7-8
regelen.
● Zet alle (thermostatische) radiatorafsluiters 100% open.
● Zet de pomp in stand 2.
● Geef een gewenst Setpoint op. Gebruik hier in eerste instan-
tie het standaard klokprogramma voor.
● Meet de ruimtetemperatuur in het vertrek waar de
ModuLine IV kamerthermostaat is geplaatst.Wacht totdat de
installatie in evenwicht is. Indien de ruimtetemperatuur niet
wordt gehaald, moet de stooklijn worden verhoogd. Indien de
ruimtetemperatuur wordt overschreden, moet de stooklijn
worden verlaagd. Zie hiervoor het hoofdstuk: Instellen van de
stooklijn.
Let op: Bij iedere verstelling van de stooklijn moet de installatie
eerst weer tot rust komen. Dit duurt circa 3 à 4 uur.
Let op: Bij toepassing van een weersafhankelijke regeling met
ruimtetemperatuurcompensatie dient de stooklijn niet extra
verhoogd te worden. Bij voorkeur de stooklijn iets te laag
instellen, de ModuLine IV verhoogd de watertemperatuur
wel indien dat nodig is.
● Verwerk het gevonden minimale Setpoint in het klokprogramma.
● Laat de (thermostatische) radiatorafsluiters in de ruimte waar
de ModuLine IV kamerthermostaat is geplaatst 100% open
staan. Deze kamertemperatuur wordt geregeld door de
ModuLine IV.
● Stel alle andere (thermostatische) radiatorafsluiters in op de
gewenste ruimtetemperatuur. Hiermee wordt de kamertem-
peratuur van de desbetreffende ruimte geregeld.
● Zet de Weersafhankelijke Module nu op weersafhankelijke
regeling met ruimtetemperatuurcompensatie.
7.5 Afregelen van de stooklijn
Aangezien de omstandigheden waarin een installatie moet func-
tioneren nooit gelijk is aan een vorige situatie, is het wenselijk en
noodzakelijk de stooklijn, na het inregelen van de installatie en de
eerste instelling van de stooklijn, wat nauwkeuriger af te stellen.
Bij het inregelen van de cv-installatie is een minimale Setpoint
instelling bepaald. Deze moet verwerkt worden in het klokpro-
gramma. Eventuele extra Setpoints kunnen ook ingevoerd worden.
Afhankelijk van de soort verwarmingsbronnen zal een eerste
stooklijn instelling doorgevoerd zijn.
Indien er, ondanks een correct ingeregelde installatie, toch een
temperatuur afwijking optreedt, dient u de volgende handelingen
te volgen: