1.
1.4 Tapwaterinstallatie
Aansluiten van de tapwaterinstallatie (zie fig. 1.4.1):
1. Spoel de tapwaterleidingen, vóór het aansluiten van de appendages.
Ga te werk zoals is aangegeven in de VEWIN werkbladen.
OPMERKING:
Monteer een inlaatcombinatie met een ontlastdruk van 8 bar.
2.
Sluit een leiding (4) aan op de koudwateraansluiting (2) van de boiler (1).
3. Sluit de inlaatcombinatie (6) aan op de gemonteerde leiding.
OPMERKING:
Monteer een reduceerventiel vóór de inlaatcombinatie wanneer de waterdruk
hoger is dan de ontlastdruk van de inlaatcombinatie (> 8 bar).
4. Installeer vanaf de inlaatcombinatie (6) een afvoerleiding naar de
dichtstbijzijnde rioleringaansluiting (7), voor de afvoer van het expansiewater.
Deze aansluiting moet open zijn uitgevoerd en zijn voorzien van een stank-
afsluiter.
5.
Sluit de koudwaterinstallatie van de woning aan op de inlaatcombinatie (6).
6. Sluit de warmwaterinstallatie van de woning aan op de warmwater-
aansluiting (3) van de boiler(1).
WAARSCHUWING:
Indien de boiler wordt aangesloten op een cv-installatie met meer dan
45 kW nominaal vermogen, dan moet er een dubbele scheiding worden
gemaakt in het cv-circuit. Zie voor aansluiting de VEWIN werkbladen.
1-5
INSTALLEREN
Installatie-instructie Nefit cv-boiler
211159
Fig. 1.4.2.
Inlaatcombinatie