nl
25
Schoonmaken
en onderhoud
Regelmatige controle en onderhoud van
het apparaat dragen ertoe bij defecten te
voorkomen. Dit bespaart u tijd en ergernis.
Algemene toestand van
de machine
Spoelruimte controleren op kalkaanslag
en vetresten.
Als u zulke aanslag aantreft:
afwasmiddelbakje met afwasmiddel
vullen. Het apparaat zonder
serviesgoed in het programma met de
hoogste afwastemperatuur starten.
Om het apparaat te reinigen alleen
speciaal voor afwasautomaten geschikte
afwas-/schoonmaakmiddelen gebruiken.
Deurafdichting regelmatig met een
vochtig doekje afnemen.
Gebruik bij het reinigen van uw
afwasautomaat nooit een stoomreiniger.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele gevolgen.
De voorkant van het apparaat en het
bedieningspaneel regelmatig met
water en een beetje afwasmiddel
schoonmaken. Geen schuursponsjes
gebruiken of schoonmaakmiddelen met
schuurmiddelen. Dit kan krassen op
de oppervlakken veroorzaken.
Attentie!
Gebruik nooit andere huishoudelijke
schoonmaakmiddelen die chloor bevatten!
Ze kunnen schadelijk zijn voor de
gezondheid!
Onthardingszout
Uw afwasautomaat geeft op het
indicatievenster aan wanneer
onthardingszout moet worden bijgevuld.
Glansspoelmiddel
Uw afwasautomaat geeft op het
indicatievenster aan wanneer
glansspoelmiddel moet worden bijgevuld.
Zeven
De zeven
27 zorgen ervoor dat grove
etensresten in het spoelwater niet in de
afvoerpomp terechtkomen. Door deze
etensresten kunnen de zeven verstopt
raken.
Het zeefsysteem bestaat uit een
zeefcylinder, een vlakke fijne zeef en –
afhankelijk van het type apparaat –
tevens uit een microzeef (*).
Na elke afwasbeurt de zeven op
etensresten controleren.
Na het losdraaien van de zeefcylinder
kunt u het zeefsysteem eruit halen.
Etensresten verwijderen en de zeven
onder stromend water schoonmaken.