2.3.4 Ionisatiestroom
De ionisatiestroom is een variërende gelijkstroom. Om met een eenvoudige
universele multimeter een correcte ionisatiestroom vast te stellen dient een
µ-adapter toegepast te worden (figuur 2.3.4.1). De multimeter dient bij meting
op mV-range gezet te worden. Bij metingen met een µ-adapter komt 1 mV
overeen met 1 µA.
Voor het meten van de ionisatiestroom moeten de volgende handelingen wor-
den uitgevoerd:
1. Haal de netstekker uit de wandcontactdoos.
2. Neem de stekkerverbinding van de ionisatiekabel los.
3. Sluit in serie op de losgenomen contacten de meetpennen van de mul
meter aan (figuur 2.3.4.2).
4. Plaats de netstekker weer in de wandcontactdoos.
5. Geef warmtevraag zodat het toestel gaat branden.
6. Meet de ionisatiestroom bij deellast en bij vollast.
Bij deellast 30% dient de ionisatiestroom circa 2-3 µA te zijn.
Bij vollast 100% dient de ionisatiestroom circa 8-11 µA te zijn.
Wanneer de ionisatiestroom afwijkt kan dit veroorzaakt worden door:
- de aarde van de gloeiplug/warmtewisselaar niet aangesloten;
- de ionisatiepen;
- de gas/lucht-verhouding ∆P is niet goed afgesteld.
- een te lage voordruk.
2.4 Uitschakelen
Het is aan te raden het toestel altijd in bedrijf te laten, met name wanneer er
bevriezingsgevaar is. Voor een goede werking van het toestel is het vereist dat
deze altijd van voedingsspanning is voorzien.
Het verdient de voorkeur om het toestel uit te schakelen door de kamerther-
mostaat op een lage stand te zetten. De pomp zal na afloop van de nadraaitijd
stoppen. Het tapvat zal door de ingebouwde regeling altijd op temperatuur
worden gehouden. Door de lage stilstandverliezen zal het toestel, wanneer er
niet getapt wordt, slechts sporadisch inschakelen om het tapvat op tempera-
tuur te houden. Uitschakelen van het tapvat kan met een bepaalde serie
ModuLine thermostaten. Zie hiervoor de instructie van de betreffende
ModuLine thermostaat.
Om het toestel geheel buiten bedrijf te stellen moeten de volgende handelingen
uitgevoerd worden:
1. Haal de netstekker uit de wandcontactdoos.
2. Draai de gaskraan onder het toestel dicht.
3. Tap de cv-installatie en het tapvat in geval van bevriezingsgevaar af
(zie paragraaf 2.5).
Let op: Voeg geen antivriesmiddelen toe.
2.
2-5
IN BEDRIJF STELLEN
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V