56
Tips en trucs
Om energie te besparen:
❑ Uitsluitend voorverwarmen wanneer het
recept dit voorschrijft.
❑ Donkere bakvormen nemen de hitte
beter op.
❑ Restwarmte: bij lange baktijden kunt u
de oven 5 à 10 minuten voor het einde
van de baktijd uitschakelen.
Voor bakken:
❑ Gebak van de bakplaat is aan de
onderkant te licht.
❑ Gebak uit een vorm is aan de onderkant
te licht.
❑ Taart of gebak is aan de onderkant te
donker.
❑ Het gebak is te droog.
❑ Het gebak is van binnen klef en
deegachtig of het vlees is van binnen
niet gaar.
❑ Gebak uit een rond of recht blik is bij het
bakken met hete lucht achteraan te
donker.
❑ Bij zeer vochtige bak- en
braadgerechten, bijv. fruittaart of met
water bereide braadgerechten ontstaat
er veel waterdamp in de oven, die op de
ovendeur neerslaat en soms tot het
druppen van water op de bodem van de
oven of de inbouwmeubels leidt.
Neem niet benodigde bakblikken en de
braadslede uit de oven.
Plaats de bakvorm niet op het bakblik,
maar op het rooster.
Plaats het gebak hoger in de oven.
Stel de oventemperatuur iets hoger in en
kies een kortere baktijd.
Stel de bak- of braadtemperatuur iets
lager in.
Let op: bak- en braadtijden kunt u niet
korter maken door een hogere temperatuur
(van buiten gaar, van binnen niet). Iets
langere bak- of braadtijd kiezen, taartdeeg
langer laten rijzen. Minder vloeistof aan het
deeg toevoegen.
Plaats de bakvorm niet vlak voor de
luchtopeningen in de achterwand van de
oven.
Door de ovendeur voorzichtig en
gedurende korte tijd te openen (een of
twee keer, bij een lange bak- of braadtijd
vaker) kan de waterdamp uit de oven
ontsnappen en daardoor de condens-
vorming aanzienlijk worden verminderd.