376 Technische opmerkingen
❚❚ Scherpstelling
De scherpstelstand kan worden geselecteerd met behulp van de
camerabediening (0 82). Autofocus- en afstandsmeterfuncties
worden ondersteund bij alle brandpuntsafstanden. Negeer bij het
gebruik van dit objectief alle delen van de camerahandleiding
waarin autofocus- en afstandsmeterrestricties voor objectieven met
een maximaal diafragma kleiner dan f/5.6 worden vermeld.
Autofocus
Scherpstelling wordt automatisch aangepast wanneer de camera
zich in autofocusstand bevindt (0 82). De scherpstelring kan ook
worden gebruikt om de camera scherp te stellen als de
ontspanknop half wordt ingedrukt (of als de AF-ON-knop ingedrukt
wordt gehouden); de zogeheten “autofocus met handcorrectie”
(M/A). Autofocus wordt hervat zodra de ontspanknop voor de
tweede keer half wordt ingedrukt (of de AF-ON-knop wordt
ingedrukt). Houd er rekening mee dat het aanraken van de
scherpstelring terwijl autofocus in werking is, ervoor zorgt dat de
scherpstelpositie wordt veranderd.
Handmatige scherpstelling
Wanneer de camera zich in handmatige scherpstelstand bevindt,
kan scherpstelling worden aangepast door aan de scherpstelring
van het objectief te draaien (0 95). Wanneer de camera uit is of de
stand-by-timer is verlopen, kan de scherpstelring niet worden
gebruikt om scherp te stellen en aan de zoomring draaien verandert
de scherpstelpositie; schakel, voorafgaand aan het scherpstellen, de
camera in of druk op de ontspanknop om de stand-by-timer te
reactiveren.
Gebruikers van de camera’s D5, D810-serie, Df, D750, D7200, D7100
en D5200 moeten er rekening mee houden dat als de stand-by-
timer het toelaat om af te lopen, de scherpstelpositie zal veranderen
wanneer de timer wordt herstart. Stel opnieuw scherp alvorens te
fotograferen. Langere stand-by-tijden worden aanbevolen voor
handmatige scherpstelling en in andere situaties waarin u de sluiter
niet kunt ontspannen, onmiddellijk na het scherpstellen.