89
iCN 500 serie | Gebruikershandleiding
Kaartlayers
Om ruimte te besparen op uw iCN en geheugenkaart, kunt ervoor kiezen om kaartlayers te
installeren.
De layers waaruit u kunt kiezen zijn:
• Nuttige Adressen (POI’s)
• Waterpartijen en parken
• Landomtrekken (topografie).
Om toegang te krijgen tot de Kaartlayers-afdeling: Desktop toets
Instellingen Layers
Selecteer of wis elk aanvinkvakje om de layers aan te geven die bij elke kaart geïnstalleerd moeten
worden.
Nuttige Adressen (POI)-Bewerker
U kunt uw eigen Nuttige Adressen (POI’s) toevoegen met de POI-Bewerker op twee manieren:
• Door uw eigen POI-bestanden te creëren, of
• Door compatibele POI-bestanden te gebruiken die gedownload zijn van het internet.
Een maximum van 25 aangepaste POI-bestanden kunnen op uw iCN opgeslagen worden. De
aangepaste POI-bestanden zijn opgesteld in een lijst op het Mijn POI-scherm.
Aangepaste POI’s kunnen ingesteld worden om een geluidswaarschuwing of visuele waarschuwing
in te schakelen als u naderbij komt, op het Selecteer Actieve POI-scherm.
Een Aangepast POI-bestand Creëren
1. Creëer een nieuw POI-bestand met de POI-bewerker.
• Op het Smart
Desktop Kaartmenu, klik Nuttige Adressen.
Het POI-Bewerker-venster gaat open.
• Klik Nieuw Tekstbestand op het Bestandmenu van het POI-Bewerker-venster.
Het POI-bestandsnaam-venster gaat open.
• Typ een naam voor het bestand in het Bestandsnaamvakje en klik OK. De
bestandsnaam kan acht tekens zonder spaties bevatten.
2. Voeg een POI aan het POI-bestand toe.