisatie voltooid. Het brandende lampje geeft aan voor welke speler de afstandsbediening is gesynchroni-
seerd.
Deze procedure moet worden doorlopen voor iedere extra Wii-afstandsbediening die met het sys-
teem wordt gebruikt. De volgorde waarin de afstandsbedieningen worden gesynchroniseerd, bepaalt
de spelervolgorde bij spellen voor meer spelers. Zie ‘Tijdelijke synchronisatie’ hieronder voor meer
informatie over het tijdelijk wijzigen van de volgorde van de afstandsbedieningen.
3. Druk tegelijk op de 1- en 2-knop van de afstandsbediening die je wilt syn-
chroniseren met het systeem. De volgorde waarin de afstandsbedieningen
worden gesynchroniseerd, bepaalt de spelersvolgorde bij spellen voor
meer spelers.
4. De spelerslampjes knipperen tijdens het synchronisatieproces. Als de lampjes stoppen met knipperen is
de synchronisatie voltooid.
Het aantal knipperende spelerslampjes is een indicatie van de levensduur van
de batterijen in de Wii-afstandsbediening die wordt gesynchroniseerd.
Na de synchronisatie geeft het oplichtende spelerslampje het spelersnummer
voor die Wii-afstandsbediening aan.
LET OP: de tijdelijke synchronisatie is niet permanent. Onder de volgende omstandigheden raakt de
Wii-afstandsbediening zijn synchronisatie kwijt:
• Als je het systeem uitschakelt door de POWER-knop op de Wii-afstandsbediening of op het Wii-systeem
in te drukken.
• Als je vanuit het Wii-menu naar een spel of kanaal gaat.
• Als je vanuit een spel of kanaal teruggaat naar het Wii-menu.
• Als je kiest voor TITELSCHERM in het HOME-menu.
• Als je de RESET-knop op de voorkant van het Wii-systeem indrukt.
Belangrijke richtlijnen voor draadloze communicatie
• Speel op een afstand van 1 tot 3 meter voor het beste resultaat
• Zorg dat je je recht tegenover de tv en de aangesloten sensorbalk bevindt.
• Zorg dat er zo min mogelijk mensen of voorwerpen tussen jou en het Wii-systeem staan.
• Vermijd storing door andere apparaten. Als de communicatie lijkt te worden beïnvloed door andere
apparaten (draadloos LAN, magnetronovens, draadloze apparaten, computers), verplaats het systeem
dan naar een andere plek of schakel het apparaat uit dat voor de storing zorgt.
■ Tijdelijke synchronisatie
LET OP: deze vorm van synchronisatie overschrijft tijdelijk de vaste synchronisatie-instelling van alle af-
standsbedieningen, totdat het Wii-systeem uit wordt gezet. Als het systeem daarna wordt aangezet, zijn de
vaste synchronisatie-instellingen weer van kracht.
2. Kies de optie INSTELLINGEN Wii-AFSTANDSBEDIENING in het HOME-
menu, en kies OPNIEUW INSTELLEN.
1. Druk op de HOME-knop van een afstandsbediening die gesynchroniseerd is met het systeem.
LET OP: als de Wii-afstandsbediening zijn synchronisatie met het Wii-systeem verliest en het niet
lukt de afstandsbediening opnieuw te synchroniseren, probeer dan de volgende procedure:
1. Zet het Wii-systeem uit met de POWER-knop op het systeem.
2. Haal gedurende tien seconden de stekker van de Wii-voeding uit het stopcontact. Steek de stekker
daarna weer in het stopcontact.
3. Zet het Wii-systeem aan met de POWER-knop op het systeem en probeer de Wii-afstandsbediening nog
eens te synchroniseren.
MEER Levensduur MINDER
S1 S2 S3 S4