64
Flitsfotografie met geavanceerde draadloze belichting
7
Controleer of de flitser-klaarlampjes van de
hoofdflitser en de slaafflitsers aangaan. Druk dan op
de h knop van de hoofdflitser voor een testflits.
• Eerst ontsteekt de hoofdflitser, vervolgens de
slaafflitsers van groep A, gevolgd door die van groep B.
• Als een bepaalde slaafflitser niet ontsteekt, verander
dan de opstelling door de flitser wat dichter bij het
onderwerp te plaatsen of het lichtsensorvenster meer
naar de hoofdflitser te richten. Maak een testflits met
de nieuwe opstelling.
•U kunt de belichting controleren alvorens de eigenlijke
opname te maken met behulp van de testverlichting
(blz. 45).
8
Controleer tenslotte het diafragma en de
flitsafstand zoals in de TTL flitsmodus en maak
de opname.
• Raadpleeg blz. 17 voor TTL flitsen.
• De flitswerking kan gecontroleerd worden aan de hand
van het flitser-klaarlampje of de pieptoon (blz. 65).
t
Testverlichting in de geavanceerde draadloze belichtingsmodus
Wanneer u de testverlichtingsknop van de hoofdflitser (met CLS) indrukt, zal de
testverlichting van alle slaafflitsers die op de hoofdflitser zijn ingesteld in
werking treden. Wanneer u de testverlichtingsknop van de compatibele camera
indrukt, zal de testverlichting van de hoofdflitser en van alle slaafflitsers in
werking treden.
• De testverlichting gaat aan gedurende 1 seconde.
• Zowel de hoofdflitser als de slaafflitsers vuren een flits af op de ingestelde flitskracht.
• Raadpleeg de handleiding van de compatibele camera voor meer bijzonderheden over
de testverlichting van de camera.