De werking in detail
37
TTL automatische flitsmodus
■
■
■
TTL automatische flits: D
In deze modus wordt het flitslicht dat door het onderwerp weerkaatst wordt,
gedetecteerd door de TTL automatische flitssensor van de camera; de camera
regelt vervolgens automatisch de flitssterkte om de correcte belichting te bereiken.
Uitgebalanceerde invulflits: Do
Druk op de a knop om de aanduidingen Do op het LCD-scherm te doen
verschijnen. De flitser geeft een uitgebalanceerde invulflits. De flitssterkte wordt
automatisch aangepast om een evenwichtige belichting van hoofdonderwerp en
achtergrond te verkrijgen. (Tijdens de uitgebalanceerde invulflits verschijnt er
geen indicatie o bij gebruik van camera’s van groepen III en IV.)
• Do wijst op “i-TTL uitgebalanceerde invulflits” in de i-TTL modus.
Standaard TTL flits: D
Druk op de a knop om de aanduiding D op het LCD-scherm te doen
verschijnen. De flitser vuurt een standaard TTL flits af. Het hoofdonderwerp
wordt correct belicht, ongeacht de helderheid van de achtergrond. Deze
modus is handig wanneer u alle nadruk wil leggen op het hoofdonderwerblz.
• D wijst op “Standaard i-TTL flits” in de i-TTL modus, “Standaard TTL flits voor digitale
reflexcamera’s” in de D-TTL modus, en “Standaard TTL flits” in de TTL modus voor
analoge camera’s.
t Opmerkingen over de aanduidingen van de TTL modi
Vergelijkingstabellen worden gegeven op de pagina’s 108-110 om de TTL
modus indicaties van de SB-800 te tonen, samen met de overeenkomstige
indicaties die vermeld staan in de gebruiksaanwijzingen voor flitsers
zonder CLS.
•Voor meer details over opnamemethoden in de TTL automatische flitsmodus, zie het
hoofdstuk “Basiswerking”(blz. 17).
t
Flitsbereik in de 1/300 TTL Ultrasnelle flitssynchronisatiemodus (enkel F5)
Op het LCD-scherm van de SB-800 kan het uiterste bereik van de flitser niet
worden afgelezen. Volg in dit geval de tabel met de richtgetallen en de
vergelijking (blz. 106) voor het berekenen van deze afstand voor elke
afzonderlijke positie van de zoomkoblz.
u
Verschil in flitsregelniveau in de TTL en niet-TLL automatische flitsmodus
In beide flitsmodi zal het flitslicht dat weerkaatst wordt door het onderwerp
gemeten worden om de flitssterkte te regelen. In de TTL modus wordt deze
meting door de lens gemaakt en in de niet-TTL automatische flitsmodus wordt
deze meting gemaakt door het lichtsensorvenster van de Speedlight voor niet-
TTL automatisch flitsen over een beperkt bereik. Dit betekent dat als u
hetzelfde onderwerp in verschillende flitsmodi fotografeert, er verschillen in het
flitsregelniveau kunnen optreden, afhankelijk van de opnamecondities. Het
verdient aanbeveling de TTL modus te gebruiken bij het fotograferen met
camera’s die geschikt zijn voor TTL automatisch flitsen.