PLAATSING
(1) Het systeem stoot warmte uit, gebruik het niet in een te kleine ruimte.
(2) Bij ernstige beschadiging schakel het systeem direct uit.
(3) Plaats het systeem niet in het zonlicht om verkleuring en oververhitting te voorkomen.
HANDIGE TIPS
Het systeem is uitgerust met een thermische beveiliging.
Om een goede werking te garanderen mag het systeem niet te dicht bij muren en voorwerpen
geplaatst worden
INSTALLATIE LUCHTAFVOERSLANG
1. Draai de slang in de richting van pijl . U kunt de afvoerslang nu van
het systeem afnemen.
2. Draai de slang in de richting van pijl om de afvoerslang aan te sluiten.
Gebruik van de verwarmingsmodus
Bij werking in verwarmingsmodus:
1 Ontkoppel de luchtuitlaat en afvoerslang als in Fig.01. Verwissel deze delen met elkaar (Fig.02). Zodat het
systeem eruit ziet als Fig.03.
STORINGSANALYSE