29
Digitale onderwerpsprogramma’s
Sport/Actie – speciaal afgestemd op het opnemen van actie met korte sluitertijden. De
autofocus werkt continu; zie blz. 25. Bij gebruik van flitslicht dient het onderwerp zich
binnen het flitsbereik te bevinden (blz. 27). Een eenbeenstatief biedt zeker als er sterk
wordt ingezoomd een nuttige ondersteuning, en werkt makkelijker dan een driebeenstatief.
Zonsondergang – speciaal afgestemd op het produceren van rijke, warme zonsondergan-
gen. Bevindt de zon zich boven de horizon, richt de camera er dan niet voor langere tijd
op. De intensiteit van het zonlicht zou de CCD kunnen beschadigen. Zet de camera tussen
de opnamen door uit of dek het objectief af.
Nachtportret – voor fraai doortekende nachtopnamen waarbij onderwerp en achtergrond
uitgebalanceerd worden weergegeven. Gebruik een statief om trillingsonscherpte tegen te
gaan. Het flitslicht is alleen toereikend voor onderwerpen op niet te grote afstand, zoals een
persoon. Gebruikt u flitslicht, vraag uw onderwerp om ook na de flits nog stil te blijven
staan; de sluiter blijft enige tijd open om de achtergrond goed weer te geven.
Landschap– speciaal afgestemd op het produceren van scherpe, kleurrijke landschapsop-
name. Voor landschapsfoto's bij mooi weer.
De digitale onderwerpsprogramma’s optimali-
seren de prestaties van de camera voor spe-
ciale situaties en onderwerpen. Zet de belich-
tings-keuzeknop op het gewenste onder-
werpsprogramma; het actieve onderwerps-
programma wordt weergegeven in de linker
benedenhoek van de monitor.
Portret – speciaal afgestemd op het bereiken van een zachte huidtoonweergave en een
lichte onscherpte in de achtergrond. Portretten worden vaak het mooist in de telestand;
door de grotere opname-afstand worden de verhoudingen in het gezicht niet overdreven,
terwijl de beperkte scherptediepte de achtergrond onscherp houdt.
Aanduiding belichtingsstand