19 - Gebruikersgids COOLPIX
Nikon School
Perspectief
De afstand tussen de camera en
het onderwerp is van belang voor
het beeldperspectief, met andere
woorden, de relatie tussen de grootte
en de diepte van de verschillende
onderwerpen van een foto.
Bij een korte afstand wordt de nadruk gelegd op
onderwerpen die dicht bij het toestel staan, want de
afstand ten opzichte van de achtergrond wordt als het
ware uitvergroot. Dat heet een overdreven perspectief.
Een lange afstand leidt tot een samengedrukt perspectief,
waarbij de voorgrond visueel heel dicht bij de achtergrond
lijkt te staan. De grootte- en afstandsverschillen lijken
kleiner dan ze in werkelijkheid zijn.
Door verschillende brandpuntsafstanden te hanteren en
de afstand tot het onderwerp te wijzigen, kunt u eenzelfde
onderwerp op verschillende manieren vastleggen. Als u
de brandpuntsafstand en de afstand tot het onderwerp
verandert, heeft dat ook invloed op de scherptediepte van
uw foto’s.
De beste manier om deze begrippen te begrijpen is om ze
uit te proberen! Kies eerst uw onderwerp en neem nadien
een reeks foto’s door de afstand tussen de camera en
het onderwerp te laten variëren en de brandpuntsafstand
zodanig te veranderen dat u de kadrering behoudt. U
zult merken dat de voorgrond dezelfde blijft, maar dat
de achtergrond verandert. Zodra u het perspectief goed
onder de knie heeft, kunt u uw kennis steeds toepassen
zodra u uw camera ter hand neemt. De achtergrond
bakent de plek en het tijdstip van uw foto’s af...
Standaard, fotograaf dicht bij onderwerp
Telelens, zelfde kadrering maar fotograaf ver van onderwerp
Groothoeklens, camera met uitgestrekte armen net boven het water gehouden