1)
Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen
NEPTUNE 5 / 7 / 8
1. De kap en de deur openen (zie
hoofdstuk 3.6, stappen 1. + 2.).
2. De draaiknop aan het regelvei-
ligheidsblok tegen de wijzers
van de klok in tot aan de aanslag
draaien.
3. De hoofdschakelaar in de positie
brengen.
4. De temperatuur selecteren
(meer dan 100°C).
Voor speciale toepassingen de
spuitlans met de stoomsproeier
gebruiken (extra toebehoren).
+
4.2 Toestel inschakelen
4.2.1 Koudwaterbedrijf/
heetwaterbedrijf (tot
100°C)
1. De hoofdschakelaar in de
positie (koud water)
brengen.
De besturingselektronica voert
een automatische controle door.
In de display wordt gedurende
ca. 1 seconde „---“ aangegeven.
De motor start.
Schijnt.
2. De hoofdschakelaar in de
positie (heet water)
brengen.
3. De temperatuur selecteren.
4. De spuitpistool ontgrendelen
en activeren.
5. De brander wordt ingescha-
keld.
6. De beveiligingsgrendel ook
bij kortdurende arbeidson-
derbrekingen inleggen.
AANWIJZING!
20 seconden na het sluiten van
de spuitpistool wordt het toestel
automatisch uitgeschakeld. Het
4.3 Drukregeling met de
Tornado-lans
1. Draaiknop aan de spuitin-
richting draaien:
– hoge druk =
in de richting van de wijzers
van de klok (+)
– lage druk =
tegen de richting van de wij-
zers van de klok (–)
toestel kan door het activeren
van de spuitpistool opnieuw in
bedrijf worden gesteld.
4.2.2 Stoomaandrijving
(boven 100°C)