9
Verbinding maken met Wi-Fi-netwerk
Om verbinding met het WiFi-netwerk van de router te maken, kunt
u de functie Wi-Fi Protected Setup (WPS) van de router gebruiken
of het WiFi-netwerk selecteren en het wachtwoord invoeren.
Voor hulp bij de WPS-knop op uw computer of WiFi-apparaat,
controleert u de online help of de instructies die met de computer
of het apparaat zijn meegeleverd. Sommige oudere apparaten
kunnen geen WPS gebruiken.
¾ Verbinding maken met het netwerk via WPS:
1. Houd de WPS-knop op de router gedurende 3 tot 5 seconden
ingedrukt.
Het WPS-lampje op de knop begint te knipperen.
2. Druk binnen 2 minuten op de WPS-knop op uw computer of
WiFi-apparaat of klik op de WPS-knop op het scherm van de
computer of het apparaat.
Het WPS-lampje brandt blauw wanneer de computer of het
WiFi-apparaat verbinding maakt met uw router.
3. Herhaal deze procedure om andere computers of WiFi-
apparaten toe te voegen.
¾ Voor de selectie van uw netwerk en het invoeren van het
wachtwoord:
1. Open het softwarehulpprogramma waarmee u de WiFi-
verbindingen beheert op de computer of het WiFi-apparaat dat
u met de router wilt verbinden.
Dit hulpprogramma zoekt naar WiFi-netwerken in uw omgeving.
2. Zoek en selecteer de WiFi-netwerknaam (SSID) van uw router.
De SSID staat op het productetiket.
3. Voer het wachtwoord van de router in (of uw eigen wachtwoord
als u dit hebt veranderd) en klik op de knop Connect (Verbinden).
U vindt het wachtwoord op het productetiket.
4. Herhaal stap 1 tot en met 3 om andere computers of WiFi-
apparaten toe te voegen.