613930
10
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/44
Next page
Installatie-instructie
Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
Nefit houdt Nederland warm
1. Frame
2. Automatische ontluchter
3. Lucht / gas aansluitstuk
4. Branderthermostaat
5. Ionisatiepen
6. Gloeiplug
7. Gas inspuiter
8. Safety-sensor
9. Gebogen gaspijp
10. Ventilator 230V
11. Tapvat
12. UBA (Universele Brander Automaat)
13. Diagnose display
14. Temperatuurmeter
15. Kamerthermostaat aansluiting
16. Sifon ø 32 mm
17. Brander
18. Slang stuwdruk ventilator (naar gasregelblok)
19. Kijkglas
20. Warmtewisselaar
21. Aanvoersensor
22. Condensbak
23. Retoursensor
24. Inlaatpijp ventilator
25. Ontluchter tappunt
26. BD-pomp
27. Tapsensor
28. Aansluiting Service Tool
1
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
15
14
16
27
26
24
22
21
20
18
19
17
aanvoer ø 22 mm
warm water ø 15 mm
retour ø 22 mm
koud water ø 15 mm
gas ø 15 mm
23
2
25
28
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
De Nefit EcomLine toestellen zijn hoog rendement wandhangende cv-toestel-
len van Nefit. Het hoge rendement wordt verkregen door de uitgekiende
regeling in combinatie met de gebruikte componenten, zoals brander en
warmtewisselaar.
Nefit heeft haar jarenlange ervaring met HR-toestellen. Deze ervaring wordt
tot uitdrukking gebracht in de Nefit EcomLine toestellen.
De Nefit EcomLine toestellen voldoen aan de Europese norm (CE) en de
GIW-eisen.
In deze installatie-instructie wordt aandacht geschonken aan de installatie van
de ketel en de daarbij geldende voorschriften. Daarnaast treft u algemene tech-
nische gegevens aan over de Nefit EcomLine toestellen en informatie over
onderhoud, eventueel optredende storingen en de mogelijke oorzaken hiervan.
De gebruikersinstructie is in het toestel achter de klep in de mantel gevoegd.
819015
VOORWOORD
1. INSTALLEREN 1-1
1.1 Toestel algemeen 1-1
1.1.1 Voorschriften 1-1
1.1.2 Gaskeurlabels 1-2
1.1.3 Plaatsingsmogelijkheden 1-3
1.1.4 Montage 1-3
1.2 Luchttoevoer en rookgasafvoer 1-5
1.2.1 Luchttoevoer en rookgasafvoer bij gesloten opstelling 1-6
1.2.2 Luchttoevoer en rookgasafvoer bij open opstelling 1-6
1.2.3 Centraal lucht- en verbrandingsgasafvoersysteem 1-7
1.2.4 Condensafvoer 1-7
1.2.5 Vorstbeveiliging 1-7
1.2.6 Rookgasafvoer- en luchttoevoerweerstandstabel 1-7
1.3 cv-water- en tapwatercircuit 1-8
1.3.1 cv-watercircuit 1-8
1.3.2 Vloerverwarming 1-10
1.3.3 Tapwatercircuit 1-11
1.3.4 BD-pomp 1-11
1.3.5 Pompschakeling 1-11
1.3.6 Technische aandachtspunten 1-12
1.4 Elektrische aansluitingen 1-12
1.4.1 Aansluiting netspanning 1-12
1.4.2 Ruimteregeling 1-12
1.4.3 Service Connector 1-12
1.5 Aansluiting propaan 1-13
2. IN BEDRIJF STELLEN 2-1
2.1 Vullen en ontluchten van het cv-circuit 2-1
2.2 In bedrijf stellen 2-2
2.3 Instellingen verrichten en controleren 2-2
2.3.1 Instellingen UBA 2-2
2.3.2 Voordruk meten 2-3
2.3.3 Controle en correctie branderdruk 2-4
2.3.4 Ionisatiestroom 2-5
2.4 Uitschakelen 2-5
2.5 Aftappen 2-6
3. ONDERHOUD 3-1
3.1 Algemeen 3-1
3.2 Klein onderhoud 3-2
3.3 Groot onderhoud 3-3
4. DIAGNOSE TOESTELGEDRAG 4-1
4.1 Bedrijfsfuncties 4-1
4.1.1 Algemene verklaring display- en servicecodes 4-1
4.1.2 Display- en servicecodes tijdens normaal bedrijf 4-2
4.2 Storingen en oorzaken 4-3
4.2.1 Storingsdiagnose 4-3
4.2.2 Storingsoorzaken en oplossingen 4-6
5. SPECIFICATIES 5-1
5.1 Technische specificaties 5-1
5.2 Onderdelenspecificaties 5-2
5.3 Resterende opvoerhoogte voor cv-installaties 5-3
5.4 Elektrisch schema 5-4
5.5 Doormeten sensor 5-5
5.6 Maatschetsen 5-6
INHOUDSOPGAVE
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
1.1 Toestel algemeen
De Nefit EcomLine toestellen zijn zo geconstrueerd dat de vlam kan moduleren.
Dit betekent dat het toestel traploos lager kan branden, zodat er niet meer
warmte geleverd wordt dan noodzakelijk is. Hierdoor wordt een gelijkmatige
kamertemperatuur bereikt. Het toestel kan moduleren van 38 tot 100% van
zijn vermogen.
De benaming van de Nefit EcomLine toestellen is uit de volgende delen
samengesteld:
- HRC : Hoog Rendement Combi;
- V : Verticaal.
Tabel 1.1.1 Belasting (o.w.) Nefit EcomLine toestellen
Toestel belasting [kW]
cv-bedrijf sanitairbedrijf
Nefit EcomLine HRC 23V 21,6 21,6
Nefit EcomLine HRC 23/28V 21,6 28,5
1.1.1 Voorschriften
U dient er als installateur en/of eigenaar voor te zorgen dat de gehele installatie
voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften zoals die zijn opgenomen in:
Het Bouwbesluit
Richtlijnen bestaande gasinstallaties, opgesteld door het energiebedrijf
NEN 1078 Voorschriften voor aardgasinstallaties GAVO
NPR 3378 De bijbehorende praktijkrichtlijnen
NEN 3028 Veiligheidseisen voor centrale verwarmingsinstallaties
NEN 1010 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties
NEN 1006 Algemene voorschriften voor drinkwaterinstallaties AVWI
Werkbladen VEWIN
NEN 1087 Ventilatie in woongebouwen
NPR 1088 Toelichting op NEN 1087
NEN 2757 Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rook
NEN 2920 Eisen voor huishoudelijke gasverbruikinstallaties en vergelijk-
bare installaties in middenen kleinbedijf van handel, horeca en
nijverheid bedreven met handelsbutaan, handelspropaan en
butaan/propaan (B/P)-mengsels.
NEN 3215 Binnenriolering in woningen en woongebouwen
Plaatselijke voorschriften van Brandweer, Nutsbedrijven of Gemeente
Montage voorschriften van fabrikant
Voor alle voorschriften geldt dat aanvullingen of latere voorschriften op het
moment van installeren van toepassing zijn
In het cv-circuit moet een manometer worden opgenomen
van de NEN 1078 en NPR 3378. Indien geen andere toestellen op de gaslei-
ding worden aangesloten die vanaf de gasmeter naar het cv-toestel loopt, is de
maximale overbrugbare lengte van de gasleiding weergegeven in tabel 1.1.1.1.
Hierbij is uitgegaan van een maximaal drukverlies van 1,7 mbar welke voor
nieuwbouw-installaties geldt.
Eventuele appendages die toegepast worden dienen uitgevoerd te worden in
de bepaalde leidingdiameter. Deze dienen nog in mindering gebracht te wor-
den op de lengte. Net voor het toestel moet verlopen worden naar de toe-
stelaansluitdiameter.
Voor de Nefit EcomLine toestellen geldt een toestelaansluiting van Ø
½ voor
de gasleiding. Daarnaast wordt de maximale leidinglengte per leidingdiameter
weergegeven.
1.
1-1
INSTALLEREN
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
De luchttoevoer- en rookgasafvoersystemen moeten voldoen aan de NEN
1078 en NEN 2757. Daarnaast moet de dakdoorvoer voldoen aan de daar-
voor geldende keuringseisen.
Het is verboden chemische middelen (o.a. inhibitoren) aan het cv-water toe te
voegen en onthard cv-water toe te passen (paragraaf 1.3.1).
1.1.2 Gaskeurlabels
De Nefit EcomLine toestellen dragen een Gaskeurlabel. Dit is een prestatiel-
abel dat aangeeft dat het cv-toestel voldoet aan specifieke eisen met betrek-
king tot een aantal doelmatigheid- en comfortaspecten. Figuur 1.1.2.1 toont
het gaskeurlabel van een Nefit EcomLine HRC 23V. Figuur 1.1.2.2 toont het
gaskeurlabel van een Nefit EcomLine HRC 23/28V.
HR-label
De Nefit EcomLine toestellen zijn geclassificeerd met het HR-label 107.
Dit houdt in dat het rendement van de ketel tenminste 107% (onderwaarde)
is. Dit betekent dat de ketel zuinig is met energie, dus lagere energiekosten
en beter voor het milieu. Deze waarde mag ook gebruikt worden bij een EPN-
berekening.
HRww-label
De Nefit Ecomline HR Combi-toestellen beschikken over het HRww-label.
Het HRww-label geeft aan dat het toestel op een zuinige en efficiënte wijze warm
water produceert, dus zonder verspilling van energie en water.
SV-label
De Nefit EcomLine toestellen beschikken over een geavanceerde brander.
De NOx-uitstoot is hierdoor zo laag mogelijk. De Nefit EcomLine toestellen
dragen het predikaat Schonere Verbranding.
NZ-label
Bij een zonne-energiesysteem zorgt de zon deels voor opwarmen van het
water. Wanneer de zon niet (fel) genoeg schijnt, dient het sanitairwater naver-
warmd te worden. De Nefit EcomLine toestellen voldoen aan de specifieke
eisen voor die functie en zijn dus voorzien van het NZ-label. Dit betekent:
geschikt voor Naverwarming Zonneboilers.
CW-label
De Nefit EcomLine toestellen dragen een CW-label. Dit is een prestatielabel
dat aangeeft dat het cv-toestel bij de bereiding van warm water voldoet aan
bepaalde toepassingsklassen voor Comfort Warm water.
1) Een classificatie van het toestel op basis van Gaskeur CW-certificatie
metingen. De meetresultaten worden aangeduid met de cijfers 1 t/m 6.
2) Maximale ongeïsoleerde warmwaterleidingen tussen het toestel en het
keukentappunt waarbij binnen 30 seconden een blijvende temperatuurver-
hoging van tenminste 35 ˚C is bereikt.
1.
1-2
INSTALLEREN
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
Toestel
Nefit EcomLine HRC 23V 3 6,7 10,3 17
Nefit EcomLine HRC 23/28V 4 8,7 12,7 19
toepassingsklasse CW
1)
spec. keukentapdebiet
T = 45 ºC [l/min]
spec. badvuldebiet
T = 30 ºC [l/min]
spec. leidinglengte [m]
2)
Leidingdiameter [m]
½ ¾ 1 15 mm 22mm 28mm
Nefit EcomLine HRC 23V 6 28 85 3 24 60
Nefit EcomLine HRC 23/28V 3 17 51 1 15 42
Tabel 1.1.1.1 Maximaal overbrugbare lengte gasleiding
3
Figuur 1.1.2.1
Gaskeurlabel van Nefit EcomLine HRC 23V
819049
Figuur 1.1.2.2
Gaskeurlabel van
Nefit EcomLine HRC 23/28V
819047
CW-label 3 betekent dat het toestel geschikt is voor:
- het voeden van een keukentappunt met tenminste 3,5 l/min van 60 ˚C;
-
een douchefunctie vanaf 6 l/min tot tenminste 10 l/min van 40 ˚C;
- het vullen van een bad van 100 liter met 10 l/min van 40
˚C gemiddeld.
CW-label 4 betekent dat het toestel geschikt is voor:
- het voeden van een keukentappunt met tenminste 3,5 l/min van 60 ˚C;
-
een douchefunctie vanaf 6 l/min tot tenminste 12,5 l/min van 40 ˚C;
- het vullen van een bad van 120 liter met 12,5 l/min van 40
˚C gemiddeld.
1.1.3 Plaatsingsmogelijkheden
Om vast te stellen of de installatie van Nefit EcomLine toestellen in een be-
paalde ruimte mogelijk is, moet u rekening houden met de volgende aspecten:
1. Er is een wandcontactdoos aanwezig met randaarde of kan aangelegd worden.
2. De afmetingen van het toestel en de benodigde ruimte voor de rookgasaf-
voer vormen geen belemmering in de beschikbare ruimte. Houd rekening
met een minimale vrije ruimte van 10 cm links en rechts naast het toestel
en tenminste 50 cm voor het toestel om de mantel los te kunnen nemen
(paragraaf 5.6).
3. De plaats van de uitmonding van het rookgasafvoersysteem kan worden
uitgevoerd volgens de voorschriften, mits de weerstand in het afvoersys-
teem niet hoger is dan maximaal toelaatbaar (paragraaf 1.2).
5. Er moet worden voldaan aan alle geldende voorschriften (paragraaf 1.1.1).
6.
Het wordt ten sterkste ontraden het toestel te plaatsen in een chemisch-
agressieve omgeving zoals voorkomt bij spuiterijen, kapsalons, mestrijke
plaatsen of plaatsen waar trichloorethyleen, bepaalde lijmsoorten of andere
agressieve chemische middelen worden bewaard of verwerkt. Ook bij een
gesloten opstelling zal de goede werking en levensduur negatief beïnvloed
worden. In die situatie is de beste oplossing het ketelhuis hermetisch af te
sluiten van de omgeving en deze sterk te ventileren met schone buitenlucht.
Vaak worden Nefit toestellen toegepast in bestaande installaties.
In dit geval dient men er voor te zorgen dat:
1. Vuil uit de installatie wordt verwijderd door dit grondig te spoelen.
2. Er geen andere - dan door Nefit vrijgegeven - chemische middelen
(inhibitoren) aan het cv-water zijn toegevoegd of aanwezig zijn.
3. Geen extra pomp in het ketelcircuit is geplaatst.
4. Het cv-circuit zo uitgevoerd is dat er minimaal 150 liter/uur door kan
stromen. Is het cv-circuit afgesloten (alle radiatorafsluiters dicht), dan
functioneert het toestel niet goed.
1.1.4 Montage
De Nefit EcomLine toestellen kunnen uitsluitend hangend aan de wand geïn-
stalleerd worden. De wand waar het toestel wordt opgehangen dient vlak te
zijn. De montage van de Nefit EcomLine toestellen geschiedt door middel van
een montageframe (figuur 1.1.4.1). Dit montageframe bestaat uit een boven-
en onderdeel met daartussen een flexibele verbinding. Alle aansluitingen kun-
nen aangesloten worden op dit montageframe terwijl de ketel nog niet gemon-
teerd is. Door toepassing van dit frame bespaart u op de montagetijd. De
ketel kan geplaatst worden door deze vast te klikken in het frame. De leidin-
gen worden met wartels aangesloten. De rookgasafvoer- en de luchttoevoer-
pijp worden door respectievelijk een schuifstuk en een klemband aangesloten.
1.
1-3
INSTALLEREN
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
Figuur 1.1.4.1
Leveringsomvang montage sjabloon
211252
Bij het ophangen van het toestel moeten de volgende handelingen achtereen-
volgens worden verricht:
1. Bepaal de positie van het toestel aan de hand van de maatschetsen
(paragraaf 5.6) in deze instructie.
Houd hierbij rekening met:
- Een vrije ruimte van minimaal 10 cm links en rechts naast het toestel
(paragraaf 1.1.3).
- De eisen en de benodigde ruimte voor het luchttoevoer- en rookgasaf-
voersysteem.
- De benodigde ruimte onder het toestel voor condensafvoer en cv-aanslui-
tingen.
2. Monteer de Nefit dak- of muurdoorvoerset (zie paragraaf 1.2). Gebruik het
montageframe voor het bepalen van de positie van de aansluitpunten voor
rookgasafvoer en luchttoevoer (figuur 1.1.4.2). Raadpleeg de installatie-
instructie van de muur- en dakdoorvoerset. De Nefit dak- of muurdoor-
voerset bieden de grootste zekerheid op een goede werking en zijn tegen
concurrerende prijzen leverbaar.
3. Monteer het montageframe op de juiste hoogte horizontaal tegen de wand.
Egaliseer indien noodzakelijk de wand met behulp van een extra plaat. Rol
het kunststof tussenstuk uit. Monteer het aansluitpaneel tegen de wand.
Sluit de gas- en waterleidingen op het montageframe aan. Installeer de con-
densafvoerleiding onder het montageframe. Houd er rekening mee dat aan
het toestel nog een sifon gemonteerd moet worden, welke via een open
trechtertje uitmondt op de condensafvoerleiding. Sluit deze condensafvoer-
leiding met behulp van een stankafsluiter op het riool (zie figuur 1.1.4.3).
Bestudeer de informatie over het aansluiten van:
- gasleiding (paragraaf 1.1.1);
- cv-leidingen (paragraaf 1.3.1);
- sanitairwaterleidingen (paragraaf 1.3.3);
- luchttoevoer- en rookgasafvoerleidingen (paragraaf 1.2).
4. Verwijder de mantel (zie figuur 1.1.4.4).
- Draai de borgschroef aan de onderzijde los. Trek de mantel aan de
onderzijde naar voren zodat deze loskomt van het frame. Til de mantel
vervolgens iets op zodat deze geheel los komt van het toestel.
5. Verwijder de dopjes van de cv-, sanitair- en gasleiding van de ketel en even-
tueel aan het aansluitpaneel en schuif de wartels richting het gasregelblok.
6. Zet de ketel met de onderzijde op het aansluitpaneel en klik het toestel aan
de bovenzijde vast op de ophangelbeugel.
7. Koppel de leidingen aan het toestel en vul de installatie. Zet de airclon
ventiel open. Sluit daarna de muur- of dakdoorvoer aan de aansluitstompen
van het toestel.
De Nefit EcomLine toestellen zijn niet voorzien van een drukmeter.
Om de cv-waterdruk te bepalen is het noodzakelijk een externe drukmeter
in de installatie op te nemen.
Let op: Indien de Nefit EcomLine toestellen zonder montageframe bevestigd wor-
den, kan Nefit Buderus B.V. niet aansprakelijk gesteld worden voor monta-
gefouten en eventuele gevolgschade.
1.
1-4
INSTALLEREN
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
F
C
2
5
2
0
L
O
W
M
O
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Figuur 1.1.4.4 Verwijder mantel
214038
Figuur 1.1.4.2 Montage luchttoevoer-
rookgasafvoer aansluiting
53 mm
100 mm
Ø32 mm
Aansluiting
op installatie
Minimaal 2 cm
vrije ruimte
behouden
Figuur 1.1.4.3 Aansluiting condensafvoer
211205
211254
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
1.
Figuur 1.2.1
Dakdoorvoerset
Nefit EcomLine toestellen 80 mm
1. verdeelstuk 80/125 mm
2. bevestigingsbeugel
3. centreerplaat
4. pasring
5. verticale dakdoorvoer
6. afdichtingen
Figuur 1.2.2
Universele dakpan
1-5
INSTALLEREN
1.2 Luchttoevoer en rookgasafvoer
De luchttoevoer (LTV) en rookgasafvoer (RGA) moeten voldoen aan de
algemeen geldende voorschriften (paragraaf 1.1.1). Raadpleeg bij installatie
de instructie van de doorvoersets.
De eenvoudigste toestelmontage is met een montageframe. Parallel rookgasaf-
voermateriaal kan op dit montageframe voorgemonteerd worden. Voor con-
centrisch rookgasafvoermateriaal is een extra verdeelstuk noodzakelijk.
De maximaal toegestane drukvallen in het totale luchttoevoer- en rookgasaf-
voersysteem voor Nefit EcomLine toestellen staan vermeld in tabel 1.2.6.1.
Bij een hogere drukval zal de capaciteit van het toestel afnemen. De drukval
van het totale luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem kan bepaald worden
met de gegevens in paragraaf 1.2.6.
Bij een lengte van meer dan 10 meter van de rookgasafvoer moet een aparte
condensafvoer aangebracht worden die voorkomt dat het condenswater in het
toestel terecht komt. Dit is mogelijk door een condensafvoerinrichting, van
dezelfde diameter als het rookgasafvoerkanaal te monteren in een horizontaal
of verticaal lopende kanaaldeel.
Figuur 1.2.3
Knietjes LTV en RGA
713010
713011
713008
1.
Figuur 1.2.4
Muurdoorvoerset
Nefit EcomLine toestellen 80 mm
1. verdeelstuk 80/125 mm
met steek 120 mm
2. horizontale muurdoorvoer
1-6
INSTALLEREN
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
713009
1.2.1 Luchttoevoer en rookgasafvoer bij gesloten opstelling
In de Nefit EcomLine toestellen is een ventilatiekast gemonteerd. Deze
omsluit een aantal componenten, zoals brander en warmtewisselaar. Deze
ventilatiekast maakt deel uit van het luchttoevoersysteem. Het is daarom ver-
eist dat deze ventilatiekast altijd goed gemonteerd is. Boven de automatische
ontluchter is een deksel gemonteerd om deze bereikbaar te maken. Ook deze
dient goed gemonteerd te worden.
Voor een optimale werking dienen de Nefit EcomLine toestellen te worden
aangesloten op een Nefit muur- of dakdoorvoerset. Deze sets zijn specifiek
ontwikkeld voor de Nefit EcomLine toestellen en zijn uitvoerig getest door
Gastec. De Nefit muur- of dakdoorvoerset garandeert een probleemloze wer-
king. Er zullen zich geen ijspegels vormen tijdens vorst en de CO
2
-recirculatie
is minder in vergelijking met gelijkwaardige en goedgekeurde combinaties.
Het is toegestaan andere muur- en dakdoorvoersets toe te passen, mits deze
zijn goedgekeurd voor toepassingen in combinatie met HR-toestellen.
Aansluiting op een Nefit muur- of dakdoorvoerset moet er een stukje pijp
Ø 80 mm aangebracht worden tussen de klemverbindingen en de muur- of
dakdoorvoer. Het schuifstuk en de trekband die de afdichting verzorgen tus-
sen de ketel en de al geplaatste rookgasafvoer- of luchttoevoerleiding worden
standaard meegeleverd met de ketel.
1.2.2 Luchttoevoer en rookgasafvoer bij open opstelling
Wanneer Nefit EcomLine toestellen als open toestel worden geïnstalleerd,
wordt de verbrandingslucht uit de opstellingsruimte gebruikt. De opstellings-
ruimte dient daarom te zijn voorzien van de noodzakelijke luchttoevoeropening.
Voor Nefit EcomLine toestellen geldt een toestelklasse type B bij toepassing
als open toestel. De maximaal toegestane drukvallen in het totale luchttoe-
voer- en rookgasafvoersysteem voor Nefit EcomLine toestellen staan vermeld
in tabel 1.2.6.1. De maximaal toegestane drukvallen kan voor open toestellen
alleen voor de rookgasafvoer gebruikt worden. Bij een hogere drukval zal de
capaciteit van het toestel afnemen.
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
1.
1-7
INSTALLEREN
1.2.3 Centraal lucht- en verbrandingsgasafvoersysteem
Het is alleen mogelijk om de Nefit EcomLine toestellen aan te sluiten op een
inpandig centrale lucht- en verbrandingsgasafvoersysteem (CLV-systeem) na
overleg en met akkoord van Nefit Buderus B.V. en het Energiebedrijf.
1.2.4 Condensafvoer
De aansluiting van de condensafvoer bevindt zich aan de onderzijde van het
toestel. De condensafvoer moet worden uitgevoerd in een 32 mm kunststof
pijp en moet onder afschot op het afvoersysteem worden aangesloten.
De maximale horizontale lengte is 5 meter. Het lozen op een dakgoot is niet
mogelijk vanwege bevriezingsgevaar. Om de juiste werking van het toestel te
waarborgen dient de condensafvoer onderbroken en voorzien van een extra
stankafsluiter of sifon, op het riool uit te monden (figuur 1.2.4.1). De condens-
afvoer van het toestel mag niet worden afgedicht!
Wanneer de condensafvoer geplaatst is moet de sifon gevuld worden met
water. Dit om te voorkomen dat verbrandingsgassen in de ruimte stromen.
1.2.5 Vorstbeveiliging
Op de Nefit EcomLine toestellen hoeft geen vorstbeveiliging voor het toestel
aangebracht te worden. Deze beveiliging is geïntegreerd met de aanvoersensor.
De vorstbeveiliging schakelt het toestel in bij een ketelwatertemperatuur van
7 °C en schakelt het toestel uit bij een ketelwatertemperatuur van 17 °C.
De cv-installatie wordt niet beveiligd tegen vorst. Wanneer bevriezingsgevaar
optreedt bij een radiator of een leidingdeel moet de pompschakelaar van het
cv-toestel op stand 2 gezet worden. Ook dienen de radiatorkranen open
gezet te worden.
Let op: Er mogen geen antivriesmiddelen, inhibitoren en/of chemische middelen
aan het cv-water worden toegevoegd.
1.2.6 Rookgasafvoer- en luchttoevoerweerstandstabel
De maximale leidinglengte van de luchttoevoer- en rookgasafvoerleidingen
wordt bepaald door de totale weerstand van alle componenten in het rook-
gasafvoer/luchttoevoersysteem, waarbij de maximaal toegestane drukval (zie
tabel 1.2.6.1) niet overschreden mag worden.
53 mm
100 mm
Ø32 mm
Aansluiting
op installatie
Minimaal 2 cm
vrije ruimte
behouden
Figuur 1.2.4.1 Aansluiting condensafvoer
211205
1.3 cv-water- en tapwatercircuit
1.3.1 cv-watercircuit
De aansluitingen voor retour- en aanvoerleiding van het cv-circuit bevinden zich aan
de onderzijde van het toestel (zie paragraaf 5.6). Het is aan te bevelen het toestel
aan het leidingnet te koppelen met afsluiters. Sluit de leidingen spanningsvrij aan.
1.
1-8
INSTALLEREN
Tabel 1.2.6.1 Weerstandstabel
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
Figuur 1.3.1.1
Automatische vlotterontluchter
271001
Nefit EcomLine
HRC 23V
Nefit EcomLine
HRC 23/28V
Toestel
Maximale drukval [Pa] 70 70
Rookgasafvoertracé [Pa]
45º bocht
Ø 80 mm 1,2 1,8
Ø 90 mm 0,8 1,4
Ø 100 mm 0,4 0,6
90º bocht
Ø 80 mm 4,0 6,0
Ø 90 mm 2,8 4,5
Ø 100 mm 1,3 1,9
rechte buis
Ø 80 mm per meter 0,8 1,2
Ø 90 mm per meter 0,7 1,1
Ø 100 mm per meter 0,3 0,5
Luchttoevoertracé [Pa]
45º bocht
Ø 80 mm 0,7 1,2
Ø 90 mm 0,5 0,8
Ø 100 mm 0,2 0,4
90º bocht
Ø 80 mm 2,2 4,0
Ø 90 mm 1,6 2,8
Ø 100 mm 0,9 1,3
rechte buis
Ø 80 mm per meter 0,5 0,8
Ø 90 mm per meter 0,4 0,7
Ø 100 mm per meter 0,2 0,3
Concentrische buis [Pa]
45º bocht Ø 80 / 125 mm 1,4 2,0
45º bocht Ø 100 / 150 mm 1,1 1,1
90º bocht Ø 80 / 125 mm 2,2 3,3
90º bocht Ø 100 / 150 mm 1,7 1,8
Ø 80 / 125 mm per meter 1,5 2,3
Ø 100 / 150 mm per meter 0,6 1,0
Doorvoeren [Pa]
Nefit dakdoorvoer Ø 80 / 125 mm 11,0 18,0
Nefit muurdoorvoer Ø 80 / 125 mm 6,5 12,0
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
1.
Figuur 1.3.1.2
Principeschema van Nefit EcomLine toestel
en drukverschilregelaar op afstand
1. Service afsluiters
2. Drukbeveiliging
3. Expansievat
4. Drukverschilregelaar
1-9
INSTALLEREN
Kies de grootte van het expansievat op basis van de cv-watertemperatuur, de totale
waterinhoud van de cv-installatie en de statische druk van het water.
De Nefit EcomLine toestellen zijn uitgevoerd met een automatsiche ontluchter.
Deze is opgenomen in de linker zijwand van de warmtewisselaar (figuur
1.3.1.1).
De ontluchter is bereikbaar via de kunststof deksel naast de rookgasaf-
voeraansluiting.
Om te voorkomen dat de druk in de cv-installatie te hoog oploopt is het
noodzakelijk een drukbeveiliging te plaatsen. De drukbeveiliging dient in de
retourleiding geplaatst worden.
Watercirculatie
Er dient altijd watercirculatie over een toestel te zijn. In cv-installatie waar alle
radiatoren met thermostatische radiatorkranen zijn uitgerust dienen aparte
voorzieningen getroffen te worden. Plaats een drukverschilregelaar op mini-
maal 6 meter vanaf het toestel tussen de aanvoer- en de retourleiding.
De leidingdiameter dient minimaal 22 mm te bedragen. Figuur 1.3.1.2 toont
het principeschema. Binnen het stromingscircuit van de BD-pomp mag zich
geen tweede pomp bevinden.
De Nefit EcomLine toestellen zijn niet geschikt voor installaties met natuur-
lijke watercirculatie. Ook de toepassing van een open verbinding met de
buitenlucht (open cv-installatie) is niet toegestaan. Hierdoor kan corrosie
ontstaan.
Corrosie in het cv-systeem is afhankelijk van o.a.:
- de kwaliteit van het water,
- het niet spoelen van oude installaties bij het plaatsen van een nieuwe ketel,
- het binnendringen van zuurstof door lekkages of niet dichte afsluiters,
- zuurstof diffusie in kunststof (vloer-)verwarmingssystemen.
De wisselende temperatuur en druk in het systeem kan de corrosie tevens
versnellen. In een goed aangelegde, dichte en gesloten cv-installatie zal nage-
noeg geen corrosie optreden.
Waterkwaliteit van de cv-installatie
1. Bij een oud (reeds bestaand) systeem dient als eerste de pH-waarde van
het cv-water te worden bepaald (zie punt 5 en 6). Is de pH-waarde hoger
dan 8,5 dan is er vermoedelijk waterbehandeling toegepast. De complete
installatie dient dan volledig afgetapt te worden. Vervolgens grondig spoe-
len/reinigen met onbehandeld leidingwater. Laat minimaal driemaal de sys-
teeminhoud door cv-installatie stromen.
2. Vul de installatie met onbehandeld leidingwater.
3. Ontlucht de complete installatie.
4. Stel de complete installatie gedurende minimaal 15 minuten in bedrijf.
5. Tap een hoeveelheid cv-water af bij de tap- en vulkraan en doe dit in een
schoon/gereinigd (monster)flesje.
6. Meet de pH-waarde van het cv-water m.b.v. een pH-strookje. Steek het
pH-strookje voor de helft in het cv-water. Als de kleuren van het strookje
zich niet meer wijzigen kan de pH-waarde worden bepaald.
7. De gemeten pH-waarde van het cv-water dient tussen de 7 en de 8,5 te
liggen. Is dit niet het geval neem dan contact op met de afdeling Service van
Nefit.
216035
2
3
1
4
FC
2
5
2
0
LO
W
M
O
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
1-10
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
4
1
2
18
7
17
5
14
3
8
9
T
10
Pi
16
12
15
7
13
11
6
19
Figuur 1.3.2.1
Principeschema aansluiting vloerverwar-
mingsinstallatie bij niet 100% zuurstofdiffu-
siedichte leidingen.
1. Aanvoer cv-primair (van ketel)
2. Retour cv-primair (naar ketel)
3. Thermostatisch ventiel
4. Expantievat
5. Circulatiepomp
6. Warmtewisselaar
7. Inregelafsluiter
8. Verdeler
9. Verzamelaar
10. Thermostaat
11. Kogelafsluiter
12. Manometer
13. Drukbeveiliging
14. Ontluchting
15. Vul- en aftapkraan
16. Vloerverwarming register
17. Beveiligingsthermostaat
18. Kortsluitleiding
19. Drukverschilregelaar
Het is raadzaam om voor grote systemen na ongeveer een week nogmaals
een pH-meting uit te voeren. Dit om te controleren of deze nog steeds aan
de gestelde specificatie voldoet.
Let op: Het is niet toegestaan waterbehandeling toe te passen, zoals o.a.
pH-verhogende/verlagende middelen (chemische toevoegmiddelen
en/of inhibitoren) en waterontharding.
Het gebruik van anti-vorstmiddelen (bijvoorbeeld ethyleenglycol en
propyleenglycol) in de cv-installatie is eveneens niet toegestaan.
1.3.2 Vloerverwarming
Wanneer vloerverwarming wordt toegepast, ook in combinatie met een
ander verwarmingssysteem, moet men onderzoeken of de toegepaste vloer-
buis zuurstofdiffusiedicht is.
Indien de toegepaste vloerbuis niet 100% zuurstofdiffusiedicht is, dient u een
gescheiden systeem toe te passen. Dit systeem dient voorzien te zijn van een
eigen expansievat, een drukbeveiliging en een vulmogelijkheid (figuur 1.3.2.1).
Voor het scheiden van de cv-installatie en de vloerverwarming kan een platen-
wisselaar worden toegepast.
Let op: Nefit Buderus B.V. geeft geen garantie indien storingen of defecten aan
het toestel optreden die het gevolg zijn van een directe aansluiting van
het toestel op een vloerverwarmingssysteem met niet diffusie dichte buizen.
Een hydraulisch neutrale vloerverwarmingsset is toegestaan indien de aan-
voer- en de retourzijde van het toestel zijn aangesloten op de zuigzijde van de
pomp van de vloerverwarmingsunit. In een hydraulisch neutrale vloerverwar-
mingsunit zorgt een speciale terugslagklep er voor dat er pas stroming kan
plaatsvinden, en dus een drukverschil kan ontstaan tussen aanvoer en retour
van de ketel, als de openingsdruk van de speciale terugslagklep overwonnen is.
213036
Figuur 1.3.3.1
Inlaatcombinatie
216089
1.
INSTALLEREN
1.3.3 Tapwatercircuit
De Nefit EcomLine toestellen hebben aansluitingen voor koud en warm
tapwater. Deze bevinden zich aan de onderzijde van het toestel.
De koudwaterleiding moet volgens de geldende voorschriften worden aangeslo-
ten (paragraaf 1.1.1). Dit kan geschieden met een zogenaamde inlaatcombinatie
met leegloopinrichting (figuur 1.3.3.1). De inlaatcombinatie ontlast het expande-
rende water bij opwarming van het tapvat. Zorg voor afvoer van dit expansiewa-
ter naar het riool. Men dient bij het plaatselijk waterleidingbedrijf te informeren
welke inlaatcombinatie toegepast mag worden. Spoel de waterleidingen goed
door voordat de appendages worden aangesloten. Plaats in geval van een druk
hoger dan 8 bar een reduceerventiel vóór de inlaatcombinatie.
De waterlevering dient bij het verst van het toestel gelegen warmwatertap-
punt worden gemeten. De doorstroombegrenzer (figuur 1.3.3.2) moet bij de
Nefit EcomLine HRC 23V ingesteld worden op 6,0 l/min bij 50 °C verhoging.
Bij de Nefit EcomLine HRC 23/28V moet de doorstroombegrenzer ingesteld
worden op 7,9 l/min bij 50 ºC verhoging. Gebruik hiervoor een imbussleutel
nummer 8.
De Nefit EcomLine toestellen zijn voorzien van een tapsensor.
Deze tapsensor is bereikbaar door de isolatie naar voren te trekken.
Bij een Nefit EcomLine toestel in combinatie met een Nefit zonne-energiesys-
teem moet altijd voor de ketel een thermostatisch mengventiel geplaatst
worden. De invoertemperatuur moet dan ingesteld worden op 65 ˚C.
Zie de installatie-instructie van het Nefit zonne-energiesysteem.
1.3.4 BD-pomp
De speciale BD-pomp maakt een afzonderlijke driewegklep overbodig.
Deze pomp kan namelijk twee richtingen op draaien. Draait de pomp linksom,
dan wordt het water de cv-installatie ingepompt. Draait deze rechtsom, dan
gaat het water naar het tapvat. BD staat voor bi-directioneel wat twee rich-
tingssysteem betekent (figuur 1.3.4.1).
1.3.5 Pompschakeling
In het besturingssysteem van Nefit EcomLine toestellen is een pompschakeling
ingebouwd. De nadraaitijd van de pomp is instelbaar met de pompschakelaar
(figuur 1.3.5.1) op de Universele Brander Automaat (UBA, zie paragraaf 2.3.1).
In stand 1 is de nadraaitijd 4 minuten, in stand 2 is de nadraaitijd 24 uur. Na
gebruik van de warmwatervoorziening geldt een nadraaitijd van 1 minuut,
ongeacht de stand van de pompschakelaar.
Stand 1 wordt aanbevolen bij gebruik van een kamerthermostaat. Stand 2
wordt aanbevolen bij gebruik van thermostatische radiatorkranen en bij
gebruik als vloerverwarming. Bij bevriezingsgevaar van een deel van de installa-
tie moet gedurende deze periode de schakelaar ook in stand 2 worden gezet.
Let op: Om de pompstand actueel te maken moet de ketel éénmaal in cv-
bedrijf zijn gekomen.
Indien het toestel voor een langere tijd niet gebrand heeft, volgt automatisch
iedere 24 uur een testprocedure van 5 minuten voor pomp en ventilator.
Het tijdstip waarop deze test plaatsvindt, wordt bepaald door het tijdstip
waarop de netspanning op het toestel wordt aangesloten.
1.
Figuur 1.3.3.2
Doorstroombegrenzer
Figuur 1.3.4.1
BD-pomp
Figuur 1.3.5.1
Pompschakelaar
1-11
INSTALLEREN
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
211256
211150
211079
display
service
reset
pump
Type UBA 4000
Max. safety time: 10 sec.
230 Vac 50 Hz
DIN DVGW nr: 93.01bNF "S"
12
reset
pump
12
Na het onderbreken van de netspanning door de netstekker even uit de wand-
contactdoos te nemen, zal exact na 24 uur de bovengenoemde testprocedure
plaatsvinden. Tijdens deze testprocedure geeft het display van de UBA de
code P. De pompspecificaties zijn in paragraaf 5.1 en 5.3 opgenomen.
1.3.6 Technische aandachtspunten
Keerklep tapvat
Naast de isolatie van het tapvat is een keerklep opgenomen om te voorkomen
dat er een thermosifonwerking optreedt.
Drukdemper
Om tijdens de wisseling van de draairichting van de BD-pomp de drukverschil-
len te vereffenen is er een demper ontwikkeld. Deze is naast de BD-pomp
geplaatst (zie figuur 1.3.6.1).
1.4 Elektrische aansluitingen
1.4.1 Aansluiting netspanning
Het toestel is uitgevoerd met een randaarde netstekker. Het toestel moet dan
ook op een wandcontactdoos met randaarde worden aangesloten. De elektri-
sche installatie dient te voldoen aan de geldende voorschriften (paragraaf 1.1.1).
1.4.2 Ruimteregeling
Het toestel werkt met alle gangbare (klok)ruimteregelingen. Bij gebruik van
een aan-uit thermostaat worden de specifieke voordelen van de modulerende
regeling op basis van kamertemperatuur niet optimaal door het toestel benut.
De beste temperatuurregeling wordt bereikt met de door Nefit ontwikkelde
modulerende regeling. Deze ruimteregeling is speciaal ontwikkeld om gege-
vens uit te wisselen met de Universele Brander Automaat (UBA, paragraaf
2.3.1). De modulerende thermostaat berekent wat de optimale cv-watertem-
peratuur en een optimaal toestelvermogen is, afhankelijk van de gevraagde
ruimtetemperatuur in de kamer. Het toestel zorgt ervoor dat deze tempera-
tuur bereikt wordt. Zolang de kamerthermostaat dit vraagt wordt deze
temperatuur in stand gehouden.
Op de kroonsteen in het toestel zijn twee verschillende kamerthermostaat
aansluitingen te vinden (figuur 1.4.2.1).
Aan-uit kamerthermostaat
Op kroonsteenaansluiting 1-2 kan een normale aan-uit thermostaat worden
aangesloten. Hiervoor dient de neplus te worden verwijderd. Het maximaal
stroomverbruik dient ingesteld te worden op 0,12 A. De maximale weerstand
van het kamerthermostaatcircuit bedraagt 100 .
Digitale modulerende ModuLine kamerthermostaat
Sluit de digitaal modulerende ModuLine kamerthermostaat aan op kroonsteen-
aansluiting 3-4. Deze aansluiting is niet polariteitgevoelig.
1.4.3 Service Connector
Achter het deurtje in de bemanteling, is achter een tweede klepje een Service
Connector aanwezig (zie figuur 1.4.3.1, positie 1). Wanneer u over een Service
Tool beschikt, kan de Service Tool via de Service Connector met de ketel ver-
bonden worden. Met de Service Tool kan eenvoudig de status en historie van
de ketel worden uitgelezen, daarnaast kunnen componenten worden getest en
kan de oorzaak van een storing snel worden verholpen.
1.
Figuur 1.3.6.1
Drukdemper en BD-pomp
Figuur 1.4.2.1
Elektrische aansluitingen kroonsteen
1-12
INSTALLEREN
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
211151
217022
aan/uit
kamerthermostaat
ModuLine
kamerthermostaat
459125
Figuur 1.4.3.1
Service Connector
294141
1.5 Aansluiting propaan
De Nefit EcomLine toestellen zijn geschikt voor ombouw van aardgas naar pro-
paangas. Er moet worden voldaan aan de geldende voorschriften (paragraaf 1.1.1),
De ombouw bestaat uit het vervangen van de gasinspuiter en de luchtrestrictie.
De voordruk bij propaangas behoort tussen de nominaal 30 en 50 mbar te liggen.
De voordruk van de Nefit EcomLine toestellen moet na vervanging gecontro-
leerd worden. Zie paragraaf 2.3.2.
Tevens moet het gas/lucht-drukverschil opnieuw ingesteld worden. Zie para-
graaf 2.3.3.
Bij het in bedrijf stellen van een installatie op propaangas, is het noodzakelijk
dat alle stikstof uit de installatie is verwijderd. Om eventueel resterende stik-
stof te verwijderen uit de installatie is het mogelijk de propaaninstallatie af te
fakkelen. Raadpleeg hiervoor de propaanleverancier.
De propaanombouwset is voor de Nefit EcomLine HRC 23V met het volgen-
de bestelnummer te bestellen:
bestelnummer
Nefit EcomLine HRC 23V 73254
Nefit EcomLine HRC 23/28V niet mogelijk
1.
1-13
INSTALLEREN
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
2.1 Vullen en ontluchten van het cv-circuit
Om het cv-circuit met water te vullen moeten de volgende handelingen uitge-
voerd worden.
1. Haal de netstekker uit de wandcontactdoos.
2. Laat de ketel afkoelen tot circa 40 °C.
3. Sluit een slang aan op de waterleiding en laat deze vol met water lopen,
zodanig dat er geen lucht meer in de slang zit.
4. Sluit de slang aan op de vulkraan (figuur 2.1.1) van de installatie.
5. Draai de dop van de automatische ontluchter (links bovenin het toestel,
figuur 2.1.2) een slag los (1). Om hier bij te kunnen, kunt u het dekplaatje
verwijderen (2).
6. Draai achtereenvolgens de waterkraan en de vulkraan langzaam open.
7. Open de ontluchtingskraan op de montageplaat van de BD-pomp.
8. Open en sluit tijdens het vullen alle ontluchtingskraantjes in de installatie
van beneden naar boven, zodat alle lucht in het cv-circuit kan ontsnappen.
9. Voeg zoveel water tot de druk circa 2 bar bedraagt en sluit dan de vul-
kraan.
10. Demonteer het klepje van de UBA en zet de serviceschakelaar omhoog
(schoorsteenmannetje).
11. Steek de netstekker weer in de wandcontactdoos. De ketel zal nu gaan
stoken voor de cv.
12. Na enige minuten kan de serviceschakelaar weer teruggezet worden en
gaat de ketel automatisch verder met het opstoken van warm water.
13. Sluit de waterkraan en koppel de slang los.
Wanneer het toestel ongeveer een week in bedrijf is geweest en de drukme-
ter een waarde lager dan 1,0 bar aanwijst moet de installatie bijgevuld worden.
De te lage druk kan veroorzaakt worden doordat er nog lucht in de radiato-
ren aanwezig was. Als de installatie echter vaker bijgevuld moet worden, moet
uiteraard de oorzaak van het waterverlies worden verholpen.
Als de installatie niet via de vul- en tapkraan wordt gevuld kan het ontluchten
langer duren. Het kan dan voorkomen dat de display de code 2F weergeeft.
Komt dit geregeld voor, neem dan de netstekker uit de wandcontactdoos
zodat de pomp stopt. Na circa 1 minuut de netstekker weer in de wandcon-
tactdoos steken. Het kan noodzakelijk zijn deze handeling enige malen te her-
halen.
2.
Figuur 2.1.1
Vul- en aftapkraan
Figuur 2.1.2
Automatische vlotterontluchter
2-1
IN BEDRIJF STELLEN
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
2
1
211085
271001
Type UBA 4000
Max. safety time: 10 sec.
220-230 Vac 50 Hz
DIN DVGW nr: 93.01bNF "S"
CE REG NR: 63A05280
12
90
40
10
1
10
1
11kW
2.2 In bedrijf stellen
Voor het in bedrijf stellen van het toestel moet u de volgende handelingen
uitvoeren.
1. Vul de sifon met water via het rookgasafvoeraansluiting alvorens het
toestel in bedrijf te stellen.
2. De Nefit EcomLine toestellen zijn niet voorzien van een drukmeter.
Om de cv-waterdruk te bepalen is het noodzakelijk een externe drukme-
ter in de installatie op te nemen. Is de druk lager dan 1,0 bar dan moet de
installatie bijgevuld worden.
3.
Ontlucht het tapvat met de ontluchter bij de BD-pomp. De ketel zal eerst op
tapbedrijf komen en hierna op cv-bedrijf draaien.
4. Open de gaskraan op de gasleiding onder het toestel. Als er zich lucht in
de gasleiding bevindt moet de gasleiding eerst ontlucht worden.
5. Steek de netstekker in de wandcontactdoos.
6. Zet de kamerthermostaat op een hogere stand dan de huidige kamertem-
peratuur.
7. Het toestel begint na 30 seconden de startprocedure. Indien er onver-
hoopt nog lucht in de gasleiding aanwezig is, zal het toestel een ionisatie-
storing aangeven. Herstart het toestel met de resetknop. Deze handeling
eventueel enkele malen herhalen.
Open eventueel het meetpunt van de voordruk om de gasleiding in het
toestel te ontluchten (figuur 2.2.1). Ventileer goed. Zorg dat er geen open
vuur aanwezig is. Sluit na het ontluchten het meetpunt en controleer deze
op gasdichtheid. Ventileer met buitenlucht.
8. Stel de kamerthermostaat in op de gewenste ruimtetemperatuur.
2.3 Instellingen verrichten en controleren
Voordat het toestel in gebruik wordt genomen moeten een aantal instellingen
verricht of gecontroleerd worden.
2.3.1 Instellingen UBA
De Universele Brander Automaat (UBA) is de regelunit van het toestel (figuur
2.3.1.1). Achter het dekseltje van de UBA bevinden zich een aantal instelpot-
meters. Stel deze in op de gewenste waarde, afhankelijk van toepassing van het
toestel en aard van de installatie.
2.
Figuur 2.3.1.1
Voorzijde Universele Brander Automaat
2-2
IN BEDRIJF STELLEN
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
211076
Figuur 2.2.1 Figuur 2.2.1
Gasregelblok Honeywell Gasregelblok SIT
Naar brander
Gasaanvoer
Stuwdruk
ventilator
Instelschroef P
(achter deksel)
Meetpunt
branderdruk
Meetpunt
voordruk
211115 212025
Honeywell gasregelblok SIT gasregelblok
Aanvoertemperatuur
De instelpotmeter, aangeduid met een radiator, dient om de
cv-watertemperatuur in te stellen. Deze is instelbaar tussen 40 en 90 °C.
De standaard instelling is 78 °C en werkt onafhankelijk van warmwaterbedrijf.
Warmtapwatertemperatuur
De instelpotmeter dient om de warmhoudtemperatuur van het
tapvat in te stellen. De warmhoudwatertemperatuur is van stand 1 (laagste
stand) tot en met 10 (hoogste stand) instelbaar. Standaard is de warmhoudwa-
tertemperatuur ingesteld op stand 7. De watertemperatuur in het tapvat is
dan 49 ºC. Zie tabel 2.3.1.1.
Tabel 2.3.1.1
Instelling tapvattemperatuur en deellast cv-vermogen
stand instel- watertemp. cv-vermogen Nefit EcomLine
potmeter in tapvat [ °C ] HRC 23V-23/28V bij
80/60 ºC [kW]
1 27 8,0
2 31 9,4
3 34 10,9
4 38 12,3
5 41 13,8
6 45 15,2
7 49 16,7
8 52 18,1
9 56 19,6
10 60 21,0
Deellast
De instelpotmeter onder het afdekdopje dient om het maximale
cv-vermogen in te stellen. De hoogste stand correspondeert met een vermogen
van 100%, de laagste stand met het vermogen behorend bij de laagste modulatie-
stand. Zie tabel 2.3.1.1.
Testschakelaar
De UBA is voorzien van een testschakelaar. Door deze testschakelaar te acti-
veren brandt het toestel uitsluitend op vol cv-vermogen. Het toestel modu-
leert dan niet. Deze stand is onder andere voor servicedoeleinden bedoeld.
2.3.2 Voordruk meten
Gebruik voor de diverse metingen een geschikte manometer. Deze dient
drukken te kunnen verwerken tot minimaal 50 mbar. De nauwkeurigheid dient
minimaal 0,01 mbar nauwkeurig te zijn. Te hanteren waardeaanduiding:
1 mbar = 100 Pa of 1 Pa = 0,01 mbar.
Om het voordruk te controleren en in te stellen moeten de volgende hande-
lingen uitgevoerd worden:
- Sluit de manometer op het meetpunt voordruk van het gasregelblok aan.
Bij de manometer aansluiten op de + kant (figuur 2.3.2.1).
De voordruk behoort nominaal 25 mbar te zijn.
- Zet voldoende radiatoren open.
- Zet de testschakelaar in de bovenste stand (vollast) en zorg dat het toestel
brandt. Meet de voordruk opnieuw zoals hierboven is omschreven.
Wanneer de gemeten druk meer dan 5 mbar afwijkt, controleer dan de
gasinstallatie voor het toestel of neem contact op met het Energiebedrijf
over de afstelling van de huisdrukregelaar.
- Sluit na de drukmeting de druknippels weer goed af.
- Controleer de meetdruknippels op gasdichtheid.
Let op: Laat het toestel op vollast branden. Zet de testschakelaar in de bovenste
stand. Druk de serviceknop in totdat een Y op de display verschijnt.
2.
2-3
IN BEDRIJF STELLEN
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
Aanvoer-
temperatuur
Sanitair
warmwater
bewaar-
temperatuur
Deellast
Testschakelaar
-
+
Figuur 2.3.2.1
Voordruk meten
294028
2.3.3 Controle en correctie branderdruk
Het toestel is in de fabriek aan een uitvoerige test onderworpen. De gas/lucht-
verhouding is correct afgesteld voor het Nederlandse aardgas. Bij toepassing
van een andere gassoort - bijvoorbeeld propaan - moet een ombouwset
gemonteerd worden. Het toestel moet opnieuw gecontroleerd en mogelijk
ingesteld worden.
Start- en geluidsproblemen kunnen veroorzaakt worden door een afwijking
tussen de gas/lucht-verhouding.
Let op: De ingestelde waarde van het drukverschil tussen gas- en luchtdruk
behoort -5 Pa (of -0,05 mbar) te zijn. Hiervan mag maximaal 5 Pa
afgeweken worden. Zie figuur 2.3.3.3.
1. Neem de netstekker uit de wandcontactdoos.
2. Zorg dat de manometer op 0,00 mbar staat alvorens slangen aan te sluiten.
3. Houd de meter in dezelfde stand als waarbij de meter op 0,00 mbar is
ingesteld.
4. Trek de toestelslang van meetpunt P1
+
los.
5. Plaats in deze toestelslang een T-stuk.
6. Koppel aan het T-stuk twee nieuwe slangen.
7. Koppel het uiteinde van een van de nieuwe slangen aan op meetpunt P1
+
.
8. Koppel het uiteinde van de andere nieuwe slang aan op de - kant (meestal
de rechterzijde) van de manometer.
9. Draai de schroef van het meetpunt branderdruk bij het Honeywell
gasregelblok en bij het SIT-gasregelblok los.
10. Sluit de + kant (meestal de linkerzijde) van de manometer aan op het
meetpunt branderdruk.
11. Zet de testschakelaar in de bovenste stand (mannetje met ladder).
12. Wacht tot het toestel brandt.
13. Druk nu op de serviceknop (circa 5 seconden) tot de letter Y op het
display verschijnt.
14. Draai de middelste instelpotmeter op stand 1. Het toestel brandt nu op
laaglast.
15. De gemeten waarde - het drukverschil P - dient tussen 0 Pa (0,00 mbar)
en -10 Pa (-0,10 mbar). De optimale waarde is -5 Pa (-0,05 mbar).
16. Corrigeer - indien noodzakelijk - met behulp van de instelschroef P op
het gasregelblok. Verwijder indien aanwezig het afdekdopje. De instel-
schroef P op bij een Honeywell gasregelblok is te verdraaien met een
Torx-bitje T40H. Bij een SIT-gasregelblok is de instelschroef P te verstel-
len met een platte schroevendraaier.
Let op: Indien de slangen onjuist zijn aangesloten tijdens de meting is het
meetresultaat foutief.
17. Sluit de drukmeetnippels weer goed af. Controleer deze op lekkage.
18. Zet de instelpotmeters op de gewenste instelling (zie tabel 2.3.1.1).
19. Verwijder het T-stuk en sluit de slang weer aan op P1
+
.
20. Zet de testschakelaar weer op stand 0.
21. Plaats het dekseltje weer op de UBA
2.
2-4
IN BEDRIJF STELLEN
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
-10 -5 0 5 (Pa)-15
-0,10 -0,05 0,00 0,05 (mbar)-0,15
Linksom draaien Rechtsom draaien
fout
fout
goed
271002
210027
410011
Figuur 2.3.3.1
Meten drukverschil Honeywell-gasregelblok
Figuur 2.3.3.2
Meten P drukverschil SIT-gasregelblok
Figuur 2.3.3.3
Drukverschil gas/lucht bij laaglast
2.3.4 Ionisatiestroom
De ionisatiestroom is een variërende gelijkstroom. Om met een eenvoudige
universele multimeter een correcte ionisatiestroom vast te stellen dient een
µ-adapter toegepast te worden (figuur 2.3.4.1). De multimeter dient bij meting
op mV-range gezet te worden. Bij metingen met een µ-adapter komt 1 mV
overeen met 1 µA.
Voor het meten van de ionisatiestroom moeten de volgende handelingen wor-
den uitgevoerd:
1. Haal de netstekker uit de wandcontactdoos.
2. Neem de stekkerverbinding van de ionisatiekabel los.
3. Sluit in serie op de losgenomen contacten de meetpennen van de mul
meter aan (figuur 2.3.4.2).
4. Plaats de netstekker weer in de wandcontactdoos.
5. Geef warmtevraag zodat het toestel gaat branden.
6. Meet de ionisatiestroom bij deellast en bij vollast.
Bij deellast 30% dient de ionisatiestroom circa 2-3 µA te zijn.
Bij vollast 100% dient de ionisatiestroom circa 8-11 µA te zijn.
Wanneer de ionisatiestroom afwijkt kan dit veroorzaakt worden door:
- de aarde van de gloeiplug/warmtewisselaar niet aangesloten;
- de ionisatiepen;
- de gas/lucht-verhouding P is niet goed afgesteld.
- een te lage voordruk.
2.4 Uitschakelen
Het is aan te raden het toestel altijd in bedrijf te laten, met name wanneer er
bevriezingsgevaar is. Voor een goede werking van het toestel is het vereist dat
deze altijd van voedingsspanning is voorzien.
Het verdient de voorkeur om het toestel uit te schakelen door de kamerther-
mostaat op een lage stand te zetten. De pomp zal na afloop van de nadraaitijd
stoppen. Het tapvat zal door de ingebouwde regeling altijd op temperatuur
worden gehouden. Door de lage stilstandverliezen zal het toestel, wanneer er
niet getapt wordt, slechts sporadisch inschakelen om het tapvat op tempera-
tuur te houden. Uitschakelen van het tapvat kan met een bepaalde serie
ModuLine thermostaten. Zie hiervoor de instructie van de betreffende
ModuLine thermostaat.
Om het toestel geheel buiten bedrijf te stellen moeten de volgende handelingen
uitgevoerd worden:
1. Haal de netstekker uit de wandcontactdoos.
2. Draai de gaskraan onder het toestel dicht.
3. Tap de cv-installatie en het tapvat in geval van bevriezingsgevaar af
(zie paragraaf 2.5).
Let op: Voeg geen antivriesmiddelen toe.
2.
2-5
IN BEDRIJF STELLEN
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
D
C
F
L
U
K
E
7
3
O
F
F
V
~
V
-
3
0
0
m
V
V
V
O
h
m
V
n
C
O
M
271003
Figuur 2.3.4.2
Meten ionisatiestroom
V COM
µ
-ADAPTER
999051
Figuur 2.3.4.1
µ-adapter 1 mV komt overeen met 1 µA
2.5 Aftappen
Indien in een periode, waarin bevriezingsgevaar aanwezig is, de installatie bui-
ten bedrijf moet worden gesteld, dient het toestel en de installatie afgetapt te
worden.
Om de gehele installatie af te tappen moet u het volgende handelingen uitvoeren:
1. Haal de netstekker uit de wandcontactdoos.
2. Open op het laagste punt in de cv-installatie de aftapkraan.
3. Wacht tot er geen water meer uit de aftapkraan komt, alvorens de ont-
luchtingskraantjes op de hoogst gelegen radiatoren voorzichtig te openen.
Werk op deze wijze naar het laagste punt van de installatie.
4. Als de cv-installatie leeg is moet het tapvat afgetapt worden. Voor het
aftappen van het tapvat is een aansluiting onderin het tapvat aanwezig.
5. Sluit de watertoevoerkraan van de inlaatcombinatie op het toestel
(figuur 1.3.1).
6. Open de warmwaterkraan.
7. Open de aftapkraan van de inlaatcombinatie onder het toestel.
Het tapvat zal nu via de inlaatcombinatie leeglopen.
8. Sluit de warmwaterkraan.
2.
2-6
IN BEDRIJF STELLEN
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
Figuur 2.5.1
Inlaatcombinatie
211159
3.1 Algemeen
Nefit maakt onderscheid in het soort onderhoud dat kan worden uitgevoerd,
namelijk:
- klein onderhoud
- groot onderhoud
Het verschil tussen klein en groot onderhoud bestaat uit het al dan niet
volledig reinigen van de warmtewisselaar (verbrandingsgaszijdig). Vervuilde
warmte wisselaars zullen eerder voorkomen bij laag gestookte systemen
(zoals bijvoorbeeld vloerverwarming).
Aan de hand van de volgende drie controles kan de installateur vaststellen
of een kleine onderhoudsbeurt (paragraaf 3.2) of grote onderhoudsbeurt
(paragraaf 3.3) noodzakelijk is.
Meten van het drukverschil over de meetpunten P1
+
en P2
-
1. Trek de slang van meetpunt P1
+
los.
2. Plaats in deze slang een T-stuk.
3. Koppel aan het T-stuk twee nieuwe slangen.
4. Koppel het uiteinde van een van de nieuwe slangen aan op meetpunt P1
+
.
5. Koppel het uiteinde van de andere nieuwe slang aan op de + kant (meestal
de linkerzijde) van de manometer.
6. Verwijder het schroefje op meetpunt P2
-
.
7. Neem nog een nieuwe slang. Sluit deze aan op meetpunt P2
-
.
8. Sluit het andere uiteinde aan op de - kant (meestal de rechterzijde)
van de manometer.
9. Zet de testschakelaar op de UBA in de bovenste stand.
10. Het toestel dient op vol vermogen te draaien.
11. Meet de drukverschil over de meetpunten P1
+
en P2
-
(figuur 3.1.1).
Het drukverschil P geeft aan wanneer groot onderhoud gepleegd dient te
worden. Voor een Nefit EcomLine HRC 23V is groot onderhoud noodzakelijk
bij een P kleiner dan 400 Pa. Voor een Nefit EcomLine HRC 23/28V is groot
onderhoud noodzakelijk bij een P kleiner dan 300 Pa.
Toestel P1
+
(ventilatordruk) P2
-
(tegendruk) drukverschil P
[Pa] [Pa] [Pa]
Nefit EcomLine HRC 23V 680-740 40-120 560-700
Nefit EcomLine HRC 23/28V 460-520 75-155 350-445
Voorbeeld
P1
+
= 680 Pa
P2
-
= 40 Pa
Drukverschil P = P1
+
- P2
-
P = 680 - 40 = 640 Pa.
Inspectie van de sifon van de condensbak in het toestel
Aan de inhoud van de sifon kan men zien of er zich aluminiumoxide heeft
gevormd. Verwijder eventueel de sifon van de condensbak. Is er aluminiumoxi-
de in de sifon aanwezig, dan dient u groot onderhoud te plegen.
Inspectie van de warmtewisselaar
Verwijder de brander en de condensbak om de warmtewisselaar te inspecte-
ren (figuur 3.1.2). Als deze vervuild is, dient groot onderhoud plaats te vinden.
Voor montage van de condensbak kan deze gereinigd worden met een staal-
borstel. Indien de pakking vervuild is moet deze schoon gemaakt worden met
een doek of een zachte borstel.
3.
3-1
ONDERHOUD
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
210028
Figuur 3.1.1
Meten drukverschil P1
+
/P2
-
211258
Figuur 3.1.2
Inspectie warmtewisselaar
-
+
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
3.
Figuur 3.2.1
Demonteren ventilatiekast
Figuur 3.2.2
Demonteren en reinigen brander
3.2 Klein onderhoud
Voor een kleine onderhoudsbeurt moeten de volgende werkzaamheden ver-
richt worden.
1. Verwijder of demonteer achtereenvolgens
- de netstekker uit de wandcontactdoos;
- de mantel van het toestel (zie paragraaf 1.1.4);
- de deksel van de ventilatiekast (zie figuur 3.2.1);
- de bovenste gaskoppeling tussen gasaanvoerleiding en mengstraat
van de brander;
- P1
+
slangetje (stuurleiding gasregelblok);
- de stekkers van de branderbeveiligingsthermostaat;
- de luchttoevoerslang van de ventilator.
2. Klik de snelsluitingen van de brander los. Verwijder het branderdeksel en
inspecteer de brander (figuur 3.2.2). Reinig de brander indien nodig. Het
branderdek dient voorzichtig te worden behandeld. Reinig de brander
alleen met perslucht of een zachte borstel.
A = branderhuisdeksel
B = branderpakking
C = gas/lucht-verdeelplaat
D = keramische brander
3. Inspecteer de warmtewisselaar. Als deze vervuild is moet alsnog groot
onderhoud worden gepleegd. Wanneer de warmtewisselaar gereinigd
wordt, moet de gloeiplug verwijderd worden. Deze is zeer breekbaar.
Raak de gloeiplug nooit aan. Deze wordt met 120 V~ gevoed. Haal de net-
stekker daarom altijd eerst uit de wandcontactdoos voordat de brander
verwijderd wordt (boven de 50 V~ is geen veilige spanning).
4. Na reiniging van de brander kan de siliconen branderpakking, na grondige
controle op gebreken, opnieuw worden gebruikt. Bij twijfel omtrent de
toestand van de branderpakking deze altijd vernieuwen. De brander kan
vervolgens weer - voorzichtig - gemonteerd worden.
5. Demonteer de ventilator door deze van de condensbak los te nemen
(figuur 3.2.3). Neem voor demontage van de ventilator de voedingsdraad
van de ventilator los. Verwijder eerst de aansluitslang naar de brander en
verwijder daarna het blokje (bovenste bevestigingspunt). Duw daarna de
ventilator naar boven en daarna naar beneden (eerst actie 1, dan actie 2).
Inspecteer de ventilator en reinig indien nodig.
6. Demonteer en reinig de sifon.
7. Na bovengenoemde werkzaamheden alle onderdelen weer monteren en
het toestel weer in bedrijf stellen. Verricht hierbij de volgende controleme-
tingen en -instellingen.
- meet de gas/lucht-verhouding P: zie paragraaf 2.3.3;
- meet de ionisatiestroom: zie paragraaf 2.3.4;
- controleer de instelling van de doorstroombegrenzer bij combi-toestellen
in: zie paragraaf 1.3.3.
8. Vul het inspectierapport achterin in deze installatie-instructie in.
3-2
ONDERHOUD
211259
212027
Blokje
271004
Figuur 3.2.3
Demonteren ventilator
3-3
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
3.3 Groot onderhoud
Voor groot onderhoud gelden dezelfde werkzaamheden als voor klein onder-
houd, echter bij groot onderhoud wordt ook de warmtewisselaar verbran-
dingszijdig volledig gereinigd.
Volg de werkzaamheden die bij paragraaf 3.2 (klein onderhoud) onder de pun-
ten 1 en 2 op.
a. Inspecteer de warmtewisselaar.
b. Demonteer de condensbak met de snelsluitingen onderaan de warmtewis-
selaar (figuur 3.3.1). Reinig de condensbak met behulp van een staalborstel.
De pakking bij vervuiling schoonmaken met een doek of zachte borstel.
c. Demonteer en controleer
- de ionisatie-elektrode (figuur 3.3.2);
- de gloeiplug (figuur 3.3.3), raak de gloeiplug nooit direct aan. Deze wordt
gevoed met 120 V~ (boven de 50 V~ is geen veilige spanning).
- de remplaat (figuur 3.3.4);
d. Reinig de warmtewisselaar door deze door te blazen. Eventueel behandelen
met Nefit Protector.
e. Monteer alle onderdelen na reiniging in omgekeerde volgorde. Controleer
daarbij de pakkingen grondig. Bij twijfel omtrent de toestand van de pakkin-
gen deze altijd vernieuwen.
Ga vervolgens verder met de werkzaamheden die bij paragraaf 3.2
(klein onderhoud) onder de punten 4 tot en met 8 vermeld staan.
3.
ONDERHOUD
A A
B
A
211230
Figuur 3.3.1
Demonteren condensbak
Figuur 3.3.2
Demonteer de ionisatie-elektrode
219044
Figuur 3.3.3
Verwijderen gloeiplug
219045
Figuur 3.3.4
Verwijderen remplaat
211228
4-1
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
4.1 Bedrijfsfuncties
4.1.1 Algemene verklaring display- en servicecodes
Op de UBA bevindt zich een display. De displaycode geeft aan wat de huidige -
globale - bedrijfstoestand van het toestel is. Door op de serviceknop te druk-
ken geeft de display een servicecode. De combinatie van beide codes geeft
gedetailleerde informatie over de bedrijfstoestand van het toestel.
De getoonde displaycode correspondeert met de hieronder vermelde bedrijfs-
functies.
display- bedrijfsfunctie
code
0 Stand-by
-. cv-bedrijf
=. Warmwaterbedrijf
1 Rookgasbewaking RGA / Branderthermostaat
2 cv-watercircuit
3 -
4 Watertemperatuur
5 Communicatie
6 Ionisatie
7 Netspanning
8 Kabelboom
9 UBA-systeem / bedrading
E UBA-systeem
Er zijn twee situaties te onderscheiden met betrekking tot het gedrag van het
toestel en de bijbehorende codes:
1. Normale bedrijfstoestand.
De code knippert niet: er is een blokkerende storing. Het toestel probeert
zelf te herstarten. Het toestel staat stand-by of brandt. In paragraaf 4.1.2
kunt u de betekenis van de codes vinden, die bij normaal functioneren van
het toestel op kunnen treden.
2. Storing bij niet werkend toestel.
De displaycode knippert: er is een vergrendelende storing, het toestel
werkt niet. Het toestel is alleen te herstarten door te resetten. Paragraaf
4.2 geeft u een handleiding om de oorzaak van de storing op te sporen en
de storing te verhelpen.
Let op: Wanneer er een storing optreedt moet u eerst de getoonde displaycode
noteren, en vervolgens de serviceknop indrukken om de servicecode te
noteren. Bij het herstarten van het toestel door de resetknop in te
drukken verdwijnen namelijk de getoonde codes.
4.
DIAGNOSE TOESTELGEDRAG
4-2
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
4.1.2 Display- en servicecodes tijdens normaal bedrijf
Wanneer de Nefit EcomLine toestellen normaal in bedrijf zijn (er zijn geen sto-
ringen), zal één van de volgende codes en bijbehorende servicecode op het dis-
play zichtbaar zijn:
display- service- bedrijfstoestand toestel
code code
P Opstarten van de UBA / 24 uur testprocedure.
C Herstart van de UBA na reset.
C UBA controleert toestelgegevens bij opstarten.
d UBA leest de toestelgegevens.
0AAnti-pendelprogramma in werking.
0CToestel wacht op schakelen van pomp.
0HToestel staat stand-by; er is geen warmtevraag.
0LToestel is in ontsteekfase.
0U15 sec. ventilatiefase voor of na branden van toestel.
0YWatertemperatuur is hoger dan ingesteld;
toestel wacht.
-. H Toestel is in bedrijf voor cv.
=. H Toestel is in bedrijf voor warm water.
2FToestel past zich aan de geringe waterhoeveelheid in
de cv-installatie aan.
Displaycode = normaal zichtbaar.
Servicecode = zichtbaar tijdens indrukken serviceknop.
4.
DIAGNOSE KETELGEDRAG
4-3
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
4.
DIAGNOSE KETELGEDRAG
4.2 Storingen en oorzaken
4.2.1 Storingsdiagnose
Door de getoonde display- en servicecode te combineren met het gedrag van
het toestel en/of installatie kan de oorzaak van de storing achterhaald worden.
Het display vertoont standaard de bedrijfscode. Bij indrukken van de service-
knop verschijnt de servicecode. In de onderstaande tabel kunt u de belangrijk-
ste combinaties van codes en ketelgedrag terugvinden. In de kolom oorzaken
wordt met een nummer verwezen naar paragraaf 4.2.2, waarin u terug kunt
vinden wat de storing veroorzaakt en hoe u de storing kunt oplossen.
Onderstaande display- en servicecodes treden op bij een niet correct werkend toe-
stel.
display- service- toestelgedrag en/of installatiegedrag oorzaken
code code
-. A CV-installatie wordt te warm; het tapvat wordt niet verwarmd.
Toestel brandt alleen op cv en moduleert niet terug. 11/16
-. H CV-installatie wordt niet warm genoeg; het tapvat wordt correct
verwarmd. CV-zijdig brandt het toestel alleen op laag vermogen. 12/16/17/18/32
-. H CV wordt niet warmer dan 60 °C. 20
-. Y CV-installatie wordt te warm of niet warm genoeg; het tapvat wordt niet
verwarmd. Toestel brandt alleen op cv. Vermogen ingesteld met
instelpotmeter voor sanitairwater. 11
=. H Tapwater van het tapvat is te koud bij grote afname of de volumestroom
van warm water is te klein. 18/19/43/54
=. H CV-installatie wordt te warm, het tapvat wordt niet verwarmd. 5/32
=. H CV-installatie wordt warm wanneer het tapvat warmte vraagt. 6
0 of -. H CV-installatie wordt te warm; het tapvat wordt correct verwarmd.
Toestel gaat cv-zijdig uit of regelt terug op aanvoersensor. 2
0 of -. H CV-installatie wordt correct verwarmd; het tapvat niet. 3
0 of =. H CV-installatie wordt niet verwarmd, het tapvat wel. 1
0AToestel in anti-pendeltijd. 7
0YCV-installatie en tapvat worden niet verwarmd. 14
0YCV-installatie wordt onvoldoende verwarmd. Temperatuur van cv-water
is hoger dan ingesteld op de bovenste instelpotmeter of hoger dan de
stooklijn van de weersafhankelijke regeling. 9
0YCV-installatie wordt niet verwarmd; het tapvat wordt te heet.
Het toestel regelt op de retoursensor. 4/5
0YDe CV-installatie wordt (te) warm. Het toestel herstart voortdurend.
De boiler (indien aanwezig) wordt niet verwarmd. 11
Displaycode = normaal zichtbaar.
Servicecode = zichtbaar tijdens indrukken serviceknop.
4-4
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
Onderstaande display- en servicecodes treden op bij niet werkend toestel.
display- service- toestelgedrag en/of installatiegedrag oorzaken
code code
1CAansluiting voor rookgasthermostaat is open. 44
2CSafetysensor van de wisselaar is te warm. 10/13/15/16
2FWarmteverschil tussen de safety- en aanvoersensor is te groot.
De aanvoer- en retoursensor zijn onderling verwisseld. 10/13/14/15/16
2PTemperatuur safetysensor stijgt te snel. 12/13/42
2uTemperatuursverschil van de aanvoer- en retoursensor is te hoog. 10/15/16/20
3cToestel start niet. 45
4ATemperatuur aanvoersensor is te hoog (> 101 °C). 14/15/16
4CZekering F2 defect. Branderthermostaat is te warm geworden.
De aanvoertemperatuur is te hoog. 12/21/22/51
4FDe temperatuur van de safetysensor is hoger dan 101 ºC. 10/13/15/16
4LDe safetysensor is kortgesloten. 8/13/23
4PDe safetysensor maakt geen contact. 8/13/24
4UDe aanvoersensor is kortgesloten. 8/14/23
4YDe aanvoersensor maakt geen contact. 8/14/24
5AUBA vergrendeld. 52
5CUBA vergrendeld. 46/52
5FUBA vergrendeld. 47/52
5YUBA vergrendeld. 52
6AEr treedt geen ionisatie op na ontsteekfase, de gloeiplug werkt niet. 25
6AEr treedt geen ionisatie op na ontsteekfase, de ventilator draait niet. 19/35
6AEr treedt geen ionisatie op na ontsteekfase, maar de gloeiplug/
ventilator werken wel. 26/27/28/29/33
6AEr treedt geen ionisatie op na ontsteekfase, er is wel vlambeeld maar
vlam valt weg tijdens op toeren komen van ventilator. 28/29/33
6CEr treedt ionisatie op na beëindigen warmtevraag, de gasklep sluit niet. 34/53
6HDe ionisatie (cq. de vlam) valt weg vlak na het ontsteken. 26/28/29/33
6LDe ionisatie (cq. de vlam) valt weg tijdens werkend toestel. 26/28/29/33
7AUBA defect. 39
7CDe netspanning valt weg tijdens vergrendelende fout.
Resetknop te kort ingedrukt. 30
7FUBA defect
Zekering F3 defect. 31/39
7HUBA defect. 39
7LUBA defect. 39
8LDoorverbinding kabelboom. 36
Displaycode = normaal zichtbaar.
Servicecode = zichtbaar tijdens indrukken serviceknop.
4.
DIAGNOSE KETELGEDRAG
4-5
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
display- service- toestelgedrag en/of installatiegedrag oorzaken
code code
9AUBA defect. 39/53
9CUBA ziet geen KIM. 37
9FFout m.b.t. referentietemperatuur UBA. 41
9HInterne fout UBA of ModuLine kamerthermostaat defect. 41
9LElektrische aansluiting gasregelblok niet goed. UBA defect. 38/39/49/53
9PInterne fout UBA. ModuLine kamerthermostaat defect. 39/53
9UUBA kan KIM niet lezen. 37
EAUBA defect. 39/53
ECUBA defect. 39/53
EFUBA defect. 39/53
EHUBA defect. 39/53
EPUBA en KIM niet compatibel. 37/39
ELUBA defect. 39/53
geen geen Geen netspanning / UBA defect / KIM defect / zekering defect. 39/40/48/50/53
Displaycode = normaal zichtbaar.
Servicecode = zichtbaar tijdens indrukken serviceknop.
4.
DIAGNOSE KETELGEDRAG
4-6
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
4.2.2 Storingsoorzaken en oplossingen
Onderstaande tabel geeft de mogelijke oorzaak van de storing uit paragraaf 4.2.1, en een aanwijzing hoe de storing
verholpen kan worden.
oorzaak omschrijving van de oorzaak
1
De kamerthermostaat is niet goed aangesloten.
2 De kamerthermostaat schakelt niet uit.
De thermostaat is defect.
De kamerthermostaatbedrading maakt sluiting.
Er is een doorverbinding op kroonsteenaansluiting 1-2 geplaatst.
Er zijn twee thermostaten aangesloten, waarvan één continue vragend is ingesteld.
3 De kabelboom van de tapsensor maakt sluiting.
De tapsensor is defect.
4 De tapsensor heeft een los contact.
De kabelboom van de tapsensor heeft een draadbreuk.
Een druppelende warmwaterkraan houdt het toestel in bedrijf voor warm water.
5 De pomp loopt niet in de stand sanitair.
Er is een los contact in de kabelboom van de pomp.
Controleer de aansluiting van de pompconnector.
6 Er is lekkage in de pomp door vervuiling of slijtage.
De pomp is cv-zijdig verkeerd aangesloten.
7 De kamerthermostaat is verkeerd ingesteld (anticipatieweerstand).
Er is een slecht contact in kamerthermostaatbedrading (aan/uit thermostaat).
Er is een slecht contact tussen de kamerthermostaat en de kamerthermostaatgrondplaat.
De thermostaat wordt foutief bediend. Ketel wordt te snel aan- en uitgeschakeld.
8 Sensor is defect of niet aangesloten. Meet de weerstand van de sensor door. Zie paragraaf 5.5.
9 De instelpotmeter met het radiatortje op de UBA is te laag ingesteld.
10 Er is te veel weerstand in het cv-circuit:
- bijvoorbeeld dicht gezette (thermostatische) radiatorventielen.
- er is verstopping door vervuiling.
- de bypass is foutief geïnstalleerd of ingesteld.
11 De testschakelaar op de UBA staat aan; zet deze terug in de nulstand.
12 Te veel radiatoren dicht, draai meer radiatoren open.
Bypass is te dicht bij de ketel geplaatst, plaats bypass op minimaal 6 meter van de ketel.
Ketelvermogen van het toestel is te groot voor de installatie, vermogen van de ketel aanpassen.
13 Safetysensor is mogelijk defect of verlopen. Meet de weerstand van de safetysensor door (zie paragraaf 5.5).
Controleer de sensor door tijdelijk een andere sensor aan te sluiten.
14 Aanvoersensor defect, verlopen of vervuild. Meet de weerstand van de aanvoersensor door (zie paragraaf 5.5).
Controleer de sensor door tijdelijk een andere sensor aan te sluiten.
15 De pomp krijgt geen spanning, er is een los contact in de pompaansluitdraden.
De stekker is niet goed in de UBA gemonteerd.
De pomp zit vast.
De pomp is defect. Vervang de pomp.
De pompcondensator werkt niet. Controleer de condensatoraansluiting of vervang de pomp.
4.
DIAGNOSE KETELGEDRAG
oorzaak omschrijving van de oorzaak
16 Het waterniveau in het cv-circuit is te laag door lekkage of lucht in de installatie.
Controleer de druk met de drukmeter, eventueel bijvullen tot 2 bar.
Draai de luchtafscheider één slag open (mits die dicht zat).
Er is lucht in het toestel of tapvat aanwezig. Ontlucht zowel het toestel als het tapvat nogmaals.
17 De 11 kW jumper is uit de UBA verwijderd (achter UBA-dekseltje). Plaats jumper terug.
De instelpotmeter met de vlammetjes is te laag ingesteld.
Ventilator draait alleen op laag toerental.
18 Er is te veel weerstand of vervuiling over het toestel:
- controleer luchttoevoercircuit.
- controleer rookgasafvoersysteem op verstopping en vervuiling.
- meet drukverschil P over P1
+
en P2
-
tijdens vollast (testschakelaar).
- meet het gasverbruik van het toestel tijdens vollast.
19 De ventilator werkt niet naar behoren:
- controleer ventilatorconnectoren.
- controleer zekeringen.
- controleer de spanning op connector UBA.
- controleer de KIM-connector.
- controleer de Fanselect-aansluiting.
20 Retoursensor defect of niet goed aangesloten. Meet de weerstand van de sensor door (zie paragraaf 5.5).
21 Branderthermostaat is geopend of niet aangesloten:
- controleer de thermostaat op schakelpunt 107 ºC.
- controleer branderdek op defecten; vlam slaat mogelijk achter branderdek.
- controleer pakking tussen mengkamer en warmtewisselaar.
- controleer aansluiting van het branderhuis op de warmtewisselaar.
22 De zekering F2 in de UBA is defect, veroorzaakt door sluiting in gasklepcircuit.
Controleer elektrische aansluiting gasregelblok voor een juiste werking.
23 Mogelijk is er een sluiting in het sensorcircuit. Neem connector van sensor los. Druk op reset tot r op
display verschijnt. Bij dezelfde storingscode is er in de kabelboom sluiting of is de UBA defect. Is dit niet het
geval, dan is de sensor defect. Meet de weerstand van de sensor door (zie paragraaf 4.5).
24 Mogelijk is er een sluiting in het sensorcircuit. Neem connector van sensor los. Maak een doorverbinding
in de bekabeling naar de UBA. Druk op reset tot r op display verschijnt. Bij dezelfde storingscode is er
in de kabelboom sluiting of is de UBA defect. Is dit niet het geval, dan is de sensor defect. Meet de
weerstand van de sensor door (zie paragraaf 5.5).
25 De aansluitdraden van de gloeiplug maken geen contact.
Gloeiplug is defect. Meet de weerstand over de gloeiplug (50-300 ).
Zekering F1 is defect.
UBA moet tijdens de start 120 VAC (wisselspanning) geven op connector.
26 Verhouding gas/lucht-drukverschil P is niet goed. Controleer luchtrestrictie en gasinspuiter op
juiste montage, vervuiling en diameter. Druk op reset tot r op display verschijnt.
27 De 1e en/of 2e gasklep opent niet:
- controleer of er tijdens de ontsteekfase 24 V-spanning op de aansluitdraden van het gasregelblok aanwezig is;
druk op reset tot r op display verschijnt.
- controleer weerstand over branderthermostaat (0-3 ), haal hiervoor de bedrading van branderthermostaat
af; druk op reset tot r op display verschijnt.
28 De brander krijgt te weinig gas of er zit lucht in de gasleiding:
- controleer de voordruk.
- controleer gas/lucht-drukverschil bij maximale en minimale belasting indien stuurleiding niet verstopt is;
druk op reset tot r op display verschijnt.
4.
4-7
DIAGNOSE KETELGEDRAG
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
oorzaak omschrijving van de oorzaak
29 Controleer de aardkabelaansluitingen.
Controleer de aansluiting van de ionisatiepen
Meet de ionisatiestroom (paragraaf 2.3.4). Druk op reset tot r op display verschijnt.
30 Controleer netspanning tijdens bedrijf (230 VAC).
De resetknop is te kort ingedrukt. Druk op reset tot r op display verschijnt.
31 Kortsluiting in 24 V-circuit (UBA-kroonsteen).
Spoor kortsluiting op en vervang zekering F3 in UBA. Druk op reset tot r op display verschijnt.
32 Controleer of de dubbele bedrading aan de rechterzijde op kroonsteenaansluiting 2 en 4 correct
aangesloten zijn.
33 Gasvoordruk is te laag. Controleer deze tijdens bedrijf op maximaal vermogen. Voordruk moet bij
aardgas groter dan 20 mbar zijn (25 mbar -17%). Druk op reset tot r op display verschijnt.
34 Gaskleppen sluiten niet:
- controleer spanning op gasregelblok; wanneer spanning hoger is dan 20 V na einde warmtevraag,
controleer de UBA door tijdelijk een andere UBA aan te sluiten.
- als er ionisatie is terwijl toestel niet brandt, controleer dan ionisatiecircuit; als UBA en ionisatie goed
zijn, vervang dan gasregelblok.
35 Fanselect in de kabelboom is defect of niet goed aangesloten.
KIM defect of niet goed aangesloten. Na starten draait ventilator even en stopt dan weer. Controleer de
KIM-connector en ventilatorconnector op de juiste aansluiting (aandrukken). Schakelnetspanning af en
schakel netspanning weer in. Druk reset tot r op display verschijnt. Wanneer KIM defect is,
raadpleeg de Nefit servicedienst.
36 Doorverbinding gasdrukwachter in kabelboom (lila-rood / roze) of connector op achterzijde UBA zit los.
37 KIM defect of niet goed aangesloten. Controleer de KIM-connector en ventilatorconnector op de
juiste aansluiting (aandrukken). Schakel netspanning af en schakel netspanning weer in. Druk op reset
tot r op display verschijnt. Wanneer KIM defect is, raadpleeg de Nefit servicedienst.
38 Mogelijk is er een onderbreking in het elektrische circuit van het gasregelblok:
- controleer elektrische aansluitingen van gasregelblok.
- controleer bedrading op loszitten en/of breuk.
- UBA is mogelijk defect. Controleer UBA door tijdelijk een andere UBA aan te sluiten.
Druk op reset tot r op display verschijnt.
39 Netspanning of ModuLine thermostaat wordt extern beïnvloed:
- controleer de ModuLine kamerthermostaat.
- controleer het elektrisch netwerk of zich piekspanningen voordoen die veroorzaakt kunnen worden
door o.a. aggregaten.
- UBA is mogelijk defect, of ziet niet de juiste KIM. Controleer UBA door tijdelijk een andere (laatste
versie) UBA aan te sluiten.
Druk op reset tot r op display verschijnt.
40 Er is geen netspanning, controleer of 230 VAC netspanning aanwezig is.
41 UBA is mogelijk defect. Controleer de UBA door tijdelijk een andere UBA aan te sluiten.
Druk op reset tot r op display verschijnt.
42 -
43 Doorstroombegrenzer niet goed ingesteld.
44 De 18-polige UBA-connector zit los:
- indien rookgasthermostaat aangesloten is, is deze mogelijk defect of wordt te warm.
- indien maximaalthermostaat van de vloerverwarmingset aangesloten is, is deze mogelijk defect of het
water van de vloerverwarming is te warm.
- controleer de kabelboom op mogelijke draadbreuk.
Druk op reset tot r op display verschijnt.
4.
4-8
DIAGNOSE KETELGEDRAG
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
oorzaak omschrijving van de oorzaak
45 Mogelijk is er een onderbreking in het elektrisch circuit:
- controleer of de 20-polige connector los zit.
- controleer de kabelboom op mogelijke draadbreuk.
- controleer de UBA door tijdelijk een andere UBA aan te sluiten.
46 Aangesloten Service Tool schrijft service marker 5C inclusief datum en tijd in het geheugen.
Zo is later m.b.v. de Service Tool te zien wanneer de laatste keer is geweest dat een Service Tool
was aangesloten op het toestel. Volg aanwijzingen Service Tool en/of druk op reset tot r op display
verschijnt.
47 Stekker Service Tool is tijdens bedrijf ontkoppeld. Ketel valt in vergrendelende storing. Druk op de
reset tot r op display verschijnt.
48 KIM mogelijk defect. Neem de KIM-kabel los. Druk op de reset tot r op display verschijnt. Indien nu
foutcode 9C optreedt, is KIM defect. Raadpleeg in dat geval de Nefit servicedienst.
49 Spoelen in gasregelblok zijn mogelijk defect. Meet weerstand over de spoel (18-55 ).
50 Zekering F2 en F3 in de UBA tezamen defect. Vervang zekering F2 en F3 (1,25 A traag).
51 Meer radiatoren open. Stel het vermogen van de ketel lager met het vlammetje instelpotmeter.
52 Storing ontstaat door gebruik van Service Tool. Druk op reset tot r op display verschijnt.
53 UBA is mogelijk defect. Druk op reset tot r op display verschijnt. Indien foutcode niet verdwijnt,
controleer dan de UBA door tijdelijk een andere UBA aan te sluiten.
54 De sanitair warm- en koudwaterleiding staan in verbinding met elkaar:
- controleer mengkranen of eenhandelkranen
- controleer sanitairwaterleidingennet.
4.
4-9
DIAGNOSE KETELGEDRAG
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
5-1
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
5
SPECIFICATIES
5.1 Technische specificaties
Nefit EcomLine HRC 23V Nefit EcomLine HRC 23/28V
Toestelspecificaties
nominale max. sanitairbelasting o.w. kW 21,6 28,5
nominale max. sanitairbelasting b.w. kW 24,0 31,7
nominale cv-belasting o.w. kW 8,3-21,6 8,3-21,6
nominale cv-belasting b.w. kW 9,2-24,0 9,2-24,0
nominaal vermogen (80/60 °C) kW 21,0 21,0
nominaal vermogen (50/30 °C) kW 22,6 22,6
rendement (50/30 °C) o.w. % 107 107
rendement (50/30 °C) b.w. % 96,4 96,4
gasverbruik bij vollast m
3
/uur 2,5 2,5/3,3
NOx emissie ppm (mg/kWh) 28 (49) 28 (49)
CO emissie ppm (mg/kWh) (51,1) 54,4 51,1 (54,4)
Warm water
gaskeur CW-label 3 4
gaskeur HRww-label Ja Ja
waterinhoud sanitair-zijdig l 2,6 2,6
taphoeveelheid bij
T= 45 °C l/min 6,7 8,7
taphoeveelheid bij
T= 30 °C l/min 10,3 12,7
warmtapwatertemperatuur °C 27-60 27-60
specifieke leidinglengte m 17 19
Aansluitmaten
diameter RGA / LTV dubbelpijps mm 80 80
diameter cv-aanvoerleiding mm 22 22
diameter cv-retourleiding mm 22 22
diameter gasleiding mm 15 15
diameter koudwaterleiding mm 15 15
diameter warmwaterleiding mm 15 15
diameter condensafvoer mm 32 32
Instelgegevens
doorstroombegrenzer l/min 6,0 7,9
minimale cv-circulatiedebiet l/uur 150 150
instelling aan-uit thermostaat A 0,12 0,12
gas/lucht-drukverschil Pa -5 ±5 -5 ±5
diam. gasrestrictie aardgas G25 mm 5,10 5,85
diam. luchtrestrictie aardgas G25 mm 21,3 23,7
aansluitdruk propaan mbar 30-50 -
Pompspecificaties
-pomptype 15-50 BD 15-50 BD
-opgenomen vermogen W 70 70
Algemene toestelgegevens
hoogte mm 950 950
breedte mm 480 480
diepte mm 425 425
gewicht excl. mantel kg 62 62
gewicht incl. mantel kg 68 68
opgenomen elektrisch vermogen W 105 110
maximaal geluidsniveau dB(A) ~ 37 ~ 37
IP classificaties 40 (B-type) 40 (B-type)
44 (C-type) 44 (C-type)
toestelcategorie II
2L3B/P
II
2L
toestelklasse B23; C13; C33; B23; C13; C33;
C43; C53; C63; C73 C43; C53; C63; C73
5-2
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
5
brander
combi
gas/luchtregelblok
ontsteking
besturingssysteem
luchttoevoersysteem
rookgasafvoersysteem
ketel identificatie module
BD-pomp
beveiligingen
- aanvoersensor
- retoursensor
- tapsensor
SPECIFICATIES
Algemeen voor alle toestellen:
- De maximale werkdruk sanitairzijdig is 8 bar.
- De maximale werkdruk cv-zijdig is 3 bar.
- De voordruk is standaard 25 mbar.
- NOx nummer is NOx AQ 049.
- Aansluitspanning is 230 VAC met 50 Hz.
5.2 Onderdelenspecificaties
Een 100% voorgemengde brander met een keramisch branderbed.
De Nefit EcomLine toestellen zijn combi-toestellen. Dit betekent dat het toe-
stel naast zijn functie als cv-ketel ook warm tapwater kan leveren. De levering
van warm tapwater heeft voorrang op cv-bedrijf. Tijdens de nadraaitijd van
tapbedrijf is het niet mogelijk dat de pomp draait voor cv-vraag.
Regelblok met gelijkdrukregeling van gas en lucht. De door de ventilator gele-
verde luchtdruk bepaalt de gasdruk dor middel van vast ingestelde restricties.
Tegendruk in het RGA-systeem is toegestaan. De tegendruk vermindert de
hoeveelheden lucht en gas in gelijke mate, zodat een goede verbranding
gewaarborgd blijft. Het maximale vermogen wordt wel lager.
Een ontsteking met keramische gloeiplug, aangestuurd via een relais met 120V,
gloeitemperatuur 1400 °C.
De universele branderautomaat (UBA) stuurt en controleert alle toestelfunc-
ties. Gedetailleerde toestelinformatie via display- en servicecode.
De UBA is voorzien van pomp- en testschakelaar en drie instelpotmeters
voor aanvoertemperatuur, warmtapwatertemperatuur en het deellastvermo-
gen. De UBA communiceert met de modulerende kamerthermostaat en de
Service Tool en is standaard voorzien van tapvatregeling, pompschakeling en
storingsdiagnosesysteem.
Luchttoevoer door middel van intelligente ventilator met modulerende func-
tie. Volledig gesloten bemanteling maakt deel uit van de luchttoevoer.
Rookgasafvoer door middel van separate afvoer (buiten de warmtewisselaar).
De ketel identificatie module (KIM) beheert in ieder toestel de benodigde
configuratiegegevens. De UBA maakt gebruik van deze gegevens bij de eerste
opstartprocedure en bij spanningsonderbrekingen.
Een speciale BD-pomp maakt een afzonderlijke driewegklep overbodig.
Deze pomp kan twee richtingen opdraaien (bi-directioneel). Draait de pomp
linksom, dan wordt het water de cv-installatie ingepompt. Draait deze rechts-
om dan gaat het water naar het tapvat.
Alle belangrijke functies worden gecontroleerd en beveiligd met sensoren.
Een maximaalthermostaat zorgt voor de eindbeveiliging. De sensoren zijn
identieke NTC-weerstanden.
De aanvoersensor is een vorstbeveiliging en een regelthermostaat.
De aanvoertemperatuur van het cv-water wordt gemeten na de warmtewisse-
laar, overkoepelende werking over alle andere sensoren. De aanvoersensor
schakelt het toestel uit als de cv-temperatuur boven de 90 °C komt.
De retoursensor meet de retourtemperatuur van cv-water.
De tapsensor meet de warmwatertaptemperatuur. De instelling van de
tapwatertemperatuur is minimaal 27 °C en maximaal 60 °C.
De ionisatiepen dient als vlambewaking. Gastoevoer wordt geblokkeerd wan-
neer de vlam wegvalt of de ventilator onvoldoende lucht verplaatst.
De safetysensor schakelt bij onvoldoende waterstroming en droogkoken het
toestel uit, wanneer het temperatuurverschil met de aanvoersensor te groot
is. Ook bij een maximale temperatuur van >101 °C grijpt de safetysensor in.
De branderthermostaat schakelt het toestel uit wanneer de temperatuur van
de branderhuisdeksel boven de 107 °C komt.
Het anti-pendelprogramma zorgt er voor dat de intervaltijd tussen twee
opstartsessies minimaal 5 minuten is.
De Service Tool is een separaat verkrijgbaar diagnose instrument. De Service
Tool communiceert met de UBA, voor uitlezen van storingsgegevens, het her-
leiden van storingen en het controleren van de componentenstatus.
Op het toestel kunnen aan-uit thermostaten en digitaal modulerende thermo-
staten worden aangesloten. Het toestel heeft standaard aansluitingen voor:
- aan-uit kamerthermostaten met potentiaalvrije schakelcontacten of
instelbaar anticipatie-element;
- digitaal modulerende kamerthermostaten.
5-3
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
5
- ionisatiepen
- safetysensor
- branderthermostaat
- anti-pendelprogramma
randapparatuur
- Service Tool
- kamerthermostaten
SPECIFICATIES
5.3 Resterende opvoerhoogte voor cv-installaties
Nefit EcomLine toestellen
210024
0 200 400 600 800 1000 1200
600
500
400
300
200
230
100
Flow [l/h]
Resterende opvoerhoogte [mbar]
T=20 °C
5
5-4
SPECIFICATIES
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
20
blauw-wit
grijs-wit
zwart-wit
wit
rood-wit
geel-rood
groen-rood
grijs-rood
blauw-rood
rood
bruin-rood
bruin
blauw
grijs*
paars
geel
zwart
roze
roze
geel-blauw
roze
zwart-wit
zwart-rood
groen-zwart
paars-wit
roze
paars-rood
roze
19 18 17 16 15 14 13 12 11
987 6 5 4 3 2 1
18 17 16 15 14 13 12 11 10
Achterzijde 20 polige connector Achterzijde 18 polige connector
* Oude kabelkleur
210012.1
1234567891011121314151617181920 123456789101112131415161718
aanvoer
sensor
roze (of bruin-wit*)
rozeroze
roze
paars-rood
roze
paars-wit
groen-zwart
zwart-rood
zwart-wit
roze
bruin-rood
rood
blauw-rood
grijs-rood 9of rood-groen)*
geel-rood
groen-rood
zwart
geel
paars
grijs*
blauw
bruin
geel-blauw
tapvat
sensor
gasklep
gasklep
20 polige connector 18 polige connector
KIM
Service Tool
Connector
3
4
Nefit HRC 23VT
Technische wijzigingen voorbehouden
ketel identificatie module
Ventilator
retour
sensor
safety
sensor
aansturing
BD-pomp
brander
beveiliging
230 VAC
50 Hz
1
2
FanSelect
* oude kabelkleur
rood-wit
wit
zwart-wit
grijs-wit
blauw-wit
271005
5.4 Elektrische schema
zekering type beveiligd onderdeel displaycode servicecode
F1 1,25 A traag; 250 V gloeiplug 6A
F2 1,25 A traag; 250 V branderthermostaat en UBA 4C
F3 1,25 A traag; 250 V BD-pomp en UBA 7F
F2 en F3 zekering samen defect geen display
Nefit EcomLine toestel
5-5
SPECIFICATIES
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
25 °C25 °C
10.00
K
0 2,5 5 7,5 10 12,5 15 17,5 20
10
30
20
40
50
60
70
80
90
weerstandswaarde R [k]weerstandswaarde R [k]
temperatuur T [°C]
5.5 Doormeten sensor
NTC- sensoren
210034
Ionisatie
Zekering F1
Zekering F2
Zekering F3
20 Polige connector
18 Polige connector
230V (rode stekker)
ventilatorvoeding 230V
pompvoeding 230V
Reservezekering
Aardaansluiting
1
23
Gloeiplugaansluiting
211080
217022
Achterzijde UBA Kroonsteenaansluiting
950
75 75 75 75
480
Ø 80
240
380
Ø 80
118
12345
12
425
90
Ø 32
53
45
A BA
14021
Ø 22 Ø 15 Ø 22Ø 15 Ø 15
1030
5-6
Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
5
SPECIFICATIES
5.6 Maatschetsen
Nefit EcomLine toestel
vooraanzicht
zijaanzicht
± 890
75 75 75 75
± 420
12345
90
Ø 22 Ø 15 Ø 22Ø 15 Ø 15
55
53
Ø 32
Ø
80
Ø
80
BA
161
240 118
BA
140
120
vooraanzicht
1 cv-aanvoerleiding Ø 22 mm
2 warmwaterleiding Ø 15 mm
3 gasleiding Ø 15 mm
4 koudwaterleiding Ø 15 mm
5 cv-retourleiding Ø 22 mm
A rookgasafvoer Ø 80 mm
B luchttoevoer Ø 80 mm
274004
274003
Montageframe
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
VOLGENS DE EG-RICHTLIJN INZAKE MACHINES
(89/392/EEG, 91/386/EEG, 93/68/EEG)
EN DE EG-RICHTLIJN INZAKE EMC
(89/336/EEG, 91/263/EEG,92/31/EEG,93/68/EEG)
Nefit Buderus B.V.
Zweedsestraat 1
7418 BB DEVENTER
Verklaart hierbij dat haar cv-ketels:
merk : Nefit EcomLine
type : HRC 23V
HRC 23/28V
zijn geconstruceerd volgens de toepassing zijnde bepalingen van de
EG-richtlijn inzake machines en de EG-richtlijn inzake EMC.
Hoogachtend,
drs. J.J.P. Reintjes
Algemeen directeur
Fabricagenummer.: Inspectierapport onderhoud Nefit EcomLine toestellen
Datum installatie: Bedrijfsjaren
123456789101112131415
Op bovenstaande toestel werd door ons
onderhoud gepleegd op de onderstaande punten.
De geconstateerde afwijkingen zijn gerepareerd
en/of afgesteld
1. Controle ventilatordruk P1
+
: norm 680-740 Pa
2. Controle tegendruk P2
-
: norm 40-120 Pa
3. Controle / reinigen warmtewisselaar
4. Controle / reinigen brander
5. Controle / reinigen ventilator
6. Controle / reinigen sifon / extra sifon
7. Controle / reinigen rookgasafvoer
8. Controle gasvoordruk : norm 25 mbar
(aardgas)
9.
Controle gasvoordruk: norm 30-50 mbar
(propaan)
10. Controle ionisatiestroom : norm 2µA
(bij laaglast)
11. Instellen doorstroombegrenzer
12. Datum inspectie:
Installateur / service organisatie :
Paraaf :
*
Doorhalen wat niet van toepassing is
Gecontroleerd / gereinigd
en / of gemeten *
Gecontroleerd / gereinigd
en / of gemeten *
Gecontroleerd / gereinigd
en / of gemeten *
Gecontroleerd / gereinigd
en / of gemeten *
Gecontroleerd / gereinigd
en / of gemeten *
Gecontroleerd / gereinigd
en / of gemeten *
Gecontroleerd / gereinigd
en / of gemeten *
Gecontroleerd / gereinigd
en / of gemeten *
Gecontroleerd / gereinigd
en / of gemeten *
Gecontroleerd / gereinigd
en / of gemeten *
Gecontroleerd / gereinigd
en / of gemeten *
Gecontroleerd / gereinigd
en / of gemeten *
Gecontroleerd / gereinigd
en / of gemeten *
Gecontroleerd / gereinigd
en / of gemeten *
Gecontroleerd / gereinigd
en / of gemeten *
Werkzaamheden
uitgevoerd door
Nefit houdt Nederland warm
705.378A-3487 01-2002 Nefit werkt continu aan verbeteringen van haar producten. Wijzigingen in de technische gegevens zijn dus mogelijk.
Nefit Buderus B.V., Postbus 3, 7400 AA Deventer.
Consumenten Infolijn: 0570 - 67 85 00. Fax: 0570 - 67 85 86. E-mail: consument@nefit.nl Internet: www.nefit.nl
10


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Nefit EcomLine HRC 23V-28V at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Nefit EcomLine HRC 23V-28V in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1,06 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Nefit EcomLine HRC 23V-28V

Nefit EcomLine HRC 23V-28V Additional guide - Dutch - 2 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info