• In zeer stoffige, vuile of vettige ruimten.
Installeer geen rookmelder direct boven het
fornuis of de kookplaat. Reinig een melder in een
wasmachineruimte regelmatig om hem vrij te
houden van stof en pluizen.
• In de buurt van ventilatieroosters,
plafondventilatoren of in zeer tochtige ruimten.
Tocht kan rook wegblazen van een rookmelder,
waardoor de rook de sensor niet bereikt.
• In ruimten met veel insecten. Insecten
kunnen de openingen naar de sensor
verstoppen en ongewenste alarmen
veroorzaken.
• Minder dan 30,5 cm verwijderd van
fluorescerende lampen. Elektrische ‘ruis’ kan
storing van de sensor veroorzaken.
• In ruimten met stilstaande lucht. Ruimten met
stilstaande lucht kunnen verhinderen dat rook
een rookmelder bereikt.
WAAR MOET JE JE KOOLMONOXIDEMELDER
NIET INSTALLEREN?
• Houd de koolmonoxidemelder minimaal
1,5meter bij kookapparaten vandaan, zoals een
kookplaat, oven, magnetron, enz.
• Deze melder mag niet worden geïnstalleerd
op plaatsen waar de temperatuur beneden de
4°C of boven de 38°C ligt.
• In een afgesloten ruimte (bijvoorbeeld in een kast
of achter een gordijn).
• Waar deze kan worden afgedekt (bijvoorbeeld
door meubilair).
• Direct boven een aanrecht.
• Naast een deur of raam.
Ruimten die moeten worden vermeden, zijn
onder andere: slecht geventileerde keukens,
garages, boten, caravans/campers en
verwarmingshokken. Houd een rookmelder
indien mogelijk minimaal zes meter verwijderd
van de bron van verbrandingsdeeltjes (kachel,
haard, waterboiler, verwarmingstoestel).
In ruimten waar een afstand van zes meter
niet mogelijk is (bijvoorbeeld in campers/
caravans of kleinere woningen), wordt
aanbevolen rookmelders zo ver mogelijk bij deze
verbrandingsapparaten vandaan te plaatsen.
De aanbevelingen voor plaatsing zijn bedoeld
om een rookmelder op redelijke afstand
te houden van een verbrandingsapparaat,
zodat het aantal ‘ongewenste’ alarmen wordt
verminderd. Ongewenste alarmen kunnen
optreden als een rookmelder direct naast een
verbrandingsapparaat wordt geplaatst. Ventileer
deze ruimten zo vaak mogelijk.
• In luchtstromen in de buurt van keukens.
Luchtstromen kunnen kookdampen in de richting
van een rookmeldersensor trekken in de buurt
van de keuken.
• In zeer vochtige of natte ruimten of ruimten met
stoom, of in de directe omgeving van badkamers
met een douche. Houd een rookmelder minimaal
drie meter uit de buurt van doucheruimten,
sauna’s, vaatwassers, etc.
• In ruimten waar de temperatuur regelmatig
beneden de 4°C of boven de 38 °C ligt, zoals
onverwarmde gebouwen, buitenkamers,
veranda’s of niet-afgewerkte zolders
of kelders.
22