138
139
Problemen oplossen
Werkt de camera niet naar behoren, zet hem dan uit, verwijder en herplaats de batterij, of ontkoppel
de lichtnetadapter en sluit hem weer aan. Zet de camera altijd met de hoofdschakelaar uit, anders
kan de geheugenkaart beschadigd raken en kunnen de camera-instellingen worden teruggezet.
Probleem Symptoom Oorzaak Oplossing
Knipperende slui-
tertijd en/of dia-
fragma.
Onderwerp of tafereel buiten
belichtingsbereik van de
camera.
VERZORGING EN OPSLAG
Lees de informatie goed door, zodat uw camera optimaal kunt gebruiken. Bij een goede verzorging
zult u van deze camera vele jaren plezier beleven.
CAMERA-ONDERHOUD
• Stel de camera niet bloot aan slagen of schokken.
• Zet de camera tijdens transport uit.
• Deze camera is niet waterdicht of spatwaterdicht. Met natte handen plaatsen/verwijderen van de
batterijen of de geheugenkaart, of met natte handen bedienen van de camera kan tot schade leiden.
• Denk er aan het water en op het strand aan dat u de camera niet aan water en zand blootstelt.
Water, zand, stof of zout kan de camera beschadigen.
• Laat de camera niet lang in de zon liggen. Richt het objectief niet rechtstreeks naar de zon; de CCD
kan erdoor beschadigd raken
• Houd de camera uit de buurt van elektromagnetische velden als magneten of motoren.
REINIGEN
• Is de camera vuil, veeg hem dan zachtjes schoon met een zachte, schone en droge doek. Komt de
camera in contact met zand, blaas dan eerst de losse deeltjes weg, anders kan vegen of poetsen
tot krassen leiden. Poetsen kan tot krassen leiden.
• Wilt u het oppervlak van het objectief schoonmaken, blaas dan eerst stof of zand weg; veeg dan het
objectief voorzichtig schoon met een reinigingsdoek of tissue voor lenzen. Gebruik indien nodig
lensreinigingsvloeistof.
• Gebruik nooit organische oplossingen voor het reinigen van de camera.
• Raak het lensoppervlak nooit met uw vingers aan.
OPSLAG
• Bewaar de camera op een koele, droge, goed geventileerde plaats, uit de buurt van stof en
chemicaliën. Gaat u de camera lange tijd niet gebruiken, bewaar hem dan in een luchtdichte doos
met silicagel droogmiddel.
• Verwijder de batterijen en de geheugenkaart uit de camera wanneer u de camera langere tijd niet
gaat gebruiken.
• Bewaar de camera niet in een ruimte waar naftaleen of mottenballen worden gebruikt.
• Tijdens lange opslag is het goed de camera af en toe eens te laten werken. Gaat u hem na
langdurige opslag weer gebruiken, controleer dan eerst of alles goed functioneert.
Onderwerp of tafereel buiten
belichtingsbereik van de came-
ra.
Pas de belichting aan tot het knipperen
stopt of verander cameragevoeligheid
(blz. 54).
Mapnummer ver-
schijnt niet.
Onjuiste belich-
ting bij zeer lichte
of zeer donkere
onderwerpen.
Pijlen knipperen
aan beide zijde
van de LW-schaal.
Gebruik bij weinig licht de flitser van de
camera. Plaats bij teveel licht een grijs-
filter voor het objectief om het licht te
verminderen.
Anti-Shake-schaal
in de zoeker knip-
pert.
Anti-Shake werkt
niet.
CCD-storing.
Zet de camera uit en weer aan. Blijft de
Anti-Shake-schaal knipperen, neem
dan contact op met de technische
dienst van Konica Minolta.
Mappen wissen met bestands-brow-
sing niet mogelijk (blz. 87).
Geheugenkaart werd geopend
met een Windows besturings-
systeem.
Wis de map vanuit de computer.
Selecteer de map met het menu
(blz. 82).
Map is niet geselecteerd met de
optie View folder in sectie 1 van
het weergavemenu.
Bij weergave ver-
schijnen geen
opnamen.