58
Gebruik bij 400V3N~ (modellen worden aange-
sloten overeenkomstig SCHEMA "A"): een vij-
fadrig kabeltype H05RR-F/H05RN-F (kabelafme-
tingen 5 x 2,5 mm
2
).
Gebruik bij 230V3~ (modellen worden aange-
sloten overeenkomstig SCHEMA "C" maar een
stroomwisseling door de installateur overeen-
komstig SCHEMA "B"): een drieadrige kabel van
het type H05RR-F/H05RN-F (kabelafmetingen
4 x 4 mm
2
).
Gebruik bij 230V1N~ (modellen worden aange-
sloten overeenkomstig SCHEMA "C"):
tot 2,9 kW drieadrige kabel van het type H05RR-
F/H05RN-F (kabelafmetingen 3 x 1,5 mm
2
);
tussen 2,9 kW en 5,4 kW een drieadrige kabel
van het type H05RR-F/H05RN-F (kabelafmetin-
gen 3 x 2,5 mm
2
).
Het uiteinde dat op het apparaat moet worden
aangesloten moet tenminste over een minimaal
20 mm langere aardingsdraad (geel/groen)
beschikken.
Hoofdstuk elektronische
voedingskabel
De geel/groene aardingskabel mag nooit worden
onderbroken.
De elektrische kabel mag nooit contact maken met
onderdelen waarvan de temperatuur 50°K meer
bedraagt dan de kamertemperatuur.
Het fornuis moet overeenkomstig de laatste versie
van de IEE-richtlijnen worden aangesloten.
Overeenkomstig het type van de elektrische voe-
ding, moet u een kabel gebruiken die overeenkomt
met onderstaande tabel.