6362 Geavanceerde opnametechniek
Full-time AF
Wanneer full-time AF actief is stelt de autofocus permanent scherp, zodat het beeld op de monitor
scherp blijft. Het vermindert ook de scherpsteltijd wanneer u foto’s wilt maken. Wordt de camera
ingesteld op handinstelling, dan wordt full-time AF uitgeschakeld. Uitschakelen van Full-time AF zal
batterijen sparen. Full-time AF kan worden geactiveerd in sectie 2 van het P-, A-, S- en M-menu
(blz. 44).
Full-time AF is actief ongeacht de menu-instelling bij gebruik van macro in de automatische opna-
mestand of een digitaal onderwerpsprogramma, en bij gebruik van het digitale onderwerpspogram-
ma Sport/actie. Verschijnt de rode batterijwaarschuwing, dan wordt full-time AF uitgeschakeld.
Flitsstand (Flash mode)
De flitsstanden kunnen worden veranderd in sectie 2 van het P-, A-
S- en M-menu (blz. 44). Deze menu-optie wordt gebruikt wanneer
een andere functie is toegewezen aan de flitstoets, zie blz. 67 over
de Custom key functie. Meer over de flitsstanden op blz. 26.
Focus mode
Full-time AF
Flash mode
Metering mode
Single AF
Off
Autoflash
0
MultiSegment
Flash comp.
Flitscorrectie (Flash comp.)
Flitscorrectie verhoogt of verlaagt de dosis flitslicht van de inge-
bouwde flitser binnen een bereik van -2 tot +2 LW.
Selecteer de optie flitscorrectie (Flash comp.) in sectie 2 van het P-
A-, S- en M-menu (blz. 44). Gebruik de op/neer-toetsen om de
sterkte van de correctie in te stellen. Druk op de centrale toets van
de stuureenheid om die waarde vast te leggen. Wordt er een ande-
re waarde dan 0 ingesteld, dan verschijnt er als waarschuwing een
aanduiding op de monitor.
Met de flitscorrectie regelt u de verhouding tussen omgevingslicht en flitslicht. Past u een invulflits
toe om de harde schaduwen in iemands gezicht op te helderen die ontstaan bij fel zonlicht, dan
kunt u een flitscorrectie toepassen om de verhouding tussen de lichte beeldpartijen en de schadu-
wen te regelen. De invulflits heeft invloed op de diepte van de schaduwen zonder de beeldpartijen
aan te tasten die door de zon worden verlicht. Vermindert u de flitsdosering met een negatieve flits-
correctie, dan krijgen de schaduwen minder licht, maar er komen wel details naar voren die zonder
flits in de schaduwen verborgen zouden blijven. Met een positieve flitscorrectie verhoogt u de flits-
dosis en kunt u een zacht en teer effect bereiken.
Centrumgerichte meting: traditionele meetmethode die in veel conventionele camera’s
wordt gebruikt. Het systeem meet het totale beeld maar legt de nadruk op het centrale
gedeelte.
Spotmeting: gebruikt een klein deel van het beeld om de
belichting te meten. Er verschijnt een klein cirkeltje in het
midden van het live-beeld om het meetgebied te markeren.
Met spotmeting kunt u een bepaald onderwerp zeer precies
meten, zonder dat de meting wordt misleid door zeer lichte
of donkere beeldpartijen in de nabijheid van het onderwerp.
Meerveldsmeting: gebruikt 256 segmenten om helderheid en kleur te meten. Deze informa-
tie wordt gecombineerd met afstandsinformatie om de juiste belichting te realiseren. Dit
geavanceerde lichtmeetsysteem geeft accurate, probleemloze belichtingsresultaten in bijna
alle situaties.
Op de monitor wordt aangegeven welke lichtmeetmethode is gekozen. De lichtmeetmethode wordt
ingesteld in sectie 2 van het P-, A-, S- en M-menu (blz. 44).
Lichtmeetmethoden
–2 ~ +2
Focus mode
Full-time AF
Metering mode
+0.3
Flash mode
Flash comp.
Geen correctie Negatieve correctiePositieve correctie Geen flits