23
FR NL
1.5 De schoorsteen
Indien de plaatselijke voorschriften het toelaten, kan de kachel worden aangesloten op een
schoorsteen waarop voorheen een ander verbrandingstoestel (bijvoorbeeld een oliekachel
of een andere houtkachel) aangesloten is geweest. Wanneer er twee of meer verbrandings-
toestellen op eenzelfde schoorsteen zijn aangesloten, dient u de voorschriften betreffende de
plaats van de rookkanalen in acht te nemen.
De houtkachel mag nooit worden aangesloten op een schoorsteen waarop reeds een gaska-
chel is aangesloten.
Een efficiënte, moderne kachel stelt hoge eisen aan uw schoorsteen. Vraag daarom uw
schoorsteenveger de schoorsteen te beoordelen.
De opening van de schoorsteen moet in overeenstemming zijn met de landelijke en plaatse-
lijke voorschriften. In het algemeen dient de opening voor houtkachels ten minste 175 cm2
groot te zijn (met een diameter van 150 mm).
Indien de opening van de schoorsteen te groot is, is er te veel energie nodig om in de schoorsteen de
warmte te verkrijgen is die vereist is voor een goede trek. Indien u een stenen schoorsteen met een grote
opening hebt, raden wij u aan een isolerende schoorsteenvoering met de juiste diameter te laten plaatsen.
Hierdoor zal de trek verbeteren, waardoor u zuiniger kunt stoken.
Er zijn geen vereisten wat de hoogte van de schoorsteen betreft, maar een schoorsteen moet hoog genoeg
zijn om te kunnen zorgen voor een goede luchtstroom en om te waarborgen dat de rook geen hinder ve
-
roorzaakt.
Als stelregel geldt dat de luchtstroom groot genoeg is wanneer de schoorsteen 4 meter boven de kachel
uit komt en ten minste 80 cm boven de nok van het dak uitsteekt. Indien de schoorsteen zich aan de zijkant
van het huis bevindt, mag de bovenkant van de schoorsteen nooit lager zijn dan de nok van het dak of het
hoogste punt van het dak. Houdt u er rekening mee dat er vaak landelijke en plaatselijke voorschriften
gelden voor de locatie van schoorstenen in huizen met rieten daken. Zie ook punt 1.9 - Trek.
De schoorsteen en het rookkanaal moeten zijn voorzien van reinigingsluiken. Deze luiken dienen op zijn
minst dezelfde omvang te hebben als de opening van de schoorsteen.
De schoorsteen dient toegankelijk te zijn ten behoeve van externe inspectie, en het moet mogelijk zijn de
schoonmaakluiken en de schoorsteen te bereiken indien de reiniging via de bovenkant geschiedt (bijvoor
-
beeld in het geval van stalen schoorstenen).