51
Het apparaat kan zonder gevaar worden
gebruikt wanneer de onderdruk in de
opstellingsruimte van de stookplaats niet hoger
is dan 4 Pa (0,04 mbar).
Dit kan worden bereikt wanneer de voor de
verbranding benodigde lucht kan toestromen
door niet-afsluitbare openingen, bijv. in deuren,
ramen en luchttoevoer- of luchtafvoermuur-
kasten; of door middel van andere technische
maatregelen.
Men dient dus altijd voor een afdoende
luchttoevoer te zorgen.
Gebruik van alleen een toevoerlucht-
/afvoerluchtmuurkast is onvoldoende om
binnen de grenswaarde te blijven.
OPMERKING: Bij de beoordeling moet rekening
worden gehouden met de totale
ventilatietoestand van de woning. Vraag voor
de beoordeling het advies van een
vakbekwame schoorsteenveger.
Als de afzuigkap uitsluitend wordt ingezet
met circulatielucht, kan hij onbeperkt worden
gebruikt.
Speciale opmerkingen over
gaskooktoestellen
Bij montage boven gaskooktoestellen
moeten de geldende wettelijke nationale
voorschriften (in Duitsland bijv. de "Technische
Regeln Gasinstallation TRGI") worden
nageleefd.
De geldende inbouwvoorschriften en -
aanwijzingen van de gasapparaatfabrikant
moeten worden nageleefd.
Bij de montage dient men eraan te denken
dat slechts één kant van de afzuigkap vlak naast
een hoge kast of een muur mag liggen. Anders
kan er een gevaarlijke opeenhoping van
warmte ontstaan. De afstand tot de muur of de
hoge kast moet minstens 50 mm bedragen.
ṇ RISICO VAN BRANDWONDEN
Gebruik niet meer dan twee gaskookzones
tegelijk op de hoogste stand gedurende meer
dan 15 minuten. Door de inwerking van de
hitte bestaat er risico van brandwonden bij het
aanraken van de behuizing!
Denk eraan dat een grote brander met meer
dan 5 kW (wok) overeenkomt met het
vermogen van twee gasbranders.
Door de sterke inwerking van de hitte kan
de afzuigkap beschadigd raken.
Vlammen van gaskookapparatuur moeten
altijd met een pan zijn afgedekt. Regel de vlam
zodanig dat hij niet buiten de panbodem
uitkomt.
ṇ Veiligheidsvoorschriften