Vriesvak nl
129
Voorwaarden voor invriesvermogen
1. Bij het inladen van verse levens-
middelen, Supervriezen inschake-
len.
→"Supervriezen inschakelen",
Pagina127
2. De levensmiddelen zo dicht moge-
lijk tegen de achterwand van het
vriesvak leggen. Daar vriezen de
levensmiddelen het snelst in.
Tips voor het inkopen van
diepvrieskost
Neem de tips in acht als u diepvries-
kost inkoopt.
¡ Op onbeschadigde verpakking let-
ten.
¡ Op de houdbaarheidsdatum letten.
¡ De temperatuur in de supermarkt-
vriezer moet –18°C of kouder
zijn.
¡ De diepvriesketen niet onderbre-
ken. Diepvriesproducten liefst in
een koeltas transporteren en snel
in het vriesvak leggen.
Tips voor het bewaren van le-
vensmiddelen in het vriesvak
Neem de tips in acht als u levens-
middelen in het vriesvak inruimt.
¡ De levensmiddelen over een groot
oppervlak van het vriesvak verde-
len.
¡ In te vriezen levensmiddelen niet in
aanraking brengen met ingevroren
levensmiddelen.
Indien nodig diepgevroren levens-
middelen in het vriesvak verande-
ren van positie.
Tips voor het bevriezen van
verse levensmiddelen
Neem de tips in acht als u verse le-
vensmiddelen invriest.
¡ Alleen verse en onberispelijke le-
vensmiddelen bevriezen.
¡ Bereide levensmiddelen zijn beter
geschikt dan rauw eetbare levens-
middelen.
¡ Om voedingswaarde, aroma en
kleur te behouden, moet u bepaal-
de levensmiddelen voorbereiden
om in te vriezen.
– Groente: wassen, kleiner maken,
blancheren.
– Fruit: wassen, ontpitten en even-
tueel schillen, eventueel suiker
of ascorbinezuuroplossing toe-
voegen.
Meer aanwijzingen vindt u in de des-
betreffende literatuur.
Over het invriezen van geschikte
levensmiddelen
¡ Brood en banket
¡ Vis en zeevruchten
¡ Vlees
¡ Wild en gevogelte
¡ Groente, fruit en kruiden
¡ Eieren zonder schaal
¡ Melkproducten, bijv. kaas, boter en
kwark
¡ Bereide gerechten en kliekjes, zo-
als soep, stoofschotels, gaar vlees
en gare vis, aardappelgerechten,
ovenschotels en zoete toetjes
Over het invriezen van ongeschikte
levensmiddelen
¡ Groentesoorten die meestal rauw
worden gegeten, zoals kropsla en
radijsjes
¡ Ongepelde of hardgekookte eieren
¡ Wijndruiven/druiven
¡ Hele appels, peren en perziken