20 Telefoonboek
4. Telefoonboek
Het telefoonboek kan 50 namen en nummers opslaan. De namen kunnen uit maximaal 12
leestekens bestaan en de nummers kunnen uit maximaal 24 cijfers bestaan.
4.1 Een naam en nummer opslaan
Programmeer, bij aansluiting achter een huis- of kantoorcentrale, na de code voor de
buitenlijn (meestal een 0 of 9) een kiespauze in het telefoonnummer zodat de telefoon hier
even op de kiestoon wacht.
Tijdens het programmeren
# ingedrukt houden totdat een P in het scherm verschijnt.
Als u gebruik maakt van nummerweergave (Caller ID Service) en u wilt de naam van de
beller zien in plaats van het nummer, dan het volledige telefoonnummer, inclusief het
netnummer, in uw telefoonboek opslaan.
U kunt meerdere gegevens onder dezelfde naam opslaan, echter om onnodige doublures
te voorkomen kan het nummer maar één keer worden opgeslagen.
1. Druk op
m. Het display toont
TELEFOONBOEK
.
2. Druk op
m, blader d naar
NW TOEVOEGEN
.
3. Druk op
m. Het display toont
NAAM INV.
.
4. Voer de naam in en druk op
m. Het display toont
NUMMER INV.
.
5. Voer het nummer in en druk op
m.
6. Het display toont
NW TOEVOEGEN
.
7. Voer de volgende naam en nummer in die u in het telefoonboek wilt opnemen of druk
e
om naar stand-by terug te gaan.
NAMEN INVOEREN
Gebruik het toetsenpaneel om namen in te voeren. Voer bv.TOM als volgt in:
Druk een keer op
8 om de T in te voeren.
Druk drie keer op
6 om de O in te voeren.
Druk een keer op
6 om de M in te voeren.
NUTTIGE TIPS
Druk op
P om het laatst ingevoerde leesteken of cijfer te wissen.
Druk op
u of d om tussen letters/cijfers te bewegen.
Druk een keer op
1 om een spatie in te voeren.
Druk twee keer op
1 om een liggend streepje in te voeren.