102875
28
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/128
Next page
Nl
DIGITALE CAMERA
Gebruikshandleiding
Informatie over handelsmerken
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
Macintosh, Mac OS en QuickTime zijn handelsmerken van Apple Inc.
Adobe en Acrobat zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Inc.
Het SD-logo is een handelsmerk van de SD Card Association.
PictBridge is een handelsmerk.
De D-Lighting-technologie wordt geleverd door P Apical Limited.
Alle andere handelsnamen die in deze handleiding of in andere documentatie bij uw
Nikon-product worden vermeld, zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
i
Inleiding
Eerste stappen
G
Basisstappen voor foto’s maken en
weergeven: Eenvoudige autostand
A
Autostand
C
Onderwerpafhankelijke opnamestanden
H
One-touchportretstand
c
Meer over weergave
D
Films
Aansluiting op een televisie, computer of printer
d
Menu’s voor opname, weergave en set-up
Technische opmerkingen
ii
Voor uw veiligheid
Om schade aan het Nikon-product of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen,
verzoeken wij u de volgende veiligheidsvoorschriften goed door te lezen alvorens
dit product in gebruik te nemen. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats
waar alle gebruikers van dit product ze kunnen lezen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de in dit hoofdstuk
vermelde veiligheidsvoorschriften worden aangeduid door middel van het
volgende symbool:
WAARSCHUWINGEN
Zet de camera bij storing uit
Indien er rook of een ongewone geur
uit de camera of de lichtnetadapter
komt, koppel de lichtnetadapter dan
los en verwijder de batterijen
onmiddellijk. Let hierbij op dat u geen
brandwonden oploopt. Als u de
camera blijft gebruiken, kan dit tot
letsel leiden. Nadat de stroombron is
verwijderd of losgekoppeld, moet het
apparaat worden nagekeken door een
door Nikon erkende servicedienst.
Demonteer het apparaat niet
Het aanraken van de interne delen van
het product kan leiden tot letsel.
Reparaties mogen uitsluitend door
bevoegde technici worden
uitgevoerd. Als de camera als gevolg
van een val of een ander ongeluk
openbreekt, haalt u de stekker uit het
stopcontact en/of verwijdert u de
batterijen en laat u het product
nakijken door een door Nikon erkende
servicedienst.
Gebruik de camera of
lichtnetadapter niet in de
buurt van ontvlambare
gassen
Gebruik elektronische apparatuur niet
in de buurt van ontvlambare gassen,
omdat dit kan leiden tot ontploffingen
of brand.
Wees voorzichtig met de
camerariem
Hang de camerariem nooit om de nek
van een baby of kind.
Buiten bereik van kinderen
houden
Zorg ervoor dat kleine kinderen de
batterijen of andere kleine onderdelen
niet in hun mond kunnen stoppen.
Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden gelezen voordat dit
Nikon-product in gebruik wordt genomen, zodat mogelijk letsel wordt voorkomen.
iii
Voor uw veiligheid
Wees voorzichtig met batterijen
Batterijen kunnen lekken of ontploffen
wanneer ze verkeerd worden gebruikt.
Let op de volgende punten bij het
gebruik van de batterijen voor dit
product:
Schakel het apparaat uit voordat u
de batterij verwisselt. Als u een
lichtnetadapter gebruikt, zorg er
dan voor dat de stekker uit het
stopcontact is verwijderd.
Gebruik alleen batterijen die zijn
goedgekeurd voor gebruik in dit
apparaat (A 12). Gebruik geen
oude en nieuwe batterijen of
batterijen van verschillende merken
of typen door elkaar.
Als u oplaadbare Nikon EN-MH1
NiMH-batterijen afzonderlijk koopt,
laad en gebruik dan twee batterijen
als een set. Combineer geen
batterijen uit verschillende sets.
Plaats batterijen in de juiste richting.
U mag de batterijen niet kortsluiten
of uit elkaar halen, of de isolatie of
het omhulsel verwijderen of
openbreken.
Stel batterijen niet bloot aan vuur of
hoge temperaturen.
Dompel de batterijen niet onder in
water en zorg dat ze niet vochtig
worden.
Vervoer of bewaar de batterijen niet
bij metalen voorwerpen, zoals
halskettingen of haarspelden.
Volledig lege batterijen kunnen gaan
lekken. Om schade aan het product te
voorkomen, dient u de batterijen te
verwijderen wanneer deze leeg zijn.
Stop onmiddellijk met het gebruik
van de batterijen wanneer zich een
verandering voordoet, zoals
verkleuring of vervorming.
Spoel kleding of huid die in contact
is gekomen met vloeistof uit
beschadigde batterijen onmiddellijk
af met ruim water.
Neem bij het gebruik van de
MH-71 batterijlader (apart
leverbaar) de onderstaande
voorzorgsmaatregelen in acht
Houd de batterijlader droog. Als u
deze voorzorgsmaatregel niet in
acht neemt, kan dit leiden tot brand
of een elektrische schok.
Verwijder stof op of bij de metalen
onderdelen van de stekker met een
droge doek. Als u dit nalaat en het
product blijft gebruiken, kan dit
brand veroorzaken.
Raak het netsnoer niet aan en blijf
uit de buurt van de batterijlader
tijdens onweer. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dit leiden tot een
elektrische schok.
Voorkom beschadigingen of
veranderingen aan het netsnoer.
Trek de kabel niet met kracht los en
buig deze niet. Plaats geen zware
voorwerpen op de kabel en stel de
kabel niet bloot aan hitte of vuur. Als
de isolatie beschadigd raakt en de
draden bloot komen te liggen, laat
het netsnoer dan door een door
Nikon erkende servicedienst
nakijken. Als u deze
voorzorgsmaatregelen niet in acht
neemt, kan dit brand of een
elektrische schok veroorzaken.
Raak de stekker of de batterijlader
niet met natte handen aan. Als u
deze voorzorgsmaatregel niet in
acht neemt, kan dit leiden tot een
elektrische schok.
iv
Voor uw veiligheid
Gebruik de juiste kabels
Gebruik voor aansluitingen uitsluitend
de voor dit doel meegeleverde of bij
Nikon verkrijgbare kabels, zodat wordt
voldaan aan de productvoorschriften.
Wees voorzichtig met de
bewegende delen
Pas op dat uw vingers of andere
voorwerpen niet bekneld raken tussen
de objectiefbescherming of andere
bewegende delen.
Cd-rom’s
Speel de cd-rom’s die bij dit apparaat
worden geleverd niet af op een audio-
cd-speler. Als u cd-rom’s afspeelt op
een audio-cd-speler, kan dit leiden tot
gehoorverlies of beschadiging van de
apparatuur.
Wees voorzichtig met gebruik
van de flitser
Als u een flitser dicht bij de ogen van
een te fotograferen persoon gebruikt,
kan dit tijdelijk oogletsel veroorzaken.
Wees extra voorzichtig bij het
fotograferen van kleine kinderen. De
flitser mag niet dichterbij worden
gehouden dan één meter.
Flits niet als het flitsvenster
met een persoon of voorwerp
in aanraking komt
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in
acht neemt, kan dit brand of
brandwonden veroorzaken.
Vermijd contact met vloeibare
kristallen
Als de monitor beschadigd raakt, dient
u erop te letten dat u zich niet
verwondt aan de glassplinters en te
voorkomen dat de vloeibare kristallen
uit de monitor in aanraking komen
met uw huid, ogen of mond.
v
Mededelingen
Symbool voor gescheiden
inzameling in Europese landen
Dit symbool geeft aan dat dit
product via gescheiden
inzameling moet worden
afgevoerd.
Het volgende is uitsluitend
van toepassing voor gebruikers in
Europese landen:
Dit product dient apart te worden
ingeleverd bij een aangewezen
inzamelingspunt. Werp dit product
niet weg als huishoudelijk afval.
Neem voor meer informatie contact
op met de leverancier of de
gemeentelijke reinigingsdienst.
vi
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid...............................................................................................................................ii
WAARSCHUWINGEN ............................................................................................................................. ii
Mededelingen .......................................................................................................................................v
Inleiding...................................................................................................................................................1
Over deze handleiding......................................................................................................................... 1
Informatie en voorzorgsmaatregelen ............................................................................................ 2
Onderdelen van de camera................................................................................................................ 4
Camerabody ..............................................................................................................................................................4
De monitor .................................................................................................................................................................6
Basiswerking............................................................................................................................................ 8
Opnamestandknop ...............................................................................................................................................8
De c knop (Weergave) ....................................................................................................................................8
Multi-selector ............................................................................................................................................................9
d knop .................................................................................................................................................................10
Het helpscherm ....................................................................................................................................................11
Het polskoord bevestigen..............................................................................................................................11
Eerste stappen.................................................................................................................................... 12
De batterijen plaatsen........................................................................................................................12
Ondersteunde batterijen ................................................................................................................................12
De camera aan- en uitzetten........................................................................................................................12
Taal, datum en tijd instellen.............................................................................................................14
Een geheugenkaart plaatsen...........................................................................................................16
Een geheugenkaart verwijderen................................................................................................................17
G Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: Eenvoudige autostand .............. 18
Stap 1: Zet de camera aan en selecteer de stand G (Eenvoudige autostand).............18
Stap 2: Kadreer het beeld..................................................................................................................20
Stap 3: Stel scherp en druk af ..........................................................................................................22
Stap 4: Foto’s weergeven en wissen .............................................................................................24
De flitser gebruiken.............................................................................................................................26
De flits-stand instellen ......................................................................................................................................26
Foto’s maken met de zelftimer .......................................................................................................28
Macro-stand...........................................................................................................................................29
Belichtingscompensatie....................................................................................................................30
A Autostand ...................................................................................................................................... 31
Opnemen in de Autostand...............................................................................................................31
vii
Inhoudsopgave
C Onderwerpafhankelijke opnamestanden .......................................................................... 32
Opnemen in de onderwerpsstand ................................................................................................32
De onderwerpsstand instellen....................................................................................................................32
Functies......................................................................................................................................................................33
H One-touchportretstand ............................................................................................................ 40
Opnamen maken in de one-touchportretstand.......................................................................40
Het one-touchportretmenu .............................................................................................................41
c Meer over weergave.................................................................................................................. 42
Meerdere foto’s weergeven: miniatuurweergave ...................................................................42
Foto’s van dichtbij bekijken: zoomweergave ............................................................................43
Foto’s bewerken...................................................................................................................................44
Helderheid en contrast verbeteren: D-Lighting...............................................................................45
Een uitgesneden kopie maken: Uitsnede.............................................................................................46
g Het beeldformaat aanpassen: Kleine kopie.................................................................................47
D Films ................................................................................................................................................. 48
Films opnemen .....................................................................................................................................48
Het filmmenu.........................................................................................................................................49
Filmopties selecteren........................................................................................................................................49
Stop-motionfilms.................................................................................................................................................50
Films afspelen........................................................................................................................................51
Filmbestanden wissen......................................................................................................................................51
viii
Inhoudsopgave
Aansluiting op een televisie, computer of printer................................................................. 52
Aansluiten op een televisie ..............................................................................................................52
Aansluiten op een computer...........................................................................................................53
Voordat u de camera aansluit......................................................................................................................53
Foto’s overspelen van de camera naar een computer ................................................................54
Aansluiten op een printer.................................................................................................................57
De camera op de printer aansluiten........................................................................................................58
Foto’s een voor een afdrukken....................................................................................................................59
Meerdere foto’s afdrukken.............................................................................................................................60
Een DPOF-printopdracht maken: Printopdracht......................................................................63
d Menu’s voor opname, weergave en set-up ................................................................... 65
Opnameopties: opnamemenu........................................................................................................65
Het opnamemenu weergeven ...................................................................................................................65
A Beeld-kwal/form............................................................................................................................................66
B Witbalans...........................................................................................................................................................68
C Continu...............................................................................................................................................................70
F Kleuropties........................................................................................................................................................71
Beperkingen voor camera-instellingen .................................................................................................72
Weergaveopties: weergavemenu..................................................................................................73
Het weergavemenu openen........................................................................................................................73
b Diashow .............................................................................................................................................................75
c Wissen ..................................................................................................................................................................76
ix
Inhoudsopgave
Basisinstellingen: setup-menu........................................................................................................77
Het setup-menu weergeven........................................................................................................................78
a Menu’s.................................................................................................................................................................78
c Welkomstscherm..........................................................................................................................................79
d Datum..................................................................................................................................................................80
e Monitorinstelling .........................................................................................................................................83
f Datum afdrukken..........................................................................................................................................84
u Digitale zoom.................................................................................................................................................85
i Geluid instellen..............................................................................................................................................85
k Automatisch uit.............................................................................................................................................86
l Geheugen formatteren/m Geheugenkaart format...............................................................87
n Taal/Language ................................................................................................................................................88
o Videostand........................................................................................................................................................88
p Standaardwaarden ......................................................................................................................................89
s Batterijtype .......................................................................................................................................................91
z Stroom sparen................................................................................................................................................91
d Beveiligen ........................................................................................................................................................91
h Kopiëren ............................................................................................................................................................92
r Firmware-versie.............................................................................................................................................93
Technische opmerkingen............................................................................................................... 94
Optionele accessoires.........................................................................................................................94
Goedgekeurde geheugenkaarten ............................................................................................................94
Namen voor beeldbestanden en -mappen................................................................................95
Behandeling van uw camera ...........................................................................................................96
Reinigen.....................................................................................................................................................................98
Opslag.........................................................................................................................................................................98
Foutmeldingen .....................................................................................................................................99
Problemen oplossen........................................................................................................................ 102
Specificaties ........................................................................................................................................ 107
Ondersteunde standaards ............................................................................................................. 110
Index...................................................................................................................................................... 111
x
1
Inleiding
Inleiding
Over deze handleiding
Hartelijk dank voor het aanschaffen van een Nikon COOLPIX L14 digitale camera.
Deze gebruikshandleiding is geschreven om u maximaal plezier te laten beleven
bij het fotograferen met deze digitale camera van Nikon. Lees deze handleiding
goed door voordat u de camera gaat gebruiken en bewaar de handleiding op een
plaats waar alle gebruikers van het toestel deze kunnen vinden.
Symbolen en conventies
De volgende symbolen worden gebruikt om u in staat te stellen snel de informatie
te vinden die u zoekt:
Notaties
Met ‘geheugenkaart’ wordt een SD-geheugenkaart (Secure Digital) bedoeld.
Met ‘standaardinstelling’ wordt de instelling bij aankoop bedoeld.
De namen van de menuonderdelen die op de cameramonitor verschijnen en
de namen van knoppen of meldingen die op de computermonitor verschijnen
worden tussen vierkante haken geplaatst ([ ]).
Schermvoorbeelden
In sommige schermvoorbeelden in deze handleiding zijn onderdelen weggelaten
om aanduidingen op de monitor duidelijker weer te geven.
Illustraties en monitorweergave
De illustraties en monitorteksten in deze handleiding kunnen afwijken van uw
camera en de monitorteksten op uw camera.
C Geheugenkaarten
De foto’s die met deze camera worden genomen, kunnen worden opgeslagen in het interne
geheugen van de camera of op een verwisselbare geheugenkaart. Als een geheugenkaart is
geplaatst, worden alle nieuwe foto’s opgeslagen op de geheugenkaart. Bewerkingen zoals wissen,
weergeven en formatteren worden alleen toegepast op de foto’s op de geheugenkaart. De
geheugenkaart moet worden verwijderd voordat u het interne geheugen kunt formatteren of kunt
gebruiken om foto’s op te slaan, te wissen of te bekijken.
D
Dit symbool staat bij
waarschuwingen die vóór gebruik
moeten worden gelezen om schade
aan de camera te voorkomen.
Dit symbool staat bij tips die
aanvullende informatie geven over
het gebruik van de camera.
Dit symbool staat bij opmerkingen
die moeten worden gelezen
voordat u de camera gaat
gebruiken.
Dit symbool geeft aan dat elders in
deze handleiding of in de
Snelhandleiding meer informatie
beschikbaar is.
A
B
C
2
Inleiding
Informatie en voorzorgsmaatregelen
Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikons streven naar permanente kennisoverdracht via continue
productondersteuning en -informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie online beschikbaar
op de volgende websites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze sites voor de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen
(FAQ’s) en algemeen advies over digitale beeldverwerking en fotografie. Neem voor meer informatie
contact op met de dichtstbijzijnde Nikon-vertegenwoordiging. Bezoek de volgende URL voor de
contactgegevens:
http://nikonimaging.com/
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon COOLPIX-camera’s zijn ontwikkeld volgens de hoogste technologische normen en bevatten
complexe elektronische circuits. Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon (inclusief
batterijladers, batterijen en lichtnetadapters), die door Nikon speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik
met deze digitale camera van Nikon, zijn ontwikkeld om binnen de operationele eisen en
veiligheidseisen van deze elektronische circuits te werken en zijn met het oog daarop getest en
goedgekeurd.
HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DIE NIET DOOR NIKON ZIJN VERVAARDIGD KAN
DE CAMERA BESCHADIGEN EN DE
NIKON-GARANTIE DOEN VERVALLEN.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een door Nikon
goedgekeurde leverancier.
Voordat u belangrijke foto’s gaat maken
Voordat u foto’s gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of reis), kunt u het
beste enkele proefopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet
aansprakelijk voor schade of gederfde inkomsten als gevolg van een defect aan de camera.
Over de handleidingen
Geen enkel onderdeel van de bij dit product geleverde handleidingen mag worden
gereproduceerd, overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in een archiefsysteem of in
enige vorm worden vertaald naar enige taal, met enig middel, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Nikon.
Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de specificaties van de
hardware en software die in deze gebruikshandleidingen worden beschreven op elk gewenst
moment te wijzigen.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van dit product.
Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in deze handleidingen juist
en volledig is en zou het op prijs stellen dat u de Nikon-importeur op de hoogte brengt van
eventuele onjuistheden of omissies (zie de overige documentatie voor de adresgegevens).
3
Informatie en voorzorgsmaatregelen
Inleiding
Over de handleidingen
Geen enkel onderdeel van de bij dit product geleverde handleidingen mag worden
gereproduceerd, overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in een archiefsysteem of in
enige vorm worden vertaald naar enige taal, met enig middel.
Voorwerpen die niet mogen worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van de
(plaatselijke) overheid, zelfs als dergelijke kopieën of reproducties voorzien zijn van een stempel
‘Voorbeeld’ of ‘Specimen’. Het kopiëren of reproduceren van papiergeld, munten of
waardepapieren die in het buitenland in circulatie zijn is verboden. Tenzij vooraf toestemming is
verleend door de overheid, is het kopiëren of reproduceren van ongebruikte, door de overheid
uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden. Het kopiëren of reproduceren van door de
overheid uitgegeven zegels of van gecertificeerde, door de wet voorgeschreven documenten is
verboden.
Waarschuwingen m.b.t. bepaalde kopieën en reproducties
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of
reproduceren van waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen, wissels,
cheques, cadeaucertificaten, etc.), reispassen, of coupons, behalve wanneer het gaat om een
minimaal benodigd aantal kopieën voor zakelijk gebruik door een bedrijf. Eveneens niet
toegestaan is het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven paspoorten,
vergunningen afgegeven door overheidsinstanties en andere instellingen, identiteitskaarten, en
kaartjes, zoals pasjes en maaltijdbonnen.
Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van auteursrechtelijk beschermde creatieve werken zoals boeken,
muziek, schilderijen, houtgravures, kaarten, tekeningen, films en foto’s is verboden, behalve indien
bestemd voor privé-gebruik thuis of voor soortgelijk beperkte en niet-commerciële doeleinden.
Gebruik dit product niet voor het maken van illegale kopieën of voor het schenden van het
auteursrecht.
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat bij het wissen van foto’s of het formatteren van opslagmedia, zoals
geheugenkaarten of het interne camerageheugen, de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig
worden verwijderd. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk
verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van
persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de
privacybescherming met betrekking tot dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software alvorens een opslagmedium weg te werpen of
aan een ander over te doen. U kunt het medium ook eerst formatteren en vervolgens geheel vullen
met beelden die geen persoonlijke informatie bevatten (bijvoorbeeld foto’s van de lucht). Vergeet
niet eventuele foto’s die u voor het welkomstscherm hebt geselecteerd te vervangen (A 79). Wees
voorzichtig bij het fysiek vernietigen van opslagmedia en voorkom letsel en beschadiging van
eigendommen.
4
Inleiding
Onderdelen van de camera
Camerabody
1
23 4
5
6
7
89
10
11
12
Objectiefbescherming gesloten
1 Ontspanknop ..................................................22
2
Hoofdschakelaar/
Camera-aan-lampje.....................................12
3 Ingebouwde flitser.......................................26
4 Zelftimerlampje .............................................28
5 Ingebouwde microfoon...........................48
6 Luidspreker.......................................................51
7 Objectief..................................................96, 107
8
Deksel voedingsaansluiting voor
optionele lichtnetadapter .......................94
9 Oogje voor polskoord................................11
10 Deksel aansluiting ........................52, 54, 58
11 Kabelaansluiting ............................52, 54, 58
12 Objectiefbescherming...............................96
5
Onderdelen van de camera
Inleiding
12 3 45 6 7891110
12 13
1 Monitor ..................................................................6
2 Opnamestandknop........................................8
3 c knop (weergave)......................................8
4 Flitserlampje.....................................................27
5 Multi-selector .....................................................9
6
Zoomknoppen...............................................21
f : Uitzoomen..........................................21
g : Inzoomen ............................................21
h: Miniatuurweergave.......................42
i : Zoomweergave ...............................43
j : Help.........................................................11
7 d knop ..........................10, 41, 49, 65, 73
8 k knop (selectie toepassen) ..................9
9 Deksel kaartsleuf............................................16
10 l knop (wissen)............................24, 25, 51
11 Deksel batterijvak..........................................12
12 Statiefaansluiting
13 Batterijvak ..........................................................12
6
Onderdelen van de camera
Inleiding
De monitor
De volgende aanduidingen kunnen tijdens opname en weergave op de monitor
verschijnen (afhankelijk van de camera-instellingen).
Opname
* Varieert afhankelijk van de geselecteerde opnamestand. Raadpleeg het hoofdstuk over de
desbetreffende stand voor meer informatie.
9999
9999
9999
+1.0
+1.0
+1.0
10
10
10
9
10
11
141516
19
134
5
2
7
8
20
12
13
17
18
6
1 Opnamestand*...............18, 31, 32, 40, 48
2 Belichtingsvergrendeling........................39
3 Macro-stand ....................................................29
4 Zoomaanduiding ................................. 21, 29
5 Scherpstelaanduiding ...............................22
6
Aanduiding voor digitale
zoominterpolatie...........................................21
7 Flits-stand..........................................................26
8 Aanduiding intern geheugen ..............19
9 Aanduiding batterijniveau......................18
10 ISO-gevoeligheid..........................................27
11 Aanduiding zelftimer .................................28
12
Aanduiding ‘datum niet
ingesteld’ ...........................................................99
Tijdzoneaanduiding....................................80
13 Datum afdrukken..........................................84
14
Aantal resterende opnamen
(foto’s)..................................................................18
Filmduur.............................................................48
15 Scherpstelveld................................................22
16 Belichtingscompensatiewaarde..........30
17 Beeld-kwal/form............................................66
18 Kleuropties........................................................71
19 Witbalansinstelling......................................68
20 Continu-opnamestand .............................70
7
Onderdelen van de camera
Inleiding
Weergave
* Varieert afhankelijk van de geselecteerde filmoptie.
15/11/2007 12:00
15/11/2007 12:00
9999.JPG
9999.JPG
9999.JPG
9999
9999
9999
9999
99999999
15/11/2007 12:00
4
6
3
12
8
5
7910
11
12
13
14
1 Opnamedatum..............................................14
2 Opnametijd......................................................14
3 Aanduiding intern geheugen ..............24
4 Aanduiding batterijniveau......................18
5 Bestandsnummer en -type ....................95
6 Volumeaanduiding .....................................51
7
Nr. huidig beeld/
totaal aantal beelden.................................24
Filmduur.............................................................51
8 Aanduiding filmweergave ......................51
9 D-Lighting-pictogram ...............................45
10 Beeld-kwal/form............................................66
11 Kleine kopie......................................................47
12 Beveiligingspictogram ..............................91
13 Pictogram printopdracht.........................63
14 Filmaanduiding* ...........................................51
8
Inleiding
Basiswerking
Opnamestandknop
Druk op de Opnamestandknop tijdens het afspelen
om naar de opnamestand te gaan.
Druk op de Opnamestandknop in de opnamestand
om het menu met opnamestanden weer te geven.
Menu met opnamestanden
Gebruik in het menu met opnamestanden de multi-selector om de opnamestand
te selecteren.
G Eenvoudige autostand (A 18)
D film (A 48)
C Onderwerp (A 32)
H One-touchportret (A 40)
A Autostand (A 31)
Het menu met opnamestanden wordt continu weergegeven totdat u de
opnamestand selecteert en op k drukt om de stand te bepalen of totdat u
opnieuw op de Opnamestandknop drukt.
De c knop (Weergave)
Druk op c in de opnamestand om naar de
weergavestand te gaan.
Eenvoudige autostand
9
Basiswerking
Inleiding
Multi-selector
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u met de multi-selector eenvoudig
standen en menuopties selecteert en uw selectie bevestigt.
Voor opnemen
Voor de weergavestand
Voor het menuscherm
C Opmerkingen over de multi-selector
Met de multi-selector kunnen meerdere bewerkingen worden uitgevoerd. Er wordt hiervan echter
geen gedetailleerde beschrijving gegeven.
In de handleiding wordt de knop omhoog, omlaag, links en rechts van de multi-selector aangeduid
als H, I, J en K.
Flits-stand
Menu m (flits-stand) (A 26) weergeven of cursor omhoog
verplaatsen.
Menu n
(zelftimer)
(A 28)
weergeven.
Menu p (Macro-stand) (A 29) weergeven of cursor
omlaag verplaatsen.
Selectie toepassen.
Menu
o
(belichtingscom-
pensatie) (
A
30)
weergeven.
15/11/2007 15:30
15/11/2007 15:30
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
44
44
15/11/2007 15:30
Het vorige
beeld
weergeven.
Het volgende
beeld
weergeven.
Sluit
?
Autostand
Beeld-kwal/form
Witbalans
Continu
Kleuropties
Set-up
Selectie toepassen
(Ga naar het
volgende scherm).
Ga naar het
volgende scherm
(Selectie
toepassen).
Cursor omhoog
verplaatsen.
Cursor omlaag
verplaatsen.
Teruggaan naar
vorige scherm.
10
Basiswerking
Inleiding
d knop
Druk op d om het menu voor de geselecteerde stand weer te geven. Gebruik
de multi-selector om door de menu’s te navigeren (A 9).
Verlaat de menuweergave door nogmaals op d te drukken.
Sluit
Eenvoudige autostand
Beeld-kwal/form
Set-up
De geselecteerde optie
Digitale zoom
Aan
Uit
Sluit
?
Sluit
Set-up
Datum afdrukken
Digitale zoom
Geluid instellen
Automatisch uit
Geheugenkaart format.
Druk op K of k van de multi-
selector om naar de volgende
set met opties te gaan.
Druk op K of k van de
multi-selector om de
selectie toe te passen.
Verschijnt als het menu twee
of meer pagina’s beslaat
Verschijnt als er
meerdere
menuopties
voorafgaan
Verschijnt als er
een of meer
menuopties
volgen
11
Basiswerking
Inleiding
Het helpscherm
Druk op g (j) als M wordt weergegeven in de rechterbenedenhoek van het
menuscherm om een beschrijving van de geselecteerde menuoptie weer te
geven.
Druk nogmaals op g (j) om terug te keren naar het oorspronkelijke menu.
Het polskoord bevestigen
Continu
Sluit
Terug
Kies enkelvoudige modus,
continumodus, BSS (de camera
kiest het scherpste beeld uit een
reeks) of multi-shot 16.
12
Eerste stappen
Eerste stappen
De batterijen plaatsen
1 Open het deksel van het batterijvak.
Houd de camera ondersteboven om te voorkomen dat
de batterijen eruit vallen.
2 Plaats de batterijen.
Plaats de batterijen op correcte wijze, zoals aan de
rechterkant wordt weergegeven.
3 Sluit het deksel van het batterijvak.
Ondersteunde batterijen
In deze camera kunnen de volgende batterijen van AA-formaat worden gebruikt.
Twee lithiumbatterijen FR6/L91 (batterijen meegeleverd)
Twee alkalinebatterijen LR6
Twee Oxyride-batterijen ZR6
Twee oplaadbare nikkelmetaalhydridebatterijen EN-MH1 van Nikon
(afzonderlijk verkrijgbaar)
De camera aan- en uitzetten
U zet de camera aan door op de hoofdschakelaar te
drukken. Het camera-aan-lampje (groen) gaat korte tijd
branden en de monitor wordt ingeschakeld.
U zet de camera uit door nogmaals op de
hoofdschakelaar te drukken.
Als de camera wordt uitgeschakeld, worden zowel het
camera-aan-lampje als de monitor uitgeschakeld.
3
1
2
1
2
13
De batterijen plaatsen
Eerste stappen
B Batterijen vervangen
Schakel de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en de monitor uit zijn voordat u het
deksel van het batterijvak opent.
B Extra voorzorgsmaatregelen met betrekking tot batterijen
Lees de waarschuwingen en opmerkingen en neem deze in acht (A iii, 97).
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen of batterijen van verschillende merken of typen door elkaar.
Batterijen met de volgende defecten kunnen niet worden gebruikt:
B Batterijtype
Selecteer, ter verbetering van de prestaties van uw batterijen, het type batterij dat momenteel in de
camera is geplaatst in het setup-menu. De standaardinstelling is [Lithium]. Als een willekeurig ander
type batterij wordt gebruikt, schakelt u de camera in en wijzigt u de instelling (A 91).
C Alkalinebatterijen
De prestaties van alkalinebatterijen kunnen sterk variëren afhankelijk van de fabrikant. Kies een
betrouwbaar merk.
C Alternatieve voedingsbronnen
Als u de camera continu gedurende langere periode van stroom wilt voorzien, maakt u gebruik van
een lichtnetadapter EH-65A (afzonderlijk verkrijgbaar) (A 94). Gebruik in geen geval een
lichtnetadapter van een ander merk of model. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt,
kan dit leiden tot oververhitting of beschadiging van de camera.
D Stroomspaarfunctie in opnamestand
De helderheid van de monitor wordt automatisch afgestemd op de hoeveelheid omgevingslicht. Zo
wordt energie gespaard.
Als gedurende vijf seconden geen handelingen worden uitgevoerd, wordt de monitor gedimd.
Als er gedurende vijftien seconden geen handelingen worden uitgevoerd, wordt de monitor
uitgeschakeld en begint het camera-aan-lampje te knipperen. Als er gedurende nog eens vijftien
seconden geen handelingen plaatsvinden, wordt de camera stand-by gezet. Als u de camera in deze
toestand opnieuw wilt activeren, drukt u de ontspanknop half in.
Als er in stand-by gedurende nog eens drie minuten geen handelingen plaatsvinden, wordt de
camera uitgeschakeld. Na hoeveel tijd de camera stand-by wordt gezet kan worden ingesteld in het
menu voor automatisch uitschakelen (A 86).
Batterijen met
verwijderde buitenkant
Batterijen waarvan de isolatie
het gebied rond de minpool
niet afdekt.
Batterijen met een
platte minpool
14
Eerste stappen
Taal, datum en tijd instellen
De eerste keer dat u de camera aanzet, worden een menu voor taalselectie en het
menu Datum weergegeven.
1 Druk op de hoofdschakelaar om de camera
aan te zetten.
Het camera-aan-lampje (groen) gaat korte tijd branden
en de monitor wordt ingeschakeld.
2 Gebruik de multi-selector om de gewenste
taal te selecteren en druk op k.
Zie ‘Multi-selector’ (A 9) voor informatie over het gebruik
van de multi-selector.
3 Selecteer [Ja] en druk op k.
Als u [Nee] selecteert, worden datum en tijd niet
ingesteld.
Ga verder met stap 8.
4 Druk op k.
Het menu voor de eigen tijdzone verschijnt.
D Zomertijd
Als de zomertijd van kracht is, activeert u [Zomertijd] in het tijdzonemenu en stelt u de datum in.
1 Druk, voordat u op K drukt, op de multi-selector I om [Zomertijd] te selecteren.
2 Druk op k om de zomertijd in te schakelen (w). Met de knop k kunt u de optie Zomertijd in-
en uitschakelen.
3 Druk op H van de multi-selector en druk vervolgens op K om verder te gaan met stap 5.
Wanneer de zomertijd eindigt, schakelt u [Zomertijd] uit via het menu Datum (A 80) in het setup-
menu. De cameraklok wordt automatisch één uur teruggezet.
Datum
Tijd/datum instellen?
Nee
Ja
Tijdzone
London,Casablanca
Zomertijd
15
Taal, datum en tijd instellen
Eerste stappen
5 Selecteer uw eigen tijdzone (A 82) en druk op
k.
Het menu Datum verschijnt.
6 Bewerk de datum.
Druk op H of I om het gemarkeerde item te
bewerken.
Druk op J of K van de multi-selector om de
gemarkeerde optie te wijzigen. De markering wordt
verplaatst in de volgorde dag ([D]), maand ([M]) en jaar
([J]), of omgekeerd (de volgorde van verplaatsing van
de markering kan in bepaalde gebieden afwijken).
Druk nadat u de minuten hebt bijgesteld op K van de multi-selector. De rij voor het
instellen van de volgorde waarin de datum wordt weergegeven knippert.
7 Kies de volgorde waarin de dag, de maand en
het jaar worden weergegeven en druk op k
of K.
De instellingen worden toegepast.
8 Druk op k om het scherm te verlaten.
De camera schakelt nu over naar de opnamestand.
D Geselecteerde datum en tijd wijzigen
U kunt de reeds ingestelde datum en tijd wijzigen door [Datum] te selecteren onder [Datum] (A 80)
in het setup-menu (A 77) en stappen 6 en 7 uit te voeren.
Eigen tijdzone
Te r u g
London,Casablanca
Datum
DM J
01
0000
200709
Datum
DM J
15
1015
200711
Druk in opname-
stand op de knop
om het menu met
opnamestanden
weer te geven.
16
Eerste stappen
Een geheugenkaart plaatsen
Foto’s worden opgeslagen in het interne geheugen van de camera (23 MB) of op
een verwisselbare SD-geheugenkaart (Secure Digital, apart verkrijgbaar) (A 94).
Als een geheugenkaart in de camera is geplaatst, worden foto’s automatisch op de
geheugenkaart opgeslagen en kunnen foto’s op de geheugenkaart worden
weergegeven, gewist of overgespeeld. Verwijder de geheugenkaart als u foto’s in
het interne geheugen wilt opslaan, of foto’s uit het interne geheugen wilt
weergeven, wissen of overspelen.
1 Zet de camera uit en open het deksel van de
kaartsleuf.
Controleer of de camera uit staat (camera-aan-lampje en
beeldscherm zijn uit) voordat u het deksel van het
batterijvak/de kaartsleuf opent.
2 Plaats de geheugenkaart.
Duw de geheugenkaart op de juiste wijze in de sleuf tot
deze op zijn plaats klikt.
Sluit het deksel van de kaartsleuf.
B Een geheugenkaart plaatsen
Als u de geheugenkaart ondersteboven of
achterstevoren plaatst, kan dit schade aan de camera
of de kaart veroorzaken. Let erop dat u de geheugenkaart
correct plaatst.
17
Een geheugenkaart plaatsen
Eerste stappen
Een geheugenkaart verwijderen
Voordat u de geheugenkaart verwijdert, zet u de
camera uit en controleert u of het camera-aan-lampje
en de monitor uit zijn. Open het deksel van de
kaartsleuf en druk op de geheugenkaart 1, zodat deze
gedeeltelijk wordt uitgeworpen 2. U kunt de kaart
daarna met de hand verwijderen.
B Een geheugenkaart formatteren
Als het bericht rechts wordt weergegeven, moet u de geheugenkaart
formatteren voordat u deze kunt gebruiken (A 87). Let op: tijdens
het formatteren worden alle foto’s en andere gegevens op de
geheugenkaart permanent verwijderd. Maak daarom kopieën van
foto’s die u wilt bewaren voordat u de geheugenkaart formatteert.
Gebruik de multi-selector om [Ja] te selecteren en druk op k. Er
wordt een bevestigingsvenster weergegeven. U start het formatteren
door [Formatteren] te selecteren en op k te drukken.
Zet de camera niet uit en verwijder de batterijen of geheugenkaart niet voordat het formatteren
is voltooid.
Wanneer u een geheugenkaart die in een ander apparaat is gebruikt voor het eerst in de
COOLPIX L14 plaatst, moet u deze kaart voor gebruik formatteren (A 87).
B Schrijfbeveiliging
Geheugenkaarten bevatten een schuifje voor
schrijfbeveiliging. Als dit schuifje in de vergrendelde stand
staat, is het niet mogelijk om foto’s op te slaan of te wissen en
kan de geheugenkaart niet worden geformatteerd.
Ontgrendel de schuif door deze naar de ‘schrijfstand’ te
schuiven.
B Geheugenkaarten
Gebruik uitsluitend SD-geheugenkaarten (Secure Digital).
U mag de volgende handelingen niet uitvoeren tijdens het formatteren, terwijl gegevens worden
geschreven naar of verwijderd van de geheugenkaart, of tijdens gegevensoverdracht naar de
computer. Als u deze waarschuwing negeert, kan dit leiden tot gegevensverlies of beschadiging
van de camera of de geheugenkaart.
- De geheugenkaart verwijderen
- De batterij verwijderen
- De camera uitzetten
- De lichtnetadapter loskoppelen
Haal geheugenkaarten niet uit elkaar en breng geen wijzigingen aan.
Laat geheugenkaarten niet vallen, verbuig ze niet en stel ze niet bloot aan water of sterke schokken.
Raak de metalen contactpunten niet aan met uw vingers of met metalen voorwerpen.
Plak geen labels of stickers op de geheugenkaart.
Voorkom blootstelling aan hoge temperaturen en laat geheugenkaarten niet in direct zonlicht of
een gesloten auto liggen.
Voorkom blootstelling aan vocht, stof of corrosieve gassen.
2
1
Nee
Ja
Ongeformatteerde kaart.
Kaart formatteren?
Schrijfbeveiliging
18
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: Eenvoudige autostand
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: Eenvoudige autostand
Stap 1: Zet de camera aan en selecteer de stand
G
(Eenvoudige autostand)
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u foto’s maakt in de stand G (eenvoudige
autostand). Deze automatische stand voor ‘richten en schieten’ wordt aanbevolen
als u voor het eerst een digitale camera gebruikt.
1 Druk op de hoofdschakelaar om de camera
aan te zetten.
Het camera-aan-lampje (groen) gaat korte tijd branden
en de monitor wordt ingeschakeld.
Ga verder met stap 4 als U wordt weergegeven.
2 Druk op de opnamestandknop.
Het menu met weergavestanden wordt weergegeven.
3 Druk op H of I van de multi-selector om G
te selecteren en druk op k.
De camera staat nu in de stand G (eenvoudige
autostand).
4 Controleer het batterijniveau en het aantal
resterende opnamen.
Batterijniveau
Aantal resterende opnamen
Het aantal foto’s dat nog kan worden opgeslagen, wordt weergegeven.
Het aantal foto’s dat kan worden opgeslagen is afhankelijk van de capaciteit van het
geheugen of de geheugenkaart en van de instelling voor beeldkwaliteit/-formaat (A 67).
Monitor Beschrijving
GEEN AANDUIDING
Batterijen volledig opgeladen.
B
Batterijen bijna leeg; bereid de
vervanging van de batterijen voor.
N
Waarschuwing!
Batterij bijna leeg.
Kan geen foto’s maken. Vervang
de batterijen.
Eenvoudige autostand
13
13
13
Aanduiding batterijniveau
Aantal resterende
opnamen
19
Stap 1: Zet de camera aan en selecteer de stand G (Eenvoudige autostand)
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: Eenvoudige autostand
Aanduidingen in de stand G (Eenvoudige autostand)
D Beschikbare functies in de stand G (Eenvoudige autostand)
In de stand G (eenvoudige autostand) kunt u de macro-stand (A 29) en belichtingscompensatie
(A 30) toepassen en fotograferen met gebruik van de flits-stand (A 26) en de zelftimer (A 28). U
kunt het opnamemenu weergeven door op d te drukken in de stand G (eenvoudige autostand).
In dit menu kunt u de stand voor beeldkwaliteit/-formaat (A 66) en het menu Set-up (A 78)
instellen.
13
13
13
Opnamestand
U wordt weergegeven in de
eenvoudige autostand.
Beeld-kwal/-form
Geef het beeldformaat en de
beeldkwaliteit weer die zijn ingesteld in
het menu voor beeldkwaliteit/-formaat.
De standaardinstelling is d Normaal
(3072 × 2304).
Aanduiding intern geheugen
Foto’s worden opgeslagen in het interne
geheugen. Als een geheugenkaart is geplaatst,
wordt C niet weergegeven en worden foto’s
op de geheugenkaart opgeslagen.
20
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: Eenvoudige autostand
Stap 2: Kadreer het beeld
1 Houd de camera gereed.
Houd de camera met beide handen stevig vast en let op
dat uw vingers en andere voorwerpen zich niet voor het
objectief, de flits-stand, het zelftimerlampje of de
ingebouwde microfoon bevinden.
Als u ‘staand’ opnamen maakt, draait u de camera op zo’n
manier dat de ingebouwde flitser zich boven de lens
bevindt.
2 Kadreer het beeld.
Plaats het hoofdonderwerp ongeveer in het midden van
de monitor.
13
13
13
21
Stap 2: Kadreer het beeld
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: Eenvoudige autostand
De zoom gebruiken
Gebruik de zoomknoppen om optische zoom te
activeren.
Druk op g (i) om in te zoomen op het onderwerp,
zodat dit een groter deel van het beeld vult.
Druk op f (h) om uit te zoomen, waardoor het
zichtbare gebied groter wordt.
Als de camera is ingezoomd tot de maximale vergroting (3×), houdt u g (i)
ingedrukt om de digitale zoom te activeren. Het onderwerp wordt tot 4× vergroot,
wat een totale vergroting van 12× oplevert.
Een aanduiding op de monitor geeft de huidige zoomfactor weer.
B Digitale zoom en beeldkwaliteit
Zo mogelijk maakt digitale zoom een opname door het gebied dat zichtbaar is op de monitor uit te
snijden naar de huidige stand voor beeldkwaliteit/-formaat (A 66), waarbij de zoomfactor wordt
verhoogd zonder dat dit nadelig is voor de beeldkwaliteit. Als de uitsnede kleiner is dan de huidige
stand voor beeldkwaliteit/-formaat, worden extra pixels toegevoegd via een proces dat interpolatie
wordt genoemd. Hierdoor ontstaat een enigszins ‘korrelig’ beeld. De hoeveelheid zoom die
beschikbaar is voordat interpolatie wordt gebruikt, is afhankelijk van de optie die momenteel is
geselecteerd voor de stand voor beeldkwaliteit/-formaat, zoals wordt aangegeven in de volgende
tabel.
Maximale zoomfactor zonder interpolatie
Het zoomen van de camera wordt tijdelijk onderbroken als de maximaal mogelijk zoomfactor is
bereikt voordat interpolatie wordt toegepast. V wordt weergegeven als interpolatie actief is.
Digitale zoom kan worden uitgeschakeld (A 85).
Beeldkwaliteit/
-formaat
Zoomfactor
Beeldkwaliteit/
-formaat
Zoomfactor
M, d, e, Y
3,0× (tot de maximale
optische zoomfactor)
j 9× (digitale zoom tot 3,0×)
g
4,2× (digitale zoom tot
1,4×)
k
12× (digitale zoom tot
4,0×)
Uitzoomen Inzoomen
Optische zoom (tot
3×).
De zoomaanduiding
wordt geel als digitale
zoom is ingeschakeld.
De zoomaanduiding
verschijnt wanneer u
op de zoomknoppen
drukt.
22
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: Eenvoudige autostand
Stap 3: Stel scherp en druk af
1 Druk de ontspanknop half in.
De camera stelt scherp op het onderwerp dat het
scherpstelgebied in het midden van de monitor overlapt.
Als de camera op het onderwerp is scherpgesteld,
worden het actieve scherpstelveld en de
scherpstelaanduiding (Q) groen weergegeven.
Als de camera niet kan scherpstellen, knipperen het
scherpstelveld en de scherpstelaanduiding rood. Wijzig
de compositie en probeer het opnieuw.
2 Druk de ontspanknop helemaal in.
De foto wordt opgeslagen op de geheugenkaart of in het
interne geheugen.
B Tijdens de opname
Terwijl foto’s worden opgeslagen, verschijnt het pictogram O (wachten) en knippert het pictogram
C of X. Zolang deze pictogrammen worden weergegeven, mag u de camera niet uitschakelen, het
deksel van het batterijvak en dat van de kaartsleuf niet openen, de geheugenkaart niet verwijderen
en de voedingsbron niet verwijderen of loskoppelen. Als in dit geval de stroom wordt onderbroken
of de geheugenkaart wordt verwijderd, kan dit leiden tot gegevensverlies of beschadiging van de
camera of de geheugenkaart.
D Ontspanknop
De camera heeft een ontspanknop die werkt in twee fasen. U stelt de scherpstelling en de belichting in
door de ontspanknop half in te drukken, waarbij u stopt zodra u weerstand voelt. De scherpstelling en
de belichting worden vergrendeld terwijl u de ontspanknop in deze stand ingedrukt houdt. Druk de
ontspanknop helemaal in om de sluiter te ontspannen en een foto te maken. Druk de ontspanknop
niet te hard in. Dit kan cameratrilling en onscherpe foto’s tot gevolg hebben.
13
13
13
Druk de
ontspanknop
helemaal in om
de foto te maken.
Druk de
ontspanknop half in
om scherpstelling en
belichting in te
stellen.
23
Stap 3: Stel scherp en druk af
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: Eenvoudige autostand
B Autofocus
Automatische scherpstelling levert in de volgende situaties mogelijk niet het gewenste resultaat op.
In enkele zeer uitzonderlijke gevallen is het onderwerp mogelijk niet scherpgesteld ondanks het feit
dat het actieve scherpstelveld en de scherpstelaanduiding groen zijn:
Het onderwerp is zeer donker
Er zijn voorwerpen met sterk verschillende helderheid in beeld (bijvoorbeeld wanneer de zon
achter het onderwerp staat en belangrijke details in de schaduw liggen)
Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijvoorbeeld wanneer de persoon op
de foto een wit overhemd draagt en voor een witte muur staat)
Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de camera (bijvoorbeeld
wanneer het onderwerp in een kooi zit)
Het onderwerp beweegt snel
Druk in bovengenoemde situaties de ontspanknop enkele malen half in om opnieuw scherp te
stellen of stel scherp op een ander onderwerp en gebruik de scherpstelvergrendeling. Zorg er bij
gebruik van de scherpstelvergrendeling voor dat de afstand tussen de camera en het onderwerp
waarop de scherpstelling is vergrendeld gelijk is aan die tussen de camera en het werkelijke
onderwerp.
D Scherpstelvergrendeling
U kunt scherpstellen op een onderwerp dat zich niet in het centrum bevindt, door de
scherpstelvergrendeling te gebruiken zoals hieronder beschreven.
Zorg ervoor dat de afstand tussen de camera en het onderwerp niet verandert terwijl de
scherpstelling is vergrendeld.
D Flitser
Als het onderwerp schaars verlicht is, kan de flitser worden gebruikt wanneer u de ontspanknop
helemaal indrukt.
13
13
13
13
13
13
13
13
13
Kadreer het
onderwerp in het
midden van de
monitor.
Druk de
ontspanknop
helemaal in.
Druk de
ontspan-
knop half
in.
Controleer of de
scherpstelaandui-
ding (Q) groen
is.
Blijf de
ontspanknop half
ingedrukt houden
en pas de
kadrering aan.
24
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: Eenvoudige autostand
Stap 4: Fotos weergeven en wissen
Foto’s weergeven (weergavestand)
Druk op c.
De als laatste gemaakte foto wordt schermvullend
weergegeven.
Gebruik H, I, J of K van de multi-selector om extra foto’s
weer te geven. Houd de multi-selector ingedrukt om snel
vooruit of terug te spoelen.
Foto’s kunnen kort met een lage resolutie worden
weergegeven terwijl ze van de geheugenkaart of uit het
interne geheugen worden gelezen.
Druk op de opnamestandknop om naar de opnamestand te
gaan.
Wanneer C wordt weergegeven, worden de foto’s in het
interne geheugen getoond. Als een geheugenkaart is
geplaatst, wordt C niet weergegeven en worden de foto’s op
de geheugenkaart getoond.
Foto’s wissen
1 Druk op l om de foto te wissen die op de
monitor wordt weergegeven.
2 Gebruik de multi-
selector om [Ja] te
selecteren en druk op
k.
Als u wilt afsluiten zonder de
foto te wissen, selecteert u
[Nee] en drukt u op k.
15/11/2007 15:30
15/11/2007 15:30
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
44
44
15/11/2007 15:30
Aanduiding intern
geheugen
1 beeld wissen?
1 beeld wissen?
1 beeld wissen?
Nee
Ja
Gereed
25
Stap 4: Foto’s weergeven en wissen
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: Eenvoudige autostand
C Weergavestand
De volgende opties zijn beschikbaar in de schermvullende weergave.
C Foto’s weergeven
Foto’s in het interne geheugen kunnen alleen worden weergegeven als geen geheugenkaart is
geplaatst.
C De laatst gemaakte foto wissen
Druk in de opnamestand op l om de laatst gemaakte foto te
wissen.
Optie Knop Beschrijving A
Zoomweergave g (i)
Gebruik de snelle zoomweergave om
de foto die op de monitor wordt
weergegeven eerst tot ongeveer 3×
en vervolgens tot ongeveer 10× te
vergroten.
Druk op k om terug te keren naar de
schermvullende weergave.
43
Miniaturen
weergeven
f (h)
Druk op f (h) om 4, 9 of 16
miniaturen weer te geven.
42
Teruggaan naar de
opnamestand
A/D/y
Druk op de opnamestandknop om
naar de opnamestand te gaan die u
hebt geselecteerd in het menu met
opnamestanden.
8
1 beeld wissen?
1 beeld wissen?
1 beeld wissen?
Nee
Ja
26
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: Eenvoudige autostand
De flitser gebruiken
De flitser heeft een bereik van 0,5-4,0 m als de camera helemaal is uitgezoomd. Bij
maximale optische zoom is het bereik 0,5-2,0 m.
De flits-stand instellen
1 Druk op m (flits-stand).
Het menu voor de flits-stand verschijnt.
2 Gebruik de multi-selector om de gewenste
flits-stand te selecteren en druk op k.
Het pictogram voor de geselecteerde flits-stand
verschijnt boven in de monitor.
Wanneer u U (automatisch) instelt, verschijnt het
pictogram D gedurende slechts vijf seconden.
Als u niet binnen vijf seconden op k drukt om een
instelling toe te passen, wordt de selectie geannuleerd.
U Automatisch
Bij weinig licht wordt automatisch de flitser gebruikt.
V Automatisch met rode-ogenreductie
Vermindert rode ogen in portretten (A 27).
W Uit
De flitser wordt niet gebruikt, ook niet bij weinig licht.
X Invulflits
De flitser wordt bij elke foto gebruikt. Gebruik deze stand om schaduwen en
onderwerpen met tegenlicht ‘in te vullen’ (te verlichten).
Y Lange sluitertijd
U (automatisch) wordt gecombineerd met lange sluitertijd.
De flitser verlicht het hoofdonderwerp. De lange sluitertijd wordt gebruikt om in
het donker of bij weinig licht de achtergrond vast te leggen.
Flits-stand
13
27
De flitser gebruiken
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: Eenvoudige autostand
B De aanduiding W (Uit)
Let op het volgende als er weinig licht is en de flitser uit staat (W):
Plaats de camera op een vlakke, horizontale ondergrond of gebruik een statief (aanbevolen).
Het symbool E wordt weergegeven als automatisch de gevoeligheid van de camera wordt
verhoogd. In foto’s die worden gemaakt terwijl E wordt weergegeven, kan lichte beeldruis
optreden.
B Opmerking over het gebruik van de flitser
Als u de flitser gebruikt terwijl de zoom in de groothoekstand staat, kan de weerkaatsing van het
flitslicht door stofdeeltjes in de lucht lichte vlekjes in de foto’s veroorzaken. Om dit effect te
verminderen, selecteert u W (Uit) of zoomt u in op het onderwerp.
C Het flitserlampje
Het flitserlampje geeft de status van de flitser aan
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Aan: flitser wordt gebruikt wanneer de foto wordt
gemaakt.
Knippert: flitser wordt opgeladen. Wacht enkele
seconden en probeer het opnieuw.
Uit: flitser wordt niet gebruikt wanneer de foto
wordt gemaakt.
Nadat de foto is gemaakt met de flitser, wordt de monitor uitgeschakeld en knippert het
flitserlampje totdat de flitser volledig is opgeladen. U kunt instellen dat de monitor niet automatisch
moet worden uitgeschakeld tijdens het opladen van de flitser (A 91).
C De instelling van de flits-stand
De standaardinstelling is U (automatisch) (behalve voor de one-touchportretstand en een deel
van de onderwerpsstand).
In een andere flitsstand dan de stand A (autostand), wordt de standaardflitsinstelling voor alle
standen hersteld als u overschakelt naar een andere opnamestand of als u de camera uitschakelt.
C Rode-ogenreductie
De COOLPIX L14 is uitgerust met een geavanceerd systeem voor rode-ogenreductie. De flitser geeft
vóór de hoofdflits enkele voorflitsen met lage intensiteit af om rode ogen te voorkomen. Als de
camera rode ogen detecteert nadat de foto is genomen, wordt het beeld in de camera bewerkt
door Nikons geavanceerde rode-ogencorrectie. In dat geval duurt het iets langer voordat de
ontspanknop weer normaal werkt en u de volgende foto kunt nemen. Let op het volgende wanneer
u rode-ogenreductie gebruikt:
Rode-ogenreductie wordt niet aanbevolen als een snelle sluiterrespons is gewenst.
Het duurt langer dan normaal voordat de volgende opname kan worden gemaakt.
Rode-ogenreductie leidt niet altijd tot het gewenste resultaat.
In enkele zeer uitzonderlijke gevallen worden andere delen van de foto aangetast.
Gebruik in die gevallen een andere flits-stand dan de autostand met rode-ogenreductie.
Flitserlampje
28
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: Eenvoudige autostand
Fotos maken met de zelftimer
De camera is voorzien van een zelftimer met een vertraging van tien seconden
voor het maken van zelfportretten. Bij gebruik van de zelftimer wordt een statief
aanbevolen.
1 Druk op n (zelftimer).
Het zelftimermenu verschijnt.
2 Gebruik de multi-selector om [ON] te
selecteren en druk op k.
Het pictogram voor de zelftimer (10 n) verschijnt.
Als u niet binnen vijf seconden op k drukt om een
instelling toe te passen, wordt de selectie geannuleerd.
3 Kadreer het beeld en druk de
ontspanknop half in.
Scherpstelling en belichting worden ingesteld.
4 Druk de ontspanknop helemaal in.
De zelftimer wordt geactiveerd en het
zelftimerlampje gaat knipperen. Het lampje
stopt één seconde voordat de foto wordt
genomen met knipperen en blijft branden
totdat de opname is gemaakt.
Het aantal seconden tot de opname wordt op
de monitor weergegeven.
Als u de zelfontspanner wilt stoppen voordat de
foto is genomen, drukt u nogmaals op de
ontspanknop.
Zelftimer
13
13
13
10
10
10
13
13
13
10
10
10
29
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: Eenvoudige autostand
Macro-stand
De macro-stand wordt gebruikt om foto’s van voorwerpen te maken tot op een
afstand van slechts 10 cm. Denk er wel aan dat de flitser onderwerpen op minder
dan 50 cm afstand mogelijk niet geheel kan uitlichten.
1 Druk op p (macro-stand).
Het macromenu wordt weergegeven.
2 Gebruik de multi-selector om [ON] te
selecteren en druk op k.
Het pictogram voor de macro-stand (F) verschijnt.
De monitor keert terug naar de normale weergave voor
de geselecteerde stand, als u niet binnen enkele
seconden op k drukt om de instelling toe te passen.
3 Druk op g (i) of f (h) om het beeld te
kadreren.
De camera kan in de zoomstand scherpstellen tot een
afstand van 10 cm, zolang F groen wordt weergegeven
(de zoomaanduiding bevindt zich links van K).
C Macro-stand
In de macro-stand stelt de camera voortdurend scherp, zelfs wanneer de ontspanknop niet half
wordt ingedrukt om de scherpstelling te vergrendelen. Wanneer de ontspanknop half is ingedrukt,
wordt de scherpstelling vergrendeld om de belichting aan te passen.
C De instelling van de macro-stand
In een andere macrostand dan de stand A (autostand), wordt de standaardmacro-instelling voor
alle standen hersteld als u overschakelt naar een andere opnamestand of als u de camera
uitschakelt.
Macro-stand
30
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: Eenvoudige autostand
Belichtingscompensatie
Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de door de camera geselecteerde
belichtingswaarde te wijzigen, zodat u foto’s helderder of donkerder kunt maken.
1 Druk op o (belichtingscompensatie).
Het menu voor belichtingscompensatie wordt
weergegeven.
2 Gebruik de multi-selector om de belichting
aan te passen en druk op k.
Als de opname te donker is, past u de
belichtingscompensatie aan naar de ‘+’-kant.
Als de opname te licht is, past u de
belichtingscompensatie aan naar de ‘-’-kant.
Via belichtingscompensatie kunt u de belichting
instellen op waarden tussen -2,0 en +2,0 LW.
Als u niet binnen vijf seconden op k drukt om een instelling toe te passen, wordt de
selectie geannuleerd.
3 De instelling wordt toegepast.
Het pictogram H en de waarde voor de
belichtingscompensatie verschijnen op de monitor.
C Belichtingscompensatiewaarde
In een andere stand voor belichtingscompensatie dan de stand A (autostand), wordt de
belichtingscompensatie ingesteld op [0,0] als u overschakelt naar een andere opnamestand of als u
de camera uitschakelt.
D Belichtingscompensatie gebruiken
De camera heeft de neiging de belichting te verlagen als het beeld wordt gedomineerd door helder
verlichte voorwerpen en om de belichting te verhogen als het beeld overwegend donker is.
Positieve correctie kan dan ook nodig zijn om de helderheid vast te leggen van zeer lichte
voorwerpen die het frame vullen (bijvoorbeeld zonovergoten uitzichten over zee, zand of sneeuw)
of als de achtergrond veel helderder is dan het hoofdonderwerp. Negatieve correctie kan nodig zijn
als grote delen van het frame zeer donkere voorwerpen bevatten (bijvoorbeeld een boomkruin met
donkergroene bladeren) of als de achtergrond veel donkerder is dan het hoofdonderwerp.
Belichtingscompensatie
13
13
13
31
Autostand
Autostand
Opnemen in de Autostand
In de stand A (autostand) kunt u opties voor beeldkwaliteit/-formaat, witbalans,
continu-opname en kleur instellen in het opnamemenu en foto’s maken.
1 Druk op de opnamestandknop in de
opnamestand.
Het menu met weergavestanden wordt weergegeven.
2 Druk op H of I van de multi-selector om A
te selecteren en druk op k.
De camera schakelt nu over naar de stand A
(autostand).
Druk op d om een optie te selecteren in het
opnamemenu. (A 65)
3 Kadreer het onderwerp en druk af.
B Beschikbare functies in de stand A (autostand)
Niet alleen de opties in het opnamemenu kunnen worden aangepast. Ook de flits-stand (A 26) kan
worden gewijzigd en u kunt fotograferen met gebruik van de zelftimer (A 28), macro-stand (A 29)
en belichtingscompensatie (A 30).
Autostand
13
13
13
32
Onderwerpafhankelijke opnamestanden
Onderwerpafhankelijke opnamestanden
Opnemen in de onderwerpsstand
De camera-instellingen worden automatisch geoptimaliseerd voor het
geselecteerde onderwerp. De volgende onderwerpsstanden zijn beschikbaar.
De onderwerpsstand instellen
1 Druk op de opnamestandknop in
de opnamestand om het menu
met opnamestanden weer te
geven en gebruik de multi-
selector om C te selecteren.
Druk vervolgens op k.
2 Druk op d om het
onderwerpmenu weer te geven,
selecteer het gewenste
onderwerp en druk op k.
3 Kadreer het onderwerp en druk af.
D Beeld-kwal/form
[A Beeld-kwal/form] (A 66) kan worden ingesteld in het
onderwerpmenu. Wijzigingen in deze instellingen gelden voor alle
opnamestanden.
b Portret f Party/binnen j Nachtlandschap n Kopie
c Landschap g Strand/sneeuw k Close-up o Tegenlicht
d Sport h Zonsondergang l Museum p Panorama assist
e Nachtportret i Schemering m Vuurwerk
Onderwerp
Onderwerpmenu
Sluit
Strand/sneeuw
Zonsondergang
Schemering
Nachtlandschap
Close-up
13
13
13
Onderwerpmenu
Beeld-kwal/form
Sluit
Set-up
33
Opnemen in de onderwerpsstand
Onderwerpafhankelijke opnamestanden
Functies
* Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
* Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
* Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
C Pictogrammen die voor beschrijvingen worden gebruikt
Voor beschrijvingen in dit gedeelte zijn de volgende pictogrammen gebruikt: m, flits-stand (A 26); n,
zelftimer (A 28); p, macro-stand (A 29); o, belichtingscompensatie (A 30).
C Instellingen voor onderwerpsstand
Aanpassingen in de instelling voor de flits-stand, de zelftimer, de macro-stand en de waarde voor
belichtingscompensatie die zijn toegepast in een van de onderwerpsstanden, worden geannuleerd
en teruggezet op de standaardwaarden als een andere opnamestand wordt geselecteerd of de
camera wordt uitgeschakeld.
b Portret
Gebruik deze stand voor portretten waarin de hoofdpersoon
duidelijk uitkomt. De personen op de foto hebben een egale,
natuurlijke huidtint.
Digitale zoom is niet beschikbaar.
m V* n Uit* p Uit o 0.0*
c Landschap
Gebruik deze stand voor levendige landschappen en stadsgezichten.
De camera stelt scherp op oneindig. De scherpstelaanduiding
(A 22) brandt altijd groen wanneer de ontspanknop half
wordt ingedrukt. Houd er echter rekening mee dat
voorwerpen op de voorgrond mogelijk niet altijd scherp zijn.
m W n Uit* p Uit o 0.0*
d Sport
Gebruik deze stand voor dynamische actiefoto’s waarbij de
beweging in één foto of in een reeks foto’s wordt vastgelegd.
Wanneer u de ontspanknop half indrukt, stelt de camera voortdurend
scherp, totdat scherpstelling is bereikt en wordt vergrendeld.
Terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera foto’s
met een snelheid van circa 1,5 beelden per seconde (bps) wanneer
beeldkwaliteit/-formaat is ingesteld op [
d
Normaal (3072)]. Op
deze snelheid kunnen maximaal 6 foto’s worden gemaakt.
De maximale beeldsnelheid bij continu-opnamen hangt af
van de instelling voor beeldkwaliteit/-formaat en de
gebruikte geheugenkaart.
m W n Uit p Uit o 0.0*
34
Opnemen in de onderwerpsstand
Onderwerpafhankelijke opnamestanden
1
Invulflits met lange sluitertijd en rode-ogenreductie.
2
Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
1
Invulflits met lange sluitertijd en rode-ogenreductie. Andere instellingen kunnen worden
geselecteerd.
2
Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
* Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
O: voor onderwerpsstanden met de aanduiding O wordt het gebruik van een statief aanbevolen.
Q: voor onderwerpsstanden met de aanduiding Q wordt mogelijk automatisch ruisonderdrukking
toegepast tijdens het opslaan van foto’s. Hierdoor neemt de opslagtijd toe.
e Nachtportret OQ
Gebruik deze stand voor een natuurlijke balans tussen de
hoofdpersoon en de achtergrondverlichting in portretten die in
het donker worden gemaakt.
Digitale zoom is niet beschikbaar.
m V
1
n Uit
2
p Uit o 0.0
2
f Party/binnen
Het effect van kaarslicht en andere achtergrondverlichting
binnenshuis wordt vastgelegd.
m V
1
n Uit
2
p Uit o 0.0
2
g Strand/sneeuw
Voor heldere onderwerpen, zoals sneeuwvlakten, stranden en
watervlakten.
m U* n Uit* p Uit o 0.0*
35
Opnemen in de onderwerpsstand
Onderwerpafhankelijke opnamestanden
* Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
* Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
* Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
O: voor onderwerpsstanden met de aanduiding O wordt het gebruik van een statief aanbevolen.
Q: voor onderwerpsstanden met de aanduiding Q wordt mogelijk automatisch ruisonderdrukking
toegepast tijdens het opslaan van foto’s. Hierdoor neemt de opslagtijd toe.
h Zonsondergang O
De diepe kleuren van zonsondergangen en zonsopgangen
blijven behouden.
m W* n Uit* p Uit o 0.0*
i Schemering OQ
De kleuren van het zwakke, natuurlijke licht vóór zonsopgang
en na zonsondergang blijven behouden.
De camera stelt scherp op oneindig. De
scherpstelaanduiding (A 22) licht altijd op wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt, maar de camera kan
mogelijk niet scherpstellen op onderwerpen dichtbij terwijl
wordt scherpgesteld op oneindig.
m W n Uit* p Uit o 0.0*
j Nachtlandschap OQ
Er wordt een lange sluitertijd gebruikt om fraaie nachtelijke
landschapsfoto’s te maken.
De camera stelt scherp op oneindig. De
scherpstelaanduiding (A 22) licht altijd op wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt, maar de camera kan
mogelijk niet scherpstellen op onderwerpen dichtbij terwijl
wordt scherpgesteld op oneindig.
m W n Uit* p Uit o 0.0*
36
Opnemen in de onderwerpsstand
Onderwerpafhankelijke opnamestanden
* Andere instellingen kunnen worden geselecteerd. Denk er wel aan dat de flitser
onderwerpen op minder dan 50 cm afstand mogelijk niet geheel kan uitlichten.
* Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
O: voor onderwerpsstanden met de aanduiding O wordt het gebruik van een statief aanbevolen.
k Close-up
Voor het fotograferen van bloemen, insecten en andere kleine
voorwerpen op korte afstand. De macro-stand (A 29) is
ingeschakeld en de zoomaanduiding wordt automatisch in de
dichtstbijzijnde focusstand gezet.
De camera kan in de zoomstand scherpstellen tot een
afstand van 10 cm, zolang F groen wordt weergegeven (de
zoomaanduiding bevindt zich links van K).
De kortste afstand waarbij de camera kan scherpstellen
varieert, afhankelijk van de zoomstand.
Wanneer u de ontspanknop half indrukt, stelt de camera
voortdurend scherp, totdat scherpstelling is bereikt en
wordt vergrendeld.
m U* n Uit* p Aan o 0.0*
l Museum
Gebruik deze stand binnen als flitsen verboden is (bijvoorbeeld
in musea en galerieën), of in andere gevallen waarin u geen
flitser wilt gebruiken.
BSS (A 70) is beschikbaar.
m W n Uit* p Uit* o 0.0*
m Vuurwerk O
Er worden lange sluitertijden gebruikt om de lichtsporen van
vuurwerk vast te leggen.
De camera stelt scherp op oneindig. De
scherpstelaanduiding (A 22) licht altijd op wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt, maar de camera kan
mogelijk niet scherpstellen op onderwerpen dichtbij terwijl
wordt scherpgesteld op oneindig.
m W n Uit p Uit o 0.0
37
Opnemen in de onderwerpsstand
Onderwerpafhankelijke opnamestanden
* Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
* Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
* Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
n Kopie
Voor scherpe opnamen van teksten of tekeningen op een
whiteboard of in drukwerk.
Gebruik de macro-stand (A 29) om scherp te stellen op
korte afstand.
Gekleurde tekst en tekeningen worden mogelijk niet goed
vastgelegd.
m W* n Uit* p Uit* o 0.0*
o Tegenlicht
Gebruik deze stand wanneer het licht van achter het
onderwerp komt, waardoor een gezicht of andere belangrijke
details in de schaduw liggen. De flitser wordt automatisch
gebruikt om schaduwen ‘in te vullen’ (te verlichten).
mmn Uit* p Uit o 0.0*
p Panorama assist (A 38)
Gebruik deze stand als u een reeks foto’s maakt die later in het meegeleverde programma
Panorama Maker worden samengevoegd tot één panorama.
m W* n Uit* p Uit* o 0.0*
38
Opnemen in de onderwerpsstand
Onderwerpafhankelijke opnamestanden
Foto’s maken voor een panorama
De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. Gebruik
een statief voor het beste resultaat.
1 Gebruik de multi-selector om [p Panorama
assist] te selecteren in het onderwerpmenu
en druk op k (A 32).
De gele richtingaanduiding (I) verschijnt om de richting
aan te geven waarin de foto’s voor het panorama worden
gemaakt.
2 Gebruik de multi-selector om de richting te
selecteren en druk op k.
Selecteer de richting waarin foto’s worden
samengevoegd tot een panorama: rechts (I), links (J),
omhoog (K) of omlaag (L).
De aanduiding voor de geselecteerde richting (I)
verschijnt en wordt wit wanneer u op k drukt. Stel indien
nodig in deze stap de flits-stand (A 26), de zelftimer (A 28), de macro-stand (A 29) en
de belichtingscompensatie (A 30) in. Druk op k om de richting te veranderen.
3 Maak de eerste foto.
De eerste foto wordt op een derde van de
monitor weergegeven.
4 Maak de tweede foto.
Kadreer de volgende foto zodat deze het
laatste derde deel van de eerste foto overlapt
en druk op de ontspanknop.
Herhaal dit totdat u genoeg foto’s hebt
genomen voor een compleet beeld.
Onderwerpmenu
Sluit
Museum
Panorama assist
Tegenlicht
Kopie
Vuurwerk
13
13
13
13
13
13
12
12
12
39
Opnemen in de onderwerpsstand
Onderwerpafhankelijke opnamestanden
5 Nadat u alle foto’s hebt gemaakt, drukt u op
k.
De camera keert terug naar stap 2.
B Panorama assist
Nadat de eerste foto is gemaakt, kunnen de instellingen voor de flits-stand (A 26), de zelftimer
(A 28), de macro-stand (A 29) en de belichtingscompensatie (A 30) niet meer worden gewijzigd.
Foto’s kunnen niet worden gewist en de instellingen voor zoom en beeldkwaliteit/-formaat (A 66)
kunnen niet worden gewijzigd totdat de reeks is voltooid.
De reeks foto’s voor het panorama wordt beëindigd als de camera tijdens de opname stand-by
wordt gezet via de functie Automatisch uit (A 86). Het wordt aanbevolen om de tijdsduur waarna
de functie Automatisch uit wordt ingeschakeld te verlengen.
D Belichtingsvergrendeling
R of N (in de macro-stand) verschijnt om aan te geven dat de
witbalans en de belichting zijn vergrendeld op de waarden van de
eerste opname. Alle foto’s voor één panorama worden gemaakt met
dezelfde instellingen voor belichting en witbalans.
D Panorama Maker
Installeer Panorama Maker vanaf de meegeleverde cd met software. Breng foto’s over naar een
computer (A 54) en gebruik Panorama Maker (A 56) om deze samen te voegen tot één panorama.
D Meer informatie
Zie ‘Namen voor beeldbestanden en -mappen’ (A 95) voor meer informatie.
11
11
11
12
12
12
40
One-touchportretstand
One-touchportretstand
Opnamen maken in de one-touchportretstand
Als H wordt geselecteerd in het menu met opnamestanden, wordt de one-
touchportretstand geactiveerd voor portretopnamen. De volgende functies
worden automatisch geactiveerd:
Portret: het portretonderwerp komt duidelijk uit.
Gezichtprioriteit-AF: de camera detecteert automatisch gezichten en stelt
hierop scherp.
Geavanceerde rode-ogenreductie (A 27): vermindert rode ogen bij gebruik van
[Automatisch met rode-ogenreductie] (A 26) in de flits-stand. (Deze instelling
kan worden gewijzigd.)
1 Druk op de opnamestandknop in
de opnamestand om het menu
met opnamestanden weer te
geven en gebruik de multi-
selector om H te selecteren.
Druk vervolgens op k.
De one-touchportretstand wordt
weergegeven.
2 Kadreer een beeld.
Wanneer de camera een gezicht detecteert, krijgt de
hulpsjabloon een dubbele gele rand.
Er kunnen maximaal vijf mensen worden
gedetecteerd.
Als de camera meer dan één gezicht detecteert, wordt
het dichtstbijzijnde gezicht aangegeven met een
dubbele rand en de rest met een enkele rand. De
camera stelt scherp op het gezicht met de dubbele rand. Als de camera geen gezicht
meer kan detecteren (bijvoorbeeld omdat de persoon wegkijkt van de camera),
verdwijnen de randen.
3 Druk de ontspanknop half in.
Scherpstelling en belichting worden ingesteld
en de dubbele rand wordt groen.
Druk de ontspanknop helemaal in om de foto te
maken.
One-touchportret
41
One-touchportretstand
Het one-touchportretmenu
De volgende optie kan worden ingesteld via het one-touchportretmenu.
U kunt het one-touchportretmenu weergeven door in de one-touchportretstand
op d te drukken.
B Gezichtprioriteit-AF
Als er geen gezicht wordt herkend wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, stelt de camera
scherp op het midden van het beeld.
In de volgende situaties kan de camera mogelijk geen gezichten detecteren:
- Als een gezicht deels verscholen gaat achter een zonnebril of een ander voorwerp
- Als het onderwerp niet direct naar de camera kijkt
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld
Of de camera gezichten detecteert, hangt af van diverse factoren, bijvoorbeeld of het gezicht van
de persoon naar de camera is gericht.
Als de dubbele rand geel knippert wanneer u de ontspanknop half indrukt, kan de camera niet
scherpstellen. Laat de knop los en probeer het opnieuw.
In enkele zeer uitzonderlijke gevallen levert het maken van opnamen met automatische
scherpstelling mogelijk niet het gewenste resultaat op (A 23) en is het onderwerp mogelijk niet
scherpgesteld ondanks het feit dat het actieve scherpstelveld en de scherpstelaanduiding groen
zijn. Als dat het geval is, schakelt u over naar de stand A (autostand), stelt u opnieuw scherp op
een ander onderwerp op dezelfde afstand van de camera als het onderwerp dat u wilde
fotograferen en gebruikt u de scherpstelvergrendeling (A 23).
C Instellingen voor de one-touchportretstand
Flits-stand: diverse instellingen mogelijk
Zelftimer: beschikbaar
Macro-stand: niet beschikbaar
Belichtingscompensatie: beschikbaar
Digitale zoom: niet beschikbaar
A Beeld-kwal/form
Kies beeldkwaliteit en -formaat (A 66).
Wijzigingen in de beeldkwaliteit of het beeldformaat gelden voor alle
opnamestanden.
E Portreteffect
U kunt kiezen uit [Normaal], [Helderder] en [Zachter] om huidtinten weer te geven
en het algemene beeld aan te passen aan uw eigen voorkeuren. Als u [Helderder]
kiest, worden de huidtinten lichter en duidelijker en als u [Zachter] kiest, wordt het
algehele beeld zachter.
42
Meer over weergave
Meer over weergave
Meerdere fotos weergeven: miniatuurweergave
Als u op f (h) drukt in de schermvullende weergave
(A 24), worden foto’s weergegeven in een overzicht
van miniaturen. U kunt de volgende bewerkingen
uitvoeren wanneer miniaturen worden weergegeven.
C Weergave miniaturen
Wanneer beveiligde foto’s (A 91) in een overzicht
van miniaturen worden weergegeven (behalve bij
weergave voor 16 miniaturen), wordt ook de
bijbehorende aanduiding weergegeven (zie
rechts). Films worden weergegeven met
filmranden.
Functie Knop Beschrijving A
Foto’s selecteren
Druk op H, I, J of K van de multi-
selector.
9
Het aantal
weergegeven
foto’s vergroten
(4 9 16
beelden)
f (h)Druk op f (h).
Het aantal
weergegeven
foto’s
verminderen (16
9 4 beelden)
g (i)Druk op g (i).
Teruggaan naar
de
schermvullende
weergave
k
Druk op k.24
Teruggaan naar
de opnamestand
A/D/y
Druk op de opnamestandknop om terug
te keren naar de laatst geselecteerde
opnamestand.
8
15/11/2007
15/11/2007
15/11/2007
1
1
a: Beveiligingspictogram
Filmranden
43
Meer over weergave
Foto’s van dichtbij bekijken: zoomweergave
Als u op g (i) drukt tijdens schermvullende weergave
(A 24), wordt met 3× ingezoomd op het huidige beeld.
Het midden van de foto is zichtbaar op de monitor
(snelle zoomweergave).
De hulpsjabloon in de rechterbenedenhoek geeft aan
welk deel van de foto is vergroot. Wijzig het zichtbare
deel door te drukken op H, I, J of K van de multi-
selector.
Gebruik de zoomknoppen in de snelle zoomweergave
om de foto’s met de gewenste zoomfactor te vergroten.
Terwijl u op het beeld inzoomt, wordt de zoomfactor
op de monitor weergegeven.
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren terwijl u de
zoomfunctie gebruikt.
Functie Knop Beschrijving A
Inzoomen g (i)
Druk op g (i) om de foto die op de
monitor wordt weergegeven tot ongeveer
10× te vergroten.
Uitzoomen f (h)
Druk op f (h). Bij de zoomfactor
wordt de foto weer schermvullend
weergegeven.
Andere delen van
het beeld
bekijken
Druk op H, I, J of K van de multi-
selector om naar delen van het beeld te
gaan die niet op de monitor te zien zijn.
9
Teruggaan naar
de
schermvullende
weergave
k
Druk op k.24
Beeld uitsnijden
d
Druk op d om het huidige beeld uit te
snijden en alleen het deel dat op de
monitor te zien is te bewaren.
46
Teruggaan naar
de opnamestand
A/D/y
Druk op de opnamestandknop om terug
te keren naar de laatst geselecteerde
opnamestand.
8
X3.0
X4.0
44
Meer over weergave
Foto’s bewerken
Met de COOLPIX L14 kunt u foto’s in de camera bewerken en als aparte bestanden
opslaan (A 95). De volgende bewerkingsfuncties zijn beschikbaar.
C Fotobewerking
Foto’s die zijn gemaakt bij de instelling [16:9] (A 66) kunnen niet worden bewerkt.
De bewerkingsfuncties zijn niet beschikbaar voor foto’s die met een andere digitale camera dan
de COOLPIX L14 zijn genomen.
Als u een kopie die is gemaakt met de COOLPIX L14 op een andere digitale camera wilt bekijken,
wordt de foto mogelijk niet weergegeven of kan deze niet naar een computer worden
overgespeeld.
De bewerkingsfuncties zijn niet beschikbaar als er onvoldoende vrije ruimte is in het interne
geheugen of op de geheugenkaart.
C Beperkingen van fotobewerking (: beschikbaar, –: niet beschikbaar)
Foto’s kunnen niet twee keer met dezelfde bewerkingsfunctie worden bewerkt.
Pas eerst D-Lighting toe als een beperkte combinatie van bewerkingen mogelijk is.
D Originele en bewerkte foto’s
Kopieën die met bewerkingsfuncties zijn gemaakt, worden niet gewist als de originele foto wordt
gewist. De originele foto’s worden niet gewist als kopieën die met bewerkingsfuncties zijn
gemaakt, worden gewist.
Bewerkte kopieën worden met dezelfde opnamedatum en -tijd opgeslagen als het origineel.
Bewerkte kopieën worden niet gemarkeerd voor afdrukken (A 63) of beveiligen (A 91).
Bewerkingsfunctie Beschrijving
D-Lighting
Maak van de geselecteerde foto een kopie met een verbeterde
helderheid en contrast, waardoor donkere gedeeltes van de
foto lichter worden.
Uitsnede
Vergroot het beeld of pas de compositie aan en maak een kopie
van alleen het gedeelte dat op de monitor te zien is.
Kleine kopie
Maak van foto’s een kleine kopie die geschikt is voor
webpagina’s en als e-mailbijlage.
2e bewerking
1e bewerking D-Lighting Uitsnede Kleine kopie
D-Lighting
✔✔
Uitsnede –––
Kleine kopie –––
45
Foto’s bewerken
Meer over weergave
Helderheid en contrast verbeteren: D-Lighting
D-Lighting kan worden gebruikt om kopieën te maken met een verbeterde
helderheid en contrast, waardoor donkere gedeeltes van een foto lichter worden.
De verbeterde kopieën worden als aparte bestanden opgeslagen.
1 Geef de gewenste foto schermvullend (A 24)
of als miniatuur (A 42) weer en druk op d.
Het weergavemenu wordt weergegeven.
2 Gebruik de multi-selector om [D-Lighting] te
selecteren en druk op k.
De originele opname wordt aan de linkerkant
weergegeven en de opname die is verbeterd met
D-lighting aan de rechterkant.
3 Kies [Uitvoeren] en druk op k.
Er wordt een nieuwe kopie gemaakt met een verbeterde
helderheid en contrast.
Als u D-Lighting wilt annuleren, selecteert u [Annuleren]
en drukt u op k.
Met D-Lighting gemaakte kopieën kunt u herkennen aan
het pictogram c dat tijdens weergave op de monitor
verschijnt.
D Meer informatie
Zie ‘Namen voor beeldbestanden en -mappen’ (A 95) voor meer informatie.
Kleine kopie
Printopdracht
D-Lighting
Diashow
Wissen
Weergavemenu
Sluit
D-Lighting
Uitvoeren
Annuleren
15/11/2007 15:30
15/11/2007 15:30
0004.JPG
0004.JPG
43
34
0004.JPG
15/11/2007 15:30
46
Foto’s bewerken
Meer over weergave
Een uitgesneden kopie maken: Uitsnede
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer in de zoomweergave (A 43) de
aanduiding u op de monitor wordt weergegeven. Uitgesneden kopieën
worden als aparte bestanden opgeslagen.
1 Druk op g (i) tijdens schermvullende
weergave om in te zoomen op het beeld.
2 Pas de compositie van de kopie aan.
Druk op g of f om de zoomfactor aan te passen.
Druk op H, I, J of K van de multi-selector om alleen
het gedeelte van de foto dat u wilt kopiëren op de
monitor weer te geven.
3 Druk op d.
4 Gebruik de multi-selector om [Ja] te
selecteren en druk op k.
Er wordt een nieuwe foto gemaakt van het gedeelte
dat nu op de monitor te zien is.
Kies [Nee] om het maken van een nieuwe foto te
annuleren en druk op k.
Afhankelijk van het formaat van de originele foto en de zoomfactor
op het moment dat de kopie werd gemaakt, selecteert de camera voor de uitgesneden kopie
automatisch een van de volgende instellingen voor beeldkwaliteit/-formaat (eenheid: pixels).
Als de instelling voor beeldkwaliteit/-formaat voor uitgesneden kopieën [m 320 × 240] of [n 160 ×
120] is, worden deze foto’s weergegeven met een grijs kader.
D Meer informatie
Zie ‘Namen voor beeldbestanden en -mappen’ (A 95) voor meer informatie.
e 2592 × 1944 f 2288 × 1712 g 2048 × 1536
h 1600 × 1200 i 1280 × 960 j 1024 × 768
k 640 × 480 l 320 × 240 m 160 × 120
X4.0
Dit beeld opslaan als
Dit beeld opslaan als
getoond?
getoond?
Dit beeld opslaan als
getoond?
Nee
Ja
47
Foto’s bewerken
Meer over weergave
g Het beeldformaat aanpassen: Kleine kopie
Maak een kleine kopie van de geselecteerde foto. Kleine kopieën worden
opgeslagen als JPEG-bestanden met een compressieverhouding van 1:16.
De volgende beeldformaten zijn beschikbaar.
1 Geef de gewenste foto schermvullend (A 24)
of als miniatuur (A 42) weer en druk op d.
Het weergavemenu wordt weergegeven.
2 Gebruik de multi-selector om [Kleine kopie] te
selecteren en druk op k.
Druk op d om terug te keren naar de
weergavestand zonder een nieuwe foto te maken.
3 Selecteer het gewenste kopieformaat en druk
op k.
4 Selecteer [Ja] en druk op k.
Er wordt een nieuwe, kleinere kopie gemaakt.
Kies [Nee] om het maken van een nieuwe foto te
annuleren en druk op k.
De kopie wordt weergegeven met een grijs kader.
D Meer informatie
Zie ‘Namen voor beeldbestanden en -mappen’ (A 95) voor meer informatie.
Optie Beschrijving
l 640×480
Geschikt voor weergave op televisie.
m 320×240
Geschikt voor weergave op webpagina’s.
n 160×120
Geschikt voor e-mailbijlagen.
Kleine kopie
Printopdracht
D-Lighting
Diashow
Wissen
Weergavemenu
Sluit
Kleine kopie
320×240
Sluit
640×480
160×120
Ja
Nee
Kleine kopie maken?
Kleine kopie maken?
Kleine kopie maken?
48
Films
Films
Films opnemen
Als u films wilt opnemen waarbij geluid wordt opgenomen via de ingebouwde
microfoon, selecteert u de opnamestand en voert u de volgende stappen uit.
1 Druk op de opnamestandknop in
de opnamestand om het menu
met opnamestanden weer te
geven en gebruik de multi-selector
om D te selecteren. Druk
vervolgens op k.
De maximale lengte van de op te nemen
film wordt weergegeven op de monitor.
2 Druk de ontspanknop helemaal in om
de opname te starten.
Een voortgangsbalk onder in de monitor geeft
de resterende opnameduur aan.
De camera stelt scherp op het onderwerp in het
midden van het beeld.
Druk de ontspanknop opnieuw helemaal in om
de opname te beëindigen.
B Films opnemen
De flits-stand (A 26) en belichtingscompensatie (A 30) kunnen alleen worden gebruikt voor
stop-motionfilms (A 50). De macro-stand (A 29) is beschikbaar in alle standen. De zelftimer
(A 28) kan niet worden gebruikt.
Tijdens het opnemen van een film kunnen de instellingen voor de flits-stand, de macro-stand en
de belichtingscompensatie niet meer worden ingesteld of gewijzigd. Pas instellingen toe of wijzig
deze zo nodig voordat het opnemen van de film wordt gestart.
Wanneer het opnemen van een film eenmaal is gestart, kan de optische zoom niet meer worden
aangepast. Digitale zoom (tot 2×) kan tijdens het opnemen van films worden toegepast, behalve
bij stop-motionfilms.
C Autofocus
De camera stelt scherp en vergrendelt de scherpstelling (AF-vergrendeling) wanneer de
ontspanknop half ingedrukt wordt gehouden. De scherpstelling blijft tijdens de opname in de
huidige stand staan.
D Filminstellingen wijzigen
Filmopties kunnen worden gewijzigd (A 49).
Als [Filmopties] is ingesteld op [Stop-motion film], worden films opgenomen zonder geluid.
Film
13s
13s
13s
49
Films
Het filmmenu
De instelling [Filmopties] kan worden gewijzigd vanuit het filmmenu. Druk op
d in de filmstand om het filmmenu weer te geven en gebruik de multi-selector
om instellingen te wijzigen en toe te passen.
Filmopties selecteren
Het filmmenu biedt de volgende opties.
C Filmopties en maximale filmduur en aantal beelden
* Alle getallen zijn benaderingen. De maximale filmduur is afhankelijk van het merk
geheugenkaart. Als de geheugenkaart van 4 GB wordt gebruikt, wordt de resterende tijd
tot 2 GB weergegeven als opneembare tijd, omdat de maximale bestandsgrootte voor
opname 2 GB bedraagt.
D Meer informatie
Zie ‘Namen voor beeldbestanden en -mappen’ (A 95) voor meer informatie.
Optie Beeldformaat en -snelheid
J TV-film 640P
(standaardinstelling)
Beeldformaat: 640 × 480 pixels
Beeldsnelheid: 30 beelden per seconde
L Film 320P
Beeldformaat: 320 × 240 pixels
Beeldsnelheid: 30 beelden per seconde
D Film 320
Beeldformaat: 320 × 240 pixels
Beeldsnelheid: 15 beelden per seconde
M Film 160
Beeldformaat: 160 × 120 pixels
Beeldsnelheid: 15 beelden per seconde
O Stop-motion film
(A 50)
U maakt foto’s en de camera voegt ze samen tot een film
zonder geluid.
Beeldformaat: 640 × 480 pixels
Beeldsnelheid voor weergave: 15 beelden per seconde
Optie
Intern geheugen
(circa23 MB)
Geheugenkaart
(256 MB)
J TV-film 640P
(standaardinstelling)
21 sec. 3 min. 40 sec.
L Film 320P 43 sec. 7 min. 20 sec.
D Film 320 1 min. 24 sec. 14 min. 30 sec.
M Film 160 4 min. 40 sec. 48 min.
O Stop-motion film 254 frames 1800 beelden per film
50
Het filmmenu
Films
Stop-motionfilms
Leg een aantal stilstaande beelden vast, zonder vooraf ingesteld interval, en voeg
deze samen tot een film. Gebruik deze functie om een film te maken waarbij
claymation wordt nagebootst.
1 Gebruik de multi-selector om [Filmopties] >
[Stop-motion film] te selecteren en druk op
k.
2 Druk op d.
De camera keert terug naar de opnamestand.
3 Druk de ontspanknop in om de eerste opname te maken.
De gemaakte foto wordt over het beeld gelegd dat door het objectief te zien is.
4 Druk de ontspanknop in om de tweede opname te maken.
Gebruik het beeld op de cameramonitor dat over het vorige beeld is gelegd om het
volgende beeld op te nemen.
Als er gedurende 30 minuten geen handelingen worden uitgevoerd, wordt de monitor
automatisch uitgeschakeld via de functie Automatisch uit (A 86) en wordt de opname
beëindigd.
5 Druk op k om het opnemen te stoppen als het gewenste aantal
beelden is opgenomen.
De opname stopt automatisch als het interne geheugen of de geheugenkaart vol is, of
als 1800 beelden zijn opgenomen.
B Stop-motion film
Nadat de eerste foto is gemaakt, kunnen de instellingen voor de flits-stand (A 26), macro-stand
(A 29) en belichtingscompensatie (A 30) niet meer worden gewijzigd. De instellingen voor de
eerste foto worden toegepast op alle daaropvolgende foto’s. Pas de instellingen aan voordat u
met de opname begint.
Voorkom dat de camera onverwacht wordt uitgeschakeld door nieuwe batterijen te gebruiken.
Als u de camera continu gedurende langere periode van stroom wilt voorzien, maakt u gebruik
van een lichtnetadapter EH-65A (afzonderlijk verkrijgbaar). Gebruik in geen geval een
lichtnetadapter van een ander merk of model. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt,
kan dit leiden tot oververhitting of beschadiging van de camera.
Filmopties
Sluit
TV-film 640
Film 320
Film 320
Film 160
Stop-motion film
51
Films
Films afspelen
In de schermvullende weergave (A 24) worden films
aangeduid met het pictogram voor de filmstand. Als u
een film wilt afspelen, geeft u deze schermvullend weer
en drukt u op k.
Het pictogram voor de filmstand varieert, afhankelijk van
de filmoptie (A 49) die is geselecteerd bij het opnemen.
Gebruik de zoomknoppen om het afspeelvolume aan
te passen.
Boven in de monitor worden bedieningsknoppen
weergegeven. Druk op J of K op de multi-selector om
een knop te selecteren en druk op k om de gewenste
functie uit te voeren. De volgende functies zijn
beschikbaar.
Filmbestanden wissen
Druk op l tijdens schermvullende weergave (A 24) of
nadat u de film in de miniatuurweergave (A 42) hebt
geselecteerd. Er wordt een bevestigingsvenster
weergegeven. Selecteer [Ja] en druk op k om de film te
wissen, of selecteer [Nee] en druk op k om terug te keren
naar de normale weergave zonder de film te wissen.
Functie Knop Beschrijving
Terugspoelen K Film terugspoelen. Afspelen wordt hervat wanneer u k loslaat.
Vooruitspoelen
L
Film vooruitspoelen. Afspelen wordt hervat wanneer u
k
loslaat.
Pauze
O
Afspelen onderbreken.
Terwijl het afspelen is onderbroken, kunt u met de multi-
selector de film vooruit- of terugspoelen. Terwijl het afspelen is
onderbroken, kunt u het volgende doen.
M
Film één beeld terugspoelen. Film wordt teruggespoeld
zolang u k ingedrukt houdt.
N
Film één beeld vooruitspoelen. Film wordt
vooruitgespoeld zolang u k ingedrukt houdt.
P
Afspelen hervatten.
Q
Afspelen beëindigen en terugkeren naar de schermvullende weergave.
Einde Q
Afspelen beëindigen en terugkeren naar de schermvullende weergave.
0010.AVI
0010.AVI
15/11/2007 15:30
15/11/2007 15:30
10s
10s
10s
0010.AVI
15/11/2007 15:30
4s
4s
4s
Pauzeren
Tijdens het afspelen
Volumeaanduiding
1 beeld wissen?
1 beeld wissen?
1 beeld wissen?
Nee
Ja
52
Aansluiting op een televisie, computer of printer
Aansluiting op een televisie, computer of printer
Aansluiten op een televisie
Sluit de camera met behulp van de meegeleverde A/V-kabel aan op een televisie,
zodat u uw foto’s op het televisiescherm kunt weergeven.
1 Zet de camera uit.
2 Sluit de camera met de meegeleverde A/V-kabel aan op de televisie.
Sluit de gele plug aan op de video-ingang van de televisie en de witte plug op de audio-
ingang.
3 Stem de televisie af op het videokanaal.
Raadpleeg de handleiding van uw televisie voor meer informatie.
4 Zet de camera aan.
5 Druk op c.
Het scherm van de cameramonitor blijft leeg en het
beeld dat normaal wordt weergegeven op de monitor
wordt nu weergegeven op de televisie.
B De A/V-kabel aansluiten
Zorg ervoor dat u de A/V-kabel op de juiste manier op de camera aansluit. Oefen geen kracht uit
wanneer u de A/V-kabel op de camera aansluit. Zorg er bij het loskoppelen van de A/V-kabel voor
dat u deze recht uit de aansluiting trekt.
Zorg ervoor dat de deksel van de aansluiting niet klem komt te zitten tussen de A/V-aansluiting
van de camera en de A/V-kabelaansluiting bij het aansluiten van de kabel op de camera.
B Videostand
Zorg dat de geselecteerde videostand van de camera overeenkomt met de standaard die uw televisie
gebruikt. U stelt de videostand in via het menu Set-up (A 77) > [Videostand] (A 88).
WitGeel
53
Aansluiting op een televisie, computer of printer
Aansluiten op een computer
Als de camera is aangesloten op een computer via de meegeleverde USB-kabel,
kunnen foto’s die zijn gemaakt met de camera naar de computer worden
gekopieerd (overgespeeld) voor opslag met de meegeleverde Nikon Transfer-
software.
Voordat u de camera aansluit
De software installeren
Voordat u de camera gaat aansluiten op een computer, moet software, met
inbegrip van Nikon Transfer en Panorama Maker voor het vervaardigen van
panoramabeelden, worden geïnstalleerd vanaf de meegeleverde cd-rom met
software. Raadpleeg de Snelhandleiding voor meer informatie over het installeren
van de software.
Besturingssystemen die compatibel zijn met de COOLPIX L14
Windows
Vooraf geïnstalleerde versies van Windows Vista (32-bits Home Basic/Home
Premium/Business/Enterprise/Ultimate edition), Windows XP Service Pack 2
(Home Edition/Professional)
Als op uw computer Windows 2000 Professional wordt uitgevoerd, gebruikt u een
kaartlezer of vergelijkbaar apparaat om foto’s die zijn opgeslagen op de
geheugenkaart over te spelen naar de computer (A 55).
Macintosh
Mac OS X (versie 10.3.9, 10.4.9)
Raadpleeg de Nikon-website voor de meest recente informatie over compatibele
besturingssystemen.
B Opmerking over de stroombron
Gebruik nieuwe batterijen wanneer u de camera op een computer of printer aansluit; zo voorkomt
u dat de camera onverwachts wordt uitgeschakeld.
Als u de camera continu gedurende langere periode van stroom wilt voorzien, maakt u gebruik
van een lichtnetadapter EH-65A (afzonderlijk verkrijgbaar). Gebruik in geen geval een
lichtnetadapter van een ander merk of model. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt,
kan dit leiden tot oververhitting of beschadiging van de camera.
54
Aansluiten op een computer
Aansluiting op een televisie, computer of printer
Foto’s overspelen van de camera naar een computer
1 Start de computer waarop Nikon Transfer is geïnstalleerd.
2 Zet de camera uit.
3 Sluit de camera met de meegeleverde USB-kabel aan op de computer.
4 Zet de camera aan.
Windows Vista/XP
Als het dialoogvenster Automatisch afspelen wordt
weergegeven, selecteert u [Beelden kopiëren van een
map op mijn computer. met Nikon Transfer] (Windows
Vista) of [Nikon Transfer Beelden kopiëren van een map
op min com...] (Windows XP) en klikt u op [OK] (alleen
Windows XP). Als u dit venster in de toekomst wilt overslaan, selecteert u de optie [Altijd
de volgende actie voor dit apparaat uitvoeren:] (Windows Vista) of [Voor deze actie altijd
dit programma gebruiken] (Windows XP).
Nikon Transfer wordt gestart.
Mac OS X
Nikon Transfer wordt automatisch gestart als bij de eerste installatie van Nikon Transfer
[Ja] was geselecteerd in het instellingsvenster voor automatisch starten.
B De USB-kabel aansluiten
Zorg ervoor dat u de USB-kabel op de juiste manier aansluit. Oefen geen kracht uit wanneer u de
USB-kabel aansluit. Zorg er bij het loskoppelen van de USB-kabel voor dat u deze recht uit de
aansluiting trekt.
Zorg ervoor dat de deksel van de aansluiting niet klem komt te zitten tussen de USB-aansluiting van
de camera en de USB-kabelaansluiting bij het aansluiten van de kabel op de camera.
De verbinding wordt mogelijk niet herkend als de camera via een USB-hub op de computer is
aangesloten.
55
Aansluiten op een computer
Aansluiting op een televisie, computer of printer
5 Speel foto’s over nadat het laden van Nikon Transfer is voltooid.
Klik op [Overspelen starten] in Nikon Transfer. Standaard worden alle foto’s
overgespeeld naar de computer.
Bij de standaardinstelling van NikonTransfer wordt de map waarnaar foto’s worden
overgespeeld automatisch geopend nadat het overspelen is voltooid.
Raadpleeg de Help in Nikon Transfer voor meer informatie over het gebruik van
Nikon Transfer.
6 Koppel de camera los zodra de overdracht is voltooid.
Zet de camera uit en koppel de USB-kabel los.
Voor gebruikers van Windows 2000 Professional
Gebruik een kaartlezer of vergelijkbaar apparaat om foto’s die zijn
opgeslagen op de geheugenkaart over te spelen naar de computer.
Als uw geheugenkaart een capaciteit van meer dan 2 GB heeft, moet het
beoogde apparaat de geheugenkaart wel ondersteunen.
Standaard wordt Nikon Transfer automatisch gestart als een
geheugenkaart wordt geplaatst in de kaartlezer of een vergelijkbaar
apparaat. Zie stap 5 hierboven, om foto’s over te spelen.
Sluit de camera niet aan op de computer. Als de camera wordt
aangesloten op de computer, wordt het dialoogvenster [Wizard Nieuwe
hardware gevonden] weergegeven. Klik op [Annuleren], sluit het
dialoogvenster en koppel de camera los van de computer.
Als u foto’s die in het interne geheugen van de camera zijn opgeslagen
wilt overspelen naar de computer, moet u de foto’s eerst kopiëren naar
een geheugenkaart met behulp van de camera (A 92).
56
Aansluiten op een computer
Aansluiting op een televisie, computer of printer
D Standaardbewerkingen van het besturingssysteem gebruiken om
camerabestanden te openen
Navigeer naar de map op de vaste schijf van de computer waarop foto’s zijn opgeslagen en open
een foto in de viewer die is meegeleverd met het besturingssysteem.
D Panorama’s vervaardigen met Panorama Maker
Gebruik een reeks foto’s die zijn gemaakt met de optie [Panorama assist] in de onderwerpsstand
(A 38) om een enkele panoramafoto te maken met Panorama Maker.
Panorama Maker kan op een computer worden geïnstalleerd met behulp van de meegeleverde
softwaresuite op cd.
Nadat de installatie is voltooid, volgt u de hieronder beschreven procedure om Panorama Maker
te starten.
Windows
Open [Alle programma’s] ([Programma’s] onder Windows 2000) vanuit het menu [Start] > [ArcSoft
Panorama Maker 4] > [Panorama Maker 4].
Macintosh
Open Programma’s door [Programma’s] te selecteren in het menu [Start] en dubbelklik op het
pictogram voor [Panorama Maker 4].
Raadpleeg de instructies op het scherm en de Help in Panorama Maker voor meer informatie over
het gebruik van Panorama Maker.
D Namen voor afbeeldingenbestanden en mappen
Zie ‘Namen voor beeldbestanden en -mappen’ (A 95) voor meer informatie.
57
Aansluiting op een televisie, computer of printer
Aansluiten op een printer
Gebruikers van een PictBridge-compatibele (A 110) printer kunnen de camera
rechtstreeks op de printer aansluiten en foto’s afdrukken zonder gebruik te maken
van een computer.
B Opmerking over de stroombron
Gebruik nieuwe batterijen wanneer u de camera op een computer of printer aansluit; zo voorkomt
u dat de camera onverwachts wordt uitgeschakeld.
Als u de camera continu gedurende langere periode van stroom wilt voorzien, maakt u gebruik
van een lichtnetadapter EH-65A (afzonderlijk verkrijgbaar). Gebruik in geen geval een
lichtnetadapter van een ander merk of model. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt,
kan dit leiden tot oververhitting of beschadiging van de camera.
D Foto’s afdrukken
U kunt uw foto’s met een printer afdrukken nadat u ze naar een computer hebt overgespeeld of via
een rechtstreekse aansluiting van de camera op een printer. Daarnaast kunt u uit de volgende opties
kiezen:
Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf van een DPOF-compatibele printer
Breng een geheugenkaart naar een digitale fotoservice
Als u uw foto’s op bovenstaande manieren wilt afdrukken, kunt u in het menu Printopdracht van uw
camera (A 63) de af te drukken foto’s en het aantal afdrukken per foto opgeven.
Maak foto’s
Selecteer de foto’s die u wilt
afdrukken met de optie
[Printopdracht] (A 63)
Sluit de camera aan op een printer (A 58)
Druk foto’s één voor
één af (A 59)
Druk meerdere foto’s af (A 60)
Schakel camera uit en koppel USB-kabel los
58
Aansluiten op een printer
Aansluiting op een televisie, computer of printer
De camera op de printer aansluiten
1 Zet de camera uit.
2 Zet de printer aan.
Controleer de printerinstellingen.
3 Sluit de camera met de meegeleverde USB-kabel aan op de printer.
4 Zet de camera aan.
Als de camera correct is aangesloten, wordt het
PictBridge-opstartscherm 1 weergegeven op de
cameramonitor. Vervolgens wordt het
printselectievenster 2 weergegeven.
B De USB-kabel aansluiten
Zorg ervoor dat u de USB-kabel op de juiste manier aansluit. Oefen geen kracht uit wanneer u de
USB-kabel aansluit. Zorg er bij het loskoppelen van de USB-kabel voor dat u deze recht uit de
aansluiting trekt.
Zorg ervoor dat de deksel van de aansluiting niet klem komt te zitten tussen de USB-aansluiting
van de camera en de USB-kabelaansluiting bij het aansluiten van de kabel op de camera.
15/11
2007
NO.
[ 12 ]
12
Print selectie
12
59
Aansluiten op een printer
Aansluiting op een televisie, computer of printer
Foto’s een voor een afdrukken
Nadat u de camera op de juiste manier op de printer hebt aangesloten (A 58),
kunt u als volgt foto’s afdrukken.
1 Gebruik de multi-selector om de gewenste
foto te selecteren en druk op k.
Druk op f (h) om over te schakelen naar de
miniatuurweergave.
Druk op g (i) om terug te schakelen naar
schermvullende weergave.
2 Selecteer [Kopieën] en druk op k.
3 Selecteer het aantal afdrukken (maximaal
negen) en druk op k.
4 Selecteer [Papierformaat] en druk op k.
5 Selecteer het gewenste papierformaat en druk
op k.
Als u het papierformaat via de printerinstellingen wilt
selecteren, kiest u [Standaard] in het menu Papierformaat.
15/11
2007
NO.
[ 12 ]
12
Print selectie
PictBridge
Start print
Kopieën
Papierførmaat
Sluit
Kopieën
4
Sluit
PictBridge
Start print
Kopieën
Papierformaat
Sluit
Papierformaat
Sluit
4" × 6"
8" × 10"
Letter
A3
A4
60
Aansluiten op een printer
Aansluiting op een televisie, computer of printer
6 Selecteer [Start print] en druk op k.
7 Het afdrukken begint.
Wanneer het afdrukken is voltooid, wordt het scherm uit
stap 1 weer op de monitor weergegeven.
Als u wilt annuleren voordat alle foto’s zijn afgedrukt,
drukt u op k.
Meerdere foto’s afdrukken
Nadat u de camera op de juiste manier op de printer hebt aangesloten (A 58),
kunt u als volgt foto’s afdrukken.
1 Als het printselectievenster wordt
weergegeven, drukt u op d.
Het printmenu wordt weergegeven.
2 Gebruik de multi-selector om [Papierformaat]
te selecteren en druk op k.
Druk op d om het printmenu te verlaten.
PictBridge
Start print
Kopieën
Papierformaat
Sluit
Annuleren
Printen
002/004
Bezig met afdrukken/
totaal aantal afdrukken
Printmenu
Print alle beelden
Printselectie
Papierformaat
DPOF-printen
Sluit
61
Aansluiten op een printer
Aansluiting op een televisie, computer of printer
3 Selecteer het gewenste papierformaat en
druk op k.
Als u het papierformaat via de printerinstellingen wilt
selecteren, kiest u [Standaard] in het menu Papierformaat.
4 Selecteer [Print selectie], [Print alle beelden] of
[DPOF-printen] en druk op k.
Print selectie
Selecteer de foto’s en het aantal afdrukken per
foto (maximaal negen).
Selecteer foto’s door op J of K van de multi-
selector te drukken en druk op H of I om het
aantal afdrukken per foto in te stellen.
Foto’s die zijn geselecteerd voor afdrukken,
herkent u aan het pictogram (w) en een getal
dat het gewenste aantal afdrukken aangeeft.
Het pictogram wordt niet weergegeven bij
foto’s waarvoor nul exemplaren zijn opgegeven en deze foto’s worden niet
afgedrukt.
Druk op g (i) om over te schakelen op schermvullende weergave.
Druk op f (h) om terug te keren naar de miniatuurweergave.
Als u alles hebt ingesteld, drukt u op k.
Het menu rechts wordt weergegeven.
U start het afdrukken door [Start print] te
selecteren en op k te drukken.
Selecteer [Annuleren] en druk op k om terug
te keren naar het printmenu.
Papierformaat
Sluit
4" × 6"
8" × 10"
Letter
A3
A4
Printmenu
Print alle beelden
Print selectie
Papierformaat
DPOF-printen
Sluit
Print selectie 10
Te r u g
Afdrukselectie
Annuleren
010 prints
Start print
Sluit
62
Aansluiten op een printer
Aansluiting op een televisie, computer of printer
5 Het afdrukken begint.
Wanneer het afdrukken is voltooid, wordt het printmenu
weer op de monitor (stap 2) weergegeven.
Als u wilt annuleren voordat alle foto’s zijn afgedrukt,
drukt u op k.
B Papierformaat
De volgende papierformaten worden ondersteund door de camera: [Standaard] (het
standaardpapierformaat voor de huidige printer), [3.5" × 5"], [5" × 7"], [Ansichtkaart], [100 × 150 mm],
[4" × 6"], [8" × 10"], [Letter], [A3] en [A4]. Alleen formaten die door de huidige printer worden
ondersteund, worden weergegeven. Als u het papierformaat via de printerinstellingen wilt
selecteren, kiest u [Standaard] in het menu Papierformaat.
Print alle beelden
Alle foto’s in het interne geheugen of op de
geheugenkaart worden één voor één afgedrukt.
Het menu rechts wordt weergegeven.
U start het afdrukken door [Start print] te
selecteren en op k te drukken.
Selecteer [Annuleren] en druk op k om terug
te keren naar het printmenu.
DPOF-printen
Foto’s afdrukken waarvoor een printopdracht is
gemaakt met [Printopdracht] (A 63).
Het menu rechts wordt weergegeven.
U start het afdrukken door [Start print] te
selecteren en op k te drukken.
Selecteer [Annuleren] en druk op k om
terug te keren naar het printmenu.
Als u de huidige printopdracht wilt bekijken,
selecteert u [Bek. beelden] en drukt u op k.
Als u foto’s wilt afdrukken, drukt u nogmaals
op k.
Print alle beelden
Annuleren
012 prints
Start print
Sluit
DPOF-printen
Annuleren
Bek. beelden
010 prints
Start print
Sluit
10Bek. beelden
Te r u g
Annuleren
Printen
002/010
Bezig met afdrukken/
totaal aantal afdrukken
63
Aansluiting op een televisie, computer of printer
Een DPOF-printopdracht maken: Printopdracht
Met de optie [Printopdracht] in het weergavemenu kunt u digitale ‘printopdrachten
maken voor afdrukken met DPOF-compatibele apparaten (A 110).
Als de camera is aangesloten op een PictBridge-compatibele printer, kunt u foto’s
direct vanaf de printer afdrukken volgens de DPOF-printopdracht die u hebt
gemaakt voor foto’s op de geheugenkaart. Als er geen geheugenkaart in de
camera is geplaatst, kunt u een DPOF-printopdracht maken voor foto’s in het
interne geheugen en de foto’s volgens de DPOF-printopdracht afdrukken.
1 Druk in de weergavestand op d.
Het weergavemenu wordt weergegeven.
2 Gebruik de multi-selector om [Printopdracht]
te selecteren en druk op k.
Het menu Printopdracht wordt weergegeven.
3 Selecteer [Print selectie] en druk op k.
4 Selecteer de foto’s en het aantal afdrukken per
foto (maximaal negen).
Druk op J of K van de multi-selector om de gewenste
foto’s te selecteren. Druk op H of I om het aantal
afdrukken voor elk in te stellen.
Foto’s die zijn geselecteerd voor afdrukken, herkent u aan
het pictogram (w) en een getal dat het gewenste aantal
afdrukken aangeeft. Het pictogram wordt niet
weergegeven bij foto’s waarvoor nul exemplaren zijn opgegeven en deze foto’s worden
niet afgedrukt.
Druk op g (i) om over te schakelen op schermvullende weergave.
Druk op f (h) om terug te keren naar de miniatuurweergave.
Als u alles hebt ingesteld, drukt u op k.
Kleine kopie
Printopdracht
D-Lighting
Diashow
Wissen
Weergavemenu
Sluit
Printopdracht
Printopdracht wissen
Sluit
Print selectie
Print selectie
Te r u g
64
Een DPOF-printopdracht maken: Printopdracht
Aansluiting op een televisie, computer of printer
5 Geef aan of u de opnamedatum en foto-
informatie wilt afdrukken.
Kies [Datum] en druk op k om de opnamedatum af te
drukken op alle foto’s in de printopdracht.
Kies [Info] en druk op k om de sluitertijd en het
diafragma af te drukken op alle foto’s in de printopdracht.
Selecteer [Gereed] en druk op k om de printopdracht te
voltooien en af te sluiten.
Foto’s die zijn geselecteerd voor afdrukken, worden
tijdens de weergave aangeduid met het pictogram w.
B Opmerking over het afdrukken met datum en foto-informatie
De in het menu Printopdracht ingestelde [Datum] en [Info] kunnen worden afgedrukt bij foto’s met
behulp van een DPOF-compatibele (A 110) printer die de datum en info kan afdrukken.
Info-opties kunnen niet worden afgedrukt bij foto’s als u de camera op een printer aansluit met de
meegeleverde USB-kabel en [DPOF-printen] (A 61) selecteert.
Telkens wanneer het menu Printopdracht wordt weergegeven, worden de standaardwaarden
voor [Datum] en [Info] hersteld.
C Alle printopdrachten wissen
Selecteer [Printopdracht wissen] in stap 3 en druk op k. De printopdrachten voor alle foto’s worden
gewist.
C Opmerking over de afdrukoptie [Datum]
De datum en tijd die op foto’s worden afgedrukt via DPOF-printen
als [Datum] in het menu Printopdracht is geactiveerd, zijn de
datum en tijd waarop de foto is genomen. De datum en tijd die via
deze optie worden afgedrukt, veranderen niet als de instellingen
voor datum en tijd in het setup-menu van de camera worden
aangepast nadat de foto is opgeslagen.
D Datum afdrukken
Wanneer u [Datum afdrukken] (A 84) in het setup-menu gebruikt, wordt de opnamedatum op de
foto afgedrukt. Als u dergelijke foto’s gebruikt, kan de datum toch worden afgedrukt met printers
zonder ondersteuning voor het afdrukken van de datum.
Alleen de afgedrukte datum komt op de foto’s, zelfs als [Datum] wordt geselecteerd bij
[Printopdracht].
Printopdracht
Sluit
Info
Datum
Gereed
15/11/2007 15:30
15/11/2007 15:30
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
44
44
15/11/2007 15:30
15.11.2007
15 . 11. 2007
15.11.2007
65
Menu’s voor opname, weergave en set-up
Menu’s voor opname, weergave en set-up
Opnameopties: opnamemenu
Het opnamemenu in de autostand (A 31) bevat de volgende opties.
1
De instelling [Beeld-kwal/form] kan worden toegepast in de andere menu’s met
opnamestanden (met uitzondering van het filmmenu).
2
Raadpleeg de informatie over eventuele beperkingen voor deze instellingen (A 72).
3
[Set-up] kan worden geselecteerd vanuit de andere menu’s met opnamestanden.
Het opnamemenu weergeven
Druk op de opnamestandknop om het menu met opnamestanden weer te geven
en stel het opnamemenu in op de stand A (autostand).
Druk op d om het opnamemenu weer te geven.
Gebruik de multi-selector om menu’s te selecteren en selecties toe te passen
(A 9).
Druk op d om het opnamemenu te verlaten.
A Beeld-kwal/form
1
A 66
Kies beeldkwaliteit en -formaat.
B Witbalans
2
A 68
Stem de witbalans af op de lichtbron.
C Continu
2
A 70
De instellingen [Continu] en [BSS] kunnen worden toegepast.
F Kleuropties
2
A 71
Pas kleureffecten toe op foto’s terwijl ze worden gemaakt.
F Set-up
3
A 77
Geef het setup-menu weer.
Sluit
?
Autostand
Beeld-kwal/form
Witbalans
Continu
Kleuropties
Set-up
13
13
13
66
Opnameopties: opnamemenu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
A Beeld-kwal/form
Foto’s die met een digitale camera worden gemaakt, worden opgeslagen als
beeldbestanden. De grootte van deze bestanden en het aantal foto’s dat kan
worden opgeslagen, hangt af van het formaat en de kwaliteit van de foto’s. Kies
voordat u gaat fotograferen het beeldformaat en de beeldkwaliteit die passen bij
het doel en het gebruik van de foto’s.
Het pictogram voor de geselecteerde instelling wordt weergegeven op de
monitor in de opname- en weergavestand (A 6, 7).
C Beeld-kwal/form
De instelling voor beeldkwaliteit en -formaat kan ook worden aangepast vanuit het eenvoudige
auto-menu, het onderwerpmenu en het one-touch portretmenu. Als in een van de drie menu’s de
instelling voor beeldkwaliteit/-formaat wordt gewijzigd, geldt de nieuwe instelling voor alle
opnamestanden.
Optie Formaat (pixels) Beschrijving
M Hoog (3072P) 3072 × 2304
Hoogste kwaliteit, geschikt voor
vergrotingen of afdrukken van hoge
kwaliteit. De compressieverhouding is circa
1:4.
d
Normaal (3072)
(standaardinstelling)
3072 × 2304
Dit is in de meeste omstandigheden de
beste keuze. De compressieverhouding is
circa 1:8.
e Normaal (2592) 2592 × 1944
g Normaal (2048) 2048 × 1536
Door het kleinere formaat kunnen meer
foto’s worden opgeslagen. De
compressieverhouding is circa 1:8.
j PC-scherm (1024) 1024 × 768
Geschikt voor weergave op een
computerscherm. De
compressieverhouding is circa 1:8.
k TV-scherm (640) 640 × 480
Geschikt voor schermvullende weergave
op televisie, voor verspreiding per e-mail en
voor webpagina’s. De
compressieverhouding is circa 1:8.
Y 16:9 3072 × 1728
Voor foto’s met een hoogte-
breedteverhouding van 16:9. De
compressieverhouding is circa 1:8.
67
Opnameopties: opnamemenu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
C Aantal resterende opnamen
In de volgende tabel wordt het aantal foto’s weergegeven dat bij benadering kan worden
opgeslagen in het interne geheugen of op een geheugenkaart van 256 MB. Let op: het aantal foto’s
dat kan worden opgeslagen, hangt af van de compositie van de foto (vanwege JPEG-compressie).
Het aantal is bovendien afhankelijk van het merk van de geheugenkaart, zelfs bij gelijke capaciteit.
1
Als het aantal resterende opnamen 10.000 of meer bedraagt, wordt dit op de monitor
weergegeven als [9999].
2
Afdrukformaten worden berekend door het aantal pixels te delen door de printerresolutie
(dpi) en het resultaat te vermenigvuldigen met 2,54 cm (1 inch). Bij hetzelfde afdrukformaat
worden foto’s die zijn afgedrukt met een hogere resolutie echter kleiner afgedrukt dan het
aangegeven formaat, terwijl foto’s die zijn afgedrukt met een lagere resolutie groter
worden afgedrukt dan het aangegeven formaat.
Instelling
Intern geheugen
(circa 23 MB)
Geheugenkaart
1
(256 MB)
Afdrukformaat
300 dpi; cm
2
M Hoog (3072P) 67026 × 19,5
d Normaal (3072) 13 140 26 × 19,5
e Normaal (2592) 19 195 22 × 16,5
g Normaal (2048) 30 305 17 × 13
j PC-scherm (1024) 102 1045 9 × 7
k TV-scherm (640) 191 1965 5 × 4
Y 16:9 18 185 26 × 14,5
68
Opnameopties: opnamemenu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
B Witbalans
De kleur van het licht dat door een voorwerp wordt weerkaatst, is afhankelijk van
de kleur van de lichtbron. De hersenen van de mens passen zich aan wanneer de
kleur van de lichtbron verandert. Hierdoor zijn witte voorwerpen in onze ogen
altijd wit, of we ze nu in de schaduw, in de zon of bij het licht van een gloeilamp
zien. Digitale camera’s doen iets vergelijkbaars door beelden te bewerken
overeenkomstig de kleur van de lichtbron. Dit wordt de ‘witbalans’ genoemd. Als u
een foto met natuurlijke kleuren wilt maken, kiest u van tevoren een
witbalansinstelling die past bij de lichtbron. Voor de meeste soorten licht kunt u
de standaardinstelling [Automatisch] gebruiken, maar voor het beste resultaat
kunt u ook de witbalans voor een bepaalde lichtbron instellen.
Het effect van de geselecteerde optie kan vooraf op de monitor worden bekeken.
Bij andere instellingen dan [Automatisch] wordt het pictogram voor de
geselecteerde instelling weergegeven op de monitor (A 6).
B Flits-stand
Zet de flitser uit (W) (A 26) als de witbalans niet is ingesteld op [Automatisch] of [Flitser].
a Automatisch (standaardinstelling)
Witbalans wordt automatisch aan de lichtomstandigheden aangepast. Dit is in de
meeste omstandigheden de beste keuze.
b Handmatige preset
Voorwerp met neutrale kleur wordt als referentie gebruikt om witbalans onder
ongewone lichtomstandigheden in te stellen.
Zie ‘Handmatige preset’ (A 69) voor meer informatie.
c Daglicht
Witbalans wordt afgestemd op direct zonlicht.
d Gloeilamp-licht
Voor opnamen bij gloeilamplicht.
e TL-licht
Voor opnamen bij de meeste soorten TL-licht.
f Bewolkt
Voor opnamen bij bewolkt weer.
g Flitser
Voor opnamen met de flits-stand.
70
Opnameopties: opnamemenu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
C Continu
Beweging wordt vastgelegd in een reeks foto’s. De instellingen [Continu] en [BSS]
kunnen worden toegepast. Bij gebruik van een andere instelling dan
[Enkelvoudig] wordt de flits-stand uitgeschakeld. Scherpstelling, belichting en
witbalans worden vastgezet op de waarden van de eerste opname in elke reeks.
Bij andere instellingen dan [Enkelvoudig] wordt de aanduiding voor de
geselecteerde instelling weergegeven op de monitor (A 6).
C Opmerking over continu-opnamen
De maximale beeldsnelheid bij continu-opnamen hangt af van de huidige instelling voor Beeld-
kwal/form en de gebruikte geheugenkaart.
B Opmerking over Best Shot Selector
BSS levert mogelijk niet het gewenste resultaat als het onderwerp beweegt of als de compositie
verandert terwijl de ontspanknop volledig wordt ingedrukt.
U Enkelvoudig (standaardinstelling)
Er wordt één foto gemaakt wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
V Continu
Terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera foto’s met een snelheid
van circa 1,5 beelden per seconde (bps). Wanneer Beeld-kwal/form is ingesteld op
[d Normaal (3072)], kunnen ongeveer 6 opnamen worden gemaakt.
j
BSS (Best Shot Selector)
De functie BSS wordt aanbevolen voor opnamen met de flits uitgeschakeld of met
ingezoomde camera, of in situaties waarin onverwachte bewegingen van de
camera tot onscherpe foto’s kunnen leiden. Als BSS is ingeschakeld, worden tot tien
foto’s gemaakt met de camera als de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden. De
scherpste foto in de reeks wordt automatisch geselecteerd en opgeslagen.
W Multi-shot 16
Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de
camera 16 foto’s met een snelheid van circa 1,8 beelden per
seconde, waarna de foto’s worden samengevoegd tot één
beeld met een beeldkwaliteit/-formaat van e Normaal
(2592).
71
Opnameopties: opnamemenu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
F Kleuropties
Maak kleuren levendiger of maak foto’s met monochrome kleurfilters.
Het effect van de geselecteerde optie kan vooraf op de monitor worden bekeken.
Bij andere instellingen dan [Normale kleur] wordt het pictogram voor de
geselecteerde instelling weergegeven op de monitor (A 6).
n Normale kleur (standaardinstelling)
Voor foto’s met natuurlijke kleuren.
o Levendig
Voor levendige kleuren en prachtige afdrukken.
p Zwart-wit
Voor foto’s in zwart-wit.
q Sepia
Voor foto’s in sepiakleuren.
r Koelblauw
Voor monochrome foto’s in koelblauwe tinten.
72
Opnameopties: opnamemenu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
Beperkingen voor camera-instellingen
Er gelden beperkingen voor de volgende instellingen in de stand A (autostand).
Flits-stand
De flitser wordt uitgeschakeld bij de instellingen [Continu], [Multi-shot 16] of [BSS]
in het menu Continu. De oorspronkelijke instelling wordt hersteld wanneer
[Enkelvoudig] wordt geselecteerd.
Zelftimer
Als de zelftimer is ingeschakeld, wordt slechts één foto gemaakt wanneer de
ontspanknop wordt ingedrukt, ongeacht de instellingen voor [Continu]. De
oorspronkelijke instellingen voor [Continu] worden hersteld nadat de foto is
gemaakt of als de zelftimer wordt uitgeschakeld.
Continu
Als u [Multi-shot 16] selecteert, wordt de instelling voor beeldkwaliteit/-formaat
gewijzigd in [e Normaal (2592)].
Witbalans
De witbalans wordt automatisch ingesteld op [Automatisch] en kan niet worden
gewijzigd als [Zwart-wit], [Sepia] of [Koelblauw] wordt geselecteerd voor
[Kleuropties].
De oorspronkelijke instelling voor witbalans wordt hersteld als [Normale kleur] of
[Levendig] wordt geselecteerd.
73
Menu’s voor opname, weergave en set-up
Weergaveopties: weergavemenu
Het weergavemenu bevat de volgende opties.
Het weergavemenu openen
Druk op c om naar de weergavestand te gaan.
Geef het weergavemenu weer door op d te drukken.
Gebruik de multi-selector om instellingen te selecteren en toe te passen (A 9).
Druk op d om het weergavemenu te verlaten.
I D-Lighting A 45
Verbeter de helderheid en het contrast in donkere gedeeltes van foto’s.
a Printopdracht A 63
Selecteer de foto’s die u wilt afdrukken en stel voor elke foto het aantal
afdrukken in.
b Diashow A 75
Bekijk de foto’s in het interne geheugen of op een geheugenkaart in een
automatische diashow.
c Wissen A 76
Wis alle of geselecteerde foto’s.
g Kleine kopie A 47
Maak een kleine kopie van de geselecteerde foto.
Kleine kopie
Printopdracht
D-Lighting
Diashow
Wissen
Weergavemenu
Sluit
74
Weergaveopties: weergavemenu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
Meerdere foto’s selecteren
Voor de selectie van meerdere foto’s wordt het scherm
aan de rechterkant weergegeven in de onderstaande
menu’s.
Weergavemenu: Printopdracht (A 63) en
verwijderen (A 76)
Setup-menu: Welkomstscherm (A 79), beveiligen
(A 91) en kopiëren (A 92)
Volg de onderstaande procedure om meerdere foto’s te selecteren.
1 Druk op J of K van de multi-selector om de
gewenste foto te selecteren.
Voor [Welkomstscherm] kan slechts één foto worden
geselecteerd. Ga verder met stap 3.
Druk op g (i) om over te schakelen op schermvullende
weergave.
Druk op f (h) om terug te keren naar de
miniatuurweergave.
2 Druk op H of I om [ON]/[OFF] (of het aantal
afdrukken) te selecteren.
Als u [ON] selecteert, wordt linksboven in de
geselecteerde foto het pictogram (y) weergegeven.
Herhaal stap 1 en 2 als u nog meer foto’s wilt selecteren.
3 Druk op k.
De instelling wordt geactiveerd.
ON/OFF
Beveiligen
Te r u g
ON/OFF
Beveiligen
Te r u g
ON/OFF
Beveiligen
Te r u g
Gereed
75
Weergaveopties: weergavemenu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
b Diashow
Speel de foto’s in het interne geheugen of op een geheugenkaart één voor één af
in een automatische diashow.
1 Gebruik de multi-selector om [Start] te
selecteren en druk op k.
Als u de diashow automatisch wilt herhalen, activeert u
[Herhalen], drukt u op k en selecteert u vervolgens
[Start]. Als u de optie Herhalen activeert, wordt er een
(w) in het selectievakje weergegeven.
2 De diashow begint.
Terwijl de diashow actief is, kunt u het volgende doen:
Gebruik de multi-selector om door de foto’s te
bladeren. Houd J of K ingedrukt om snel terug of
vooruit te spoelen.
Druk op k om de diashow te pauzeren.
3 Selecteer [Einde] of [Herstarten].
Als de diashow is beëindigd of gepauzeerd, selecteert u
[Einde] en drukt u op k om terug te keren naar het
weergavemenu of selecteert u [Herstarten] om de
diashow opnieuw af te spelen.
B Opmerkingen over de diashow
Van films (A 51) die in een diashow zijn opgenomen, wordt alleen het eerste beeld weergegeven.
De monitor wordt automatisch uitgeschakeld als er gedurende 30 minuten geen handelingen
worden uitgevoerd, zelfs als [Herhalen] is geselecteerd. De camera wordt automatisch
uitgeschakeld als gedurende nog eens drie minuten geen handelingen worden uitgevoerd.
Diashow
Sluit
Herhalen
Start
Pauze:
Herstarten
Einde
Pauze
Pauze
Pauze
76
Weergaveopties: weergavemenu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
c Wissen
Wis geselecteerde foto’s of alle foto’s.
C Opmerkingen over wissen
Eenmaal gewiste foto’s kunnen niet meer worden hersteld. Speel belangrijke foto’s over naar een
computer voordat u foto’s wist.
Foto’s met de aanduiding s zijn beveiligd en kunnen niet worden gewist.
Wis gesel. beeld(en)
Wis geselecteerde foto’s (A 74).
Wis alle beelden
Wis alle beelden.
77
Menu’s voor opname, weergave en set-up
Basisinstellingen: setup-menu
Het setup-menu bevat de volgende opties.
a Menu’s
A 78
Bepaal hoe menu’s worden weergegeven.
c Welkomstscherm
A 79
Selecteer het scherm dat wordt weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld.
d Datum
A 80
Stel de cameraklok in en kies uw eigen tijdzone en de tijdzone van uw bestemming.
e Monitorinstelling
A 83
Pas de helderheid van de monitor aan en kies een weergavestijl.
f Datum afdrukken
A 84
Geef een datum of dagenteller weer op foto’s.
u Digitale zoom
A 85
Schakel digitale zoom in of uit.
i Geluid instellen
A 85
Pas de geluidsinstellingen aan.
k Automatisch uit
A 86
Stel de tijdsduur in waarna de camera stand-by wordt gezet.
l/m Geheugen formatteren/Geheugenkaart format.
A 87
Formatteer het interne geheugen of de geheugenkaart.
n Taal/Language
A 88
Kies de taal die op de monitor van de camera wordt gebruikt.
o Videostand
A 88
Pas instellingen voor aansluiting op een televisie aan.
p Standaardwaarden
A 89
Herstel de standaardwaarden van de camera-instellingen.
s Batterijtype A 91
Kies het type batterijen dat in de camera is geplaatst.
z Stroom sparen A 91
Schakel de stroomspaarfunctie in of uit.
d Beveiligen A 91
Beveilig geselecteerde foto’s tegen ongewild wissen.
h Kopiëren A 92
Kopieer bestanden tussen de geheugenkaart en het interne geheugen.
r Firmware-versie
A 93
Geef de firmwareversie van de camera weer.
78
Basisinstellingen: setup-menu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
Het setup-menu weergeven
Druk op d in de opnamestand om het opnamemenu weer te geven en gebruik
de multi-selector om [Set-up] te kiezen. Druk op k om het setup-menu weer te
geven.
Gebruik de multi-selector om menu’s te selecteren en selecties toe te passen
(A 9).
Druk op d om het setup-menu te verlaten.
a Menu’s
Kies de beginmenu’s die worden weergegeven.
Tekst (standaardinstelling)
Tekstlabels voor menu’s worden weergegeven in de
vorm van een lijst.
Pictogrammen
Alle menuopties kunnen op één pagina worden
weergegeven.
Sluit
Eenvoudige autostand
Beeld-kwal/form
Set-up
Sluit
--
--
--
Set-up
Eenvoudige autostand
Menu's
Welkomstscherm
Datum
Monitorinstelling
Druk op H of I van de
multi-selector om [Set-up]
te selecteren en druk op k.
Sluit
--
--
--
Set-up
Autostand
Menu's
Welkomstscherm
Datum
Monitorinstelling
Autostand
Sluit
79
Basisinstellingen: setup-menu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
c Welkomstscherm
U kunt zelf het welkomstscherm kiezen dat wordt weergegeven wanneer de
camera wordt ingeschakeld.
Geen Welkom (standaardinstelling)
Er wordt geen welkomstscherm weergegeven wanneer de camera wordt aangezet.
COOLPIX
Er wordt een welkomstscherm weergegeven wanneer de camera wordt aangezet.
Selecteer beeld
Selecteer een foto voor het welkomstscherm in het interne geheugen of op de
geheugenkaart. Kies een foto in het fotoselectiescherm (A 74) en druk op k.
Aangezien de geselecteerde foto is opgeslagen in de camera, wordt de foto
weergegeven op het welkomstscherm zelfs als de oorspronkelijke foto is
verwijderd.
Foto’s die zijn gemaakt bij de instelling [16:9] (A 66) kunnen niet worden
geselecteerd.
80
Basisinstellingen: setup-menu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
d Datum
Stel de cameraklok in en kies uw eigen tijdzone en de tijdzone van uw
bestemming.
De tijdzone van uw bestemming instellen
1 Gebruik de multi-selector om [Tijdzone] te
selecteren en druk op k.
Het tijdzonemenu wordt weergegeven.
2 Selecteer x en druk op k.
De datum en tijd die op de monitor worden
weergegeven, zijn afhankelijk van de geselecteerde regio.
Als de zomertijd van kracht is, gaat u met de multi-
selector naar [Zomertijd], drukt u op k en vervolgens op
H. De tijd wordt automatisch één uur vooruitgezet.
Datum
Stel de cameraklok in op de huidige datum en tijd.
Zie ‘Taal, datum en tijd instellen’ (A 14) voor meer informatie.
Tijdzone
In het menu [Tijdzone] kunt u w (eigen tijdzone) instellen en de zomertijd in- en
uitschakelen. Wanneer x (tijdzone bestemming) is geselecteerd, wordt
automatisch het tijdsverschil (A 82) berekend en worden de datum en de tijd in de
geselecteerde regio opgeslagen. Dit is erg handig wanneer u op reis bent.
Datum
15/11/2007 15:30
Datum
Tijdzone
Sluit
Tijdzone
Tokyo, Seoul
London,Casablanca
Zomertijd
Zomertijd
15/11/2007 15:30
Sluit
81
Basisinstellingen: setup-menu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
3 Druk op K.
Het menu Tijdzone nieuwe stad wordt weergegeven.
4 Selecteer de tijdzone van uw bestemming en
druk op k.
De instelling wordt geactiveerd.
Zolang de tijdzone van de bestemming is geselecteerd,
wordt het pictogram x in de opnamestand op de
monitor weergegeven.
B De klokbatterij
De klokbatterij wordt opgeladen als de hoofdbatterijen zijn geplaatst of als een lichtnetadapter is
aangesloten, en kan na ongeveer tien uur laden gedurende enkele dagen als reservevoeding
worden gebruikt.
C w (Eigen tijdzone)
Als u wilt terugkeren naar de eigen tijdzone, selecteert u w in stap 2.
Als u de eigen tijdzone wilt wijzigen, selecteert u w in stap 2 en voert u stap 3 en 4 uit voor de
eigen tijdzone.
C Zomertijd
Als datum en tijd worden ingesteld terwijl de zomertijd niet van kracht is: schakel [Zomertijd] in
(w) wanneer de zomertijd begint, zodat de klok van de camera automatisch én uur vooruit wordt
gezet.
Als datum en tijd worden ingesteld terwijl [Zomertijd] is ingeschakeld (w) en de zomertijd van
kracht is: schakel [Zomertijd] uit wanneer de zomertijd eindigt, zodat de klok van de camera
automatisch één uur terug wordt gezet.
Tijdzone
Tokyo, Seoul
London,Casablanca
Zomertijd
Zomertijd
15/11/2007 00:30
Sluit
Tijdzone nieuwe stad
Te r u g
Toronto, Lima
EST:New York
Tijdzone
EST:New York
London,Casablanca
Zomertijd
Zomertijd
15/11/2007 10:31
Sluit
82
Basisinstellingen: setup-menu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
D Tijdzones (A 15)
De camera ondersteunt de onderstaande tijdzones. Wanneer u onderweg bent of zich op locaties
bevindt die niet hieronder worden weergegeven, gebruikt u het menu [Datum] om de cameraklok
in te stellen op de lokale tijd. (A 14, 80).
GMT +/– Locatie GMT +/– Locatie
–11 Midway, Samoa +1 Madrid, Parijs, Berlijn
–10 Hawaï, Tahiti +2 Athene, Helsinki
–9 Alaska, Anchorage +3 Moskou, Nairobi
–8
PST (PDT): Los Angeles,
Seattle, Vancouver
+4 Abu Dhabi, Dubai
–7
MST (MDT): Denver, Phoenix,
La Paz
+5 Islamabad, Karachi
–6
CST (CDT): Chicago, Houston,
Mexico-stad
+5,5 New Delhi
–5
EST (EDT): New York, Toronto,
Lima
+6 Colombo, Dhaka
–4 Caracas, Manaus +7 Bangkok, Jakarta
–3 Buenos Aires, São Paulo +8 Peking, Hongkong, Singapore
–2 Fernando de Noronha +9 Tokio, Seoel
–1 Azoren +10 Sydney, Guam
±0 Londen, Casablanca +11 Nieuw-Caledonië
+12 Auckland, Fiji
83
Basisinstellingen: setup-menu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
e Monitorinstelling
Geef aan of u informatie op de monitor wilt weergeven en stel de helderheid in.
Foto-informatie
De volgende weergaveopties zijn beschikbaar.
Zie ‘De monitor’ (A 6) voor informatie over aanduidingen op de monitor.
Foto-informatie
Bepaal welke informatie in de opname- en weergavestand op de monitor wordt weergegeven.
Helderheid
Kies uit vijf instellingen voor de helderheid van de monitor. De standaardinstelling is [3].
Opnamestand Weergavestand
Info tonen
Automatische info
(standaardinstelling)
De geselecteerde instellingen en eventuele hulpsjablonen worden vijf
seconden weergegeven, zoals bij [Info tonen] hierboven. Na vijf seconden
wordt er geen informatie meer weergegeven, zoals bij [Info verbergen].
Info verbergen
Raster
13
13
15/11/2007 15:30
15/11/2007 15:30
0004.JPG
0004.JPG
44
44
0004.JPG
15/11/2007 15:30
13
13
13
In de standen G (eenvoudige
autostand) en A (autostand) wordt
een raster weergegeven dat u helpt
bij het kadreren van foto’s. Andere
aanduidingen en eventuele
hulpsjablonen worden gedurende
5 seconden weergegeven, zoals bij
[Automatische info] hierboven.
In andere opnamestanden worden de
geselecteerde instellingen en eventuele
hulpsjablonen weergegeven, zoals bij
[Automatische info] hierboven.
44
44
15/11/2007 15:30
15/11/2007 15:30
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15/11/2007 15:30
De huidige instellingen en
eventuele hulpsjablonen
worden weergegeven, zoals bij
[Automatische info] hierboven.
84
Basisinstellingen: setup-menu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
f Datum afdrukken
Datum en tijd worden op foto’s afgedrukt. Zo kan de datum toch worden
afgedrukt met printers zonder ondersteuning voor het afdrukken van de datum
(A 64).
Bij andere instellingen dan [Uit] wordt het pictogram voor de geselecteerde
instelling weergegeven op de monitor (A 6).
B Datum afdrukken
De in het beeld opgenomen datum vormt een permanent onderdeel van de beeldgegevens en
kan niet worden verwijderd.
Datums die worden opgenomen in een foto met de instelling [TV-scherm (640)] voor
beeldkwaliteit/-formaat (A 66), kunnen moeilijk leesbaar zijn. Kies [PC-scherm (1024)] of groter
wanneer u Datum afdrukken instelt.
De datum wordt vastgelegd op de manier die is geselecteerd bij [Datum] in het setup-menu
(A 14, 80).
C Datum afdrukken en printopdracht
Wanneer foto’s worden afgedrukt op een DPOF-compatibele printer die in staat is om de datum en
foto-info af te drukken, dan kunt u [Printopdracht] (A 63) gebruiken en op deze manier de datum
en foto-info op de foto afdrukken. In dit geval is het niet nodig om de datum en tijd op voorhand
aan de foto toe te voegen met [Datum afdrukken].
Uit (standaardinstelling)
Datum en tijd worden niet op foto’s afgedrukt.
Datum
Als deze optie is geselecteerd, wordt de datum rechtsonder in beeld weergegeven
op de foto’s die u maakt.
Datum en tijd
Als deze optie is geselecteerd, worden datum en tijd rechtsonder in beeld
weergegeven op de foto’s die u maakt.
85
Basisinstellingen: setup-menu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
u Digitale zoom
B Digitale zoom
Digitale zoom is niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Als de one-touchportretstand is geselecteerd of b [Portret] of e [Nachtportret] is geselecteerd in
het onderwerpmenu
Als [Multi-shot 16] is geselecteerd voor [Continu] in het menu met opnamestanden
Voordat een film wordt gestart
i Geluid instellen
U kunt de volgende geluidsinstellingen aanpassen.
Aan (standaardinstelling)
Wanneer u op g (i) drukt wanneer de maximale optische zoom wordt gebruikt,
wordt de digitale zoom (A 21) uitgeschakeld.
Uit
Digitale zoom wordt uitgeschakeld (behalve bij het opnemen van films).
Knopgeluid
Als [Aan] (standaardinstelling) is geselecteerd, klinkt er één pieptoon wanneer
bewerkingen correct zijn uitgevoerd, worden er drie pieptonen weergegeven als er
een fout is geconstateerd en twee als de camera heeft scherpgesteld op het
onderwerp. Bovendien klinkt het opstartgeluid als de camera wordt ingeschakeld.
Sluitergeluid
Kies voor het sluitergeluid tussen [Aan] (standaardinstelling) en [Uit].
86
Basisinstellingen: setup-menu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
k Automatisch uit
Als gedurende een bepaalde tijd geen bewerkingen worden uitgevoerd, wordt de
monitor uitgeschakeld en wordt de camera in de stand-by-stand (A 13) gezet om
de batterijen te sparen. Het camera-aan-lampje knippert in de stand-by-stand. Als
er gedurende nog eens drie minuten geen handelingen plaatsvinden, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld.
Gebruik deze optie om de tijdsduur in te stellen waarna de camera stand-by wordt
gezet.
C Opmerkingen over Automatisch uit
In de volgende situaties wordt de camera na een vaste tijdsduur op stand-by gezet:
Tijdens de weergave van menu’s: 3 minuten
Tijdens het automatisch herhalen van een diashow of als een lichtnetadapter is aangesloten:
30 minuten
Automatisch uit
Selecteer de tijdsduur waarna de camera stand-by wordt gezet als geen
bewerkingen worden uitgevoerd. Kies uit [30 sec] (standaardinstelling), [1 min],
[5 min] en [30 min].
Slaapstand
Als [Aan] (standaardinstelling) is geselecteerd, wordt de camera in de stand-by-
stand gezet als er geen verandering optreedt in de helderheid van het onderwerp,
zelfs voordat de tijd die is geselecteerd in het menu voor automatisch uitschakelen
is verstreken.
De camera wordt na 30 seconden in de slaapstand gezet als [Automatisch uit] is
ingesteld op [1 min] of na 1 minuut als [Automatisch uit] is ingesteld op [5 min] of
meer.
Als er gedurende vijftien seconden geen handelingen worden uitgevoerd
wanneer de functie Automatisch uit op [30 sec] staat en de functie Stroom sparen
(A 91) op [Aan] (standaardinstelling), wordt de monitor uitgeschakeld en begint
het camera-aan-lampje te knipperen. Als er gedurende nog eens vijftien
seconden geen handelingen plaatsvinden, wordt de camera stand-by gezet.
87
Basisinstellingen: setup-menu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
l
Geheugen formatteren/
m
Geheugenkaart format.
Gebruik deze optie om het interne geheugen of een geheugenkaart te
formatteren.
Het interne geheugen formatteren
Als u het interne geheugen wilt formatteren, moet u de
geheugenkaart uit de camera verwijderen.
De optie [Geheugen formatteren] wordt in het setup-
menu weergegeven.
Een geheugenkaart formatteren
Als een geheugenkaart in de camera is geplaatst, wordt
de optie [Geheugenkaart format.] in het setup-menu
weergegeven.
B Intern geheugen en geheugenkaarten formatteren
Als u het interne geheugen of een geheugenkaart formatteert, worden alle gegevens voorgoed
gewist. Speel belangrijke foto’s over naar de computer voordat u gaat formatteren.
Zet de camera niet uit en open het deksel van het batterijvak en dat van de kaartsleuf niet tijdens
het formatteren.
Wanneer u een geheugenkaart die in een ander apparaat is gebruikt voor het eerst in de
COOLPIX L14 plaatst, moet u deze voor gebruik formatteren.
Geheugen formatteren
LET OP!
Alle beelden worden gewist!
Formatteren
Nee
Sluit
LET OP!
Alle beelden worden gewist!
Formatteren
Nee
Geheugenkaart format.
Sluit
88
Basisinstellingen: setup-menu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
n Taal/Language
Kies een van de 23 talen voor cameramenu’s en berichten.
o Videostand
Pas instellingen voor aansluiting op een televisie aan. Kies [NTSC] of [PAL].
Tsjechisch Pools
Deens Portugees
Duits Russisch
(standaardinstelling) Fins
Spaans Zweeds
Grieks Turks
Frans
Vereenvoudigd
Chinees
Indonesisch Traditioneel Chinees
Italiaans Japans
Hongaars Koreaans
Nederlands Thai
Noors
89
Basisinstellingen: setup-menu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
p Standaardwaarden
Als [Standaardwaarden] is geselecteerd, worden de standaardwaarden van de
camera hersteld.
Popup-menu
* Raadpleeg de bijbehorende beschrijving voor de standaardinstellingen voor de
onderwerpsstand (A 32) en de one-touch portretstand (A 40).
Onderwerpsstand
One-touch portretmenu
Filmmenu
Opnamemenu
Optie Standaardwaarde*
Flits-stand (A 26) Automatisch
Zelftimer (A 28) Uit
Macro-stand (A 29) Uit
Belichtingscompensatie (A 30) 0,0
Optie Standaardwaarde
Onderwerpsstand (A 32) Portret
Optie Standaardwaarde
Portreteffect (A 41) Normaal
Optie Standaardwaarde
Filmopties (A 49) TV-film 640P
Optie Standaardwaarde
Beeld-kwal/form (A 66) Normaal (3072)
Witbalans (A 68) Automatisch
Continu (A 70) Enkelvoudig
Kleuropties (A 71) Normale kleur
90
Basisinstellingen: setup-menu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
Setup-menu
Overige
Als u [Standaardwaarden] kiest, wordt ook het huidige bestandsnummer (A 95) uit het geheugen
gewist. De nummering gaat verder vanaf het laagste beschikbare nummer. Als u de
bestandsnummering wilt terugzetten op ‘0001’, moet u eerst alle foto’s verwijderen (A 76) en
vervolgens [Standaardwaarden] selecteren.
De instellingen voor [Datum] (A 80), [Taal/Language] (A 88), [Videostand] (A 88), [Batterijtype]
(A 91) en de afbeelding die in de camera is opgeslagen voor het welkomstscherm (A 79) in het
setup-menu en [Handmatige preset] (A 69) in het menu [Witbalans] blijven ongewijzigd, zelfs als
[Standaardwaarden] wordt geselecteerd.
Optie Standaardwaarde
Menu’s (A 78) Tekst
Welkomstscherm (A 79) Geen Welkom
Foto-informatie (A 83) Automatische info
Helderheid (A 83) 3
Datum afdrukken (A 84) Uit
Digitale zoom (A 85) Aan
Knopgeluid (A 85) Aan
Sluitergeluid (A 85) Aan
Automatisch uit (A 86) 30 sec
Slaapstand (A 86) Aan
Stroom sparen (A 91) Aan
Optie Standaardwaarde
Papierformaat (A 59, 60) Standaard
91
Basisinstellingen: setup-menu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
s Batterijtype
Zorg ervoor dat op de camera het juiste batterijniveau (A 18) wordt weergegeven
door het type batterijen te kiezen dat momenteel wordt gebruikt.
z Stroom sparen
Hier kan de functie voor het sparen van de batterijen worden in- en uitgeschakeld.
* Als de batterijen bijna leeg zijn, kan de stroomspaarfunctie toch worden gebruikt, ook al
staat deze functie op ‘Uit’.
d Beveiligen
Beveilig geselecteerde foto’s tegen ongewild wissen. Houd er echter rekening
mee dat beschermde bestanden permanent worden gewist als het interne
geheugen van de camera of de geheugenkaart wordt geformatteerd (A 87).
Zie ‘Meerdere foto’s selecteren’ (A 74) voor meer informatie over het
gebruik van deze functie.
Beveiligde foto’s worden in schermvullende weergave en in het scherm Wis gesel.
beeld(en) aangeduid met het pictogram s (A 7), en in miniatuurweergave (voor
vier of negen miniaturen) met het pictogram a (A 42).
Alkaline LR6-alkalinebatterijen
COOLPIX (NiMH) ZR6-oxyride-batterijen
EN-MH1 oplaadbare nikkelmetaalhydride-batterijen
van Nikon
Lithium (standaardinstelling) FR6/L91-lithiumbatterijen
Aan (standaardinstelling)
Het stroomverbruik uit de batterijen wordt verminderd.
Als er gedurende vijftien seconden geen handelingen worden uitgevoerd
wanneer de functie Automatisch uit op [30 sec] staat en de functie Slaapstand op
[Aan] (A 86), wordt de monitor uitgeschakeld en begint het camera-aan-lampje
te knipperen.*
Nadat de foto is gemaakt met de flitser, wordt de monitor uitgeschakeld totdat
de flitser volledig is opgeladen.*
De helderheid van de monitor wordt automatisch op een lager niveau dan bij
‘Uit’ gezet, waardoor energie wordt gespaard.
Uit
Stroom sparen uitgeschakeld.
92
Basisinstellingen: setup-menu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
h Kopiëren
Kopieer foto’s tussen het interne geheugen en een geheugenkaart.
1 Selecteer een optie op het kopieerscherm en
druk op k.
q: foto’s kopiëren van het interne geheugen naar
de geheugenkaart.
r: foto’s kopiëren van de geheugenkaart naar het
interne geheugen.
2 Selecteer een kopieeroptie en druk op k.
Geselecteerde beelden: kopieer de foto’s die in het
fotoselectiescherm zijn
geselecteerd (A 74).
Alle beelden: kopieer alle foto’s.
B Opmerkingen over het kopiëren van foto’s
Beelden in JPEG- en AVI-indeling kunnen worden gekopieerd. Foto’s die in een andere indeling
zijn opgenomen, kunnen niet worden gekopieerd.
Foto’s die met een camera van een ander merk zijn gemaakt of op een computer zijn bewerkt,
kunnen niet worden gekopieerd.
Bewerkte kopieën krijgen dezelfde beveiligingsmarkering (A 91) als het origineel, maar worden
niet gemarkeerd voor afdrukken (A 63).
D Meer informatie
Zie ‘Namen voor beeldbestanden en -mappen’ (A 95) voor meer informatie.
Kopiëren
Sluit
Camera kaart
Alle beelden
Sluit
Geselecteerde beelden
93
Basisinstellingen: setup-menu
Menu’s voor opname, weergave en set-up
r Firmware-versie
Geeft de huidige firmwareversie van de camera weer.
Te r u g
COOLPIX L14 Ver. X.X
Firmware-versie
98
Behandeling van uw camera
Technische opmerkingen
Reinigen
Gebruik geen alcohol, thinner of andere vluchtige chemicaliën.
Opslag
Zet de camera uit wanneer u deze niet gebruikt. Controleer of het camera-aan-
lampje uit is, voordat u de camera opbergt. Verwijder de batterijen als de camera
voor langere tijd niet wordt gebruikt. Berg de camera niet op met nafta- of
kamfermottenballen of op plaatsen:
in de nabijheid van apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren,
zoals televisie- of radiotoestellen
waarbij blootstelling plaatsvindt aan temperaturen onder -10°C (14°F) of boven
50°C (122°F)
die slecht zijn geventileerd of waar de luchtvochtigheid hoger is dan 60%
Haal de camera minstens eenmaal per maand uit de opslag om zo schimmel te
voorkomen. Schakel de camera in en druk een aantal malen op de ontspanknop
alvorens de camera weer op te bergen.
C Opmerkingen over de monitor
De monitor bevat mogelijk enkele pixels die permanent branden of die helemaal niet branden. Dit
komt voor bij praktisch alle TFT-LCD-schermen en duidt niet op een defect. Dit is niet van invloed
op foto’s die met de camera worden gemaakt.
Als u een foto maakt van heldere onderwerpen, kunnen verticale komeetachtige lichtsporen op
de monitor te zien zijn. Dit verschijnsel, ‘smear’ genaamd, is niet zichtbaar in de uiteindelijke foto
en is niet het gevolg van een defect. In filmopnamen kan wel enige ‘smear’ zichtbaar zijn.
Bij helder licht zijn de beelden op de monitor mogelijk niet goed te zien.
De monitor wordt verlicht via een LED-verlichting. Neem contact op met de servicedienst van
Nikon als de monitor zwakker gaat branden of begint te flikkeren.
Objectief
Raak glazen onderdelen niet met uw vingers aan. Verwijder stof of pluisjes met
een blaasbalgje (gewoonlijk een rubberen bal met een spuitmondje waaruit
lucht wordt geblazen). Vingerafdrukken en ander vuil dat niet met een
blaasbalgje kan worden verwijderd, kunt u wegvegen met een zachte doek,
waarbij u een ronddraaiende beweging maakt vanuit het midden naar de
randen toe. Als u het objectief op deze manier niet kunt reinigen, veegt u het
schoon met een doek die licht is bevochtigd met lensreiniger.
Monitor
Verwijder vuil en stof met behulp van een blaasbalgje. Verwijder
vingerafdrukken en andere vlekken van de monitor met een zachte, droge
doek, waarbij u erop let dat u geen druk op de monitor uitoefent.
Camera-
body
Verwijder vuil, stof of zand met behulp van een blaasbalgje en veeg de
camerabody voorzichtig af met een zachte, droge doek. Na gebruik van de camera
aan het strand dient u zand en zout te verwijderen met een droge doek die licht is
bevochtigd met water. Droog de camera daarna grondig af. Let erop dat vuil of stof
in de camera schade kan veroorzaken die niet door de garantie wordt gedekt.
99
Technische opmerkingen
Foutmeldingen
In de volgende tabel vindt u een overzicht van de foutmeldingen en andere
waarschuwingen die op de monitor kunnen worden weergegeven, en wordt
uitgelegd wat u kunt doen.
Melding Probleem Oplossing A
O (knippert) Klok niet ingesteld. Stel de klok in. 80
B Batterij is bijna leeg. Bereid de vervanging van
de batterijen voor.
12, 91
N
Let op!
Batterij bijna leeg!
Batterij bijna leeg. Vervang de batterijen.
Q ( knippert rood) Camera kan niet
scherpstellen.
Stel opnieuw scherp.
Gebruik de
scherpstelvergrendeling.
22, 23
P
Waarschuwing!
Wacht tot camera klaar
is met opnemen
O
Camera kan geen andere
bewerkingen uitvoeren
voordat de opname is
voltooid.
Wacht tot de melding
automatisch verdwijnt
nadat de opname is
voltooid.
22
N
Geheugenkaart
beschermd tegen
overschrijven
Schrijfbeveiligingsschuif is
vergrendeld.
Schuif de
beveiligingsschuif in de
‘schrijfstand’.
17
P
Deze kaart kan niet
gebruikt worden
Fout bij toegang tot
geheugenkaart.
Gebruik een
goedgekeurde kaart.
Controleer of de
contactpunten schoon zijn.
Controleer of de
geheugenkaart correct is
geplaatst.
94
16
16
P
Waarschuwing! Deze
geheugenkaart kan
niet gelezen worden!
P
Ongeformatteerde
kaart.
Kaart formatteren?
Nee
Ja
Geheugenkaart is niet
geformatteerd voor
gebruik in de camera.
Selecteer [Ja] en druk op k
om de kaart te formatteren,
of schakel de camera uit en
vervang de kaart.
17
N
Geen geheugen meer
Geheugenkaart is vol.
Kies een kleiner beeldformaat.
Wis foto’s.
Plaats een nieuwe
geheugenkaart.
Verwijder de
geheugenkaart en gebruik
het interne geheugen.
66
24, 51,
76
16
17
Foto kan niet worden
gekopieerd.
Verwijder foto’s van het
doelmedium.
76
100
Foutmeldingen
Technische opmerkingen
P
Beeld kan niet worden
opgeslagen
Er heeft zich een fout
voorgedaan tijdens het
opslaan van de foto.
Formatteer het interne
geheugen of de
geheugenkaart.
87
Foto kan niet worden
gebruikt voor
welkomstscherm.
Kies een foto van 640 × 480
pixels of groter, of een foto
die is gemaakt bij een
andere instelling dan [16:9].
46, 47,
66
Foto kan niet worden
gekopieerd.
Verwijder foto’s van het
doelmedium.
76
N
Beeld kan niet worden
gewijzigd.
Geselecteerde foto kan niet
worden bewerkt.
De bewerkingsfuncties van
de COOLPIX L14 zijn niet
beschikbaar voor foto’s die
met een andere digitale
camera dan de COOLPIX
L14 zijn genomen.
Beelden met een hoogte-
breedteverhouding van 16:9
of kopieën die zijn gemaakt
met behulp van D-Lighting,
uitsnede of kleine kopie,
kunnen niet worden
bewerkt met D-Lighting.
44
Camera kan geen nieuwe
bestandsnummers
genereren.
Plaats een nieuwe
geheugenkaart.
Formatteer het interne
geheugen of de
geheugenkaart.
16
87
N
Kan film niet
opnemen
Time-out tijdens opname
van film.
Gebruik een snellere
geheugenkaart.
94
N
Geheugen bevat geen
beelden
Geen foto’s in het interne
geheugen of op de
geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart
om beelden uit het interne
geheugen weer te geven.
17
N
Bestand bevat geen
beeldgegevens
Bestand is niet gemaakt
met de COOLPIX L14.
Bekijk het bestand op een
computer of ander
apparaat.
N
Dit beeld kan niet
gewist worden
Foto is beveiligd.
Schakel de beveiliging uit.
91
Lensfout Q Probleem met objectief. Zet de camera uit en weer
aan. Als de fout zich blijft
voordoen, neemt u contact
op met de leverancier of
met een door Nikon
erkende servicedienst.
18
Melding Probleem Oplossing A
101
Foutmeldingen
Technische opmerkingen
* Raadpleeg de printerhandleiding voor meer instructies en informatie.
P
Communicatie-
fout
USB-kabel is losgekoppeld
of geheugenkaart is
verwijderd tijdens
overspelen of afdrukken.
Als Nikon Transfer een
foutbericht weergeeft, klikt u
op [OK] om het bericht te
sluiten. Hervat de bewerking
nadat u de camera hebt
uitgezet, de kabel opnieuw
hebt aangesloten of een
nieuwe geheugenkaart hebt
geplaatst.
Controleer de printer.
16, 53,
58
Systeemfout Q Er is een fout opgetreden in
de interne schakelingen
van de camera.
Zet de camera uit, verwijder de
batterijen en plaats deze weer
terug, en zet de camera aan. Als
de fout zich blijft voordoen,
neemt u contact op met de
leverancier of met een door
Nikon erkende servicedienst.
12, 18
PR
Printerfout controleer
status
Inkt bijna op of printerfout.
Controleer de printer. Nadat u
de inktcartridge hebt vervangen
of het probleem op andere
wijze hebt opgelost, selecteert u
[Hervatten] en drukt u op
k
om het afdrukken te hervatten.*
PR
Printerfout: controleer
papier
De printer bevat niet het
geselecteerde
papierformaat.
Plaats de geselecteerde
papiersoort, selecteer
[Hervatten] en druk op
k
om
het afdrukken te hervatten.*
PR
Printerfout:
papierstoring
Het papier is vastgelopen
in de printer.
Verwijder het vastgelopen papier,
selecteer [Hervatten] en druk op
k
om het afdrukken te hervatten.*
PR
Printerfout:
geen papier
Er zit geen papier in de
printer.
Plaats de geselecteerde
papiersoort, selecteer
[Hervatten] en druk op
k
om
het afdrukken te hervatten.*
PR
Printerfout:
controleer inkt
Inktfout.
Controleer de inkt, selecteer
[Hervatten] en druk op
k
om
het afdrukken te hervatten.*
PR
Printerfout:
geen inkt
Inktcartridge is leeg.
Vervang de inktcartridge, selecteer
[Hervatten] en druk op
k
om het
afdrukken te hervatten.*
PR
Printerfout:
beschadigd bestand
Het beeldbestand heeft
een fout veroorzaakt.
Selecteer [Annuleren] en
druk op k om het
afdrukken te annuleren.
Melding Probleem Oplossing A
102
Technische opmerkingen
Problemen oplossen
Als de camera niet naar behoren functioneert, raadpleeg dan eerst de volgende
algemene problemen voordat u zich tot de leverancier of tot een door Nikon
erkende servicedienst wendt. Raadpleeg de pagina’s in de rechterkolom voor
meer informatie.
Monitor, instellingen en stroomvoorziening
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Monitor is leeg Camera staat uit.
Batterij is leeg.
Stand-bystand om energie te besparen: druk
de ontspanknop half in.
Als het flitserlampje rood knippert, wacht u
tot de flitser is opgeladen.
Camera en computer zijn met elkaar
verbonden via de USB-kabel.
Camera en televisie zijn met elkaar verbonden
via de A/V-kabel.
18
18
13, 22
27
53
52
Beeld op monitor is niet goed
zichtbaar
Pas de helderheid van de monitor aan.
Monitor is vuil. Reinig de monitor.
Monitor is gedimd om energie te besparen.
Monitor wordt helderder wanneer de
bedieningsknoppen worden gebruikt.
83
98
13
Camera gaat zonder
waarschuwing uit
Batterijen zijn bijna leeg.
Camera is automatisch uitgeschakeld om
energie te besparen.
Batterijen zijn koud.
18
97
Datum en tijd van opname zijn
onjuist
Foto’s die zijn opgenomen voordat de klok is
ingesteld en terwijl de aanduiding ‘Datum niet
ingesteld’ knippert, krijgen de tijdsaanduiding
‘00/00/0000 00:00’; films krijgen de aanduiding
‘01/09/2007 00:00’.
Stel de juiste datum en tijd in met [Datum] in
het setup-menu.
Controleer af en toe de tijdsaanduiding van
uw camera en stel zo nodig de tijd bij.
14
80
Er zijn geen aanduidingen op
de monitor te zien
[Info verbergen] is geselecteerd voor [Foto-informatie].
Selecteer [Info tonen].
83
[Datum afdrukken] is niet
beschikbaar
Cameraklok is niet ingesteld. 14,
80
Datum wordt niet op foto’s
weergegeven, zelfs wanneer
[Datum afdrukken] is
ingeschakeld
d [Sport], l [Museum] of p [Panorama
assist] is geselecteerd in het onderwerpmenu.
Filmstand is geselecteerd.
[Continu], [BSS] of [Multi-shot 16] is
geselecteerd voor [Continu].
33, 36,
38
48
70
Standaardwaarden zijn
hersteld
Reservebatterij is leeg; alle standaardwaarden
zijn hersteld.
81
103
Problemen oplossen
Technische opmerkingen
Elektronisch gestuurde camera’s
In zeer uitzonderlijke gevallen kunnen er ongewone tekens op de monitor worden weergegeven en
functioneert de camera niet meer. Meestal is dit het gevolg van een sterke externe statische lading.
Zet de camera uit, verwijder de batterij en plaats deze terug, en zet de camera weer aan. Neem
contact op met de leverancier of met een door Nikon erkende servicedienst als de storing zich blijft
voordoen. Als u de stroomvoorziening van de camera onderbreekt, zoals hierboven wordt
beschreven, kan dit ertoe leiden dat gegevens die op het moment dat de storing optrad nog niet in
het interne geheugen of op de geheugenkaart waren opgeslagen, verloren gaan. Dit is niet van
invloed op gegevens die al zijn opgeslagen.
Opname
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Er wordt geen foto gemaakt als
de ontspanknop wordt
ingedrukt.
Als de camera in de weergavestand staat,
drukt u op de opnamestandknop.
Als menu’s worden weergegeven, drukt u op
d.
Batterij is leeg.
Als het flitserlampje knippert, wordt de flitser
opgeladen.
24
10
18
27
Camera kan niet scherpstellen. Autofocus werkt niet goed met het
onderwerp dat u wilt fotograferen.
Scherpstelfout. Zet de camera uit en weer
aan.
23
18
Foto’s zijn onscherp. Gebruik de flitser.
Gebruik D.
Gebruik een statief en de zelftimer.
26
70
5, 28
Er worden heldere vlekken
weergegeven in foto’s die zijn
gemaakt met flitslicht.
Flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de
lucht. Zet de flitser uit.
27
Flitser treedt niet in werking. Flitser staat uit.
Er is een onderwerpsstand geselecteerd
waarbij de flitser niet werkt.
Er is een andere filmstand dan [Stop-motion
film] geselecteerd.
[Continu], [BSS] of [Multi-shot 16] is
geselecteerd voor [Continu].
26
32
48
70
Optische zoom kan niet
worden gebruikt.
Optische zoom kan niet worden gebruikt
wanneer u films opneemt.
48
104
Problemen oplossen
Technische opmerkingen
Digitale zoom kan niet worden
gebruikt.
Digitale zoom kan niet worden gebruikt:
Als de one-touchportretstand is geselecteerd
of b [Portret] of e [Nachtportret] is
geselecteerd in het onderwerpmenu.
Als [Multi-shot 16] is geselecteerd voor
[Continu] in het menu met opnamestanden.
Voordat een film wordt gestart.
Wanneer [Uit] is geselecteerd bij [Digitale
zoom] in het setup-menu.
33, 34,
40
70
48
85
[Beeld-kwal/form] niet
beschikbaar.
[Beeld-kwal/form] kan niet worden aangepast
als [Multi-shot 16] is geselecteerd voor
[Continu].
70
Geen geluid wanneer de sluiter
ontspant.
[Uit] is geselecteerd voor [Geluid instellen] >
[Sluitergeluid] in het setup-menu.
[Continu], [BSS] of [Multi-shot 16] is
geselecteerd voor [Continu] in opnamemenu.
d (onderwerpsstand [Sport]) of l
(onderwerpsstand [Museum]) is geselecteerd.
Filmstand is geselecteerd.
85
70
33, 36
48
Foto’s zijn vlekkerig. Objectief is vuil. Reinig het objectief. 98
Kleuren zijn onnatuurlijk. Witbalansinstelling komt niet overeen met
lichtbron.
68
Willekeurig verspreide pixels
(‘ruis’) worden in het beeld
weergegeven.
Sluitertijd te lang of ISO-gevoeligheid te hoog. U
kunt ruis op de volgende manieren verminderen:
Flitser gebruiken
Onderwerpsstand met ruisonderdrukking
selecteren
26
34, 35
Foto’s zijn te donker
(onderbelicht).
Flitser staat uit.
Flitsvenster is afgedekt.
Onderwerp bevindt zich buiten flitsbereik.
Pas belichtingscompensatie aan.
Onderwerp is gefotografeerd met tegenlicht.
Selecteer o (onderwerpsstand [Tegenlicht])
of gebruik een invulflits.
26
20
26
30
26, 37
Foto’s zijn te licht (overbelicht). Pas belichtingscompensatie aan. 30
Probleem Oorzaak/Oplossing A
105
Problemen oplossen
Technische opmerkingen
Weergave
Onverwachte resultaten
wanneer flitser is ingesteld op
V (automatisch met rode-
ogenreductie).
Als V (Automatisch met rode-ogenreductie)
of invulflits met lange sluitertijd en rode-
ogenreductie in de onderwerpsstand e
([Nachtportret]) wordt gebruikt, wordt de
geavanceerde rode-ogencorrectie van Nikon
mogelijk in zeer zeldzame gevallen toegepast
op gebieden waar geen sprake is van rode ogen.
Gebruik andere flits-standen dan V
(automatisch met rode-ogenreductie) en maak
foto’s in een andere opnamestand dan e
[Nachtportret].
26, 34
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Bestand kan niet worden
weergegeven.
Het bestand is overschreven of de naam is
gewijzigd met de computer of een camera
van een ander merk.
Er wordt een stop-motion film gemaakt: foto’s
kunnen pas worden weergegeven nadat de
opname is voltooid.
Kan niet op beeld inzoomen. Zoomweergave kan niet worden gebruikt bij
films, kleine kopieën en foto’s die zijn
bijgesneden tot minder dan 320 × 240.
Kan de opties voor D-Lighting,
uitsnijden of kleine kopie niet
gebruiken.
Deze opties kunnen niet worden gebruikt
voor films en voor foto’s die zijn gemaakt bij
de instelling [16:9].
Selecteer een foto die D-Lighting, uitsnijden
of kleine kopie ondersteunt.
De bewerkingsfuncties van de COOLPIX L14
zijn niet beschikbaar voor foto’s die met een
andere digitale camera dan de COOLPIX L14
zijn genomen.
Foto’s die met deze camera zijn gemaakt,
kunnen mogelijk niet worden weergegeven
met andere camera’s.
51, 66
44
Beelden worden niet
weergegeven op een televisie.
Kies de juiste videostand.
Geheugenkaart bevat geen beelden. Plaats
een andere geheugenkaart. Verwijder de
geheugenkaart om foto’s in het interne
geheugen weer te geven.
88
16
Probleem Oorzaak/Oplossing A
113
Index
Technische opmerkingen
Papierformaat 59, 60
Party/binnen (f) 32, 34
PictBridge 58, 110
Polskoord 11
Portret (b) 32, 33
Printer 57
Printopdracht 63
Productondersteuning 2
R
Reinigen
Camera-body 98
Monitor 98
Objectief 98
Rode-ogenreductie 27
RSCN 95
Ruisonderdrukking 34, 35
S
Schemering (i) 32, 35
Schermvullende weergave 24, 25
Scherpstelling 6, 22
aanduiding 6, 22
gezichtprioriteit 40
scherpstelveld 6, 22
Scherpstelvergrendeling 23
SD-geheugenkaart (Secure Digital) 1
Sepia 71
Setup-menu 7793
Smear 98
Snelle zoomweergave 43
Sport (d) 32, 33
SSCN 95
Standaardwaarden 89
Statiefaansluiting 5
Strand/sneeuw (g) 32, 34
Stroom sparen 91
T
Taal 14, 88
Tegenlicht (o) 32, 37
Tegenlicht, onderwerpen met 26, 37
Televisie 52
aansluiten op 52
Tijdzone 1415, 80, 82
TL-licht 68
U
Uitsnede 46
USB-kabel 54, 58, 94
V
Videostand 88
Volume 51
Vuurwerk (m) 32, 36
W
Weergave 24, 4247
miniatuur 42
stand 8, 24, 25
zoom 43
Weergavemenu 7376
Welkomstscherm 79
Wissen 24, 25, 51, 76
Witbalans 68, 72
handmatige preset 69
Z
Zelftimer 9, 28, 72
Zelftimerlampje 4, 28
Zomertijd 14, 80
Zonsondergang (h) 32, 35
Zoom 21
aanduiding 6
afspelen 43
knoppen 5, 21, 29, 51, 59
Zwart-wit 71
114
28


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Nikon Coolpix L14 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Nikon Coolpix L14 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 4,71 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Nikon Coolpix L14

Nikon Coolpix L14 User Manual - English - 128 pages

Nikon Coolpix L14 User Manual - German - 128 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info