216087
Nefit EcomLine HR(C)-toestellen zijn niet geschikt voor installaties met natuur-
lijke watercirculatie. Ook de toepassing van een open verbinding met de buiten-
lucht (open cv-installatie) is niet toegestaan. Hierdoor kan corrosie ontstaan
.
Corrosie in het cv-systeem is afhankelijk van o.a.:
- de kwaliteit van het water,
- het niet spoelen van oude installaties bij het plaatsen van een nieuwe ketel,
- het binnendringen van zuurstof door lekkages of niet dichte afsluiters,
- diffusie in kunststof (vloer-)verwarmingssystemen.
De wisselende temperatuur en druk in het systeem kan de corrosie tevens
versnellen. In een goed aangelegde, dichte en gesloten cv-installatie zal
nagenoeg geen corrosie optreden.
Waterkwaliteit van de cv-installatie
1. Bij een oud (reeds bestaand) systeem dient als eerste de pH-waarde van
het cv-water te worden bepaald (zie punt 5 en 6). Is de pH-waarde hoger
dan 8,5 dan is er vermoedelijk waterbehandeling toegepast. De complete
installatie dient dan volledig afgetapt te worden. Vervolgens grondig
spoelen/reinigen met onbehandeld leidingwater. Laat minimaal driemaal de
systeeminhoud door cv-installatie stromen.
2. Vul de installatie met onbehandeld leidingwater.
3. Ontlucht de complete installatie.
4. Stel de complete installatie gedurende minimaal 15 minuten in bedrijf.
5. Tap een hoeveelheid cv-water af bij de tap- en vulkraan en doe dit in een
schoon/gereinigd (monster)flesje.
6. Meet de pH-waarde van het cv-water m.b.v. een pH-strookje. Steek het
pH-strookje voor de helft in het cv-water. Als de kleuren van het strookje
zich niet meer wijzigen kan de pH-waarde worden bepaald.
7. De gemeten pH-waarde van het cv-water dient tussen de 7 en de 8,5 te
liggen. Is dit niet het geval neem dan contact op met de afdeling Service van
Nefit.
Het is raadzaam om voor grote systemen na ongeveer een week nogmaals een
pH-meting uit te voeren. Dit om te controleren of deze nog steeds aan de
gestelde specificatie voldoet.
Let op: Het is niet toegestaan waterbehandeling toe te passen, zoals o.a.
pH-verhogende/verlagende middelen (chemische toevoegmiddelen
en/of inhibitoren) en waterontharding. Het gebruik van anti-
vorstmiddelen (bijvoorbeeld ethyleenglycol en propyleenglycol) in de
cv-installatie is eveneens niet toegestaan.
1.3.2 Vloerverwarming
Wanneer vloerverwarming wordt toegepast, ook in combinatie met een ander
verwarmingssysteem, moet men onderzoeken of de toegepaste vloerbuis
zuurstofdiffusiedicht is.
1. Service afsluiters
2. Drukbeveiliging
3. Expansievat
4. Drukverschilregelaar
5. Ontluchter (alleen noodzakelijk bij
een Nefit Ecomline HR 65)